EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32004H0741
2004/741/EC: Council Recommendation of 14 October 2004 on the implementation of Member States' employment policies
2004/741/EG: Aanbeveling van de Raad van 14 oktober 2004 over de uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten
2004/741/EG: Aanbeveling van de Raad van 14 oktober 2004 over de uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten
PB L 326 van 29/10/2004, p. 47–63
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 153M van 07/06/2006, p. 49–65
(MT)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Replacement | 32003H0579 | 14/10/2004 |
29.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/47 |
AANBEVELING VAN DE RAAD
van 14 oktober 2004
over de uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten
(2004/741/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 128, lid 4,
Gezien de aanbeveling van de Commissie,
Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Europese werkgelegenheidsstrategie speelt een centrale rol bij de uitvoering van de werkgelegenheids- en arbeidsmarktdoelstellingen van de strategie van Lissabon. Voor een succesvolle uitvoering van de agenda van Lissabon is het noodzakelijk dat het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten op evenwichtige wijze de drie complementaire en elkaar wederzijds ondersteunende doelstellingen van volledige werkgelegenheid, kwaliteit van werk en productiviteit, en sociale samenhang en integratie, bevordert. De verwezenlijking van deze doelstellingen vereist verdere structurele hervormingen, die gericht dienen te zijn op tien specifieke kernprioriteiten en betere governance. |
(2) |
Bij de hervorming van de Europese werkgelegenheidsstrategie in 2003 werd de nadruk gelegd op oriëntatie op de middellange termijn en op het belang van uitvoering van het volledige spectrum van in de werkgelegenheidsrichtsnoeren aanbevolen beleidsmaatregelen. De werkgelegenheidsrichtsnoeren dienen daarom slechts om de drie jaar volledig geanalyseerd en herzien te worden; in de tussenliggende jaren dienen aanpassingen strikt beperkt te blijven. |
(3) |
De Raad heeft de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten in 2004 ongewijzigd goedgekeurd bij Besluit 2004/740/EG (1). |
(4) |
De Raad heeft op 22 juli 2003 een aanbeveling goedgekeurd over de uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (2). Uit het onderzoek van de nationale actieplannen voor werkgelegenheid van de lidstaten in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2003-2004 blijkt dat de lidstaten en de sociale partners slechts in beperkte mate gevolg hebben gegeven aan deze aanbevelingen van de Raad. |
(5) |
De Europese taakgroep Werkgelegenheid heeft aanbevolen dat de Europese Unie krachtiger geformuleerde aanbevelingen tot de lidstaten zou moeten richten. Prioriteit dient te worden verleend aan het verbeteren van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen, het voor meer mensen aantrekkelijk maken om de arbeidsmarkt op te gaan en te blijven werken, en betaald werk voor iedereen tot een reële optie maken, meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren, en een effectieve uitvoering van hervormingen waarborgen door betere governance. De Raad en de Commissie hebben met deze analyse ingestemd en hebben de beleidsboodschappen van de taakgroep verwerkt in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid. |
(6) |
De analyse van de uitvoering van de richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad voor 2003 in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid, en de algemene en landspecifieke beleidsboodschappen in het verslag van de taakgroep Werkgelegenheid vormen de basis voor de formulering van de EU-aanbevelingen voor het nationale werkgelegenheidsbeleid in 2004. |
(7) |
Sedert de toetreding gelden de werkgelegenheidsrichtsnoeren ook voor de nieuwe lidstaten. Alle nieuwe lidstaten hebben in de afgelopen jaren verslag uitgebracht over de uitvoering van gezamenlijke beoordelingsdocumenten (Joint Assessment Papers, JAP’s) die naar de werkgelegenheidsrichtsnoeren verwijzen. Om de voortgaande herstructurering van hun economieën met succes voort te kunnen zetten, dienen de meeste nieuwe lidstaten, samen met de sociale partners, de modernisering van hun werkgelegenheidsbeleid voort te zetten. Een nieuw evenwicht tussen flexibiliteit en zekerheid, meer arbeidsparticipatie en meer investering in menselijk kapitaal door levenslang leren zijn essentieel, evenals de noodzaak om de gezondheidstoestand van de werkende bevolking te verbeteren. Sociaal partnerschap en significante verbeteringen van de administratieve capaciteiten van overheden zijn in de meeste nieuwe lidstaten nog steeds van cruciaal belang voor een volledige uitvoering en een efficiënt gebruik van de ondersteuning van het Europees Sociaal Fonds, dat een belangrijk instrument is voor het investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren. |
(8) |
De specifiek tot bepaalde landen gerichte boodschappen in het verslag van de Europese taakgroep Werkgelegenheid sluiten volledig aan bij het onderzoek van de verslagen over de uitvoering van de JAP’s en kunnen dienen als richtsnoeren voor de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren in de nieuwe lidstaten, |
BEVEELT AAN dat de lidstaten de specifiek op hen betrekking hebbende acties ondernemen die zijn opgenomen in de bijlage, welke de aanbeveling van de Raad van 22 juli 2003 vervangt.
Gedaan te Luxemburg, 14 oktober 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
P. VAN GEEL
(1) Zie bladzijde 45 van dit Publicatieblad.
(2) PB L 197 van 5.8.2003, blz. 22.
BIJLAGE
SPECIFIEKE AANBEVELINGEN EN PRIORITEITEN PER LAND
Het scheppen van meer en betere banen is het urgentste probleem dat moet worden aangepakt. De Europese Raad heeft tijdens zijn voorjaarsbijeenkomst benadrukt dat de lidstaten in het kader van een algemene werkgelegenheidsstrategie dringend aandacht dienen te besteden aan vier bijzondere structurele uitdagingen: flexibiliteit, het aantrekken van meer mensen voor de arbeidsmarkt, verbetering van de kwaliteit van werk en investeringen in menselijk kapitaal. Ook onderstreepte de Europese Raad dat steun voor en inzet ten behoeve van veranderingen niet een zaak van regeringen alleen is. Om deze steun te verwerven riep de Europese Raad de lidstaten op, partnerschappen voor hervorming tot stand te brengen waarbij de sociale partners, het maatschappelijke middenveld en de overheidsinstanties betrokken worden, een en ander in overeenstemming met nationale regelingen en tradities.
Uit de kernpunten van de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO) die zijn goedkeuring hechtte aan de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid, en uit de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat alle lidstaten en de sociale partners onmiddellijke prioriteit dienen te geven aan:
— |
het verbeteren van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen, onder meer door bevordering van de flexibiliteit, gecombineerd met zekerheid op de arbeidsmarkt, modernisering en verbreding van het concept van werkzekerheid, het scheppen van zoveel mogelijk arbeidsplaatsen en verhoging van de productiviteit; |
— |
het voor meer mensen aantrekkelijk maken om de arbeidsmarkt op te gaan en te blijven werken: werken moet een reële optie voor iedereen worden, onder meer door het opzetten van omvattende strategieën voor actief ouder worden, verdere ontwikkeling van beleidsmaatregelen ter vergroting van arbeidsparticipatie, versterking van het actieve arbeidsmarktbeleid, met gepersonaliseerde diensten voor alle werkzoekenden, en het nastreven van een beleid dat gericht is op het „lonend maken van werk” door zowel financiële als niet-financiële stimulansen; |
— |
meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren, onder meer door deling van de kosten en de verantwoordelijkheden tussen overheid, bedrijven en individuele personen, verbreding van het opleidingsaanbod, met name voor degenen die de grootste behoefte daaraan hebben, zoals laaggeschoolde en oudere werknemers, en |
— |
het waarborgen dat hervormingen dankzij een betere governance doeltreffend worden uitgevoerd, onder meer door het opzetten van hervormingspartnerschappen voor de mobilisatie van de steun en de deelname van de sociale partners en diverse belanghebbenden, door, zo nodig, doelstellingen vast te stellen die de op Europees niveau vastgestelde doelstellingen weerspiegelen en zorgen voor een efficiënt gebruik van de overheidsmiddelen, door bevordering van de rol van de nationale actieplannen en door vergroting van de zichtbaarheid ervan, en door versterking van de rol van de specifieke aanbevelingen per land en ontwikkeling van effectiever wederzijds leren. |
Hierna volgen, binnen dit kader, de specifieke aanbevelingen en prioriteiten per land:
SPECIFIEKE AANBEVELINGEN PER LAND
BELGIË
Ondanks positieve trends sinds 1997 blijft de arbeidsparticipatie in België aanzienlijk onder het EU-gemiddelde en ver onder de doelen van Lissabon. De arbeidsparticipatie van ouderen is één van de laagste in de EU-25. De arbeidsparticipatie van vreemdelingen is opvallend laag. Na een aantal jaren van gestage daling neemt de werkloosheid weer toe. De deelname van volwassenen aan onderwijs en opleiding stagneert.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat België onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
DENEMARKEN
In Denemarken liggen de arbeidsparticipatiecijfers duidelijk boven de werkgelegenheidsdoelstellingen van Lissabon, ook bij vrouwen en ouderen. Ondanks recente stijgingen, die vooral pas afgestudeerden troffen en de langdurige werkloosheid verslechterden, blijft de werkloosheid relatief laag. Gezien de hoge arbeidsparticipatiecijfers is een belangrijke prioriteit voor Denemarken het verzekeren van een voldoende aanbod van arbeidskrachten op de langere termijn.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Denemarken onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
DUITSLAND
De Duitse arbeidsparticipatie ligt boven het EU-gemiddelde maar nog ver onder de doelstellingen van Lissabon. De arbeidsparticipatie van ouderen blijft achter. De arbeidsparticipatie van vrouwen ligt hoger dan het EU-gemiddelde maar stagneert. Hoewel de prestaties per regio verschillen, heeft de Duitse arbeidsmarkt als geheel nauwelijks geprofiteerd van de jaren van economische groei in de Europese Unie tussen 1997 en 2000. In de jaren daarna is de werkgelegenheid gedaald en de werkloosheid gestegen. De werkloosheid en vooral de langdurige werkloosheid blijven onder de hoogste in de Europese Unie. Tussen het oosten en het westen van het land blijven aanzienlijke regionale verschillen bestaan.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Duitsland onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
GRIEKENLAND
Hoewel er in het recente verleden meer nieuwe banen zijn gecreëerd, heeft Griekenland nog steeds een van de laagste arbeidsparticipaties in de Europese Unie, met name voor vrouwen, en een hoge hoewel dalende werkloosheid. Er is veel zwartwerk. De arbeidsproductiviteit is aanzienlijk toegenomen maar blijft laag. Ook de deelname van volwassenen aan opleidingen blijft bijzonder laag, vooral gezien het toch al lage onderwijsniveau van de bevolking in de werkende leeftijd. In de laatste jaren heeft de toegenomen immigratie bijgedragen tot het aanbod van arbeid.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Griekenland onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
SPANJE
Tussen 1997 en 2002 kende Spanje de hoogste stijging van de arbeidsparticipatiecijfers en de sterkste daling van de werkloosheidscijfers van de lidstaten. De werkloosheid blijft echter duidelijk boven het EU-gemiddelde, terwijl de arbeidsparticipatie daar duidelijk onder blijft. Gezien de aanzienlijke verschillen in prestaties tussen regio’s blijft de aanpak van regionale dispariteiten een prioriteit. De arbeidsparticipatie van vrouwen en ouderen blijft bijzonder laag. Bovendien heeft een bijzonder groot aantal mensen (ongeveer een derde van alle werknemers) een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Ook de arbeidsproductiviteit blijft laag, evenals het algemene onderwijsniveau en de deelname van volwassenen aan opleidingsvormen. In de laatste jaren heeft de toegenomen immigratie bijgedragen tot het aanbod van arbeid.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Spanje onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
FRANKRIJK
In Frankrijk ligt de totale arbeidsparticipatie onder het EU-gemiddelde. De arbeidsparticipatie van ouderen (55-64 jaar) is een van de laagste in de Europese Unie. De werkloosheid was aanzienlijk gedaald tussen 1997 en 2000, maar is opnieuw gestegen met de vertraging van de economie. Het werkloosheidscijfer blijft een van de hoogste in de Europese Unie en de werkloosheid is bijzonder hoog onder jongeren (15-24 jaar). De arbeidsparticipatie van buitenlanders is opvallend laag, met name onder vrouwen. Het aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd is nog steeds boven het EU-15-gemiddelde, terwijl de participatie van volwassenen aan onderwijs en opleiding daar net onder blijft.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Frankrijk onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
IERLAND
Ierland heeft sinds 1997 een indrukwekkende vooruitgang geboekt in termen van werkgelegenheid en productiviteit. De totale arbeidsparticipatie is gestegen van 56,1 % tot 65,3 %, terwijl de werkloosheid met bijna twee derde is gedaald, en de langdurige werkloosheid van 5,6 % tot 1,3 %. Het aandeel vrouwen in de werkende bevolking is verbeterd, maar er is nog steeds een aanzienlijk verschil tussen de arbeidsparticipatie van vrouwen en van mannen en een grote genderkloof inzake beloning. Tekorten aan arbeidskrachten blijven een probleem, dat evenwel verlicht wordt door toenemende immigratie. Een belangrijk element van het succes van Ierland is het vermogen om buitenlandse directe investeringen aan te trekken. Sociaal partnerschap, het belastingstelsel, een goede regelgeving en investering in menselijk kapitaal zijn andere belangrijke factoren.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Ierland onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
ITALIË
Ondanks de zwakke economische omstandigheden blijft de werkgelegenheidsgroei positief en bevestigt deze de verbeteringen sinds 1997. De arbeidsparticipatie blijft evenwel een van de laagste in de Europese Unie. De participatie van vrouwen en de arbeidsparticipatie van ouderen blijven ook bij de laagste in de EU-25. De werkloosheid is de afgelopen jaren gedaald, maar ligt nog steeds boven het EU-15-gemiddelde. Bij een werkloosheid van ongeveer 5 % in het centrum en het noorden, tegen 18 % in het zuiden, is het aanpakken van de regionale verschillen een prioriteit. Zwartwerk blijft een bijzonder omvangrijk verschijnsel, ook al is inmiddels de arbeidssituatie van 700 000 immigranten geregulariseerd. De algemene onderwijsniveaus en de deelname aan opleidingen blijven laag.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Italië onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
LUXEMBURG
In Luxemburg ligt de arbeidsparticipatie dicht bij het EU-gemiddelde, maar nog onder het EU-doel. De werkloosheid blijft laag en het langdurigewerkloosheidscijfer is een van de laagste in de Europese Unie.
De economische boom van de late jaren negentig heeft echter niet in alle categorieën tot hogere arbeidsparticipatiecijfers geleid. Nieuwe banen werden vooral bezet door grensarbeiders en vrouwen, terwijl de arbeidsparticipatie van ouderen op een zeer laag niveau bleef. Deelname aan onderwijs en opleiding blijft onder het EU-15-gemiddelde.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Luxemburg onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
NEDERLAND
De arbeidsparticipatiecijfers voor vrouwen en mannen liggen duidelijk boven de doelen van Lissabon, maar de arbeidsparticipatie van immigranten blijft laag. De arbeidsmarkt wordt gekenmerkt door een bijzonder groot aandeel deeltijdwerk (ongeveer 44 % van de werkenden) en een groot aantal mensen met arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. De arbeidsparticipatie van ouderen ligt boven het EU-gemiddelde maar nog ver onder het EU-doel. De werkloosheid is aanzienlijk gestegen sinds 2001, hoewel dit cijfer nog steeds een van de laagste in de Europese Unie is. In het najaar van 2003 hebben de regering en de sociale partners een akkoord ondertekend dat onder andere voorziet in een bevriezing van de loonontwikkeling in 2004 en 2005.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Nederland onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
OOSTENRIJK
Oostenrijk heeft een hoge algemene arbeidsparticipatie bereikt en een relatief hoge arbeidsparticipatie voor vrouwen, overeenkomstig de doelstellingen van Lissabon. Het werkloosheidscijfer is een van de laagste in de Europese Unie. Het sociale partnerschap speelt een belangrijke rol met betrekking tot het moderniseren van de organisatie van werk, het verbeteren van de arbeidswetgeving en het bewerkstelligen van bevredigende loonontwikkelingen. De arbeidsparticipatie van ouderen is echter bijzonder laag. De werkgelegenheidsgroei is vertraagd en de werkloosheid begint toe te nemen. De deelname van volwassenen aan onderwijs en opleiding ligt onder het EU-gemiddelde. De genderkloof blijft een van de grootste in de Europese Unie.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Oostenrijk onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
PORTUGAL
Portugal heeft de doelstelling van Lissabon inzake algemene werkgelegenheid bijna verwezenlijkt en de werkgelegenheidsstreefcijfers voor vrouwen en ouderen zijn zelfs licht overtroffen. De recente vertraging van de economie heeft geleid tot een toename van de werkloosheid, hoewel die relatief laag blijft in vergelijking met de rest van de Europese Unie. De productiviteitsniveaus, de algemene opleidingsniveaus en de toegang tot opleiding blijven bijzonder laag. Bovendien heeft een aanzienlijk deel van de werknemers (meer dan 20 %) een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In de laatste jaren heeft de toegenomen immigratie bijgedragen tot het aanbod van arbeid.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Portugal onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
FINLAND
Finland is dicht bij het algemene arbeidsparticipatiedoel en overtreft het arbeidsparticipatiedoel voor vrouwen. Het heeft een aanzienlijke toename van de deelname van ouderen bereikt in de afgelopen tien jaar en komt dicht bij het EU-doel voor ouderen. De werkloosheid ligt boven het EU-gemiddelde en is bijzonder hoog onder jongeren.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Finland onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
ZWEDEN
Zweden overtreft alle EU-werkgelegenheidsdoelstellingen, met inbegrip van die voor vrouwen en voor ouderen. Het algemene werkloosheidscijfer bedraagt ongeveer 5 %. Er dient op gelet te worden dat er geen arbeidstekorten ontstaan. Gezien de vergrijzing van de bevolking zal het arbeidsaanbod op peil gehouden moeten worden door potentiële bronnen van arbeid aan te boren onder immigranten, jongeren en langdurig zieken en door de prikkels om te gaan werken te verbeteren.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat Zweden onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
VERENIGD KONINKRIJK
Het Verenigd Koninkrijk overtreft alle arbeidsparticipatiedoelen, inclusief die voor vrouwen en ouderen. Ondanks de vertraging van de wereldeconomie zijn de arbeidsparticipatiecijfers vrij stabiel gebleven en de werkloosheidsniveaus liggen duidelijk beneden de EU-gemiddelden. In bepaalde gemeenschappen en onder bepaalde groepen blijven echter concentraties van economische inactiviteit, en in mindere mate ook werkloosheid, bestaan. De productiviteitsniveaus, vooral uitgedrukt in productie per uur, blijven relatief laag. Dit is gedeeltelijk te wijten aan het feit dat relatief veel werknemers laaggeschoold zijn; ook ontbreken vaak basisvaardigheden. De genderkloof inzake beloning blijft een van de breedste in de Europese Unie.
Uit de beoordeling van de taakgroep Werkgelegenheid en de analyse in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de uitvoering van de EU-richtsnoeren en de aanbevelingen van de Raad van 2003 blijkt dat het Verenigd Koninkrijk onmiddellijke prioriteit dient te geven aan het volgende.
|
Het aanpassingsvermogen van werkenden en ondernemingen verbeteren:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
PRIORITEITEN VOOR DE NIEUWE LIDSTATEN
CYPRUS
De arbeidsparticipatie op Cyprus ligt duidelijk boven het EU-15-gemiddelde en de werkloosheid is laag. Het aandeel buitenlandse werknemers die vaak op tijdelijke basis tewerkgesteld worden, is in de loop van de jaren aanzienlijk toegenomen als gevolg van de behoeften van de arbeidsmarkt.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
TSJECHISCHE REPUBLIEK
De arbeidsparticipatie in de Tsjechische Republiek ligt licht boven het EU-15-gemiddelde. De werkloosheid ligt rond het EU-15-gemiddelde maar is sinds het midden van de jaren negentig langzaam gestegen. De arbeidsparticipatie van ouderen ligt dicht bij het EU-gemiddelde maar is toch laag, vooral onder vrouwen, gezien de lage wettelijke pensioenleeftijd. Er zijn aanzienlijke regionale verschillen.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
ESTLAND
De arbeidsparticipatie in Estland ligt iets onder het EU-15-gemiddelde. De werkloosheid is in de laatste jaren afgenomen maar blijft hoger dan het EU-gemiddelde. Bovendien is het aandeel langdurig werklozen hoog. Estland zal naar verwachting bijzonder grote problemen krijgen met de terugloop van de bevolking in de werkende leeftijd als gevolg van demografische ontwikkelingen.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
HONGARIJE
De arbeidsparticipatie in Hongarije is laag, vooral onder laagopgeleiden, kansarmen, vrouwen en ouderen. Toch blijft de werkloosheid duidelijk onder het EU-15-gemiddelde. Dit is te verklaren door een laag participatiecijfer, d.w.z. een omvangrijke inactieve populatie in de werkende leeftijd. Er zijn grote verschillen tussen de arbeidsmarkten in de centrale en westelijke regio's, waar de „moderne economie” geconcentreerd is, en de rest van het land. De regionale en de sectorale mobiliteit zijn laag en tekorten aan bepaalde vaardigheden weerspiegelen zowel een gebrek aan geschoolde arbeidskrachten als de onvoldoende respons van het onderwijs- en het opleidingsstelsel op de behoeften van de arbeidsmarkt.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
LITOUWEN
De arbeidsparticipatie in Litouwen is recentelijk licht gestegen maar blijft duidelijk onder het EU-15-gemiddelde. Het werkloosheidscijfer is aanzienlijk gedaald maar ligt nog duidelijk boven het EU-gemiddelde.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
LETLAND
Aangedreven door sterke economische groei is de werkgelegenheid in Letland aanzienlijk gestegen in de afgelopen twee jaar. De totale arbeidsparticipatie blijft echter onder het EU-15-gemiddelde. De werkloosheid blijft boven het EU-15-gemiddelde, met sterke regionale verschillen. Tegelijkertijd heersen er in Riga tekorten aan arbeidskrachten en aan bepaalde vaardigheden.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
MALTA
De arbeidsparticipatie in Malta is bijzonder laag in vergelijking met het EU-15-gemiddelde. De arbeidsparticipatie van ouderen is bijzonder laag. De arbeidsparticipatie van vrouwen is de laagste in de EU-25: slechts een derde van de vrouwen in de werkende leeftijd heeft betaald werk. De werkloosheid is in de afgelopen twee jaar licht toegenomen maar blijft onder het EU-15-gemiddelde.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
POLEN
De arbeidsparticipatie in Polen is een van de laagste in de EU-25. De situatie op de arbeidsmarkt is in de afgelopen vier jaar verslechterd. De arbeidsparticipatiecijfers van vrouwen, ouderen, jongeren en laagopgeleiden zijn bijzonder laag. Met ongeveer 20 % is het werkloosheidscijfer hoger dan ooit sinds het begin van de economische hervormingen en het hoogste in de EU-25.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Het wegnemen van obstakels voor deeltijdwerk zou eveneens bijdragen tot instandhouding van werkgelegenheid voor vrouwen en ouderen:
|
SLOVENIË
De arbeidsparticipatie in Slovenië ligt iets onder het EU-15-gemiddelde, maar is bijzonder laag onder ouderen. Het totale werkloosheidscijfer ligt duidelijk onder het EU-gemiddelde.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|
SLOWAKIJE
De algemene arbeidsparticipatie in Slowakije blijft laag in vergelijking met het EU-15-gemiddelde. De werkloosheid, hoewel dalend, is nog steeds zeer hoog, met een hoog percentage langdurig werklozen. De arbeidsparticipatie van vrouwen is laag en de arbeidsparticipatie van jongeren, laagopgeleiden en ouderen (met name vrouwen) is bijzonder laag. Er zijn aanzienlijke regionale verschillen.
|
Verbetering van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen:
|
|
Meer mensen ertoe bewegen de arbeidsmarkt op te gaan en betaald werk tot een reële mogelijkheid voor iedereen maken:
|
|
Meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren:
|