Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CA0487

Gevoegde zaken C-487/17 tot en met C-489/17: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 28 maart 2019 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Strafzaken tegen Alfonso Verlezza e.a. (Prejudiciële verwijzing — Milieu — Richtlijn 2008/98/EG en beschikking 2000/532/EG — Afvalstoffen — Indeling als gevaarlijke afvalstoffen — Afvalstoffen die kunnen worden ingedeeld als gevaarlijke afvalstoffen en als niet-gevaarlijke afvalstoffen)

PB C 187 van 3.6.2019, p. 17–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

3.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 187/17


Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 28 maart 2019 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Strafzaken tegen Alfonso Verlezza e.a.

(Gevoegde zaken C-487/17 tot en met C-489/17) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Milieu - Richtlijn 2008/98/EG en beschikking 2000/532/EG - Afvalstoffen - Indeling als gevaarlijke afvalstoffen - Afvalstoffen die kunnen worden ingedeeld als gevaarlijke afvalstoffen en als niet-gevaarlijke afvalstoffen)

(2019/C 187/19)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Corte suprema di cassazione

Partijen in de strafzaak

Alfonso Verlezza, Riccardo Traversa, Irene Cocco, Francesco Rando, Carmelina Scaglione, Francesco Rizzi, Antonio Giuliano, Enrico Giuliano, Refecta Srl, E. Giovi Srl, Vetreco Srl, SE.IN Srl

Dictum

1)

Bijlage III bij richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen, zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 1357/2014 van de Commissie van 18 december 2014, en de bijlage bij beschikking 2000/532/EG van de Commissie van 3 mei 2000 tot vervanging van beschikking 94/3/EG houdende vaststelling van een lijst van afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, onder a), van richtlijn 75/442/EEG van de Raad betreffende afvalstoffen en beschikking 94/904/EG van de Raad tot vaststelling van een lijst van gevaarlijke afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, lid 4, van richtlijn 91/689/EEG van de Raad betreffende gevaarlijke afvalstoffen, zoals gewijzigd bij besluit 2014/955/EU van de Commissie van 18 december 2014, moeten aldus worden uitgelegd dat de houder van een afvalstof die kan worden ingedeeld onder ofwel codes die overeenkomen met gevaarlijke afvalstoffen, ofwel codes die overeenkomen met niet-gevaarlijke afvalstoffen, maar waarvan de samenstelling niet meteen bekend is, met het oog op deze indeling die samenstelling moet vaststellen en, teneinde na te gaan of die afvalstof gevaarlijke eigenschappen bezit, onderzoek moet doen naar de gevaarlijke stoffen die deze afvalstof redelijkerwijs kan bevatten, en dat hij hiertoe gebruik kan maken van de bemonsteringen, chemische analyses en tests die zijn vastgesteld in verordening (EG) nr. 440/2008 van de Commissie van 30 mei 2008 houdende vaststelling van testmethoden uit hoofde van verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), of enige andere internationaal erkende bemonstering, chemische analyse en test.

2)

Het voorzorgsbeginsel moet aldus worden uitgelegd dat wanneer, na een risicobeoordeling die gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval zo volledig mogelijk is, het voor de houder van een afvalstof die kan worden ingedeeld onder ofwel codes die overeenkomen met gevaarlijke afvalstoffen, ofwel codes die overeenkomen met niet-gevaarlijke afvalstoffen, praktisch onmogelijk is om de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen vast te stellen of de gevaarlijke eigenschappen van de afvalstof te beoordelen, die afvalstof moet worden ingedeeld als gevaarlijke afvalstof.


(1)  PB C 374 van 6.11.2017.


Top