Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TN0858

    Zaak T-858/16: Beroep ingesteld op 6 december 2016 — Dow Corning en Dow Corning Europe/Commissie

    PB C 46 van 13.2.2017, p. 20–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    13.2.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 46/20


    Beroep ingesteld op 6 december 2016 — Dow Corning en Dow Corning Europe/Commissie

    (Zaak T-858/16)

    (2017/C 046/23)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partijen: Dow Corning Corporation (Midland, Michigan, Verenigde Staten) en Dow Corning Europe (Seneffe, België) (vertegenwoordigers: S. Verschuur, M. Stroungi en L. Mélia, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    nietigverklaring van de artikelen 1 tot en met 4 van het besluit van de Commissie van 11 januari 2016 betreffende de staatssteunregeling inzake vrijstelling van overwinst SA.37667 (2015/C) (ex 2015/NN), door België ten uitvoer gelegd (hierna: „bestreden besluit”) (1);

    subsidiair: nietigverklaring van artikel 2, lid 1, van het bestreden besluit;

    verwijzing van de Commissie in de kosten van deze procedure.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.

    1.

    Eerste middel: de Commissie heeft artikel 1, onder d), van verordening 2015/1589 (2) geschonden door het stelsel van overwinstrulings ten onrechte als een steunmaatregel aan te merken, waardoor zij blijk heeft gegeven van een kennelijk onjuiste rechtsopvatting en diverse kennelijke feitelijke fouten en beoordelingsfouten heeft begaan, en een ontoereikende motivering heeft gegeven.

    2.

    Tweede middel: de Commissie heeft artikel 107, lid 1, VWEU geschonden door bij de uitlegging en de toepassing van het referentiekader voor de beoordeling of de overwinstrulings een selectief voordeel hebben verschaft, blijk te geven van een onjuiste rechtsopvatting en een kennelijke beoordelingsfout te begaan.

    3.

    Derde middel: de Commissie heeft artikel 107, lid 1, VWEU geschonden door ten onrechte vast te stellen dat de overwinstrulings een voordeel hebben verschaft, waardoor zij diverse kennelijke feitelijke fouten en beoordelingsfouten heeft begaan, geen zorgvuldig en onpartijdig onderzoek heeft verricht en een ontoereikende motivering heeft gegeven.

    4.

    Vierde middel: de Commissie heeft artikel 16 van verordening 2015/1589 en verschillende beginselen van EU-recht geschonden door bij de vaststelling van de methode om de beweerde steun te kwantificeren, blijk te geven van een onjuiste rechtsopvatting en een kennelijke beoordelingsfout te begaan en een ontoereikende motivering te geven.


    (1)  Besluit (EU) 2016/1699 van de Commissie van 11 januari 2016 betreffende de staatssteunregeling inzake vrijstelling van overwinst SA.37667 (2015/C) (ex 2015/NN) door België ten uitvoer gelegd (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 9837) (PB 2016, L 260, blz. 61).

    (2)  Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB 2015, L 248, blz. 9).


    Top