This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CA0346
Case C-346/17 P: Judgment of the Court (Third Chamber) of 6 September 2018 — Christoph Klein v European Commission, Federal Republic of Germany (Appeal — Second paragraph of Article 340 TFEU — Non-contractual liability of the European Union — Directive 93/42/EEC — Medical devices — Article 8(1) and (2) — Safeguard clause procedure — Notification by a Member State of a decision prohibiting the placing on the market of a medical device — Absence of a decision by the European Commission — Sufficiently serious breach of a rule of law intended to confer rights on individuals — Causal link between the conduct of the institution and the damage alleged — Evidence of the existence and extent of the damage)
Zaak C-346/17 P: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 6 september 2018 — Christoph Klein / Europese Commissie, Bondsrepubliek Duitsland (Hogere voorziening — Artikel 340, tweede alinea, VWEU — Niet-contractuele aansprakelijkheid van de Europese Unie — Richtlijn 93/42/EEG — Medische hulpmiddelen — Artikel 8, leden 1 en 2 — Vrijwaringsprocedure — Kennisgeving door een lidstaat van een besluit houdende verbod op het in de handel brengen van een medisch hulpmiddel — Geen besluit van de Europese Commissie — Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die ertoe strekt particulieren rechten toe te kennen — Causaal verband tussen de gedraging van de instelling en de aangevoerde schade — Bewijs voor het bestaan en de omvang van de schade)
Zaak C-346/17 P: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 6 september 2018 — Christoph Klein / Europese Commissie, Bondsrepubliek Duitsland (Hogere voorziening — Artikel 340, tweede alinea, VWEU — Niet-contractuele aansprakelijkheid van de Europese Unie — Richtlijn 93/42/EEG — Medische hulpmiddelen — Artikel 8, leden 1 en 2 — Vrijwaringsprocedure — Kennisgeving door een lidstaat van een besluit houdende verbod op het in de handel brengen van een medisch hulpmiddel — Geen besluit van de Europese Commissie — Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die ertoe strekt particulieren rechten toe te kennen — Causaal verband tussen de gedraging van de instelling en de aangevoerde schade — Bewijs voor het bestaan en de omvang van de schade)
PB C 399 van 5.11.2018, p. 9–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
5.11.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 399/9 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 6 september 2018 — Christoph Klein / Europese Commissie, Bondsrepubliek Duitsland
(Zaak C-346/17 P) (1)
((Hogere voorziening - Artikel 340, tweede alinea, VWEU - Niet-contractuele aansprakelijkheid van de Europese Unie - Richtlijn 93/42/EEG - Medische hulpmiddelen - Artikel 8, leden 1 en 2 - Vrijwaringsprocedure - Kennisgeving door een lidstaat van een besluit houdende verbod op het in de handel brengen van een medisch hulpmiddel - Geen besluit van de Europese Commissie - Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die ertoe strekt particulieren rechten toe te kennen - Causaal verband tussen de gedraging van de instelling en de aangevoerde schade - Bewijs voor het bestaan en de omvang van de schade))
(2018/C 399/11)
Procestaal: Duits
Partijen
Rekwirant: Christoph Klein (vertegenwoordiger: H.-J. Ahlt, Rechtsanwalt)
Andere partijen in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: G. von Rintelen, A. Sipos en A. C. Becker, gemachtigden), Bondsrepubliek Duitsland
Dictum
1) |
Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 28 september 2016, Klein/Commissie (T-309/10 RENV, niet gepubliceerd, EU:T:2016:570), wordt vernietigd voor zover daarbij is beslist dat Christoph Klein geen rechtstreeks en toereikend causaal verband heeft aangetoond dat kon leiden tot aansprakelijkheid van de Europese Unie. |
2) |
De hogere voorziening wordt afgewezen voor het overige. |
3) |
Het beroep van Christoph Klein tot vergoeding van de schade die hij stelt te hebben geleden als gevolg van niet-nakoming door de Europese Commissie van de verplichtingen die op haar rusten krachtens artikel 8 van richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen, wordt verworpen. |
4) |
Christoph Klein en de Europese Commissie dragen hun eigen kosten met betrekking tot zowel de procedures in eerste aanleg als die in hogere voorziening. |
5) |
De Bondsrepubliek Duitsland draagt haar eigen kosten met betrekking tot de procedures in eerste aanleg. |