This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32004R0060
Commission Regulation (EC) No 60/2004 of 14 January 2004 laying down transitional measures in the sugar sector by reason of the accession of the Czech Republic, Estonia, Cyprus, Latvia, Lithuania, Hungary, Malta, Poland, Slovenia and Slovakia
Verordening (EG) nr. 60/2004 van de Commissie van 14 januari 2004 houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije
Verordening (EG) nr. 60/2004 van de Commissie van 14 januari 2004 houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije
PB L 9 van 15/01/2004, p. 8–12
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)
No longer in force, Date of end of validity: 12/03/2014: This act has been changed. Current consolidated version: 11/02/2007
Verordening (EG) nr. 60/2004 van de Commissie van 14 januari 2004 houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije
Publicatieblad Nr. L 009 van 15/01/2004 blz. 0008 - 0012
Verordening (EG) nr. 60/2004 van de Commissie van 14 januari 2004 houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 2, lid 3, Gelet op de Akte van Toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 41, eerste alinea, Overwegende hetgeen volgt: (1) De productie- en handelsvoorschriften voor de suikermarkt die in Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker(1) zijn opgenomen bij de Akte van Toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (hierna "de Toetredingsakte" genoemd), zullen van toepassing zijn met ingang van 1 mei 2004, dit is twee maanden vóór het verstrijken van het verkoopseizoen 2003/2004. Daarom zijn overgangsmaatregelen nodig voor de overschakeling van de productie- en handelsvoorschriften die gelden in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (hierna "de nieuwe lidstaten" genoemd), op die van Verordening (EG) nr. 1260/2001. (2) In het verkoopseizoen 2003/2004 zal de gehele suikerproductie van de nieuwe lidstaten in het kader van de nationale regelingen worden geproduceerd en zal het merendeel van hun productie worden afgezet vóór 1 mei 2004. Bijgevolg dienen de in de artikelen 2 tot en met 6 en 10 tot en met 21 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 opgenomen bepalingen inzake prijzen, sectorale overeenkomsten en zelffinanciering niet vóór 1 juli 2004 te gelden. Doordat de regelingen betreffende de zelffinanciering en de prijzen niet worden toegepast op vóór 1 juli 2004 geproduceerde suiker, dienen de in de artikelen 27 tot en met 31 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 opgenomen uitvoerrestitutieregeling en de in de artikelen 7, 8 en 9 van die verordening opgenomen interventie- en productierestitutieregelingen niet vóór 1 juli 2004 te gelden. (3) In het geval van isoglucose verloopt de productie gelijkmatig en is zij afgestemd op de vraag en daarom moet ter vergemakkelijking van de overgang en met het oog op het evenwicht tussen productie en verbruik in de uitgebreide Gemeenschap een passend deel worden bepaald van de basishoeveelheden voor isoglucose die zijn vastgesteld voor de nieuwe lidstaten die isoglucose produceren. Om voor isoglucose en suiker dezelfde behandeling te garanderen dient het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 21 en 27 tot en met 31 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 in de nieuwe lidstaten evenwel pas vanaf 1 juli 2004 van toepassing te zijn. (4) Voor de grondstoffenvoorziening van de suikerproducerende onderneming in Slovenië is bij de Toetredingsakte een maximale behoefte van 19585 t vastgesteld. Om de voorziening van die onderneming met ruwe suiker voor raffinage tussen 1 mei en 30 juni 2004 veilig te stellen moet voor die periode een passend deel worden vastgesteld van de maximale behoefte. (5) Er bestaat een aanzienlijk risico dat de markten in de sector suiker worden verstoord doordat voor speculatieve doeleinden producten in de nieuwe lidstaten worden binnengebracht voordat deze zijn toegetreden. Daarom dienen regelingen ter vergemakkelijking van de overgang te worden getroffen om dergelijk speculatief verkeer in het vooruitzicht van de toetreding van de nieuwe lidstaten te voorkomen. In verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije zijn reeds soortgelijke regelingen voor het handelsverkeer van landbouwproducten getroffen bij Verordening (EG) nr. 1972/2003(2). Wegens de bijzondere kenmerken van de sector suiker zijn voor die sector afzonderlijke regels nodig. (6) In bijlage IV, hoofdstuk 5, bij de Toetredingsakte is bepaald dat goederen die op de toetredingsdatum onder een van de verschillende schorsingsregelingen vallen, zijn vrijgesteld van douanerechten wanneer zij in het vrije verkeer worden gebracht, mits bepaalde voorwaarden zijn vervuld. In de sector suiker bestaat echter een groot risico dat deze mogelijkheid voor speculatieve doeleinden zal worden gebruikt. Bovendien zou dit de marktdeelnemers in staat stellen tot het omzeilen van de bij de onderhavige verordening vastgestelde verplichting om de door de autoriteiten van de nieuwe lidstaten bepaalde overtollige hoeveelheden suiker of isoglucose op hun kosten van de markt weg te werken of om belastingen te betalen indien het bewijs van de wegwerking van die hoeveelheden niet kan worden geleverd. Producten waarvoor een dergelijk risico bestaat, moeten daarom worden onderworpen aan de invoerrechten die gelden op de datum waarop zij in het vrije verkeer worden gebracht. (7) Bovendien moeten in overeenstemming met de Toetredingsakte de voorraden suiker of isoglucose die de normale overdrachthoeveelheid te boven gaan, op kosten van de nieuwe lidstaten van de markt worden weggewerkt. De overtollige voorraden zullen door de Commissie worden bepaald op basis van de ontwikkeling van handel, productie en verbruik in de nieuwe lidstaten in de periode van 1 mei 2000 tot en met 30 april 2004. Bij deze procedure dient behalve met suiker en isoglucose ook rekening te worden gehouden met andere producten die een belangrijk suikerequivalentgehalte hebben, aangezien ook die producten mogelijke doelwitten van speculatie zijn. Als de vastgestelde overtollige hoeveelheid suiker en isoglucose niet uiterlijk op 30 april 2005 van de communautaire markt wordt weggewerkt, zal de betrokken nieuwe lidstaat financieel aansprakelijk worden gesteld voor de desbetreffende hoeveelheid. Het aan een nieuwe lidstaat in rekening te brengen en in de Gemeenschapsbegroting te storten bedrag in geval van niet-wegwerking van overtollige voorraden dient de hoogste uitvoerrestitutie te zijn die in de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 april 2005 geldt. (8) Het is in het belang van zowel de nieuwe lidstaten als de Gemeenschap dat de voorkeur wordt gegeven aan voorkoming van een opeenstapeling van overtollige voorraden en dat in elk geval degenen die zijn betrokken bij omvangrijk speculatief handelsverkeer, kunnen worden geïdentificeerd. Daartoe dienen de nieuwe lidstaten op 1 mei 2004 te beschikken over een systeem dat de identificatie mogelijk maakt van degenen die voor dergelijke ontwikkelingen verantwoordelijk zijn. (9) Ten behoeve van de vaststelling van de overtollige voorraden en de wegwerking van de vastgestelde overtollige voorraden dienen de nieuwe lidstaten de Commissie in het bezit te stellen van de meest recente statistieken over de handel in en de productie en het verbruik van de betrokken producten en over de bewijzen dat de vastgestelde overtollige voorraden binnen de gestelde termijn van de markt zijn weggewerkt. (10) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: AFDELING 1 OVERGANGSMAATREGELEN IN VERBAND MET DE TOETREDING Artikel 1 Toepasselijkheid van sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/2001 De artikelen 2 tot en met 21 en 27 tot en met 31 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 zijn van 1 mei 2004 tot en met 30 juni 2004 niet van toepassing voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (hierna "de nieuwe lidstaten" genoemd). Artikel 2 Quota voor isoglucose Voor de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 juni 2004 zijn de basishoeveelheden A- en B-isoglucose voor de nieuwe lidstaten die isoglucose produceren, als volgt: >RUIMTE VOOR DE TABEL> Artikel 3 Preferentiële invoer van rietsuiker Om voor de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 juni 2004 zijn behoefte voor de raffinage van ruwe rietsuiker te dekken mag Slovenië in die periode overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1159/2003 van de Commissie(3) certificaten voor "bijzondere preferentiële suiker" afgeven binnen de grenzen van 3264 t, uitgedrukt in wittesuikerequivalent. AFDELING 2 OVERGANGSMAATREGELEN TER VOORKOMING VAN SPECULATIE Artikel 4 Definities Voor de toepassing van deze afdeling gelden de volgende definities: 1. onder "suiker" wordt verstaan: a) beetwortelsuiker en rietsuiker in vaste vorm van GN-code 1701; b) suikerstroop van de GN-codes 1702 60 95, 1702 90 99 en 2106 90 59; c) inulinestroop van de GN-codes 1702 60 80 en 1702 90 80; 2. onder "isoglucose" wordt verstaan de producten van de GN-codes 1702 30 10, 1702 40 10, 1702 60 10, 1702 90 30 en 2106 90 30; 3. onder "verwerkte producten" wordt verstaan door de verwerking van landbouwproducten verkregen producten met een gehalte aan toegevoegde suiker/toegevoegd suikerequivalent van meer dan 10 %; 4. onder "fructose" wordt verstaan chemisch zuivere fructose van GN-code 1702 50 00. Artikel 5 Schorsingsregeling 1. In afwijking van bijlage IV, hoofdstuk 5, bij de Toetredingsakte en van de artikelen 20 en 214 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad(4) worden de producten van de GN-codes 1701, 1702, 1704, 1904, 1905, 2006, 2007, 2009, 2101 12 92, 2101 20 92, 2105 en 2202 met uitzondering van die welke zijn genoemd in artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1972/2003 van de Commissie, onderworpen aan het erga omnes-invoerrecht, inclusief enig aanvullend invoerrecht, dat geldt op de datum waarop deze producten in het vrije verkeer worden gebracht, op voorwaarde dat deze producten: a) zich vóór 1 mei 2004 in de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004 of in een nieuwe lidstaat in het vrije verkeer hebben bevonden en b) op 1 mei 2004: i) in de Gemeenschap in tijdelijke opslag zijn of ii) in de Gemeenschap onder één van de in artikel 4, punt 15, onder b), en punt 16, onder b) tot en met g), van Verordening (EEG) nr. 2913/92 bedoelde douanebestemmingen of -regelingen vallen of iii) binnen de uitgebreide Gemeenschap worden vervoerd na aan uitvoerformaliteiten te zijn onderworpen. De eerste alinea geldt niet voor uit de Gemeenschap van de Vijftien uitgevoerde producten, met uitzondering van geraffineerde C-beetwortelsuiker, C-isoglucosestroop en C-inulinestroop van de respectieve GN-codes 1701 99 10, 1701 99 90, 1702 30 10, 1702 40 10, 1702 60 10, 1702 90 30, 1702 60 80 en 1702 90 80, indien de importeur bewijst dat geen uitvoerrestitutie is aangevraagd voor de producten uit het land van uitvoer. Op verzoek van de importeur zorgt de exporteur ervoor dat de bevoegde autoriteit op de aangifte ten uitvoer aantekent dat geen uitvoerrestitutie is aangevraagd voor de producten uit het land van uitvoer. 2. In afwijking van bijlage IV, hoofdstuk 5, bij de Toetredingsakte en van de artikelen 20 en 214 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 worden de uit derde landen afkomstige producten van de GN-codes 1701, 1702, 1704, 1904, 1905, 2006, 2007, 2009, 2101 12 92, 2101 20 92, 2105 en 2202 met uitzondering van die welke in artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1972/2003 zijn genoemd, onderworpen aan het erga omnes-invoerrecht, inclusief enig aanvullend invoerrecht, dat geldt op de datum waarop deze producten in het vrije verkeer worden gebracht, op voorwaarde dat deze producten: a) op 1 mei 2004 in een nieuwe lidstaat onder de in artikel 4, punt 16, onder d), van Verordening (EEG) nr. 2913/92 bedoelde regeling actieve veredeling of de in artikel 4, punt 16, onder f), van die verordening bedoelde regeling tijdelijke invoer vallen; b) op of na 1 mei 2004 in het vrije verkeer worden gebracht. Artikel 6 Abnormale voorraden 1. Uiterlijk op 31 oktober 2004 bepaalt de Commissie voor elke nieuwe lidstaat volgens de in artikel 42, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde procedure de hoeveelheid suiker als zodanig of in verwerkte producten, isoglucose en fructose die de als de normale overdrachthoeveelheid op 1 mei 2004 beschouwde hoeveelheid overschrijdt en op kosten van de nieuwe lidstaten van de markt moet worden weggewerkt. Voor de bepaling van deze overtollige hoeveelheid wordt met name rekening gehouden met de ontwikkeling in het jaar vóór de toetreding in vergelijking met de voorgaande jaren ten aanzien van: a) de ingevoerde en uitgevoerde hoeveelheden suiker als zodanig of in verwerkte producten, isoglucose en fructose; b) de productie en het verbruik van suiker en isoglucose en de voorraden van deze producten; c) de omstandigheden waaronder de voorraden zijn gevormd. 2. De betrokken nieuwe lidstaat zorgt ervoor dat een hoeveelheid suiker of isoglucose gelijk aan de in lid 1 bedoelde overtollige hoeveelheid uiterlijk op 30 april 2005 zonder interventie door de Gemeenschap van de markt wordt weggewerkt door: a) uitvoer uit de Gemeenschap zonder restitutie; b) gebruik in de sector brandstoffen voor verwarming; c) denaturering voor voederdoeleinden overeenkomstig de titels III en IV van Verordening (EEG) nr. 100/72 van de Commissie(5) zonder steunverlening. 3. Voor de toepassing van lid 2 beschikken de bevoegde autoriteiten van de nieuwe lidstaten op 1 mei 2004 over een systeem voor de identificatie, op het niveau van de belangrijkste betrokken marktdeelnemers, van de verhandelde of geproduceerde overtollige hoeveelheden suiker als zodanig of in verwerkte producten, isoglucose of fructose. Dit systeem kan met name steunen op het volgen van de invoer, fiscale controle en onderzoek op basis van de boekhouding en de fysieke voorraden van de marktdeelnemers en kan maatregelen zoals risicogaranties omvatten. Het identificatiesysteem wordt gebaseerd op een risicobeoordeling waarbij met name de volgende criteria terdege in aanmerking worden genomen: - type activiteit van de betrokken marktdeelnemers, - capaciteit van de opslagvoorzieningen, - omvang van de activiteiten. De nieuwe lidstaat gebruikt dit systeem om de betrokken marktdeelnemers ertoe te dwingen een hoeveelheid suiker of isoglucose die overeenstemt met hun individuele overtollige hoeveelheid zoals deze is bepaald, op eigen kosten van de markt weg te werken. De betrokken marktdeelnemers bewijzen ten genoegen van de nieuwe lidstaat dat de nodige producten uiterlijk op 30 april 2005 van de markt zijn weggewerkt. Indien dit bewijs niet wordt geleverd, heft de nieuwe lidstaat een bedrag dat gelijk is aan de betrokken hoeveelheid, vermenigvuldigd met de hoogste invoerbelastingen die in de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 april 2005 voor het betrokken product hebben gegolden, verhoogd met 1,21 EUR/100 kg wittesuiker- of drogestofequivalent. Het in de derde alinea bedoelde bedrag wordt toegewezen aan de nationale begroting van de nieuwe lidstaat. 4. Indien de suiker of isoglucose wordt weggewerkt overeenkomstig lid 2, onder a), van het onderhavige artikel, leveren de betrokken marktdeelnemers uiterlijk op 31 juli 2005 het bewijs van de uitvoer door overlegging van: a) overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 1291/2000(6) en (EG) nr. 1464/95(7) van de Commissie afgegeven uitvoercertificaten; b) relevante documenten als bedoeld in de artikelen 32 en 33 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 die nodig zijn voor het vrijgeven van de zekerheid. >PIC FILE= "L_2004009NL.001101.TIF"> Het onder a) bedoelde uitvoercertificaat is geldig vanaf de datum van afgifte ervan tot 1 mei 2005. Artikel 7 Door de nieuwe lidstaten te leveren bewijs van de wegwerking 1. Uiterlijk op 31 juli 2005 leveren de nieuwe lidstaten de Commissie het bewijs dat de in artikel 6, lid 1, bedoelde overtollige hoeveelheid overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de markt is weggewerkt, waarbij zij voor elke methode de weggewerkte hoeveelheid specificeren. 2. Als voor een deel van de overtollige hoeveelheid of die hoeveelheid in haar geheel niet overeenkomstig lid 1 het bewijs van de wegwerking van de markt wordt geleverd, wordt ten laste van de nieuwe lidstaat een bedrag geheven dat gelijk is aan de niet-weggewerkte hoeveelheid, vermenigvuldigd met de hoogste uitvoerrestituties die in de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 april 2005 voor witte suiker van GN-code 1701 99 10 hebben gegolden. Dit bedrag wordt uiterlijk op 30 november 2005 toegewezen aan de Gemeenschapsbegroting en wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de productieheffingen voor het verkoopseizoen 2004/2005. Artikel 8 Controle 1. De nieuwe lidstaten nemen alle voor de toepassing van deze afdeling benodigde maatregelen en stellen met name de controleprocedures vast die voor de wegwerking van de in artikel 6, lid 1, bedoelde overtollige hoeveelheid noodzakelijk blijken. 2. De nieuwe lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 31 juli 2004 mee: a) informatie over het in artikel 6, lid 3, eerste alinea, bedoelde systeem dat is vastgesteld voor de identificatie van de overtollige hoeveelheden; b) voor de periode van 1 mei 2000 tot en met 30 april 2004, de maandelijks ingevoerde en uitgevoerde hoeveelheden suiker, isoglucose, fructose en verwerkte producten, afzonderlijk meegedeeld voor de invoer uit en de uitvoer naar de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004, de nieuwe lidstaten en derde landen; c) voor de periode van 1 mei 2000 tot en met 30 april 2004, de jaarlijks geproduceerde hoeveelheden suiker en isoglucose, in voorkomend geval uitgesplitst in de productie binnen en die boven de quota, en de jaarlijks verbruikte hoeveelheden van die producten; d) voor de periode van 1 mei 2000 tot en met 1 mei 2004, de op 1 mei van elk jaar aanwezige voorraden suiker en isoglucose. AFDELING 3 SLOTBEPALING Artikel 9 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2004 onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de Toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 14 januari 2004. Voor de Commissie Franz Fischler Lid van de Commissie (1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte. (2) PB L 293 van 11.11.2003, blz. 3. (3) PB L 162 van 1.7.2003, blz. 25. (4) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. (5) PB L 12 van 15.1.1972, blz. 15. (6) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. (7) PB L 144 van 28.6.1995, blz. 14.