Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22008D0102

    Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 102/2008 van 26 september 2008 tot wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) bij de EER-overeenkomst

    PB L 309 van 20.11.2008, p. 26–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/05/2011; stilzwijgende opheffing door 22011D0076

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/102(2)/oj

    20.11.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 309/26


    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

    Nr. 102/2008

    van 26 september 2008

    tot wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) bij de EER-overeenkomst

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bijlage VI bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 159/2007 van het Gemengd Comité van de EER van 7 december 2007 (1).

    (2)

    Verordening (EG) nr. 647/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (3)

    Verordening (EG) nr. 629/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (3) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (4)

    Er moet rekening worden gehouden met het arrest van het Europese Hof van Justitie in zaak C-299/05, waarbij sommige punten van Verordening (EG) nr. 647/2005 van de Raad nietig worden verklaard en met het arrest van het EVA-Hof in zaak E-5/06,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Bijlage VI bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

    1.

    In punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad) worden de volgende streepjes toegevoegd:

    „—

    32005 R 0647: Verordening (EG) nr. 647/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005 (PB L 117 van 4.5.2005, blz. 1),

    32006 R 0629: Verordening (EG) nr. 629/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 (PB L 114 van 27.4.2006, blz. 1).”.

    2.

    Aanpassing m) in punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad) wordt vervangen door:

    „i)

    bijlage II bis wordt als volgt gewijzigd:

    Punt b) onder „Y. FINLAND”, punt c) onder „Z. ZWEDEN” en de punten d) tot en met f) onder „AA. VERENIGD KONINKRIJK” zijn niet van toepassing op de EVA-staten.

    De effecten van de onder d) onder „AA. VERENIGD KONINKRIJK” vermelde onderhoudsuitkering voor gehandicapten (Disability Living Allowance) worden echter gehandhaafd wat betreft het mobiliteitsdeel van die uitkering.

    ii)

    in bijlage II bis wordt het volgende toegevoegd:

    ZA.   IJSLAND

    Geen.

    ZB.   LIECHTENSTEIN

    a)

    Uitkeringen voor blinden (Wet op de toekenning van uitkeringen voor blinden van 17 december 1970).

    b)

    Moederschapsuitkeringen (Wet op de toekenning van moederschapsuitkeringen van 25 november 1981).

    c)

    Aanvullende prestaties op de ouderdoms-, overlevings- en invaliditeitsverzekering (Wet betreffende de aanvullende prestaties op de ouder-doms-, overlevings- en invaliditeitsverzekering van 10 december 1965, herzien op 12 november 1992).

    ZC.   NOORWEGEN

    a)

    Gegarandeerd minimum aanvullend pensioen voor personen met een aangeboren afwijking of personen die vanaf jonge leeftijd gehandicapt zijn overeenkomstig artikel 7, lid 3, en artikel 8, lid 4, van de Wet op de nationale verzekering van 17 juni 1966 nr. 12.

    b)

    Bijzondere uitkeringen overeenkomstig wet nr. 21 van 29 april 2005 inzake aanvullende uitkeringen aan personen die gedurende korte perioden in Noorwegen woonachtig zijn.”.

    3.

    Aanpassing n) in punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad) wordt vervangen door:

    „De volgende tekst wordt toegevoegd aan bijlage III, punt A):

    36.   IJSLAND–DENEMARKEN

    Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992 betreffende dekking van extra reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt.

    37.   IJSLAND–FINLAND

    Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992 betreffende dekking van extra reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt.

    38.   IJSLAND–ZWEDEN

    Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992 betreffende dekking van extra reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt.

    39.   IJSLAND–NOORWEGEN

    Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992 betreffende dekking van extra reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt.

    40.   NOORWEGEN–DENEMARKEN

    Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992 betreffende dekking van extra reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt.

    41.   NOORWEGEN–FINLAND

    Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992–

    42.   NOORWEGEN–ZWEDEN

    Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992 betreffende dekking van extra reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt.”.

    4.

    Aanpassing o) in punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad) wordt geschrapt.

    5.

    De tekst van lid 1 onder „ZB. LIECHTENSTEIN” in aanpassing t) van punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad) wordt geschrapt.

    6.

    In punt 2 (Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad) worden de volgende streepjes toegevoegd:

    „—

    32005 R 0647: Verordening (EG) nr. 647/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005 (PB L 117 van 4.5.2005, blz. 1),

    32006 R 0629: Verordening (EG) nr. 629/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 (PB L 114 van 27.4.2006, blz. 1).”.

    7.

    Aanpassing n) in punt 2 (Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad) wordt geschrapt.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EG) nr. 647/2005 en (EG) nr. 629/2006 zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, mits alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 26 september 2008.

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN


    (1)  PB L 124 van 8.5.2008, blz. 24.

    (2)  PB L 117 van 4.5.2005, blz. 1.

    (3)  PB L 114 van 27.4.2006, blz. 1.

    (4)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


    Top