EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0315

Verordening (EU) nr. 315/2014 van de Raad van 24 maart 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 43/2014 ten aanzien van bepaalde vangstbeperkingen

PB L 93 van 28/03/2014, p. 12–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/315/oj

28.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/12


VERORDENING (EU) Nr. 315/2014 VAN DE RAAD

van 24 maart 2014

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 43/2014 ten aanzien van bepaalde vangstbeperkingen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In afwachting van het advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) zijn de vangstbeperkingen voor zandspieringen in de wateren van de Unie van de ICES-zones IIa, IIIa en IV in bijlage IA bij Verordening (EU) nr. 43/2014 van de Raad (1) vastgesteld op nul.

(2)

Aangezien de ICES op 21 februari 2014 advies over het onderhavige bestand heeft uitgebracht, kan nu een TAC voor zandspieringen wordt bepaald voor dit gebied dat in zeven beheersgebieden is opgesplitst om plaatselijke uitputting van het betrokken bestand te voorkomen.

(3)

De vangstmogelijkheden voor Unievaartuigen in de wateren van Noorwegen en de Faeröer, en voor vaartuigen van Noorwegen en de Faeröer, alsmede de voorwaarden waaronder partijen toegang tot de visbestanden in elkaars wateren krijgen, worden jaarlijks bepaald ingevolge het overleg over de visserijrechten dat overeenkomstig de bilaterale overeenkomsten inzake visserij met Noorwegen (2) en de Faeröer (3) is vastgesteld In afwachting van de afronding van dat overleg over de overeenkomst voor 2014, zijn bij Verordening (EU) nr. 43/2014 voorlopige vangstmogelijkheden voor bepaalde bestanden van blauwe wijting vastgesteld.. De onderhandeling met Noorwegen en de Faeröer zijn op 12 maart 2014 afgerond, waaronder ook de onderhandelingen over blauwe wijting.

(4)

Bijlage IA bij Verordening (EU) nr. 43/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De reeds in Verordening (EU) nr. 43/2014 vastgestelde vangstbeperkingen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2014. De bepalingen van de onderhavige verordening betreffende vangstbeperkingen moeten derhalve eveneens met ingang van die datum van toepassing zijn. Een dergelijke retroactieve toepassing doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen, aangezien de betrokken, reeds in Verordening (EU) nr. 43/2014 vastgestelde vangstmogelijkheden nul bedragen. Aangezien de wijziging van deze vangstbeperking invloed heeft op de economische activiteiten en de programmering van het visseizoen van de Unievaartuigen, moet deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EU) nr. 43/2014

Bijlage IA bij Verordening (EU) nr. 43/2014 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 maart 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

A.. TSAFTARIS


(1)  Verordening (EU) nr. 43/2014 van de Raad van 20 januari 2014 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 24 van 28.1.2014, blz. 1).

(2)  Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (PB L 226 van 29.8.1980, blz. 48).

(3)  Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de plaatselijke regering van de Faeröer, anderzijds (PB L 226 van 29.8.1980, blz. 12).


BIJLAGE

Bijlage IA van Verordening (EU) nr. 43/2014 wordt als volgt gewijzigd:

a)

De vermelding voor zandspiering in de wateren van de Unie van ICES-zones IIa, IIIa en IV wordt vervangen door:

Soort

:

Zandspieringen

Ammodytes spp.

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa, IIIa en IV (1)

Denemarken

195 471 (2)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Verenigd Koninkrijk

4 273 (2)

Duitsland

298 (2)

Zweden

7 177 (2)

Unie

207 219

TAC

207 219

Bijzondere voorwaarde:

binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen als bepaald in bijlage IID, niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

Gebied: Wateren van de Unie van de beheersgebieden voor zandspieringen

 

1

2

3

4

5

6

7

 

(SAN/234_1)

(SAN/234_2)

(SAN/234_3)

(SAN/234_4)

(SAN/234_5)

(SAN/234_6)

(SAN/234_7)

Denemarken

53 769

4 717

132 062

4 717

0

206

0

Verenigd Koninkrijk

1 175

103

2 887

103

0

5

0

Duitsland

82

7

202

7

0

0

0

Zweden

1 974

173

4 849

173

0

8

0

Unie

57 000

5 000

140 000

5 000

0

219

0

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

57 000

5 000

140 000

5 000

0

219

0”

b)

De vermelding voor Blauwe wijting in de wateren van Noorwegen van ICES-gebieden II en IV wordt vervangen door:

Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

Noorse wateren van II en IV

(WHB/24-N.)

Denemarken

0

Analytische TAC

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

1 200 000”

c)

De vermelding voor Blauwe wijting in wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-gebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV wordt vervangen door:

Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV

(WHB/1X14)

Denemarken

28 325 (3)

Analytische TAC

Duitsland

11 013 (3)

Spanje

24 013 (3)  (4)

Frankrijk

19 712 (3)

Ierland

21 934 (3)

Nederland

34 539 (3)

Portugal

2 231 (3)  (4)

Zweden

7 007 (3)

Verenigd Koninkrijk

36 751 (3)

Unie

185 525 (3)  (5)

Noorwegen

100 000

Faeröer

15 000

TAC

1 200 000

d)

De vermelding voor Blauwe wijting in VIIIc, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1 wordt vervangen door:

Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

VIIIc, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(WHB/8C3411)

Spanje

24 658

Analytische TAC

Portugal

6 165

Unie

30 823 (6)

TAC

1 200 000

e)

De vermelding voor Blauwe wijting in de wateren van de Unie van II, IVa, V, VI ten noorden van 56° 30′ NB en VII ten westen van 12° WL wordt vervangen door:

Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

Wateren van de Unie van II, IVa, V, VI ten noorden van 56° 30′ NB en VII ten westen van 12° WL

(WHB/24A567)

Noorwegen

0 (7)  (8)

Analytische TAC

Faeröer

25 000 (9)  (10)

TAC

1 200 000


(1)  Exclusief wateren binnen 6 mijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula.

(2)  Ten minste 98 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid moet bestaan uit zandspiering. Bijvangsten van schar, makreel en wijting worden in mindering gebracht op de resterende 2 % van het quotum (OT1/*2A3A4).

(3)  Bijzondere voorwaarde: van deze hoeveelheid mag worden gevangen in de Noorse economische zone of in de zone rond Jan Mayen (WHB/*NZJM1): 0 %

(4)  Delen van dit quotum mogen worden overgedragen naar VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1. Dergelijke overdrachten moeten echter op voorhand worden gemeld aan de Commissie.

(5)  Bijzondere voorwaarde: mag worden gevist in de wateren van de Faeröer (WHB/*05-F.): tot 25 000”.

(6)  Bijzondere voorwaarde: van deze hoeveelheid mag worden gevangen in de Noorse economische zone of in de zone rond Jan Mayen (WHB/*NZJM2): 0 %”.

(7)  Te verrekenen met de vangstbeperkingen voor Noorwegen vastgesteld door de regeling voor kuststaten.

(8)  Bijzondere voorwaarde: de vangst in IV bedraagt niet meer dan de volgende hoeveelheid (WHB/*04A-C): 0

Deze vangstbeperking in IV bedraagt het volgende percentage van het Noorse toegangsquotum: 0 %.

(9)  Te verrekenen met de vangstbeperkingen van de Faeröer

(10)  Bijzondere voorwaarden: mag ook worden gevist in VIb (WHB/*06B-C). De vangst in IVa bedraagt niet meer dan 6 250 ton (WHB/*04A-C).”.


Top