EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CA0111

Zaak C-111/16: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 september 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale di Udine — Italië) — Strafzaak tegen Giorgio Fidenato, Leandro Taboga, Luciano Taboga [Prejudiciële verwijzing — Landbouw — Genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders — Noodmaatregelen — Nationale maatregel tot verbod van de teelt van de genetisch gemodificeerde mais MON 810 — Handhaving of verlenging van de maatregel — Verordening (EG) nr. 1829/2003 — Artikel 34 — Verordening (EG) nr. 178/2002 — Artikelen 53 en 54 — Toepassingsvoorwaarden — Voorzorgsbeginsel]

PB C 382 van 13.11.2017, p. 16–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 382/16


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 september 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale di Udine — Italië) — Strafzaak tegen Giorgio Fidenato, Leandro Taboga, Luciano Taboga

(Zaak C-111/16) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Landbouw - Genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders - Noodmaatregelen - Nationale maatregel tot verbod van de teelt van de genetisch gemodificeerde mais MON 810 - Handhaving of verlenging van de maatregel - Verordening (EG) nr. 1829/2003 - Artikel 34 - Verordening (EG) nr. 178/2002 - Artikelen 53 en 54 - Toepassingsvoorwaarden - Voorzorgsbeginsel])

(2017/C 382/18)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale di Udine

Partijen in de strafzaak

Giorgio Fidenato, Leandro Taboga, Luciano Taboga

Dictum

1)

Artikel 34 van verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, gelezen in samenhang met artikel 53 van verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden, moet aldus worden uitgelegd dat de Europese Commissie niet verplicht is noodmaatregelen te treffen als bedoeld in dat laatste artikel, wanneer een lidstaat haar overeenkomstig artikel 54, lid 1, van die laatste verordening officieel in kennis stelt van de noodzaak om dergelijke maatregelen te nemen, terwijl niet blijkt dat producten waarvoor krachtens of overeenkomstig verordening nr. 1829/2003 een vergunning is verleend, waarschijnlijk een ernstig risico voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu inhouden.

2)

Artikel 34 van verordening nr. 1829/2003, gelezen in samenhang met artikel 54 van verordening nr. 178/2002, moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat, nadat hij de Europese Commissie officieel in kennis heeft gesteld van de noodzaak om noodmaatregelen te nemen en de Commissie niet heeft gehandeld conform artikel 53 van verordening nr. 178/2002, ten eerste dergelijke maatregelen mag nemen op nationaal niveau, en ten tweede die maatregelen mag handhaven of verlengen zolang de Commissie geen besluit tot verlenging, wijziging of intrekking ervan heeft genomen overeenkomstig artikel 54, lid 2, van die verordening.

3)

Artikel 34 van verordening nr. 1829/2003, gelezen in samenhang met het voorzorgsbeginsel als vermeld in artikel 7 van verordening nr. 178/2002, moet aldus worden uitgelegd dat het de lidstaten niet de mogelijkheid biedt om louter op grond van dat beginsel voorlopige noodmaatregelen te nemen overeenkomstig artikel 54 van verordening nr. 178/2002, zonder dat de in artikel 34 van verordening nr. 1829/2003 bedoelde materiële voorwaarden zijn vervuld.


(1)  PB C 191 van 30.5.2016.


Top