Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0019

    Zaak C-19/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy we Wrocławiu (Polen) op 17 januari 2017 — Skarb Państwa reprezentowany przez Wojewodę Dolnośląskiego/Gmina Trzebnica

    PB C 161 van 22.5.2017, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    22.5.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 161/6


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy we Wrocławiu (Polen) op 17 januari 2017 — Skarb Państwa reprezentowany przez Wojewodę Dolnośląskiego/Gmina Trzebnica

    (Zaak C-19/17)

    (2017/C 161/08)

    Procestaal: Pools

    Verwijzende rechter

    Sąd Okręgowy we Wrocławiu

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Skarb Państwa reprezentowany przez Wojewodę Dolnośląskiego

    Verwerende partij: Gmina Trzebnica

    Prejudiciële vragen

    1)

    Vormen prestaties die een begunstigde wegens contractuele boeten of schadevergoedingen ontvangt in verband met de niet-nakoming of de niet-tijdige nakoming van een verbintenis, ontvangsten in de zin van regel 2 van verordening (EG) nr. 448/2004 van de Commissie van 10 maart 2004 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1685/2000 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door structuurfondsen medegefinancierde verrichtingen, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1145/2003 (1)?

    2)

    In geval van een bevestigend antwoord op de eerste vraag:

    a)

    Kunnen op ontvangsten in de vorm van contractuele boeten verliezen of extra kosten in mindering worden gebracht die de begunstigde heeft geleden respectievelijk heeft moeten maken ten gevolge van de niet-nakoming of de niet-tijdige nakoming van een overeenkomst?

    b)

    Vormen prestaties van de opdrachtnemer die bestaan in de uitvoering van andere, op generlei wijze met het voorwerp van de financiering verbonden, werkzaamheden ten behoeve van de begunstigde en die de opdrachtnemer bevrijden van de verbintenis tot betaling van de contractuele boete (datio in solutum), ontvangsten in de zin van regel 2 van verordening (EG) nr. 448/2004 van de Commissie van 10 maart 2004 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1685/2000 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door structuurfondsen medegefinancierde verrichtingen, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1145/2003?

    3)

    Indien de eerste vraag en de tweede vraag, onder a), bevestigend worden beantwoord, dient dan het bedrag van de aan de opdrachtnemer in rekening gebrachte contractuele boete dan wel de waarde van de vervangende prestatie te worden aangemerkt als het bedrag van de door de begunstigde verkregen ontvangsten?

    4)

    Kan de cofinanciering na de afsluiting van de steunmaatregelen in de zin van regel 2 van verordening (EG) nr. 448/2004 van de Commissie van 10 maart 2004 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1685/2000 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door structuurfondsen medegefinancierde verrichtingen, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1145/2003, worden verminderd met het bedrag van de door de begunstigde tijdens de periode van de steunverlening verkregen ontvangsten?

    5)

    Indien de vierde vraag bevestigend wordt beantwoord, kan de cofinanciering dan worden verminderd met de door de begunstigde verkregen ontvangsten, wanneer deze door de betrokken lidstaat niet vóór de afsluiting van de steunmaatregelen zijn meegedeeld aan de Commissie?


    (1)  PB L 72, blz. 66.


    Top