EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0667

Zaak C-667/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesarbeitsgericht (Duitsland) op 8 november 2021 — ZQ / Medizinischer Dienst der Krankenversicherung Nordrhein, Körperschaft des öffentlichen Rechts

PB C 95 van 28.2.2022, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 95 van 28.2.2022, p. 5–5 (GA)

28.2.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 95/13


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesarbeitsgericht (Duitsland) op 8 november 2021 — ZQ / Medizinischer Dienst der Krankenversicherung Nordrhein, Körperschaft des öffentlichen Rechts

(Zaak C-667/21)

(2022/C 95/18)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesarbeitsgericht

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: ZQ

Verwerende partij: Medizinischer Dienst der Krankenversicherung Nordrhein, Körperschaft des öffentlichen Rechts

Prejudiciële vragen

1.

Moet artikel 9, lid 2, onder h), van verordening (EU) 2016/679 (1) (algemene verordening gegevensbescherming; hierna: “AVG”) aldus worden uitgelegd dat een medische dienst van een zorgverzekeraar gezondheidsgegevens van zijn werknemer, die een voorwaarde voor de beoordeling van de arbeidsgeschiktheid van die werknemer zijn, niet mag verwerken?

2.

Voor het geval het Hof van Justitie de eerste vraag ontkennend beantwoordt, met als gevolg dat krachtens artikel 9, lid 2, onder h), AVG zou kunnen worden afgeweken van het in artikel 9, lid 1, AVG gestelde verbod op verwerking van gegevens over gezondheid: moeten in een geval als het onderhavige naast de in artikel 9, lid 3, AVG vastgestelde voorwaarden nog andere vereisten inzake gegevensbescherming in acht worden genomen, en zo ja, welke?

3.

Voor het geval het Hof van Justitie de eerste vraag ontkennend beantwoordt, met als gevolg dat krachtens artikel 9, lid 2, onder h), AVG zou kunnen worden afgeweken van het in artikel 9, lid 1, AVG gestelde verbod op verwerking van gegevens over gezondheid: hangt in een geval als het onderhavige de toelaatbaarheid of rechtmatigheid van de verwerking van gegevens over gezondheid tevens ervan af of aan ten minste een van de in artikel 6, lid 1, AVG genoemde voorwaarden is voldaan?

4.

Heeft artikel 82, lid 1, AVG een specifiek of algemeen preventief karakter, en moet daarmee rekening worden gehouden bij de berekening van de hoogte van de immateriële schade die op grond van artikel 82, lid 1, AVG moet worden vergoed door de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker?

5.

Is de mate van schuld van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker bepalend voor de berekening van de hoogte van de op grond van artikel 82, lid 1, AVG te vergoeden immateriële schade? Kan met name afwezigheid van schuld of lichte schuld van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker te zijnen gunste in aanmerking worden genomen?


(1)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB 2016, L 119, blz. 1).


Top