Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document E2021C0293

    Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA Nr. 293/21/COL van 16 december 2021 tot wijziging van de procedurele en materiële regels op het gebied van staatssteun door de invoering van herziene richtsnoeren over kortlopende exportkredietverzekering [2022/1048]

    PUB/2022/113

    PB L 173 van 30.6.2022, p. 121–132 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2022/1048/oj

    30.6.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 173/121


    BESLUIT VAN DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA Nr. 293/21/COL

    van 16 december 2021

    tot wijziging van de procedurele en materiële regels op het gebied van staatssteun door de invoering van herziene richtsnoeren over kortlopende exportkredietverzekering [2022/1048]

    DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA (“DE AUTORITEIT”),

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (“de EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 61, 62 en 63 en Protocol 26,

    Gezien de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (“de toezichtovereenkomst”), en met name artikel 24 en artikel 5, lid 2, punt b),

    Overwegende hetgeen volgt:

    Overeenkomstig artikel 24 van de toezichtovereenkomst past de Autoriteit de bepalingen van de EER-overeenkomst op het gebied van de steunmaatregelen van de staten toe.

    Overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt b), van de toezichtovereenkomst doet de Autoriteit kennisgevingen of richtsnoeren uitgaan betreffende de in de EER-overeenkomst behandelde aangelegenheden indien die overeenkomst of de toezichtovereenkomst zulks uitdrukkelijk voorschrijft of indien de Autoriteit dit nodig acht.

    Op 6 december 2021 heeft de Europese Commissie een mededeling vastgesteld inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering (de “richtsnoeren”) (1).

    De richtsnoeren zijn ook relevant voor de Europese Economische Ruimte (“EER”).

    Overeenkomstig de homogeniteitsdoelstelling die in artikel 1 van de EER-overeenkomst is vastgesteld, moet een eenvormige toepassing van de EER-staatssteunregels in de hele Europese Economische Ruimte worden gewaarborgd.

    Overeenkomstig punt II onder de titel “ALGEMEEN” van bijlage XV bij de EER-overeenkomst moet de Autoriteit, na overleg met de Europese Commissie, besluiten vaststellen die met de besluiten van de Commissie overeenstemmen.

    In de richtsnoeren kan worden verwezen naar bepaalde beleidsinstrumenten van de Europese Unie en naar bepaalde rechtshandelingen van de Europese Unie die niet in de EER-overeenkomst zijn opgenomen. Wanneer de Autoriteit nagaat of steun verenigbaar is met de werking van de EER-overeenkomst, zal zij over het algemeen dezelfde vergelijkingspunten hanteren als de Europese Commissie met het oog op een eenvormige toepassing van de bepalingen inzake staatssteun en gelijke mededingingsvoorwaarden in de hele EER.

    Na raadpleging van de Europese Commissie,

    Na raadpleging van de EVA-staten,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De materiële regels op het gebied van staatssteun worden gewijzigd door de invoering van herziene richtsnoeren over kortlopende exportkredietverzekering. De richtsnoeren zijn aan dit besluit gehecht en maken er integrerend deel van uit.

    2.   Met ingang van 1 januari 2022 vervangen deze richtsnoeren de bestaande richtsnoeren over kortlopende exportkredietverzekering (2).

    Artikel 2

    De Autoriteit past de richtsnoeren in voorkomend geval toe met de volgende aanpassingen, met inbegrip van maar niet beperkt tot het volgende:

    a)

    een verwijzing naar “lidstaat”/“lidstaten” wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar “EVA-staat”/“EVA-staten” (3), of, in voorkomend geval, “EER-staat”/“EER-staten”;

    b)

    een verwijzing naar de “Europese Commissie” wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar de “Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

    c)

    een verwijzing naar “het Verdrag” of “VWEU” wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar “de EER-overeenkomst”;

    d)

    een verwijzing naar artikel 49 VWEU of naar delen van dat artikel wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar artikel 31 van de EER-overeenkomst en de overeenkomstige delen van dat artikel;

    e)

    een verwijzing naar artikel 63 VWEU of naar delen van dat artikel wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar artikel 40 van de EER-overeenkomst en de overeenkomstige delen van dat artikel;

    f)

    een verwijzing naar artikel 107 VWEU of naar delen van dat artikel wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar artikel 61 van de EER-overeenkomst en de overeenkomstige delen van dat artikel;

    g)

    een verwijzing naar artikel 108 VWEU of naar delen van dat artikel wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar deel I, artikel 1, van Protocol 3 van de toezichtovereenkomst en de overeenkomstige delen van dat artikel;

    h)

    een verwijzing naar Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad (4) wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar deel II van Protocol 3 van de toezichtovereenkomst;

    i)

    een verwijzing naar Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie (5) wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar Besluit nr. 195/04/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA;

    j)

    “(on)verenigbaar met de interne markt” wordt door de Autoriteit gelezen als “(on)verenigbaar met de werking van de EER-overeenkomst”;

    k)

    “binnen (of buiten) de Unie” wordt door de Autoriteit gelezen als “binnen (of buiten) de EER”;

    l)

    “handel binnen de Unie” wordt door de Autoriteit gelezen als “handel binnen de EER”;

    m)

    indien in de richtsnoeren is bepaald dat zij op alle economische sectoren zullen worden toegepast, past de Autoriteit de richtsnoeren toe op alle economische sectoren of delen van economische sectoren die binnen het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst vallen;

    n)

    een verwijzing naar mededelingen van de Commissie, bekendmakingen of richtsnoeren wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar de overeenkomstige richtsnoeren van de Autoriteit.

    Artikel 3

    De Autoriteit past de lijst van landen met verhandelbare risico’s in de bijlage bij de richtsnoeren toe met toevoeging van Liechtenstein.

    Gedaan te Brussel, 16 december 2021.

    Voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

    Bente ANGELL-HANSEN

    Voorzitter

    Verantwoordelijk lid van het College

    Högni KRISTJÁNSSON

    Lid van het College

    Stefan BARRIGA

    Lid van het College

    Melpo-Menie JOSÉPHIDÈS

    Medeondertekenaar, directeur

    van de Juridische en Uitvoerende Dienst


    (1)  C(2021) 8705 final (PB C 497 van 10.12.2021, blz. 5).

    (2)  PB L 343 van 19.12.2013, blz. 54, en EER-supplement nr. 71 van 19.12.2013, blz. 1, opnieuw aangenomen bij Besluit nr. 4/19/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 6 februari 2019 houdende de honderdenvierde wijziging van de formele en materiële regels op het gebied van staatssteun [2019/1008] (PB L 163 van 20.6.2019, blz. 110), en EER-supplement nr. 48 van 20.6.2019, blz. 1, gewijzigd bij Besluit nr. 30/20/COL van 1 april 2020 houdende de honderdenzesde wijziging van de procedurele en materiële regels op het gebied van staatssteun door de vervanging van de bijlage bij de richtsnoeren over kortlopende exportkredietverzekering [2020/982] (PB L 220 van 9.7.2020, blz. 8), en EER-supplement nr. 46 van 9.7.2020, blz. 1, Besluit nr. 90/20/COL van 15 juli 2020 houdende de honderdenzevende wijziging van de formele en materiële regels op het gebied van staatssteun door wijziging en verlenging van een aantal staatssteunrichtsnoeren [2020/1576] (PB L 359 van 29.10.2020, blz. 16), en EER-supplement nr. 68 van 29.10.2020, blz. 4, en Besluit nr. 12/21/COL van 24 februari 2021 tot vervanging van de bijlage bij de richtsnoeren voor kortlopende exportkredietverzekering [2021/1238] (PB L 271 van 29.7.2021, blz. 1), en EER-supplement nr. 50 van 29.7.2021, blz. 1.

    (3)  Met “EVA-staten” wordt verwezen naar IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.

    (4)  Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 9).

    (5)  Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1).


    Mededeling van de Commissie inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering

    1.   Inleiding

    1.

    Exportsubsidies kunnen op de markt negatief uitwerken op de concurrentie tussen potentieel concurrerende leveranciers van goederen en diensten. Daarom heeft de Commissie, als hoedster van de mededingingsregels van het Verdrag, exportsteun voor handel binnen de Unie en voor export buiten de Unie steeds streng veroordeeld. Deze mededeling heeft tot doel duidelijkheid te geven over de wijze waarop de Commissie de steun van de lidstaten voor exportkredietverzekering beoordeelt in het licht van de staatssteunregels.

    2.

    De Commissie heeft haar bevoegdheid gebruikt om richtsnoeren uit te vaardigen voor staatssteun op het gebied van kortlopende exportkredietverzekering. Het doel was om daadwerkelijke of potentiële verstoringen van de mededinging op de interne markt aan te pakken, niet alleen tussen exporteurs in verschillende lidstaten (in het handelsverkeer binnen en buiten de Unie), maar ook tussen kredietverzekeraars die in de Unie actief zijn. In 1997 heeft de Commissie de beginselen voor overheidsoptreden in deze sector vastgelegd in haar mededeling aan de lidstaten ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering (1) (“de mededeling van 1997”. De beginselen van de mededeling van 1997 zouden vanaf 1 januari 1998 gelden voor een periode van vijf jaar. De mededeling van 1997 is vervolgens aangepast en de geldigheidsduur ervan is in 2001 (2), 2004 (3), 2005 (4) en 2010 (5) verlengd. De beginselen ervan waren van toepassing tot en met 31 december 2012.

    3.

    De ervaring die met name tijdens de financiële crisis tussen 2009 en 2011 met de toepassing van de beginselen van de mededeling van 1997 was opgedaan, wees erop dat het beleid van de Commissie in deze sector diende te worden herzien. Daarom heeft de Commissie een nieuwe mededeling aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering (6) vastgesteld (“de mededeling van 2021”). De beginselen van de mededeling van 2012 zouden in beginsel gelden van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2018 (7). De bijlage bij de mededeling van 2012 is vervolgens meermaals aangepast (8) en de periode van toepassing van de mededeling van 2012 is in 2018 (9) en 2020 (10) verlengd. Zij is nu van toepassing tot en met 31 december 2021.

    4.

    In 2019 is de Commissie begonnen met een evaluatie van de mededeling van 2012 in het kader van de geschiktheidscontrole van het pakket voor de modernisering van het staatssteunbeleid, richtsnoeren voor de spoorwegen en kortlopende exportkredietverzekering (11). Uit de resultaten van de evaluatie is gebleken dat de regels in principe goed werken, maar dat een aantal kleine verbeteringen nodig is om de marktontwikkelingen te weerspiegelen. Daarom bevat deze mededeling slechts enkele technische aanpassingen maar worden de beginselen van de mededeling van 2012 overgenomen.

    5.

    Het doel van de in deze mededeling uiteengezette regels is ervoor te zorgen dat staatssteun de mededinging tussen particuliere en publieke of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars niet verstoort. Die regels zullen er ook voor zorgen dat een gelijk speelveld tussen exporteurs tot stand komt.

    6.

    Deze mededeling geeft de lidstaten nadere aanwijzingen over de beginselen waarop de Commissie haar uitlegging van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag en de toepassing ervan op kortlopende exportkredietverzekering wil baseren. Deze mededeling dient het beleid van de Commissie op dit terrein zo transparant mogelijk te maken en te zorgen voor voorspelbaarheid en een gelijke behandeling. Daartoe wordt in deze mededeling een reeks voorwaarden vastgesteld waaraan moet worden voldaan wanneer publieke verzekeraars op de markt voor kortlopende kredietverzekeringen actief willen worden in het segment van de verhandelbare risico’s.

    7.

    Risico’s die in beginsel onverhandelbaar zijn, vallen buiten het toepassingsgebied van deze mededeling.

    8.

    Onderdeel 2 geeft een beschrijving van het toepassingsgebied van deze mededeling en de daarin gehanteerde definities. Onderdeel 3 gaat in op de toepasselijkheid van artikel 107, lid 1, van het Verdrag en het algemene verbod op staatssteun voor exportkredietverzekeringen ten behoeve van verhandelbare risico’s. Onderdeel 4 geeft tot slot een aantal uitzonderingen op het toepassingsgebied van verhandelbare risico’s en vermeldt onder welke voorwaarden staatssteun voor het verzekeren van die tijdelijk onverhandelbare risico’s verenigbaar kan zijn met de interne markt.

    2.   Toepassingsgebied van de mededeling en definities

    2.1.   Toepassingsgebied

    9.

    De Commissie zal de in deze mededeling uiteengezette beginselen alleen toepassen op exportkredietverzekeringen met een risicoduur van minder dan twee jaar. Alle overige instrumenten voor exportfinanciering zijn van het toepassingsgebied van deze mededeling uitgesloten.

    2.2.   Definities

    10.

    Voor de toepassing van deze mededeling wordt verstaan onder:

    1)

    “exportkredietverzekering”: een verzekeringsproduct waarbij de verzekeraar verzekeringsdekking aanbiedt tegen een commercieel of politiek risico, of beide, met betrekking tot betalingsverplichtingen bij een exporttransactie;

    2)

    “particuliere kredietverzekeraar”: een onderneming of organisatie niet zijnde een publieke verzekeraar die exportkredietverzekering aanbiedt;

    3)

    “publieke verzekeraar”: een onderneming of andere organisatie die met de steun van of namens een lidstaat exportkredietverzekering aanbiedt, of een lidstaat die zelf exportkredietverzekering aanbiedt;

    4)

    “verhandelbare risico’s”: commerciële of politieke risico’s, of beide, met een maximale risicoduur van minder dan twee jaar die berusten bij overheids- en niet-overheidsafnemers in de in de bijlage genoemde landen; alle overige risico’s gelden voor de toepassing van deze mededeling als onverhandelbaar;

    5)

    “commerciële risico’s”: onder meer de volgende risico’s:

    a)

    willekeurige opzegging van een contract door een afnemer, d.w.z. een willekeurig besluit van een niet-overheidsafnemer om het contract zonder gegronde redenen op te schorten of te beëindigen;

    b)

    willekeurige weigering zonder gegronde redenen van een niet-overheidsafnemer om de contractgoederen te accepteren;

    c)

    insolventie van een niet-overheidsafnemer en zijn garant;

    d)

    voortgezette non-betaling (protracted default), d.w.z. de niet-betaling door een niet-overheidsafnemer en zijn garant van een uit het contract voortvloeiende schuld;

    6)

    “politieke risico’s”: onder meer de volgende risico’s:

    a)

    het risico dat een overheidsafnemer of een land de uitvoering van een transactie belet of niet tijdig betaalt;

    b)

    een niet aan een individuele afnemer toe te rekenen risico of een risico dat buiten de verantwoordelijkheid van de individuele afnemer valt;

    c)

    het risico dat een land de door in dat land gevestigde afnemers betaalde bedragen niet naar het land van de verzekerde transfereert;

    d)

    het risico dat een geval van overmacht zich voordoet buiten het land van de verzekeraar, waarbij het onder meer kan gaan om op oorlog gelijkende handelingen, voor zover de effecten daarvan niet anderszins zijn verzekerd;

    7)

    “risicoduur”: de fabricatietermijn plus de krediettermijn;

    8)

    “fabricatietermijn”: de periode tussen het tijdstip van bestelling en de levering van de goederen of diensten;

    9)

    “krediettermijn”: de termijn die de afnemer krijgt om de geleverde goederen en diensten te betalen in het kader van een exportkrediettransactie;

    10)

    “dekking eentransactierisico”: verzekering van alle omzet op één afnemer of van één specifiek contract met één afnemer;

    11)

    “herverzekering”: vorm van verzekering die een verzekeraar afsluit bij een andere verzekeraar ter beheersing van zijn risico door zijn eigen risico te verminderen;

    12)

    “coassurantie”: het percentage van alle verzekerde schade dat niet door de verzekeraar wordt vergoed, maar dat voor rekening komt van een andere verzekeraar;

    13)

    “quotencontract”: herverzekeringscontract waarbij een verzekeraar zich ertoe heeft verplicht om een bepaald percentage van elk risico dat door hem binnen een gedefinieerde verzekeringscategorie is geaccepteerd, in herverzekering over te dragen aan de herverzekeraar, en de herverzekeraar zich ertoe heeft verplicht dit in herverzekering te accepteren;

    14)

    “top-up-dekking”: aanvullende dekking bovenop een door een andere verzekeraar vastgestelde kredietlimiet;

    15)

    “polis met volledige omzetdekking”: een kredietverzekeringspolis die niet de dekking van een eentransactierisico betreft, d.w.z. een kredietverzekeringspolis die alle of de meeste van de verkopen op krediet van de verzekerde dekt, alsmede handelsvorderingen uit verkopen aan meer dan één afnemer.

    3.   Toepasselijkheid van artikel 107, lid 1, van het Verdrag

    3.1.   Algemene beginselen

    11.

    Overeenkomstig artikel 107, lid 1, van het Verdrag zijn “steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de interne markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt”.

    12.

    Indien publieke verzekeraars een exportkredietverzekering verstrekken, zijn daarmee staatsmiddelen gemoeid. Deze betrokkenheid van de Staat levert de verzekeraars of de exporteurs mogelijk een selectief voordeel op, hetgeen de mededinging kan verstoren of dreigen te verstoren en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kan beïnvloeden. De in de onderdelen 3.2, 3.3 en 4 beschreven beginselen zijn bedoeld als leidraad met betrekking tot de vraag hoe dergelijke maatregelen op grond van de staatssteunregels zullen worden beoordeeld.

    3.2.   Steun voor verzekeraars

    13.

    Indien publieke verzekeraars bepaalde voordelen genieten ten opzichte van particuliere kredietverzekeraars, kan daarmee staatssteun gemoeid zijn. Deze voordelen kunnen verschillende vormen aannemen en bijvoorbeeld betrekking hebben op:

    a)

    een staatsgarantie voor leningen en verliezen;

    b)

    vrijstelling van de verplichting tot het aanleggen van toereikende reserves en van andere verplichtingen die voortvloeien uit het feit dat exportkredietverzekeringtransacties voor rekening of met garantie van de Staat zijn vrijgesteld van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad (12);

    c)

    verlichting of vrijstelling van belastingen die normaal verschuldigd zijn (zoals de vennootschapsbelasting en belastingen op verzekeringspolissen);

    d)

    steunverlening of kapitaalverschaffing door de Staat of andere vormen van financiering die niet in overeenstemming zijn met het beginsel van de particuliere investeerder handelend in een markteconomie;

    e)

    de levering van diensten in natura door de Staat, zoals de toegang tot en het gebruik van overheidsinfrastructuur of -faciliteiten of bevoorrechte informatie van de Staat onder voorwaarden die de marktwaarde daarvan niet weerspiegelen;

    f)

    directe herverzekering door de Staat of een directe herverzekeringsgarantie van de Staat onder voorwaarden die gunstiger zijn dan die welke op de particuliere herverzekeringsmarkt worden aangeboden, hetgeen ofwel tot een te lage prijs van de herverzekeringsdekking leidt, ofwel tot de kunstmatige schepping van capaciteit die op de particuliere markt niet beschikbaar zou komen.

    3.3.   Het verbod op staatssteun voor exportkredieten

    14.

    De in punt 13 vermelde voordelen voor publieke verzekeraars wat betreft verhandelbare risico’s beïnvloeden het handelsverkeer betreffende kredietverzekeringsdiensten binnen de Unie ongunstig. Zij doen verschillen ontstaan in de verzekeringsdekking die in verschillende lidstaten voor verhandelbare risico’s beschikbaar is. Dat verstoort de mededinging tussen verzekeraars in verschillende lidstaten en heeft secundaire effecten op het handelsverkeer binnen de Unie, ongeacht of het om export binnen dan wel buiten de Unie gaat (13). Om die redenen mogen publieke verzekeraars, indien zij dat soort voordelen genieten ten opzichte van particuliere kredietverzekeraars, geen verhandelbare risico’s verzekeren. Het is dus nodig de voorwaarden te bepalen waaronder zij actief kunnen zijn om zo te garanderen dat zij geen staatssteun genieten.

    15.

    Voordelen voor publieke verzekeraars worden soms — ten minste ten dele — aan exporteurs doorgegeven. Dergelijke voordelen kunnen de mededinging en het handelsverkeer verstoren en staatssteun vormen in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag. Niettemin gaat de Commissie ervan uit dat geen onterecht voordeel aan exporteurs is doorgegeven indien aan de in onderdeel 4.3 van deze mededeling genoemde voorwaarden voor het verstrekken van exportkredietverzekeringen voor verhandelbare risico’s is voldaan.

    4.   Voorwaarden voor het verstrekken van exportkredietverzekeringen ten behoeve van tijdelijk onverhandelbare risico’s

    4.1.   Algemene beginselen

    16.

    Zoals opgemerkt in punt 14, mogen publieke verzekeraars geen verhandelbare risico’s verzekeren indien zij voordelen genieten ten opzichte van particuliere kredietverzekeraars zoals beschreven in punt 13. Indien publieke verzekeraars of hun dochterondernemingen toch verhandelbare risico’s willen verzekeren, dient te worden gewaarborgd dat zij daarbij direct noch indirect staatssteun genieten. Met het oog daarop moeten zij beschikken over een bepaalde hoeveelheid eigen middelen (een solvabiliteitsmarge, met inbegrip van een garantiefonds) en technische reserves (een egalisatievoorziening) en over de vereiste vergunning overeenkomstig Richtlijn 2009/138/EG. Zij moeten ook ten minste een afzonderlijke beheersrekening aanhouden en een gescheiden boekhouding voeren voor het met steun van of namens de Staat verzekeren van verhandelbare en onverhandelbare risico’s, om aan te tonen dat zij voor het verzekeren van verhandelbare risico’s geen staatssteun ontvangen. De boekhouding voor activiteiten die voor eigen rekening van de verzekeraar worden verzekerd, dient in overeenstemming te zijn met Richtlijn 91/674/EEG (14).

    17.

    Lidstaten die herverzekeringsdekking verstrekken aan een exportkredietverzekeraar door middel van deelneming in of betrokkenheid bij particuliere herverzekeringsovereenkomsten die zowel verhandelbare als onverhandelbare risico’s dekken, moeten kunnen aantonen dat deze regelingen geen staatssteun omvatten als bedoeld in punt 13, f).

    18.

    Publieke verzekeraars kunnen, onder de in onderdeel 4 van deze mededeling beschreven voorwaarden, exportkredietverzekering aanbieden voor tijdelijk onverhandelbare risico’s.

    4.2.   Uitzonderingen op het toepassingsgebied van verhandelbare risico’s: tijdelijk onverhandelbare risico’s

    19.

    Onverminderd de definitie van verhandelbare risico’s worden bepaalde commerciële of politieke risico’s, of beide, die berusten bij afnemers die zijn gevestigd in de in de bijlage genoemde landen, in de volgende gevallen tijdelijk als onverhandelbaar beschouwd:

    a)

    wanneer de Commissie besluit om één of meer landen tijdelijk van de in de bijlage opgenomen lijst van landen met verhandelbare risico’s te schrappen zoals beschreven in onderdeel 5.2, omdat de capaciteit van de particuliere verzekeringsmarkt ontoereikend is om alle economisch verantwoorde risico’s in het betrokken land of de betrokken landen af te dekken;

    b)

    wanneer de Commissie, na ontvangst van een aanmelding van een lidstaat als bedoeld in onderdeel 5.3 van deze mededeling, besluit dat de risico’s voor kleine en middelgrote ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (15) waarvan de jaarlijkse totale exportomzet niet meer dan 2,5 miljoen EUR bedraagt, tijdelijk onverhandelbaar zijn voor exporteurs in de lidstaat die de aanmelding doet;

    c)

    wanneer de Commissie, na ontvangst van een aanmelding van een lidstaat als bedoeld in onderdeel 5.3 van deze mededeling, besluit dat de dekking voor een eentransactierisico met een risicoduur van ten minste 181 dagen, doch minder dan twee jaar tijdelijk onverhandelbaar is voor exporteurs in de lidstaat die de aanmelding doet;

    d)

    wanneer de Commissie, na ontvangst van een aanmelding van een lidstaat als bedoeld in onderdeel 5.4 van deze mededeling, besluit dat, als gevolg van een aanbodtekort voor exportkredietverzekering, bepaalde risico’s tijdelijk onverhandelbaar zijn voor exporteurs in de lidstaat die de aanmelding doet.

    20.

    Om de mededingingverstoringen op de interne markt zo veel mogelijk te beperken, kunnen risico’s die overeenkomstig punt 19 tijdelijk als onverhandelbaar worden beschouwd, door publieke verzekeraars worden gedekt, mits aan de in onderdeel 4.3 genoemde voorwaarden is voldaan.

    4.3.   Voorwaarden voor het verschaffen van dekking voor tijdelijk onverhandelbare risico’s

    4.3.1.   Kwaliteit van de dekking

    21.

    De kwaliteit van de dekking die publieke verzekeraars bieden, moet aan marktnormen beantwoorden. Meer bepaald kunnen alleen economisch verantwoorde risico’s, d.w.z. risico’s die op basis van gezonde acceptatiebeginselen aanvaardbaar zijn, worden gedekt. Het dekkingspercentage moet maximaal 95 % bedragen voor commerciële en politieke risico’s en de wachttermijn voor schadevergoedingen moet ten minste 90 dagen duren.

    4.3.2.   Acceptatiebeginselen

    22.

    Bij de beoordeling van risico’s moeten steeds gezonde acceptatiebeginselen worden toegepast. Dit betekent dat het risico voor financieel onverantwoorde transacties niet in aanmerking dient te komen voor dekking in het kader van door de overheid gesteunde regelingen. Ten aanzien van dit soort beginselen moeten de criteria inzake risicoacceptatie expliciet zijn. Indien reeds een zakelijke relatie bestaat, moeten exporteurs een positieve handels- of betalingservaring hebben, of allebei. Afnemers moeten een “schoon” schadeverleden hebben en hun wanbetalingsrisico (probability of default) moet acceptabel zijn, evenals hun interne of externe financiële ratings.

    4.3.3.   Passende tarifering

    23.

    Het dragen van risico bij exportkredietverzekering dient door een passende premie te worden vergoed. Om de verdringing van particuliere kredietverzekeraars zo minimaal mogelijk te houden, moeten de gemiddelde premies bij door de overheid gesteunde regelingen hoger zijn dan de gemiddelde premies die particuliere kredietverzekeraars voor vergelijkbare risico’s berekenen. Dit vereiste garandeert dat overheidsinterventie geleidelijk verdwijnt, omdat de hogere premie ervoor zorgt dat exporteurs naar particuliere kredietverzekeraars terugkeren zodra de marktomstandigheden dat mogelijk maken en het risico opnieuw verhandelbaar wordt.

    24.

    De tarifering geldt als passend indien de minimale jaarlijkse risicopremie (16) (“de safe-harbourpremie”) voor de betrokken risicocategorie van de afnemers (17) wordt berekend zoals aangegeven in de onderstaande tabel. De safe-harbourpremie is van toepassing tenzij lidstaten het bewijs leveren dat die percentages voor het betrokken risico niet passend zijn. Voor een polis met volledige omzetdekking moet de risicocategorie overeenstemmen met het gemiddelde risico van de door de polis gedekte afnemers.

    Risicocategorie

    Minimale jaarlijkse risicopremie (18) (% van het verzekerde volume)

    Uitstekend (19)

    0,2 -0,4

    Goed (20)

    0,41 -0,9

    Bevredigend (21)

    0,91 -2,3

    Zwak (22)

    2,31 -4,5

    25.

    Bij coassurantie, quotencontracten en top-up-dekking geldt de tarifering als passend indien de berekende premie ten minste 30 % hoger ligt dan de premie voor de door een particuliere kredietverzekeraar verschafte (oorspronkelijke) dekking.

    26.

    Boven op de risicopremie moet, ongeacht de looptijd van het contract, een beheersvergoeding worden betaald, wil de tarifering als passend worden beschouwd.

    4.3.4.   Transparantie en verslaglegging

    27.

    De lidstaten moeten de ingevoerde regelingen voor de risico’s die overeenkomstig punt 19 tijdelijk als onverhandelbaar worden beschouwd, op de websites van publieke verzekeraars bekendmaken en daarbij alle toepasselijke voorwaarden vermelden.

    28.

    Zij moeten jaarlijks bij de Commissie een verslag indienen over de risico’s die overeenkomstig punt 19 tijdelijk als onverhandelbaar worden beschouwd en door publieke verzekeraars worden gedekt. Zij moeten dat verslag uiterlijk op 31 juli van het jaar volgend op de maatregel indienen.

    29.

    Het verslag moet voor elke regeling de volgende gegevens bevatten:

    a)

    het totale bedrag van de toegestane kredietlimieten;

    b)

    de verzekerde omzet;

    c)

    de berekende premies;

    d)

    de ingediende schadevorderingen en de uitgekeerde schadevergoedingen;

    e)

    de teruggevorderde bedragen;

    f)

    de beheerskosten van de regeling.

    30.

    Deze gegevens moeten worden verstrekt in een spreadsheetformaat, waarmee de gegevens kunnen worden doorzocht, uitgelicht, gedownload en gemakkelijk op het internet kunnen worden gepubliceerd, zoals bijvoorbeeld in CSV- of XML-formaat. De lidstaten moeten de verslagen op de website van de publieke verzekeraars publiceren.

    5.   Procedurevoorschriften

    5.1.   Algemene beginselen

    31.

    De in punt 19, a), bedoelde risico’s kunnen door publieke verzekeraars worden gedekt mits aan de voorwaarden van onderdeel 4.3 wordt voldaan. In dat geval hoeft geen aanmelding bij de Commissie plaats te vinden.

    32.

    De in punt 19, b), c) en d), bedoelde risico’s kunnen door publieke verzekeraars worden gedekt mits aan de voorwaarden van onderdeel 4.3 wordt voldaan én na een aanmelding bij en goedkeuring door de Commissie.

    33.

    Het niet voldoen aan een van de voorwaarden van onderdeel 4.3 betekent niet dat de exportkredietverzekering of exportkredietverzekeringsregeling automatisch verboden is. Indien een lidstaat wil afwijken van een van de voorwaarden van onderdeel 4.3 of indien er twijfel bestaat over de vraag of een voorgenomen exportkredietverzekeringsregeling aan de voorwaarden van deze mededeling voldoet, met name onderdeel 4, moet de lidstaat de regeling bij de Commissie aanmelden.

    34.

    Toetsing aan de staatssteunregels laat de verenigbaarheid van een bepaalde maatregel met andere Verdragsbepalingen onverlet.

    5.2.   Aanpassing van de lijst van landen met verhandelbare risico’s

    35.

    Wanneer de Commissie nagaat of het gebrek aan voldoende particuliere capaciteit rechtvaardigt dat een land tijdelijk van de lijst van landen met verhandelbare risico’s wordt geschrapt, als bedoeld in punt 19, a), neemt zij de volgende factoren in aanmerking, in volgorde van prioriteit:

    a)

    krimp van de particuliere kredietverzekeringscapaciteit: met name het besluit van een grote kredietverzekeraar om risico’s op afnemers in het betrokken land niet te dekken, een aanmerkelijke daling van de totale verzekerde bedragen of een aanmerkelijke daling van de acceptatiepercentages voor het betrokken land over een periode van zes maanden;

    b)

    verslechtering van de ratings voor overheden: met name plotselinge veranderingen in de kredietratings over een periode van zes maanden, bijvoorbeeld herhaalde ratingverlagingen door onafhankelijk ratingbureaus, of een scherpe toename van de credit default swap (cds) spreads;

    c)

    verslechtering van de prestaties van de zakelijke sector: met name een scherpe stijging van insolventies in het betrokken land over een periode van zes maanden.

    36.

    Wanneer de marktcapaciteit ontoereikend wordt om alle economisch verantwoorde risico’s te dekken, kan de Commissie op schriftelijk verzoek ten minste drie lidstaten of uit eigen beweging de in de bijlage opgenomen lijst van landen met verhandelbare risico’s herzien.

    37.

    Indien de Commissie voornemens is de lijst van landen met verhandelbare risico’s aan te passen, zal zij lidstaten, particuliere kredietverzekeraars en belanghebbenden raadplegen en informatie bij hen inwinnen. De raadpleging en het soort verlangde informatie wordt op de website van de Commissie bekendgemaakt. De raadplegingsperiode bedraagt in de regel maximaal 20 werkdagen. Wanneer de Commissie, op basis van de ingewonnen informatie, besluit om de lijst van landen met verhandelbare risico’s aan te passen, zal zij dat besluit aankondigen op haar website.

    38.

    De tijdelijke schrapping van een land van de lijst van landen met verhandelbare risico’s geldt in principe voor ten minste twaalf maanden. In die periode afgesloten verzekeringspolissen met betrekking tot het tijdelijk geschrapte land mogen gelden voor maximaal 180 dagen vanaf de datum waarop de tijdelijke schrapping verstrijkt. Na die datum mogen geen nieuwe verzekeringspolissen worden afgesloten. Drie maanden voordat de tijdelijke schrapping verstrijkt, gaat de Commissie na of zij de schrapping van het betrokken land van de lijst verlengt. Indien de Commissie vaststelt dat de marktcapaciteit nog steeds ontoereikend is om, rekening houdende met de in punt 35 genoemde factoren, alle economisch verantwoorde risico’s te dekken, kan zij de tijdelijke schrapping van het land van de lijst overeenkomstig punt 37 verlengen.

    5.3.   Verplichting tot aanmelding voor tijdelijk onverhandelbare risico’s als bedoeld in punt 19, b) en c)

    39.

    Wat de in punt 19, b) en c), bedoelde risico’s betreft, lijken de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, er op te wijzen dat er een marktkloof bestaat en dat die risico’s derhalve onverhandelbaar zijn. Daarbij dient evenwel te worden aangetekend dat het ontbreken van dekking niet voor iedere lidstaat geldt en dat de toestand mettertijd kan veranderen naarmate de particuliere sector meer belangstelling krijgt voor dit marktsegment. Overheidsinterventie mag alleen worden toegestaan voor risico’s die de markt anders niet zou dekken.

    40.

    Om die redenen dient een lidstaat, indien hij de in punt 19, b) of c), van deze mededeling bedoelde risico’s wil dekken, overeenkomstig artikel 108, lid 3, van het Verdrag aanmelding te doen bij de Commissie en in zijn aanmelding aan te tonen dat hij contact heeft opgenomen met de belangrijkste kredietverzekeraars en makelaars in die lidstaat (23) en hun de gelegenheid heeft geboden om het bewijs te verschaffen dat aldaar voor de betrokken risico’s dekking beschikbaar is. Indien de betrokken kredietverzekeraars en makelaars binnen 30 dagen na ontvangst van een verzoek daartoe van de betrokken lidstaat, die lidstaat of de Commissie geen gegevens verschaffen over de dekkingsvoorwaarden en verzekerde volumes voor het soort risico’s dat de lidstaat wil dekken of indien uit de verschafte informatie niet blijkt dat voor de betrokken risico’s dekking beschikbaar is in die lidstaat, beschouwt de Commissie de risico’s tijdelijk als onverhandelbaar.

    5.4.   Verplichting tot aanmelding in overige gevallen

    41.

    Wat de in punt 19, d), bedoelde risico’s betreft, moet de betrokken lidstaat in zijn aanmelding bij de Commissie overeenkomstig artikel 108, lid 3, van het Verdrag aantonen dat geen dekking beschikbaar is voor exporteurs in die lidstaat als gevolg van een aanbodschok op de particuliere verzekeringsmarkt, met name de terugtrekking van een belangrijke kredietverzekeraar uit de betrokken lidstaat, verminderde capaciteit of een ten opzichte van andere lidstaten beperkt productaanbod.

    6.   Datum van toepassing en toepassingsduur

    42.

    De Commissie zal de in deze mededeling vervatte beginselen toepassen vanaf 1 januari 2022, met uitzondering van de lijst van landen in de bijlage, die vanaf 1 april 2022 zal worden toegepast. Tot en met 31 maart 2022 zal de Commissie alle commerciële en politieke risico’s in verband met uitvoer naar alle landen tijdelijk als niet-verhandelbaar beschouwen in overeenstemming met de tijdelijke uitzondering van punt 33 van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (24) en punt 62 van mededeling van de Commissie C(2021) 8442 betreffende de zesde wijziging van de tijdelijke kaderregeling. De Commissie kan te allen tijde besluiten deze mededeling aan te passen wanneer zulks noodzakelijk mocht zijn om met het mededingingsbeleid verband houdende redenen of om rekening te houden met andere beleidsmaatregelen van de Unie en met internationale verplichtingen.

    (1)  PB C 281 van 17.9.1997, blz. 4.

    (2)  PB C 217 van 2.8.2001, blz. 2.

    (3)  PB C 307 van 11.12.2004, blz. 12.

    (4)  PB C 325 van 22.12.2005, blz. 22.

    (5)  PB C 329 van 7.12.2010, blz. 6.

    (6)  PB C 392 van 19.12.2012, blz. 1.

    (7)  Punt 18, a), en onderdeel 5.2 van de mededeling van 2012 waren van toepassing vanaf de datum van vaststelling van de mededeling van 2012.

    (8)  PB C 398 van 22.12.2012, blz. 6; PB C 372 van 19.12.2013, blz. 1; PB C 28 van 28.1.2015, blz. 1; PB C 215 van 1.7.2015, blz. 1; PB C 244 van 5.7.2016, blz. 1; PB C 206 van 30.6.2017, blz. 1; PB C 225 van 28.6.2018, blz. 1; PB C 457 van 19.12.2018, blz. 9; PB C 401 van 27.11.2019, blz. 3; PB C 101 I van 28.3.2020, blz. 1; PB C 340 I van 13.10.2020, blz. 1; PB C 34 van 1.2.2021, blz. 6.

    (9)  PB C 457 van 19.12.2018, blz. 9.

    (10)  PB C 224 van 8.7.2020, blz. 2.

    (11)  Werkdocument van de diensten van de Commissie — Fitness check of the 2012 State aid modernisation package, railways guidelines and short-term export credit insurance, 30.10.2020, SWD(2020) 257 final.

    (12)  Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).

    (13)  In zijn arrest in zaak C-142/87, België/Commissie, verklaarde het Hof van Justitie dat niet alleen de steun voor uitvoer binnen de Unie, maar ook steun voor uitvoer buiten de Unie het handelsverkeer binnen de Unie kan beïnvloeden. Beide soorten activiteiten worden verzekerd door exportkredietverzekeraars en steun voor beide vormen van uitvoer kan derhalve de mededinging en het handelsverkeer binnen de Unie ongunstig beïnvloeden.

    (14)  Richtlijn 91/674/EEG van de Raad van 19 december 1991 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen (PB L 374 van 31.12.1991, blz. 7).

    (15)  Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

    (16)  Voor de betrokken risicocategorie werd de bandbreedte voor de safe-harbourrisicopremie telkens bepaald op basis van de spreads voor eenjaars credit default swaps (cds), gebaseerd op een samengestelde rating bestaande uit de ratings van de drie belangrijkste ratingbureaus (Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch), over de afgelopen vijf jaar (2007-2011), in de aanname dat de gemiddelde verliesratio’s voor kortlopende exportkredietverzekeringen 40 % bedragen. De bandbreedtes werden nadien doorlopend bepaald om beter rekening te houden met het feit dat risicopremies niet constant blijven in de tijd.

    (17)  De risicocategorieën van de afnemers zijn gebaseerd op de kredietratings. Er zijn geen ratings van specifieke ratingbureaus nodig. Ook nationale ratingsystemen of door banken gehanteerde ratingsystemen kunnen worden geaccepteerd. Voor ondernemingen zonder publieke rating zou een op verifieerbare gegevens gebaseerde rating kunnen worden toegepast.

    (18)  Het percentage van de safe-harbourpremie voor een verzekeringsovereenkomst van 30 dagen kan worden berekend door de jaarlijkse risicopremie te delen door 12.

    (19)  De risicocategorie “uitstekend” bevat risico’s die overeenstemmen met de kredietratings AAA, AA+, AA, AA-, A+, A, A- van Standard & Poor’s.

    (20)  De risicocategorie “goed” bevat risico’s die overeenstemmen met de kredietratings BBB+, BBB of BBB- van Standard & Poor’s.

    (21)  De risicocategorie “bevredigend” bevat risico’s die overeenstemmen met de kredietratings BB+, BB of BB- van Standard & Poor’s.

    (22)  De risicocategorie “zwak” bevat risico’s die overeenstemmen met de kredietratings B+, B of B- van Standard & Poor’s.

    (23)  De kredietverzekeraars en -makelaars met wie contact wordt opgenomen, dienen representatief te zijn in termen van het productaanbod (bijv. gespecialiseerde aanbieders van dekking tegen eentransactierisico’s) en de omvang van de markt die zij bestrijken (bijv. samen vertegenwoordigen zij een minimumaandeel van 50 % van de markt).

    (24)  Mededeling van de Commissie — Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, C(2020) 1863 van 19.3.2020 (PB C 91 I van 20.3.2020, blz. 1), zoals gewijzigd bij mededelingen van de Commissie C(2020) 2215 (PB C 112 I van 4.4.2020, blz. 1), C(2020) 3156 (PB C 164 van 13.5.2020, blz. 3), C(2020) 4509 (PB C 218 van 2.7.2020, blz. 3), C(2020) 7127 (PB C 340 I van 13.10.2020, blz. 1), C(2021) 564 (PB C 34 van 1.2.2021, blz. 6) en C(2021) 8442 (PB C 473 van 24.11.2021, blz. 1). De punten 24 tot en met 27 en punt 62 van mededeling van de Commissie C(2021) 8442 betreffende de zesde wijziging van de tijdelijke kaderregeling bevatten meer informatie over de tijdelijke uitzondering.


    BIJLAGE

    Lijst van landen met verhandelbare risico’s

    België

    Cyprus

    Slowakije

    Bulgarije

    Letland

    Finland

    Tsjechië

    Litouwen

    Zweden

    Denemarken

    Luxemburg

    Australië

    Duitsland

    Hongarije

    Canada

    Estland

    Malta

    IJsland

    Ierland

    Nederland

    Japan

    Griekenland

    Oostenrijk

    Nieuw-Zeeland

    Spanje

    Polen

    Noorwegen

    Frankrijk

    Portugal

    Zwitserland

    Kroatië

    Roemenië

    Verenigd Koninkrijk

    Italië

    Slovenië

    Verenigde Staten van Amerika


    Top