Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000R2516

Verordening (EG) nr. 2516/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 7 november 2000 tot wijziging van de gemeenschappelijke beginselen van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (ESR 95) ten aanzien van belastingen en sociale premies en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad

PB L 290 van 17/11/2000, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2000/2516/oj

32000R2516

Verordening (EG) nr. 2516/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 7 november 2000 tot wijziging van de gemeenschappelijke beginselen van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (ESR 95) ten aanzien van belastingen en sociale premies en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad

Publicatieblad Nr. L 290 van 17/11/2000 blz. 0001 - 0002


Verordening (EG) nr. 2516/2000 van het Europees Parlement en de Raad

van 7 november 2000

tot wijziging van de gemeenschappelijke beginselen van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (ESR 95) ten aanzien van belastingen en sociale premies en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 285,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (ESR 95)(4) is het referentiekader vastgelegd voor gemeenschappelijke normen, definities, classificaties en registratieregels voor de opstelling van de rekeningen van de lidstaten die voor de statistische behoeften van de Gemeenschap worden gebruikt, zodat de resultaten van de lidstaten onderling vergelijkbaar zijn.

(2) In artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2223/96 worden de voorwaarden omschreven waaronder de Commissie wijzigingen in de methoden van het ESR 95 kan aanbrengen, die ten doel hebben de inhoud ervan te verduidelijken en te verbeteren.

(3) Daarom is het noodzakelijk de verduidelijkingen betreffende de registratie van belastingen en sociale premies in het ESR 95 aan het Europees Parlement en de Raad voor te leggen, aangezien deze verduidelijkingen wijzigingen van de grondbeginselen inhouden.

(4) In artikel 2 van het Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten, dat verband houdt met artikel 104 van het Verdrag, wordt bepaald dat onder een overheidstekort moet worden verstaan het nettofinancieringstekort van de sector overheid als omschreven in het Europees stelsel van economische rekeningen (ESER).

(5) Het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad(5) opgerichte Comité statistisch programma (CSP), het bij Besluit 91/115/EEG van de Raad(6) opgerichte Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek (CMFB) en het Comité bruto nationaal product (BNP-comité) kunnen, telkens wanneer zij dit van belang achten, hun mening kenbaar maken over de specifiek door een bepaald land gehanteerde methoden voor het registreren van belastingen en sociale premies.

(6) Het CSP en het CMFB zijn geraadpleegd.

(7) De voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2223/96 vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(7),

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doel

Het doel van deze verordening is de gemeenschappelijke beginselen van het ESR 95 ten aanzien van belastingen en sociale premies te wijzigen, teneinde te zorgen voor doorzichtigheid en voor vergelijkbaarheid tussen de lidstaten.

Artikel 2

Algemene beginselen

Bij de bepaling van het effect van belastingen en sociale premies die in het systeem worden geregistreerd op het nettofinancieringsoverschot/tekort van de overheid wordt geen rekening gehouden met bedragen die waarschijnlijk niet zullen worden geïnd.

Bijgevolg is het effect van belastingen en sociale premies die op basis van het belastbare feit in het systeem worden geregistreerd, op het nettofinancieringsoverschot/tekort van de overheid - bezien over een redelijke termijn - gelijk aan de werkelijk geïnde bedragen.

Artikel 3

Boekhoudkundige behandeling van belastingen en sociale premies

De in de rekeningen geregistreerde bedragen aan belastingen en sociale premies kunnen worden ontleend aan twee bronnen: kohiers en aangiften, of kasgegevens.

a) Worden bedragen uit kohiers en aangiften gebruikt, dan wordt op die bedragen een coëfficiënt toegepast, teneinde rekening te kunnen houden met nooit geïnde bedragen uit kohiers en aangiften. Als alternatieve handelwijze kan een kapitaaloverdracht naar de betrokken sectoren worden geregistreerd, waarvan het bedrag overeenkomt met de bedoelde aanpassing. De hoogte van de coëfficiënten wordt vastgesteld op basis van de opgedane ervaringen en de huidige verwachtingen met betrekking tot de geraamde niet-geïnde bedragen uit kohiers en aangiften. Zij zijn specifiek voor de verschillende soorten belastingen en sociale premies. Ieder land stelt zijn coëfficiënten zelf vast volgens een methode waarover vooraf overeenstemming is bereikt met de Commissie (Eurostat).

b) Worden kasgegevens als bron gebruikt, dan wordt een correctie in de tijd toegepast om ervoor te zorgen dat de bedragen worden toegerekend aan de periode waarin de activiteit die tot de belastingplicht heeft geleid, heeft plaatsgevonden (of, voor bepaalde soorten inkomstenbelasting, aan de periode waarin het belastingbedrag werd vastgesteld). Deze correctie kan worden gebaseerd op het gemiddelde tijdsverloop tussen deze activiteit (of de vaststelling van de te betalen belasting) en de inning van het bedrag.

Artikel 4

Controle

1. De Commissie (Eurostat) controleert de uitvoering door de lidstaten van de in deze verordening vastgestelde beginselen.

2. Vanaf 2000 verstrekken de lidstaten voor het eind van ieder jaar aan de Commissie (Eurostat) een gedetailleerde beschrijving van de methoden die zij voor de verschillende soorten belastingen en sociale premies voornemens zijn toe te passen teneinde deze verordening uit te voeren.

3. De toegepaste methoden en eventuele herzieningen ervan worden neergelegd in een overeenkomst tussen iedere lidstaat en de Commissie (Eurostat).

4. Het CSP, het CMFB en het BNP-comité worden door de Commissie (Eurostat) geïnformeerd over de methoden en de wijze van berekening van de coëfficiënten.

Artikel 5

Uitvoering

Binnen zes maanden na de goedkeuring van deze verordening brengt de Commissie, volgens de procedure van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2223/96, in de tekst van bijlage A van Verordening (EG) nr. 2223/96 de wijzigingen aan die voor de toepassing van deze verordening nodig zijn.

Artikel 6

Comité

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2223/96 wordt vervangen door:

"Artikel 4

1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité statistisch programma (hierna het 'comité').

2. Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.".

Artikel 7

Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

2. De lidstaten kunnen de Commissie verzoeken om een overgangsperiode van maximaal twee jaar om hun registratiesystemen aan deze verordening aan te passen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2000.

Voor het Europees Parlement

De voorzitster

N. Fontaine

Voor de Raad

De voorzitter

L. Fabius

(1) PB C 21 E van 25.1.2000, blz. 68.

(2) PB C 75 van 15.3.2000, blz. 19.

(3) Advies uitgebracht door het Europees Parlement op 13 april 2000 (nog niet verschenen in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 26 juni 2000 (PB C 245 van 25.8.2000, blz. 1) en besluit van het Europees Parlement van 3 oktober 2000 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(4) PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 448/98 (PB L 58 van 27.2.1998, blz. 1).

(5) PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.

(6) PB L 59 van 6.3.1991, blz. 19. Besluit gewijzigd bij Besluit 96/174/EG (PB L 51 van 1.3.1996, blz. 48).

(7) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

Top