Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011AE1159

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — De voordelen van elektronische facturering voor Europa benutten (COM(2010) 712 definitief)

PB C 318 van 29.10.2011, p. 105–108 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 318/105


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — De voordelen van elektronische facturering voor Europa benutten

(COM(2010) 712 definitief)

2011/C 318/17

Rapporteur: Edgardo Maria IOZIA

De Commissie heeft op 2 december 2010 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité (hierna: EESC) overeenkomstig artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over de

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — De voordelen van elektronische facturering voor Europa benutten

COM(2010) 712 definitief.

De afdeling Interne markt, productie en consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 23 juni 2011 goedgekeurd.

Het EESC heeft tijdens zijn op 13 en 14 juli 2011 gehouden 473e zitting (vergadering van 13 juli) onderstaand advies uitgebracht, dat met 119 stemmen vóór en 1 stem tegen, bij 3 onthoudingen, werd goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Het EESC stemt in met en spreekt zijn waardering uit voor onderhavige Mededeling van de Commissie, die aansluit bij de Digitale Agenda voor Europa. De modernisering van de instrumenten waarmee de economische betrekkingen worden gereguleerd, alsook de technologische innovatie brengen niet alleen een uiterst belangrijke besparing met zich mee, maar dragen ook bij aan de verspreiding van innovatie en de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

1.2

De tenuitvoerlegging van de Digitale Agenda voor Europa - als middel om duurzame sociale en economische groei te bewerkstelligen - wordt een belangrijke drijfveer om de interne markt nieuw leven in te blazen.

1.3

Volgens het EESC moeten vooral de voordelen in aanmerking worden genomen die de algemene invoering van e-facturering kan opleveren. Die voordelen moeten gelijkelijk over alle soorten ondernemingen worden verdeeld, maar dienen vooral ten gunste te komen van het mkb. De aandacht moet met name uitgaan naar de specifieke behoeften van het mkb aan digitale alfabetisering en naar de noodzaak om de kosten die voor de kleine en middelgrote ondernemingen met de toegang tot digitale platforms en management-software zijn gemoeid, binnen de perken te houden.

1.4

Het EESC dringt er bij de Commissie op aan om zo snel mogelijk werk te maken van de nieuwe wetgeving betreffende de elektronische handtekening. Het geeft ter overweging om daarvoor geen richtlijn, maar een verordening te laten goedkeuren, omdat de omzetting daarvan in nationaal recht anders overal verschillend dreigt te gebeuren en problemen kan opleveren, met als gevolg dat de lidstaten toch uiteenlopende regelingen blijven hanteren. Bij de hervorming van het stelsel van indirecte belastingen/btw is al bepaald dat elektronische ontvangstbewijzen gelijkwaardig zijn aan papieren reçu's voor het bewaren van boekhoudkundige gegevens en facturen. De belastingdiensten van de lidstaten zouden zich zo snel mogelijk aan deze nieuwe bepaling moeten aanpassen.

1.5

Het verdient aanbeveling om bij de afdracht van BTW vooral de belangen van kleine en middelgrote ondernemingen te behartigen: BTW zou moeten worden geïnd op het tijdstip van de betaling en niet op dat van de verzending van een e-factuur. In het nieuwe systeem moet naar behoren rekening worden gehouden met de liquiditeitsproblemen die in dit verband voor kleine en middelgrote ondernemingen kunnen ontstaan.

1.6

Het EESC is voorstander van een snelle algemene invoering van e-facturering, die echter wel facultatief moet blijven. De voorwaarden voor verplichte e-facturering zijn niet verenigd, hoe prijzenswaardig de doelstellingen daarvan ook zijn.

1.7

De Commissie zou bij de maatregelen die moeten worden genomen om e-facturering in te voeren, behoedzaam en zorgvuldig te werk moeten gaan om te voorkomen dat het de bedrijven en consumenten nodeloos moeilijk wordt gemaakt.

1.8

Doordat twee systemen naast elkaar bestaan (dus dat van elektronische en dat van papieren facturen) zou iedereen voor de oplossing moeten kunnen kiezen die hem of haar het meeste past.

1.9

Ook zou de Commissie voor e-facturering algemene normen moeten goedkeuren. Zonder normalisering en interoperabiliteit kan e-facturering onmogelijk ingang vinden en tot een succes worden gemaakt, waarbij de interne markt verder wordt ontwikkeld en het aantal actoren op die markt kan worden verhoogd. Thans is de markt echter versnipperd en wordt er binnen de markt niet gecommuniceerd, met als gevolg dat de ontwikkeling van dit nuttige grensoverschrijdende instrument de facto belemmerd wordt.

1.10

Het proefproject PEPPOL zou algemeen moeten worden toegepast, waarbij al die gebieden waar e-facturering al een feit is, aan elkaar worden verbonden. De behoeften van het mkb zouden meer aandacht moeten krijgen.

1.11

Van al degenen voor wie de e-facturering bestemd is, wordt in de Mededeling niet stilgestaan bij de consumenten en hun behoeften en belangen. Alleen consumenten die al vertrouwd zijn met informatica zullen kunnen profiteren van de voordelen die e-facturering biedt.

1.12

Door de invoering van dit instrument kan een positieve spiraal op gang worden gebracht: inzage in de elektronische catalogus, keuze en bestelling van een artikel, verzending van het artikel, verzending van de rekening, betaling van de rekening met gelijktijdige afdracht van de toepasselijke BTW waarvan de hoogte automatisch wordt berekend naargelang van het soort artikel en het soort bedrijf.

1.13

Door het hoge tempo van dit proces wordt veel tijd gewonnen, worden rekeningen op tijd betaald en worden minder vaak frauduleuze rekeningen uitgeschreven.

1.14

Aan met subsidie van de EU tot stand gebrachte projecten op het gebied van e-business zou verplicht de voorwaarde moeten worden verbonden dat het mkb bij een bepaald percentage proefprojecten wordt betrokken. Dan kunnen de behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen van meet af aan worden meegenomen in dergelijke initiatieven en kan – wat vooral belangrijk is – de ontwikkeling van innoverende technologie voor het mkb (zoals voor het PEPPOL-project) worden bevorderd.

1.15

De Commissie zou meer de nadruk moeten leggen op de noodzaak voor nationale overheden om gelijkheid van behandeling voor papieren en elektronische rekeningen te garanderen door de laatste belemmeringen voor grensoverschrijdende handel uit de weg te ruimen. Zo zou met name de verplichting om voor bepaalde technische oplossingen te kiezen (zoals elektronische handtekeningen) die voor papieren rekeningen niet nodig zijn, moeten worden opgeheven. Ook zou een einde moeten worden gemaakt aan de in sommige lidstaten nog geldende verplichting om met het oog op controles door belastingdiensten (waarvan het doel is om na te gaan of aan alle eisen is voldaan) van e-facturen een uitdraai te maken.

1.16

Er kunnen samen met lokale overheden, in de vorm van specifieke programma's, stimulansen voor het mkb worden uitgewerkt. Overwogen moet worden om het DG REGIO daarbij te betrekken.

1.17

Het EESC is ingenomen met de voorgenomen oprichting van het Europees forum voor e-facturering en wil graag daaraan meewerken.

2.   Inleiding

2.1

Een rekening is een onontbeerlijk document dat wordt uitgewisseld tussen deelnemers aan een handelstransactie en tussen handelaars en eindgebruikers. Naast de eerste functie ervan, nl. dat de verkoper de koper vraagt om voor de door de verkoper geleverde goederen of diensten te betalen, is een rekening ook een belangrijk boekhoudkundig bescheid, met mogelijke juridische implicaties voor koper en verkoper. In feite moet de factuur worden beschouwd als een overeenkomst tussen bedrijven en consumenten. Verder zijn rekeningen in sommige landen belangrijke bewijsstukken bij belastingaangiften, maar ook met het oog op terugbetalingen en als aanvulling op in- en uitvoerverklaringen.

2.2

Belanghebbende partijen zijn de koper en de verkoper. Mogelijke derden zijn onder bepaalde omstandigheden de leverancier of de ontvanger van goederen of diensten, bv. in het geval van een vervoersbedrijf of een bedrijf dat logistieke diensten levert.

2.3

Elektronische facturering is de geautomatiseerde uitgifte, verzending, ontvangst en verwerking van factuurgegevens en maakt deel uit van een netwerk van in elkaar grijpende bedrijfsprocessen en van procedures die voor de leverancier onderdeel zijn van een zogenoemde cyclus van „levering in opdracht” en „betaald worden” en voor de koper van een cyclus van „kopen en betalen”.

2.4

„Een digitale agenda voor Europa” is een van de zeven vlaggenschipinitiatieven waarmee de Europa 2020-strategie concreet in praktijk moet worden gebracht. Doel ervan is om door aangepaste regelgeving de ontwikkeling te bevorderen van informatietechnologie die o.m. wordt ingezet om de verwezenlijking van de interne markt te vereenvoudigen en de daarmee gemoeide kosten terug te dringen. Er zullen ruim honderd initiatieven en ruim dertig wettelijke maatregelen worden genomen om het komende decennium de dertien doelstellingen inzake essentiële prestaties te halen.

2.5

Onderhavige Mededeling van de Commissie die het daglicht ziet na vijf jaar van voorbereidingen en uitvoerig overleg, gaat over een onderwerp dat van groot belang is voor deze agenda: e-facturering. Daarbij wordt aangetekend dat e-facturering van nu tot 2020 de meest toegepaste methode voor het in rekening brengen van goederen of diensten moet worden. Momenteel wordt het percentage van bedrijfsrekeningen dat elektronisch wordt verwerkt, op slechts 5 % geschat.

2.6

Volgens de Commissie kan er in zes jaar 240 miljard euro worden bespaard (1). De Europese bedrijfsthesaurie-vereniging komt ongeveer op hetzelfde resultaat uit: haar inschatting is dat bedrijven tot 80 % op de factureringskosten kunnen besparen als rekeningen voortaan elektronisch worden verwerkt, waarvoor geen papier meer nodig is en het werk beduidend minder wordt. Als de gemeenschappelijke betalingsruimte voor de euro (SEPA) verder wordt ontwikkeld, zouden facturering en betalingen onder één noemer kunnen worden gebracht doordat alle systemen worden gebundeld en het mogelijk wordt om in Europa „interoperabele systemen voor e-facturering” in te voeren.

2.7

De volgende prioriteiten worden gesteld:

„te zorgen voor rechtszekerheid en een duidelijke technische omgeving voor e-facturen ter bevordering van een massale overstap;

de ontwikkeling van open en interoperabele e-factureringsoplossingen op basis van een gemeenschappelijke norm aan te moedigen en te bevorderen, met bijzondere aandacht voor de behoeften van het mkb;

de overstap naar e-facturering te ondersteunen middels de oprichting van organisatiestructuren zoals nationale fora voor e-facturering en een Europees multi-stakeholdersforum.”

3.   Opmerkingen en kanttekeningen

3.1

Het EESC staat zonder meer achter het vlaggenschipinitiatief „Een digitale agenda voor Europa” en juicht dit toe. Het heeft al eerder in adviezen (2) gepleit voor de goedkeuring van programma's en wettelijke initiatieven om het gebruik van ICT te bevorderen.

3.2

Er gaan in Europa meer dan 30 miljard aan facturen en rekeningen om. In 2011 zullen 3 miljard aan facturen en rekeningen elektronisch worden verstuurd, waarvan slechts een deel e-facturen zijn. Meer dan 4,5 miljoen bedrijven en ruim 75 miljoen consumenten maken al gebruik van dit systeem. De grootste bedrijven in deze sector die hun diensten verlenen op het gebied van e-facturering, verdubbelen hun omzet in een paar maanden.

3.3

Uit onderzoek dat een groep deskundigen in opdracht van de Commissie heeft verricht, blijkt dat op iedere factuur door degene die het boekhoudkundig document uitgeeft, een variabel bedrag kan worden bespaard. Door rekeningen elektronisch en automatisch te versturen, kan tot 60 à 80 % worden bezuinigd in vergelijking met de kosten van rekeningen die op de traditionele wijze, met papier als drager, worden verstuurd. In het algemeen kan 1 à 2 % op de administratiekosten worden bezuinigd. Volgens de meest vooraanstaande deskundigen op dit gebied wordt een investering in een systeem om rekeningen elektronisch te versturen, pas na zes maanden terugverdiend (3).

3.4

De Commissie spreekt in haar Mededeling de hoop uit dat e-facturering de norm wordt, maar legt niet uit waarom dat zoveel tijd moet kosten. Het EESC vindt dat alles op alles moet worden gezet om dit doel zo snel mogelijk te bereiken.

3.5

Het EESC ziet in dat de CO2-uitstoot door e-facturering aanzienlijk kan worden verminderd, omdat er bij e-facturering minder energie nodig is voor het vervoer en er minder papier wordt verbruikt, en benadrukt het belang daarvan.

3.6

Het EESC acht het van belang en een goede zaak dat prioriteit wordt verleend aan het mkb en aan de indicaties die kleine en middelgrote ondernemingen geven voor het onderzoek dat de groep van deskundigen in opdracht van de Commissie moet verrichten.

3.7

Volgens het EESC moet al het mogelijke worden gedaan om te bevorderen dat meerdere gespecialiseerde ondernemingen werkzaam worden op deze markt. Zo kan de vorming worden voorkomen van kleine de facto-monopolies die onherroepelijk gaan profiteren van een marktbeheersende positie.

3.8

Het EESC dringt er bij de Commissie op aan om de nodige maatregelen te nemen waardoor het standaardmodel dat door VN/CEFACT (4) (de onder het handelscomité van de Economische Commissie voor Europa van de VN ressorterende intergouvernementele organisatie die belast is met de uitwerking van een wereldwijd programma voor coördinatie en samenwerking op het gebied van elektronische-normstelling en de bevordering van handel tussen ondernemingen) is goedgekeurd, wordt overgenomen en in praktijk gebracht.

3.9

De Raad zou zich moeten uitspreken voor de veralgemening van de meest geslaagde methoden (best practices) die nu al in sommige lidstaten worden toegepast en erin bestaan dat e-facturering bij openbare aanbestedingen verplicht wordt gesteld, omdat een dergelijk steunbetuiging een goed middel is om die methode ook elders ingang te doen vinden. Het PEPPOL-project (project voor openbare aanbestedingen die overal in Europa online gaan) zou van een door de Commissie gesteund grootschalig proefproject uit het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie moeten worden opgeschaald tot een project dat algemeen van toepassing is - met de goedkeuring en steun van de uitgewerkte normen -, zodat alle gebieden in Europa waar openbare aanbestedingen al online zijn, met elkaar worden verbonden.

3.10

Het EESC juicht dit initiatief toe, maar pleit ervoor om e-facturering ook mogelijk te maken voor andere organisaties en ondernemingen, dus om die markt verder open te stellen. Er zijn momenteel zo'n 400 vooral lokaal werkzame bedrijven die e-factureringsdiensten verlenen, met een breed scala aan producten. Helaas is er nog lang geen sprake van interoperabiliteit tussen al die systemen. De gemeenschappelijke wereldwijde normen die het EESC voor goedkeuring aanbeveelt, zijn onontbeerlijk als het erom gaat meer vaart te brengen in de eenmaking van de Europese markt en de voordelen daarvan toegankelijk te maken voor tal van verschillende - vooral kleine en middelgrote - bedrijven die daardoor beter opgewassen zijn tegen de concurrentie.

3.11

Dat er voordelen aan gelijkgeschakelde modellen voor e-facturering zijn verbonden, behoeft geen betoog. Nu is de markt versnipperd en wordt er niet gecommuniceerd. Het EESC staat achter initiatieven om de interoperabiliteit tussen systemen te vergroten en acht het een goede zaak dat het VN-CEFACT CII v.2-model (CII: Cross-Industry Invoice of rekening die dwars door alle bedrijfstakken heen kan worden gebruikt) als uitgangspunt is gekozen voor de uitwerking van ISO 20022-norm voor factureringsberichten.

3.12

Met de algemene normen zou altijd moeten worden voorzien in de bijbehorende aanbestedingsprocedures, zodat wordt voorkomen dat bedrijven hun factureringssysteem noodgedwongen los van de rest automatiseren, d.w.z. gescheiden van systemen als dat voor de bevoorrading of voor de bestellingen. Het gevolg daarvan zou zijn dat inefficiënt te werk wordt gegaan. Er moet een lans worden gebroken voor de op de voet te volgen ontwikkeling van CEN/BII-profielen voor de hele bevoorradingsketen, omdat de elektronische PEPPOL-documenten daarop zijn gebaseerd. Ook moet speciaal aandacht worden geschonken aan de geleidelijke goedkeuring van de UBL-norm in sommige EU-lidstaten en door de overheidssector. De goedkeuring van dergelijke algemene normen moet worden aangemoedigd.

3.13

De financiële bestuursorganen van de toekomst, als e-facturering de gebruikelijke praktijk is geworden, zullen alleen maar voordeel hebben van e-facturering waarbij de BTW op het tijdstip van de betaling van de rekening wordt afgedragen. Als dit systeem dan ook nog aan de gemeenschappelijke betalingsruimte voor de euro wordt gekoppeld, wordt het gemakkelijker om verschuldigde bedragen te innen. Om voor het mkb vooral liquiditeitsproblemen te voorkomen, adviseert het EESC de Commissie om hiermee wel degelijk rekening te houden.

3.14

Er zal vooral kunnen worden bezuinigd op de kosten van de verwerking van belastingaangiften en van automatische betalingen. Over het algemeen kan vermindering van de kosten van de aan het economisch systeem verbonden belastingdiensten (inning, toezicht en beheer) als een poging worden gezien om die diensten te moderniseren en te verbeteren. De toepassing van e-facturering kan tot gevolg hebben dat belasting minder vaak wordt ontdoken. Het extra geld dat daardoor wordt geïnd, kan weer in economische en productie-activiteiten worden geïnvesteerd.

3.15

Het EESC stemt ermee in dat Richtlijn 1999/93/EG (elektronische handtekening) op korte termijn moet worden herzien teneinde een rechtssysteem in te voeren voor interoperabiliteit en voor de erkenning in Europa van een elektronische handtekening die betrouwbaar en gewaarborgd is. Daarom zou de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement duidelijk moeten maken dat hiertoe dringend moet worden overgegaan. De uiteenlopende manieren waarop deze richtlijn is omgezet en de verplichting in sommige lidstaten om er gebruik van te maken, hebben grote problemen opgeleverd, vooral voor al die kleine en middelgrote ondernemingen waarvoor de elektronische handtekening nog steeds het grootste obstakel is voor de overstap naar e-facturering. Wat het rechtsinstrument betreft vraagt het EESC zich af of het onderhand geen tijd is voor gemeenschappelijke regelgeving – waarvoor een verordening zou moeten worden goedgekeurd – waarmee ten langen leste wordt voldaan aan de door de Single Market Act gewekte verwachtingen.

3.16

De burgers van Europa hebben geen benul van de kansen die hun door de eengemaakte markt worden geboden, omdat de belemmeringen, bureaucratische obstakels en administratieve verplichtingen nog steeds niet uit de wereld zijn geholpen. Consumenten hebben nog niets gemerkt van de met veel pathos aangekondigde voordelen ervan, zoals de voordelen op de financiële en energiemarkt waar alleen de EU-wetgeving voor de consumenten gunstige normen heeft opgelegd (derde energiepakket, SEPA, MiFID enz.).

3.17

Volgens het EESC gaat het in onderhavige Mededeling vervatte voorstel de goede kant op. Het hoopt dan ook dat er vaart wordt gezet achter de besluitvorming en dat de tijd die nodig is voor de verwezenlijking ervan, wordt ingekort. Dan kan werknemers, burgers en bedrijven een geheel van rechtsregels worden geboden dat geharmoniseerd, of beter nog: gelijkgetrokken is.

Brussel, 13 juli 2011

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Staffan NILSSON


(1)  SEPA potential benefits at stake, Capgemini.

http://ec.europa.eu/internal_market/payments/docs/sepa/sepa-capgemini_study-final_report_en.pdf.

(2)  „Een digitale agenda voor Europa, PB C 54 van 19 februari 2011, blz. 58; Het digitale dividend omzetten in sociale voordelen en economische groei”, PB C 44 van 11 februari 2011, blz. 178; PB C 255 van 22 september 2010, blz. 116 en PB C 77 van 31 maart 2009, blz. 60; „Verbeteren van de modellen voor „participatieve publiek-private partnerschappen” door in de EU-27 online diensten voor iedereen toegankelijk te maken”, PB C 48 van 15 februari 2011, blz. 72; PB C 255 van 22 september 2010, blz. 98; PB C 128 van 18 mei 2010, blz. 69; PB C 317 van 23 december 2009, blz. 84; PB C 218 van 11 september 2009, blz. 36; PB C 175 van 28 juli 2009, blz. 8; PB C 175 van 28 juli 2009, blz. 92; PB C 175 van 28 juli 2009, blz. 87; PB C 77 van 31 maart 2009, blz. 63; PB C 224 van 30 augustus 2008, blz. 61; PB C 224 van 30 augustus 2008, blz. 50; PB C 97 van 28 april 2007, blz. 27; PB C 97 van 28 april 2007, blz. 21; PB C 325 van 30 december 2006, blz. 78; PB C 318 van 23 december 2006, blz. 222; PB C 110 van 9 mei 2006, blz. 83; PB C 123 van 25 april 2001, blz. 36

(3)  http://www.expp-summit.com/marketreport.htm

(4)  VN-centrum voor handelsbevordering en elektronische bedrijven


Top