Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D1006

    Besluit (EU) 2023/1006 van de Raad van 25 april 2023 betreffende het namens de Europese Unie tijdens de elfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen in te nemen standpunt over de voorstellen tot wijziging van bijlage A bij dat verdrag

    ST/7438/2023/INIT

    PB L 136 van 24/05/2023, p. 55–56 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/1006/oj

    24.5.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 136/55


    BESLUIT (EU) 2023/1006 VAN DE RAAD

    van 25 april 2023

    betreffende het namens de Europese Unie tijdens de elfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen in te nemen standpunt over de voorstellen tot wijziging van bijlage A bij dat verdrag

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (1) (het “verdrag”) is op 17 mei 2004 in werking getreden en werd namens de Unie gesloten bij Besluit 2006/507/EG van de Raad (2).

    (2)

    Op grond van artikel 8 van het verdrag kan de Conferentie van de Partijen chemische stoffen opnemen in de bijlagen A, B en/of C bij het verdrag en de controlemaatregelen met betrekking tot dergelijke chemische stoffen specificeren.

    (3)

    Er moet naar behoren rekening gehouden worden met de aanbevelingen van de overeenkomstig het verdrag opgerichte Toetsingscommissie persistente organische verontreinigende stoffen (Persistent Organic Pollutants Review Committee — POPRC).

    (4)

    Tijdens haar elfde vergadering zal de Conferentie van de Partijen naar verwachting besluiten vaststellen om bijkomende chemische stoffen in bijlage A bij het verdrag op te nemen.

    (5)

    Ter bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu tegen verdere lozingen van dechlorane plus, methoxychloor en UV-328 is het noodzakelijk de productie en het gebruik van die chemische stoffen wereldwijd te beperken of te beëindigen en hun opname in de desbetreffende bijlagen bij het verdrag te ondersteunen.

    (6)

    Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie op de Conferentie van de Partijen ingenomen moet worden, aangezien de besluiten voor de Unie bindend zullen zijn of een beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van het Unierecht, namelijk op Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad (3),

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het namens de Unie in te nemen standpunt tijdens de elfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen, houdt, naar behoren rekening houdend met de desbetreffende aanbevelingen van de Toetsingscommissie persistente organische verontreinigende stoffen (POPRC), het volgende in:

    a)

    de opname van decholrane plus in bijlage A, met de door de POPRC aanbevolen specifieke uitzonderingen, steunen;

    b)

    de opname van methoxychloor in bijlage A, zonder specifieke uitzonderingen, steunen;

    c)

    de opname van UV-328 in bijlage A, met de door de POPRC aanbevolen specifieke uitzonderingen, steunen.

    Artikel 2

    De vertegenwoordigers van de Unie kunnen, in het licht van de ontwikkelingen tijdens de elfde vergadering van de Conferentie van de Partijen, in overleg met de lidstaten tijdens coördinatievergaderingen ter plaatse, besluiten het in artikel 1 vermelde standpunt te verfijnen, zonder een nader besluit van de Raad.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Gedaan te Luxemburg, 25 april 2023.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    P. KULLGREN


    (1)  PB L 209 van 31.7.2006, blz. 3.

    (2)  Besluit 2006/507/EG van de Raad van 14 oktober 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 1).

    (3)  Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 45).


    Top