EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002L0011

Richtlijn 2002/11/EG van de Raad van 14 februari 2002 tot wijziging van Richtlijn 68/193/EEG betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken en tot intrekking van Richtlijn 74/649/EEG

PB L 53 van 23/02/2002, p. 20–27 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2002/11/oj

32002L0011

Richtlijn 2002/11/EG van de Raad van 14 februari 2002 tot wijziging van Richtlijn 68/193/EEG betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken en tot intrekking van Richtlijn 74/649/EEG

Publicatieblad Nr. L 053 van 23/02/2002 blz. 0020 - 0027


Richtlijn 2002/11/EG van de Raad

van 14 februari 2002

tot wijziging van Richtlijn 68/193/EEG betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken en tot intrekking van Richtlijn 74/649/EEG

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In het kader van de consolidering van de interne markt en gezien de opgedane ervaring dient een aantal bepalingen van Richtlijn 68/193/EEG(4) te worden gewijzigd of ingetrokken teneinde alle belemmeringen van het handelsverkeer die het vrije verkeer van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken in de Gemeenschap in de weg kunnen staan, op te heffen; derhalve moeten alle voor de lidstaten bestaande mogelijkheden om unilateraal van de genoemde richtlijn af te wijken, worden afgeschaft.

(2) In bepaalde omstandigheden moet het mogelijk zijn om met nieuwe productiemethoden geproduceerd vegetatief teeltmateriaal in de handel te brengen.

(3) De voorwaarden waaronder de lidstaten het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor proefnemingen, voor wetenschappelijke doeleinden of voor kweekdoeleinden mogen toestaan, moeten door de Commissie met de hulp van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw kunnen worden vastgesteld.

(4) In het licht van de in andere sectoren opgedane ervaring met het in de handel brengen van zaaizaad en teeltmateriaal is het wenselijk om, onder bepaalde voorwaarden, tijdelijke experimenten uit te voeren met de bedoeling een aantal bepalingen van deze richtlijn door betere te vervangen.

(5) Gezien de wetenschappelijke en technische ontwikkelingen is het voortaan mogelijk de wijnstokrassen genetisch te modificeren. Genetisch gemodificeerde wijnstokrassen mogen derhalve slechts worden toegelaten indien alle maatregelen zijn getroffen die nodig zijn om risico's voor de menselijke gezondheid en het milieu te vermijden.

(6) Wanneer het teeltmateriaal voor wijnstokrassen uit genetisch gemodificeerde organismen bestaat, is een specifieke evaluatie van de milieurisico's nodig die gelijkwaardig is aan die van Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG(5). De Commissie moet bij de Raad en het Europees Parlement een voorstel voor een verordening indienen die garandeert dat risicobeoordeling en andere belangrijke eisen, met name op het gebied van risicobeheersing, etikettering, eventuele controle, voorlichting aan het publiek en een vrijwaringsclausule, gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 2001/18/EG. De bepalingen van Richtlijn 2001/18/EG blijven van toepassing tot aan de inwerkingtreding van die verordening.

(7) Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en van de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten(6) bevat bepalingen over genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen en voedselingrediënten. Om te bepalen of een genetisch gemodificeerd wijnstokras tot de markt kan worden toegelaten, en met het oog op de bescherming van de volksgezondheid moet erop worden toegezien dat nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten onderworpen zijn geweest aan een veiligheidscontrole volgens een communautaire procedure.

(8) Met het oog op een passende controle op het verkeer van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken kunnen de lidstaten een begeleidend document bij de partijen voorschrijven.

(9) Het is wenselijk dat wordt toegezien op de instandhouding van de genetische diversiteit. Er moeten ad-hoc-maatregelen voor het behoud van de biodiversiteit komen, die het behoud garanderen van bestaande rassen. De Commissie houdt niet alleen rekening met het begrip ras, maar ook met de begrippen genotype en kloon.

(10) De voor de uitvoering van Richtlijn 68/193/EEG vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden van de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(7).

(11) Richtlijn 74/649/EEG van de Raad van 9 december 1974 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken, dat in derde landen is verkregen(8) dient te worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 68/193/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 2, lid 1, wordt vervangen door: "1. In deze richtlijn wordt verstaan onder:

A. Wijnstokrassen: planten van het geslacht Vitis (L.), bestemd voor de voortbrenging van druiven of het gebruik als teeltmateriaal voor deze zelfde planten.

AA. Ras: een plantengroep van één enkele botanische taxon, van de laagste bekende rang, die:

a) kan worden omschreven met de kenmerken die verband houden met een bepaald genotype of een bepaalde combinatie van genotypes,

b) van elke andere plantengroep kan worden onderscheiden met ten minste één van de genoemde kenmerken, en

c) kan worden beschouwd als een eenheid, op grond van haar geschiktheid voor vermeerdering zonder veranderingen.

AB. Kloon: een vegetatieve afstamming van een ras, overeenstemmend met een wijnstok die op grond van de identiteit van de plantengroep, de fenotypische kenmerken en zijn fytosanitaire toestand is geselecteerd.

B. Teeltmateriaal:

i) Wijnstokken, gereed voor het planten

a) met wortels: delen van stekken of loten van de wijnstok, met wortels en niet-geënt, bestemd voor het planten of voor gebruik als entmateriaal;

b) entwijnstokken: door enting verbonden delen van stekken of loten van de wijnstok, waarvan het deel onder de grond wortels heeft.

ii) Delen van de wijnstok

a) stekken: eenjarige delen;

b) loten: niet-verhoute stengeldelen;

c) delen van de wijnstok onder de grond, bestemd voor de veredeling: delen van stekken of loten van de wijnstok, die bij de teelt van entwijnstokken bestemd zijn voor de kweek van delen onder de grond;

d) entrijs: delen van stekken of loten van de wijnstok, die bij de teelt van entwijnstokken en bij veredeling bestemd zijn voor de delen boven de grond;

e) blindhout: delen van stekken of loten van de wijnstok, bestemd voor de teelt van wijnstokken met wortels.

C. Moederplanten: opstanden van wijnstokken, bestemd voor de teelt van voor veredeling in aanmerking komende delen van de wijnstok onder de grond, van blindhout of van entrijs.

D. Kweekwijnstokken: opstanden van wijnstokken, bestemd voor de teelt van wijnstokken met wortels of van entwijnstokken.

DA. Oorspronkelijk teeltmateriaal: teeltmateriaal

a) dat onder verantwoordelijkheid van de kweker is voortgebracht volgens algemeen erkende methoden voor de instandhouding van de identiteit van het ras en, in voorkomend geval, van de kloon, en voor de preventie van ziekten;

b) dat bestemd is voor voortbrenging van basisteeltmateriaal of van gecertificeerd teeltmateriaal;

c) dat voldoet aan de in de bijlagen I en II voor basisteeltmateriaal opgenomen voorwaarden. Volgens de procedure van artikel 17, lid 2, kunnen deze bijlagen worden gewijzigd met de bedoeling aanvullende voorwaarden voor de goedkeuring van het oorspronkelijk teeltmateriaal vast te stellen;

d) waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat bovenbedoelde voorwaarden zijn vervuld.

E. Basisteeltmateriaal: teeltmateriaal

a) dat onder verantwoordelijkheid van de kweker is voortgebracht volgens algemeen erkende methoden voor de instandhouding van de identiteit van het ras en, in voorkomend geval, van de kloon, en voor de preventie van ziekten, en dat direct afkomstig is van oorspronkelijk teeltmateriaal door vegetatieve voortplanting;

b) dat bestemd is voor de voortbrenging van gecertificeerd teeltmateriaal;

c) dat voldoet aan de in de bijlagen I en II voor basisteeltmateriaal opgenomen voorwaarden, en

d) waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat bovenbedoelde voorwaarden zijn vervuld.

F. Gecertificeerd teeltmateriaal: teeltmateriaal

a) dat rechtstreeks afkomstig is van basisteeltmateriaal of van oorspronkelijk teeltmateriaal;

b) dat bestemd is

- voor de teelt van pootgoed of plantendelen welke dienen voor de voortbrenging van druiven, of

- voor de voortbrenging van druiven;

c) dat voldoet aan de in de bijlagen I en II voor gecertificeerd teeltmateriaal opgesomde voorwaarden, en

d) waarbij bij een officieel onderzoek is gebleken dat bovenbedoelde voorwaarden zijn vervuld.

G. Standaardteeltmateriaal: teeltmateriaal

a) dat rasecht en raszuiver is,

b) dat bestemd is

- voor de teelt van pootgoed of plantendelen, welke dienen voor de voortbrenging van druiven, of

- voor de voortbrenging van druiven;

c) dat voldoet aan de in de bijlagen I en II voor standaardteeltmateriaal opgesomde voorwaarden, en

d) waarbij bij een officieel onderzoek is gebleken dat bovenbedoelde voorwaarden zijn vervuld.

H. Officiële maatregelen: maatregelen die genomen zijn

a) door de autoriteiten van een staat, of

b) onder de verantwoordelijkheid van een staat door publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen, of

c) voor hulpwerkzaamheden, eveneens onder toezicht van een staat, door beëdigde natuurlijke personen,

mits de personen bedoeld onder b) en c) geen bijzonder voordeel ontlenen aan het resultaat van deze maatregelen.

I. Afzet:

de verkoop, het bezit met het oog op de verkoop, het aanbieden voor verkoop en iedere beschikbaarstelling, levering of overdracht van teeltmateriaal aan derden, al dan niet tegen vergoeding, met het oog op commercieel gebruik.

Onder afzet wordt niet verstaan, de uitwisseling van teeltmateriaal dat niet bestemd is voor commercieel gebruik van het ras, zoals:

a) het leveren van teeltmateriaal aan experimenterende en controlerende instanties;

b) het leveren van teeltmateriaal aan dienstverleners met het oog op de verwerking en verpakking, mits de dienstverlener geen aanspraak op het geleverde teeltmateriaal verwerft.

De bepalingen betreffende de uitvoering van deze voorschriften worden overeenkomstig de procedure van artikel 17, lid 3, vastgesteld.";

2. artikel 3 wordt vervangen door: "Artikel 3

1. De lidstaten schrijven voor dat teeltmateriaal voor wijnstokken slechts in de handel mag worden gebracht:

a) indien het officieel is goedgekeurd als 'oorspronkelijk teeltmateriaal', 'basisteeltmateriaal' of 'gecertificeerd teeltmateriaal', dan wel, in het geval van ander teeltmateriaal dan dat wat is bestemd om te worden gebruikt als wijnstokdelen onder de grond, indien het officieel gecontroleerd standaardteeltmateriaal betreft, en

b) indien het voldoet aan de in bijlage II opgenomen voorwaarden.

2. De lidstaten mogen voorlopig tot 1 januari 2005 toestemming verlenen voor het in de handel brengen op hun grondgebied, in afwijking van artikel 3, lid 1, van Richtlijn 68/193/EEG van standaardteeltmateriaal dat is bestemd om te worden gebruikt als wijnstokdelen onder de grond en dat afkomstig is van op 23 februari 2002 reeds bestaande moederplanten.

3. In afwijking van lid 1 mogen de lidstaten de op hun grondgebied gevestigde kwekers machtiging verlenen voor de afzet van adequate hoeveelheden teeltmateriaal voor:

a) proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden,

b) kweekdoeleinden,

c) maatregelen met het oog op de instandhouding van de genetische diversiteit.

De voorwaarden waaronder de lidstaten dergelijke machtigingen mogen verlenen, kunnen worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 17, lid 2.

In geval van genetisch gemodificeerd teeltmateriaal kan deze machtiging uitsluitend worden verleend als alle nodige maatregelen zijn getroffen om de risico's voor de volksgezondheid en voor het milieu te voorkomen. Wat betreft de in dat verband uit te voeren beoordeling van de risico's voor het milieu en andere controles is artikel 5 ter bis mutatis mutandis van toepassing.

4. Voor met behulp van in vitro-teelttechnieken geproduceerd teeltmateriaal kunnen de volgende voorschriften worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 17, lid 2:

a) afwijking van de specifieke bepalingen van deze richtlijn,

b) de voor dergelijk teeltmateriaal geldende voorwaarden,

c) de voor dergelijk teeltmateriaal geldende benamingen,

d) voorwaarden inzake de waarborg dat in de eerste plaats de authenticiteit van de rassen wordt getoetst.

5. De Commissie kan overeenkomstig de procedure van artikel 17, lid 3, voorschrijven dat ander teeltmateriaal dan dat wat is bestemd om te worden gebruikt als wijnstokdelen onder de grond, vanaf bepaalde data slechts in de handel mag worden gebracht wanneer het officieel is goedgekeurd als 'oorspronkelijk teeltmateriaal', 'basisteeltmateriaal' of 'gecertificeerd teeltmateriaal':

a) wat bepaalde wijnstokrassen betreft, op het hele grondgebied van de Gemeenschap voorzover - eventueel een programma - in de voor deze rassen in de Gemeenschap bestaande behoeften kan worden voorzien met teeltmateriaal dat, rekening houdend met de genetische diversiteit ervan, officieel is goedgekeurd als 'oorspronkelijk teeltmateriaal', 'basisteeltmateriaal' of 'gecertificeerd teeltmateriaal', en

b) wat teeltmateriaal van andere rassen dan de in het eerste streepje genoemde rassen betreft, wanneer het is bestemd om te worden gebruikt op het grondgebied van de lidstaten die overeenkomstig deze richtlijn hadden voorgeschreven dat teeltmateriaal van de categorie 'standaardmateriaal' niet meer op de markt mocht worden gebracht.";

3. aan artikel 4 wordt het volgende lid toegevoegd: "In geval van enting is deze bepaling niet van toepassing op teeltmateriaal dat is geproduceerd in een andere lidstaat of in een derde land dat als gelijkwaardig is erkend overeenkomstig artikel 15, lid 2.";

4. artikel 5 wordt vervangen door het volgende: "Artikel 5

1. Elke lidstaat stelt een lijst op van de wijnstokrassen die op zijn grondgebied officieel voor certificering en controle van het standaardteeltmateriaal worden toegelaten. Die lijst mag door iedereen geraadpleegd worden. De lijst bevat een omschrijving van de belangrijkste morfologische en fysiologische kenmerken aan de hand waarvan de rassen van elkaar onderscheiden kunnen worden. Voor de rassen die reeds op 31 december 1971 toegelaten waren, kan verwezen worden naar de omschrijving in de officiële publicaties op wijnstokgebied.

2. De lidstaten zien erop toe dat de in de lijsten van de andere lidstaten opgenomen rassen ook op hun eigen grondgebied voor goedkeuring en voor controle van standaardteeltmateriaal worden toegelaten, onverminderd het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt(9).

3. Elke lidstaat stelt in voorkomend geval een lijst op van de klonen die op zijn grondgebied officieel voor certificering zijn toegelaten.

De lidstaten zien erop toe dat klonen die in een andere lidstaat voor certificering zijn toegelaten, ook op hun eigen grondgebied daarvoor worden toegelaten.";

5. artikel 5 ter wordt vervangen door: "Artikel 5 ter

1. Een ras wordt als onderscheidbaar beschouwd wanneer het zich, door de kenmerken die verband houden met een genotype of een combinatie van bepaalde genotypes, duidelijk onderscheidt van elk ander ras waarvan het bestaan algemeen bekend is in de Gemeenschap.

Als in de Gemeenschap bekend ras wordt beschouwd ieder ras dat, op het moment waarop de aanvraag tot toelating van dat ras volgens de voorschriften wordt ingediend, hetzij is opgenomen op de lijst van de betrokken lidstaat of van een andere lidstaat, hetzij het voorwerp is van een aanvraag tot toelating in de betrokken lidstaat of in een andere lidstaat, tenzij vóór het besluit inzake de aanvraag tot toelating van het te beoordelen ras niet meer in alle betrokken lidstaten aan de in de eerste zin van dit lid genoemde voorwaarden wordt voldaan.

2. Een ras wordt als bestendig beschouwd wanneer de kenmerken die in het onderzoek naar de onderscheidbaarheid worden betrokken alsmede alle andere kenmerken die voor de beschrijving van het ras worden gebruikt, na opeenvolgende vermeerderingen ongewijzigd blijven.

3. Een ras wordt als homogeen beschouwd wanneer het, behoudens veranderingen die verband kunnen houden met de specifieke bijzonderheden van de vermeerdering ervan, voldoende homogeen is wat betreft de kenmerken die worden betrokken in het onderzoek naar de onderscheidbaarheid en alle andere kenmerken die voor de beschrijving van het ras worden gebruikt.";

6. het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 5 ter bis

1. Indien het een genetisch gemodificeerd wijnstokras betreft in de zin van artikel 2, leden 1 en 2, van Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad(10), wordt dit ras alleen toegelaten wanneer alle nodige maatregelen zijn getroffen om risico's voor de volksgezondheid en voor het milieu te voorkomen.

2. Voor genetisch gemodificeerde rassen in de zin van lid 1 geldt het volgende:

a) er wordt een specifieke beoordeling uitgevoerd van de risico's voor het milieu die gelijkwaardig is aan die van Richtlijn 2001/18/EG, en wel overeenkomstig de beginselen van bijlage II en op basis van de in bijlage III van de genoemde richtlijn vermelde gegevens;

b) de procedures die moeten garanderen dat een specifieke beoordeling van de risico's wordt uitgevoerd, evenals van de andere belangrijke eisen, met name op het gebied van risicobeheersing, etikettering, eventuele controle, voorlichting van het publiek en vrijwaringsclausule, en die gelijkwaardig zijn aan die in Richtlijn 2001/18/EG, worden op voorstel van de Commissie ingevoerd, in de vorm van een verordening van de Raad en het Europees Parlement. Tot de inwerkingtreding van de genoemde verordening worden de genetisch gemodificeerde rassen pas in de nationale lijst opgenomen nadat overeenkomstig Richtlijn 2001/18/EG is bepaald dat zij in de handel mogen worden gebracht;

c) de artikelen 13 tot en met 24 van Richtlijn 2001/18/EG zijn niet meer van toepassing op genetisch gemodificeerde wijnstokrassen die overeenkomstig de onder b) bedoelde verordening zijn toegestaan.

3. Wanneer producten die afkomstig zijn van teeltmateriaal voor wijnstokrassen, bestemd zijn om te worden gebruikt als voedingsmiddel of voedselingrediënt dat binnen de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten(11) valt, moet, voordat de genetisch gemodificeerde wijnstokrassen worden geaccepteerd, erop worden toegezien dat de daarvan afgeleide voedingsmiddelen of voedselingrediënten:

a) geen gevaar opleveren voor de consument,

b) de consument niet misleiden,

c) niet zodanig verschillen van de voedingsmiddelen en voedselingrediënten ter vervanging waarvan zij zijn bedoeld, dat de normale consumptie ervan uit voedingsoogpunt nadelig zou zijn voor de consument.

Wanneer teeltmateriaal dat van een van de in deze richtlijn bedoelde rassen afkomstig is, bestemd is om te worden gebruikt als voedingsmiddel of voedselingrediënt waarop Verordening (EG) nr. 258/97 van toepassing is, wordt het ras alleen toegelaten als voor het voedingsmiddel of het voedselingrediënt al een vergunning is afgegeven overeenkomstig genoemde verordening.";

7. artikel 5 quater wordt vervangen door: "Artikel 5 quater

De lidstaten dragen er zorg voor dat uit andere lidstaten afkomstige rassen en klonen, met name wat de procedure van toelating betreft, onderworpen worden aan dezelfde voorwaarden als die welke voor de binnenlandse rassen gelden.";

8. artikel 5 sexies, lid 2, wordt vervangen door: "2. Aanvragen tot toelating van een ras of intrekkingen van dergelijke aanvragen, opnemingen in een rassenlijst alsmede de verschillende wijzigingen ervan worden onverwijld ter kennis van de andere lidstaten en van de Commissie gebracht. De Commissie publiceert op basis van de kennisgevingen van de lidstaten een gemeenschappelijke lijst van de rassen.";

9. het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 5 septies

De lidstaten zien erop toe dat de toegelaten genetisch gemodificeerde rassen duidelijk als zodanig in de rassenlijst worden vermeld. Verder zien zij erop toe dat eenieder die een dergelijk ras in de handel brengt, duidelijk in zijn verkoopcatalogus vermeldt dat het een genetisch gemodificeerd ras betreft, en het doel van de modificatie omschrijft.";

10. het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 5 octies

1. De lidstaten schrijven voor dat de in de lijst opgenomen rassen of, in voorkomend geval, klonen, stelselmatig in stand worden gehouden.

2. De stelselmatige instandhouding moet altijd aan de hand van registraties kunnen worden gecontroleerd door de voor de instandhouding van het ras c.q. de kloon verantwoordelijke persoon of personen.

3. De voor de instandhouding van het ras verantwoordelijke persoon kan worden gevraagd monsters over te leggen. Indien nodig kan de bemonstering langs officiële weg geschieden.

4. Wanneer de instandhouding in een andere lidstaat verwezenlijkt is dan de lidstaat waar het ras is toegelaten, verlenen de betrokken lidstaten elkaar administratieve bijstand bij de controle.";

11. artikel 7 wordt vervangen door: "Artikel 7

De lidstaten schrijven voor dat teeltmateriaal tijdens de oogst, de bewerking, de opslag, het vervoer en de teelt in partijen gescheiden wordt gehouden en wordt aangeduid volgens het ras en, in voorkomend geval voor basisteeltmateriaal, oorspronkelijk teeltmateriaal, en gecertificeerd teeltmateriaal, volgens de kloon.";

12. artikel 8, lid 2, wordt vervangen door: "2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 stelt de Commissie, wat de bewerking, de verpakking, het sluitingssysteem en de aanduiding betreft, overeenkomstig de procedure van artikel 17, lid 2, de bepalingen vast die van toepassing zijn op het in de handel brengen van kleine hoeveelheden die worden geleverd aan de laatste gebruiker alsmede op het in de handel brengen van wijnstokken in potten, kisten en kartonnen dozen.";

13. artikel 9 wordt vervangen door: "Artikel 9

De lidstaten schrijven voor dat verpakkingen en bundels van teeltmateriaal officieel of onder officieel toezicht zodanig worden gesloten dat zij niet kunnen worden geopend zonder dat het sluitingssysteem wordt beschadigd, dan wel het in artikel 10, lid 1, bedoelde officiële etiket of - bij verpakkingen - de verpakking sporen van manipulatie vertoont. Terwille van een goede sluiting wordt ten minste gebruikgemaakt van een officieel etiket dan wel van een officiële verzegeling. Volgens de procedure van artikel 17, lid 2, kan worden vastgesteld of een bepaald sluitingssysteem aan de bepalingen van dit artikel voldoet. Een, eventueel herhaalde, nieuwe sluiting mag uitsluitend officieel of onder officieel toezicht geschieden.";

14. artikel 10 wordt vervangen door: "Artikel 10

1. De lidstaten schrijven voor dat verpakkingen en bundels van teeltmateriaal aan de buitenkant worden voorzien van een officieel etiket dat beantwoordt aan de vereisten van bijlage IV en gesteld is in een van de officiële talen van de Gemeenschap; dit etiket wordt vastgehecht door middel van de sluiting. De kleur van het etiket is wit met een diagonale paarse streep voor oorspronkelijk teeltmateriaal, wit voor basisteeltmateriaal, blauw voor gecertificeerd teeltmateriaal en donkergeel voor standaardteeltmateriaal.

2. De lidstaten kunnen echter toestaan dat de op hun grondgebied gevestigde producenten verschillende verpakkingen of bundels entwijnstokken of wortelwijnstokken met dezelfde eigenschappen, die met één enkel etiket worden aangeduid als bedoeld in bijlage IV, in de handel brengen. In dat geval worden de betrokken verpakkingen of bundels zodanig met elkaar verbonden dat de band bij de eventuele scheiding wordt verbroken en niet opnieuw kan worden gebruikt. Het etiket wordt door middel van deze band bevestigd. Er mag geen nieuwe sluiting worden aangebracht.

3. Onverminderd artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999, kunnen de lidstaten voorschrijven dat iedere levering van op hun grondgebied geproduceerd materiaal tevens wordt begeleid door een uniform document waarin de volgende vermeldingen staan: aard van de goederen, het ras en eventueel de kloon, de categorie, de hoeveelheid, de verzender en de ontvanger. De noodzakelijke voorwaarden wat betreft dit begeleidend document worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17, lid 3, van deze richtlijn.

4. Het in lid 1 bedoelde officiële etiket kan ook de begeleidende fytosanitaire documenten bevatten, die bedoeld worden in Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie(12), waarin een normalisering van de plantenpaspoorten wordt geregeld. Alle op de officiële etikettering en plantenpaspoorten toepasselijke voorwaarden worden vastgesteld en dienen te worden erkend als gelijkwaardig.

5. De lidstaten schrijven voor dat de ontvanger van het vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken de officiële etiketten gedurende ten minste één jaar bewaart en ter beschikking van de officiële controledienst houdt.

6. Uiterlijk op 23 februari 2004 stelt de Commissie een rapport op, eventueel vergezeld van voorstellen, over het verkeer van teeltmateriaal voor wijnstokken en in het bijzonder over het gebruik van de officiële etiketten en de door de lidstaten gehanteerde begeleidende documenten.";

15. het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 10 bis

In het geval van teeltmateriaal van een genetisch gemodificeerd ras moet op alle op de partijen teeltmateriaal aangebrachte etiketten en op de bij de partijen teeltmateriaal gevoegde begeleidende documenten in het kader van deze richtlijn, officieel of niet-officieel, duidelijk worden vermeld dat het een genetisch gemodificeerd ras betreft en moet de naam van de genetisch gemodificeerde organismen worden genoemd.";

16. artikel 11, lid 2, wordt vervangen door: "2. Onverminderd het vrije verkeer van materiaal in de Gemeenschap nemen de lidstaten de nodige maatregelen zodat de volgende gegevens aan de bevoegde dienst verstrekt worden wanneer teeltmateriaal uit een derde land in de handel wordt gebracht:

a) soort (botanische naam),

b) ras c.q. kloon; voor entwijnstokken is dat op de onderstam en op de entrijs van toepassing,

c) categorie,

d) aard van het teeltmateriaal,

e) land van productie en officiële controledienst,

f) land van verzending, als dat niet het land van productie is,

g) importeur,

h) hoeveelheid materiaal.

De uitvoeringsbepalingen voor de wijze waarop die gegevens moeten worden verstrekt, kunnen volgens de procedure van artikel 17, lid 2, worden vastgesteld.";

17. artikel 12 wordt vervangen door: "Artikel 12

De lidstaten dragen er zorg voor dat het teeltmateriaal dat overeenkomstig deze richtlijn in de handel wordt gebracht, op grond van verplichte of van facultatieve maatregelen, slechts wordt onderworpen aan de beperkingen voor het in de handel brengen die bij deze richtlijn zijn vastgesteld met betrekking tot eigenschappen, onderzoek, aanduiding en sluiting.";

18. artikel 12 bis wordt vervangen door: "Artikel 12 bis

De lidstaten dragen er zorg voor dat voor teeltmateriaal van wijnstokrassen en, in voorkomend geval, van wijnstokklonen die in een van de lidstaten officieel zijn toegelaten voor de goedkeuring en voor de controle op het standaardteeltmateriaal overeenkomstig het bepaalde in deze richtlijn, op hun grondgebied geen handelsbeperkingen gelden welke het ras c.q. de kloon betreffen, onverminderd Verordening (EG) nr. 1493/1999.";

19. artikel 14, lid 1, wordt vervangen door: "1. Teneinde tijdelijke moeilijkheden op te heffen die zich bij de voorziening met teeltmateriaal in de Gemeenschap voordoen, en die niet anderszins kunnen worden overwonnen, kan, overeenkomstig de procedure van artikel 17, lid 2, worden besloten dat de lidstaten voor een bepaalde periode toestaan dat op het hele grondgebied van de Gemeenschap de vereiste hoeveelheden teeltmateriaal van een categorie waaraan minder strenge eisen worden gesteld, in de handel worden gebracht om de problemen op te lossen.";

20. het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 14 bis

Teneinde voor een aantal bepalingen van deze richtlijn betere alternatieven te vinden, kan worden besloten om onder specifieke voorwaarden op communautair niveau tijdelijke experimenten te organiseren, overeenkomstig de procedure van artikel 17, lid 3.";

21. artikel 15, lid 2, wordt vervangen door: "2. a) Op voorstel van de Commissie stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vast of het vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken dat in een derde land wordt geproduceerd, wat de voorwaarden voor hun toelating en de met betrekking tot de productie ervan met het oog op het in de handel brengen genomen maatregelen betreft, dezelfde waarborgen biedt als vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken dat in de Gemeenschap wordt geproduceerd en aan de bepalingen van deze richtlijn voldoet.

b) Bovendien bepaalt de Raad ook welk typemateriaal en welke categorieën vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken uit hoofde van a) in de Gemeenschap in de handel mogen worden gebracht.

c) Totdat de Raad op grond van a) een besluit heeft genomen en onverminderd de naleving van de bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen(13), kunnen de lidstaten toestemming krijgen om volgens de procedure van artikel 17, lid 2, zulke besluiten te nemen. Zij zien er daarbij op toe dat het in te voeren materiaal garanties biedt die in alle opzichten gelijkwaardig zijn aan die van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken dat overeenkomstig deze richtlijn in de Gemeenschap is geproduceerd. In het bijzonder moet het ingevoerde materiaal vergezeld gaan van een document waarin de in artikel 11, lid 2, van deze richtlijn opgenomen gegevens zijn vermeld.";

22. de volgende artikelen worden ingevoegd: "Artikel 16 bis

De maatregelen voor de uitvoering van deze richtlijn met betrekking tot de hieronder genoemde kwesties worden vastgesteld volgens de in artikel 17, lid 2, bedoelde beheersprocedure:

- artikel 2, lid 1, punt DA, onder c), artikel 3, leden 3 en 4, artikel 8, lid 2, artikel 9, artikel 11, lid 2, artikel 14, lid 1, en artikel 15, lid 2, onder c).

Artikel 16 ter

De maatregelen voor de uitvoering van deze richtlijn met betrekking tot de hieronder genoemde kwesties worden vastgesteld volgens de in artikel 17, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure:

- artikel 2, lid 1, punt I, artikel 3, lid 5, artikel 10, lid 3 en artikel 14 bis.";

23. artikel 17 wordt vervangen door: "Artikel 17

1. De Commissie wordt bijgestaan door het 'Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw', hierna: 'het comité'.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(14) van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn is één maand.

3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn is twee maanden.

4. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.";

24. de verwijzingen naar artikel 17, in artikel 5 quinqies, lid 2, artikel 14, lid 3, artikel 16, artikel 17 bis en artikel 18 bis worden beschouwd als verwijzingen naar artikel 17, lid 2.

Artikel 2

Richtlijn 74/649/EEG wordt ingetrokken.

Artikel 3

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 23 februari 2003 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 14 februari 2002.

Voor de Raad

De voorzitter

P. del Castillo

(1) PB C 177 E van 27.6.2000, blz. 77.

(2) PB C 197 van 12.7.2001, blz. 24.

(3) PB C 268 van 19.9.2000, blz. 42.

(4) PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.

(5) PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1.

(6) PB L 43 van 14.2.1997, blz. 1.

(7) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(8) PB L 352 van 28.12.1974, blz. 45.

(9) PB L 179 van 17.7.1999, blz. 1.

(10) PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1.

(11) PB L 43 van 14.2.1997, blz. 1.

(12) PB L 4 van 8.1.1993, blz. 22.

(13) PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(14) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

Top