This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32015D0423
Council Decision (EU) 2015/423 of 6 March 2015 establishing the position to be adopted on behalf of the European Union within the seventh meeting of the Conference of the Parties to the Rotterdam Convention as regards the amendments of Annex III to the Rotterdam Convention on the Prior Informed Consent Procedure for certain hazardous chemicals and pesticides in international trade
Besluit (EU) 2015/423 van de Raad van 6 maart 2015 tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de zevende vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Rotterdam ten aanzien van de wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel
Besluit (EU) 2015/423 van de Raad van 6 maart 2015 tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de zevende vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Rotterdam ten aanzien van de wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel
PB L 68 van 13/03/2015, p. 48–49
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
13.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 68/48 |
BESLUIT (EU) 2015/423 VAN DE RAAD
van 6 maart 2015
tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de zevende vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Rotterdam ten aanzien van de wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 192 en 207, juncto artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Unie heeft het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel („het Verdrag van Rotterdam”) goedgekeurd bij Besluit 2006/730/EG van de Raad (1). |
(2) |
Het Verdrag van Rotterdam is in de Unie ten uitvoer gelegd bij Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2). |
(3) |
Om ervoor te zorgen dat invoerende landen de bescherming genieten waarin het Verdrag van Rotterdam voorziet, is het noodzakelijk en passend de aanbeveling van de Commissie ter beoordeling van chemische stoffen inzake de opneming van wit asbest (chrysotiel), methamidofos, trichloorfon, fenthion (ULV-formuleringen (Ultra Low Volume) met 640 g werkzame stof/liter of meer), alsook vloeibare formuleringen (emulgeerbaar concentraat en oplosbaar concentraat) die paraquatdichloride in een concentratie van 276 g/liter of meer bevatten, wat overeenkomt met een concentratie van paraquat-ion van 200 g/liter of meer, in bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam, te steunen. Die stoffen zijn in de Unie reeds verboden of strikt gereguleerd, en derhalve gelden voor de uitvoer ervan voorschriften die verder reiken dan de eisen van het Verdrag van Rotterdam. |
(4) |
Naar verwachting zal op de zevende vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Rotterdam een besluit worden genomen over de voorgestelde wijzigingen van bijlage III. De Unie dient die wijzigingen te ondersteunen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Europese Unie op de zevende vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Rotterdam moet worden genomen,bestaat erin dat de Unie de aanneming steunt van de wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (3) wat betreft de opneming van wit asbest (chrysotiel), methamidofos, trichloorfon, fenthion (ULV-formuleringen (Ultra Low Volume) met 640 g werkzame stof/liter of meer), alsook vloeibare formuleringen (emulgeerbaar concentraat en oplosbaar concentraat) die paraquatdichloride in een concentratie van 276 g/liter of meer bevatten, wat overeenkomt met een concentratie van paraquat-ion van 200 g/liter of meer.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 6 maart 2015.
Voor de Raad
De voorzitter
K. GERHARDS
(1) Besluit 2006/730/EG van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (PB L 299 van 28.10.2006, blz. 23).
(2) Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 60).
(3) PB L 63 van 6.3.2003, blz. 29.