This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020TN0654
Case T-654/20: Action brought on 27 October 2020 — Silex v Commission and EASME
Zaak T-654/20: Beroep ingesteld op 27 oktober 2020 — Silex/Commissie en EASME
Zaak T-654/20: Beroep ingesteld op 27 oktober 2020 — Silex/Commissie en EASME
PB C 19 van 18.1.2021, p. 59–60
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.1.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/59 |
Beroep ingesteld op 27 oktober 2020 — Silex/Commissie en EASME
(Zaak T-654/20)
(2021/C 19/63)
Procestaal: Hongaars
Partijen
Verzoekende partij: Silex Ipari Automatizálási Zrt. (Boedapest, Hongarije) (vertegenwoordiger: Á. Baratta, advocaat)
Verwerende partijen: Europese Commissie en Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (EASME)
Conclusies
— |
Debetnota nr. 3242009492 van EASME van 18 augustus 2020 (hierna: “debetnota”) nietig verklaren, voor zover daarbij betaling wordt gelast van een bedrag van 55 454,44 EUR. |
— |
De brief van 18 augustus 2020, ref. Ares(2020)4309529 (hierna: “brief”), die door EASME samen met de debetnota is verzonden, nietig verklaren, voor zover daarbij terugbetaling wordt gelast van een bedrag van 48 238,75 EUR voor de vrijmaking van de bijdrage aan het Garantiefonds. |
— |
De samen met de debetnota verzonden brief nietig verklaren, voor zover in de daarbij verzonden eindafrekening de directe personeelskosten ten bedrage van 210 423,11 EUR als niet-subsidiabele uitgaven worden gekwalificeerd. |
— |
De samen met de debetnota verzonden brief nietig verklaren, voor zover in de daarbij verzonden eindafrekening de indirecte kosten ten bedrage van 52 605,78 EUR als niet-subsidiabele uitgaven worden gekwalificeerd. |
— |
EASME en de Commissie verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vijf middelen aan.
1. |
Eerste middel, ontleend aan schending van de motiveringsplicht EASME heeft niet voldaan aan de motiveringsplicht, omdat het de vorderingen in de debetnota en de bijbehorende brief niet juridisch heeft onderbouwd. |
2. |
Tweede middel, gebaseerd op schending van het beginsel van behoorlijk bestuur EASME heeft het beginsel van behoorlijk bestuur geschonden door:
|
3. |
Derde middel, ontleend aan een kennelijke beoordelingsfout EASME heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door in de samen met de debetnota verzonden referentielijst te oordelen dat het project in beginsel niet voldeed aan de algemene technische en commerciële doelstellingen, aangezien bij die beoordeling bepaalde feiten en documenten niet in aanmerking zijn genomen. |
4. |
Vierde middel, gebaseerd op schending van het evenredigheidsvereiste EASME heeft het evenredigheidsvereiste geschonden, door van de door verzoekster opgegeven 804 020,75 EUR aan uitgaven een bedrag van 263 028,89 EUR aan uitgaven als niet-subsidiabel te beschouwen. |
5. |
Vijfde middel: niet-nakoming van het vereiste van goed financieel beheer en met name van de vereisten van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid |
EASME heeft geen rekening gehouden met de argumenten van verzoekster betreffende de ontwikkeling van de marktbehoeften en de daaruit voortvloeiende noodzaak om het project te wijzigen.
(1) Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van “Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB 2013, L 347, blz. 81).