This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32022D0011
Council Decision (EU) 2022/11 of 2 December 2021 on the position to be taken on behalf of the European Union at the 22nd meeting of the Contracting Parties to the Convention for the Protection of the Marine Environment and the Coastal Region of the Mediterranean (Barcelona Convention) and its Protocols as regards the adoption of a decision to amend Annexes I, II, III and IV and Annex VII, section A, to the Protocol for the Protection of the Mediterranean Sea against Pollution Resulting from Exploration and Exploitation of the Continental Shelf and the Seabed and its Subsoil (Offshore Protocol)
Besluit (EU) 2022/11 van de Raad van 2 december 2021 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt tijdens de 22e vergadering van de partijen bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee (Verdrag van Barcelona) en de bijbehorende protocollen, wat betreft de vaststelling van een besluit tot wijziging van de bijlagen I, II, III en IV en bijlage VII, afdeling A, bij het Protocol inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging door exploratie en exploitatie van het continentaal plat en de zeebodem en de ondergrond daarvan (offshore-protocol)
Besluit (EU) 2022/11 van de Raad van 2 december 2021 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt tijdens de 22e vergadering van de partijen bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee (Verdrag van Barcelona) en de bijbehorende protocollen, wat betreft de vaststelling van een besluit tot wijziging van de bijlagen I, II, III en IV en bijlage VII, afdeling A, bij het Protocol inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging door exploratie en exploitatie van het continentaal plat en de zeebodem en de ondergrond daarvan (offshore-protocol)
ST/13972/2021/INIT
PB L 4 van 7.1.2022, p. 8–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
7.1.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 4/8 |
BESLUIT (EU) 2022/11 VAN DE RAAD
van 2 december 2021
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt tijdens de 22e vergadering van de partijen bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee (Verdrag van Barcelona) en de bijbehorende protocollen, wat betreft de vaststelling van een besluit tot wijziging van de bijlagen I, II, III en IV en bijlage VII, afdeling A, bij het Protocol inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging door exploratie en exploitatie van het continentaal plat en de zeebodem en de ondergrond daarvan (offshore-protocol)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Protocol bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee (“het Verdrag van Barcelona”) inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging door exploratie en exploitatie van het continentaal plat en de zeebodem en de ondergrond daarvan (“het offshore-protocol”) is door de Unie gesloten bij Besluit 2013/5/EU van de Raad (1) en is op 29 maart 2013 in werking getreden. |
(2) |
Ingevolge artikel 18, lid 2, punt iii), van het Verdrag van Barcelona moet de vergadering van de partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen wijzigingen in de bijlagen bij de protocollen bij het verdrag vaststellen. |
(3) |
De partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen zijn voornemens tijdens de 22e vergadering van 7 tot en met 10 december 2021 een besluit (“het besluit van de partijen”) vast te stellen tot wijziging van bijlagen I, II, III en IV en bijlage VII, afdeling A, bij het offshore-protocol. |
(4) |
Het besluit van de partijen betreft de bescherming van het milieu, wat een gedeelde bevoegdheid is van de Unie en haar lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 2, punt e), van het Verdrag. Het besluit van de partijen valt niet binnen een gebied dat grotendeels onder de Unieregels over die bescherming valt. De Unie is niet voornemens gebruik te maken van de mogelijkheid om haar externe bevoegdheid uit te oefenen op gebieden waarop het besluit van de partijen betrekking heeft en waarvoor zij haar bevoegdheid nog niet intern heeft uitgeoefend. |
(5) |
Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de vergadering van de partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen, aangezien het besluit van de partijen betrekking heeft op de vaststelling van wijzigingen in de bijlagen I, II, III en IV en in bijlage VII, afdeling A, bij het offshore-protocol zullen worden vastgesteld die voor de Unie bindend zullen zijn. |
(6) |
Aangezien de beoogde wijzigingen van de bijlagen I, II, III en IV en bijlage VII, afdeling A, bij het offshore-protocol de eisen inzake de bescherming van de Middellandse Zee zullen moderniseren, de internationale verbintenissen en ambities van de Unie zullen beïnvloeden en de bescherming van het milieu zullen verbeteren, moet de Unie de vaststelling van het besluit van de partijen steunen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 22e vergadering van de partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen is dat de vaststelling van een besluit tot wijziging van de bijlagen I, II, III en IV en bijlage VII, afdeling A bij het Protocol inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging door exploratie en exploitatie van het continentaal plat en de zeebodem en de ondergrond daarvan, wordt gesteund.
Artikel 2
In het licht van de ontwikkelingen tijdens de 22e vergadering van de partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen kunnen de vertegenwoordigers van de Unie, in overleg met de lidstaten, tijdens coördinatievergaderingen ter plaatse overeenkomen om zonder nader besluit van de Raad het in artikel 1 bedoelde standpunt verfijnen.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 2 december 2021.
Voor de Raad
De voorzitter
J. VRTOVEC
(1) Besluit 2013/5/EU van de Raad van 17 december 2012 betreffende de toetreding van de Europese Unie tot het Protocol inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging door exploratie en exploitatie van het continentaal plat en de zeebodem en de ondergrond daarvan (PB L 4 van 9.1.2013, blz. 13).