This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020CN0542
Case C-542/20: Action brought on 23 October 2020 — Republic of Lithuania v European Parliament and Council of the European Union
Zaak C-542/20: Beroep ingesteld op 23 oktober 2020 — Republiek Litouwen / Europees Parlement en Raad van de Europese Unie
Zaak C-542/20: Beroep ingesteld op 23 oktober 2020 — Republiek Litouwen / Europees Parlement en Raad van de Europese Unie
PB C 19 van 18.1.2021, p. 23–25
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.1.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/23 |
Beroep ingesteld op 23 oktober 2020 — Republiek Litouwen / Europees Parlement en Raad van de Europese Unie
(Zaak C-542/20)
(2021/C 19/29)
Procestaal: Litouws
Partijen
Verzoekende partij: Republiek Litouwen (vertegenwoordigers: K. Dieninis, V. Kazlauskaitė-Švenčionienė, R. Dzikovič, A. Kisieliauskaitė, G. Taluntytė en R. Petravičius, advokatas)
Verwerende partijen: Europees Parlement, Raad van de Europese Unie
Conclusies
1. |
Artikel 1, lid 3, van verordening 2020/1055 (1) nietig verklaren voor zover daarbij in verordening (EG) nr. 1071/2009 (2) artikel 5, lid 1, onder b), is ingevoegd, dat bepaalt dat “een onderneming in de lidstaat van vestiging… de activiteit van haar voertuigenpark zodanig [moet] organiseren dat de voertuigen waarover de onderneming beschikt en die voor internationaal vervoer worden gebruikt, ten minste binnen acht weken na vertrek uit de lidstaat terugkeren naar een van de exploitatievestigingen in die lidstaat”; |
2. |
Artikel 2, lid 4, onder a), van verordening 2020/1055, dat artikel 8 van verordening (EG) nr. 1072/2009 (3) wijzigt door hier lid 2 bis in op te nemen, dat bepaalt dat “[v]ervoerders […] binnen vier dagen na het einde van een cabotage in een lidstaat, met hetzelfde voertuig of, in het geval van een samenstel van voertuigen, met de trekker van datzelfde voertuig, geen cabotage [mogen] uitvoeren in diezelfde lidstaat”; |
3. |
Het Europees Parlement en de Raad verwijzen in de kosten. |
In haar verzoekschrift voert de Republiek Litouwen de volgende middelen aan:
1. |
Artikel 1, lid 3, van verordening 2020/1055 — voor zover daarbij in verordening (EG) nr. 1071/2009 artikel 5, lid 1, onder b), is ingevoegd, dat bepaalt dat “een onderneming in de lidstaat van vestiging […] de activiteit van haar voertuigenpark zodanig [moet] organiseren dat de voertuigen waarover de onderneming beschikt en die voor internationaal vervoer worden gebruikt, ten minste binnen acht weken na vertrek uit de lidstaat terugkeren naar een van de exploitatievestigingen in die lidstaat” — is in strijd met:
|
2. |
Artikel 2, lid 4, onder a), van verordening 2020/1055, dat artikel 8 van verordening (EG) nr. 1072/2009 wijzigt door hier lid 2 bis in op te nemen, dat bepaalt dat “[v]ervoerders […] binnen vier dagen na het einde van een cabotage in een lidstaat, met hetzelfde voertuig of, in het geval van een samenstel van voertuigen, met de trekker van datzelfde voertuig, geen cabotage [mogen] uitvoeren in diezelfde lidstaat”, is in strijd met:
|
(1) Verordening (EU) 2020/1055 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 houdende wijziging van verordeningen (EG) nr. 1071/2009, (EG) nr. 1072/2009 en (EU) nr. 1024/2012 teneinde ze aan te passen aan ontwikkelingen in de wegvervoersector (PB 2020, L 249, blz. 17).
(2) Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad (PB 2009, L 300, blz. 51).
(3) Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB 2009, L 300, blz. 72).