Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TN0788

    Zaak T-788/16: Beroep ingesteld op 10 november 2016 — De Geoffroy e.a./Parlement

    PB C 14 van 16.1.2017, p. 49–50 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.1.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 14/49


    Beroep ingesteld op 10 november 2016 — De Geoffroy e.a./Parlement

    (Zaak T-788/16)

    (2017/C 014/59)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partijen: Dominique De Geoffroy (Brussel, België) en 14 anderen (vertegenwoordigers: N. de Montigny en J.-N. Louis, advocaten)

    Verwerende partij: Europees Parlement

    Conclusies

    De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

    te verklaren en vast te stellen,

    de op 21 maart 2016 bekendgemaakte Guidelines betreffende verlof van het Parlement („Guidelines on leave”) worden nietig verklaard;

    het besluit van 13 juni 2016 houdende weigering om Stéphane Grosjean een gevraagd verlof toe te kennen wordt nietig verklaard;

    het besluit van 12 april 2016 houdende inwilliging van het verzoek om verlof van Françoise Joostens, maar met opneming van de gevraagde verlofdagen in het quotum van 3,5 dagen, wordt nietig verklaard;

    het besluit van 2 juni 2016 houdende weigering om Françoise Joostens een gevraagd verlof toe te kennen wordt nietig verklaard;

    in elk geval, de verwerende partij wordt verwezen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen zes middelen aan.

    1.

    Eerste middel, ontleend aan het volledig ontbreken van motivering door de verwerende partij, gezien het ontbreken van antwoord op de klachten die de verzoekende partijen hebben ingediend tegen de op 21 maart 2016 bekendgemaakte Guidelines betreffende het verlof van het Parlement (hierna: „betrokken Guidelines”).

    2.

    Tweede middel, ontleend aan een exceptie van onwettigheid, bestaande in de vaststelling van de Guidelines door het Parlement, wegens schending van het Ambtenarenstatuut en van de door de interne regels betreffende het beheer van verlof toegekende rechten, alsmede schending van de verworven rechten van de verzoekende partijen.

    de twee verzoekende partijen die de drie betwiste individuele besluiten hebben ontvangen, respectievelijk van 2 juni 2016, 13 juni 2016 en 12 april 2016, waarvan de eerste twee besluiten het door hen gevraagde verlof weigerden en het laatste het verzoek om verlof van één van hen inwilligde, maar de gevraagde verlofdagen opnam in het quotum van 3,5 dagen, zijn van mening dat voor de nietigverklaring van die individuele besluiten hetzelfde middel kan worden aangevoerd.

    3.

    Derde middel, ontleend aan het feit dat het Parlement bij de vaststelling van de Guidelines niet zijn personeelsleden heeft geraadpleegd, hetgeen neerkomt op een schending van artikel 27 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

    4.

    Vierde middel, ontleend aan het ontbreken van een afweging tussen de belangen van de instelling en die van de tolken, hetgeen in strijd is met het evenredigheidsbeginsel, aan misbruik van recht, een kennelijk onjuiste beoordeling, schending van het beginsel van behoorlijk bestuur en niet-nakoming van de zorgplicht, waaraan de verwerende partij zich door de vaststelling van de betrokken Guidelines schuldig zou hebben gemaakt.

    5.

    Vijfde middel, ontleend aan het feit dat door de vaststelling van de bestreden Guidelines tolken en andere ambtenaren en functionarissen verschillend worden behandeld.

    6.

    Zesde middel, ontleend aan schending van het gelijkheidsbeginsel en het verbod van discriminatie, schending van het beginsel van rechtszekerheid en van de voorzienbaarheid, wat de in die Guidelines voorziene uitzonderingen en bijzondere gevallen betreft.


    Top