EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0628

Zaak C-628/15: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 september 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (England and Wales) (Civil Division), Verenigd Koninkrijk — The Trustees of the BT Pension Scheme/Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs [Prejudiciële verwijzing — Vrij verkeer van kapitaal — Artikel 63 VWEU — Werkingssfeer — Belastingwetgeving van een lidstaat — Vennootschapsbelasting — Belastingkrediet — Pensioenfonds — Weigering om aan niet aan belasting over beleggingsinkomsten onderworpen aandeelhouders een belastingkrediet toe te kennen voor buitenlandse dividendinkomsten — Uitlegging van het arrest van 12 december 2006, Test Claimants in the FII Group Litigation (C-446/04, EU:C:2006:774) — Ten onrechte niet toegekend belastingkrediet — Rechtsmiddelen]

PB C 382 van 13.11.2017, p. 10–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 382/10


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 september 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (England and Wales) (Civil Division), Verenigd Koninkrijk — The Trustees of the BT Pension Scheme/Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

(Zaak C-628/15) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Vrij verkeer van kapitaal - Artikel 63 VWEU - Werkingssfeer - Belastingwetgeving van een lidstaat - Vennootschapsbelasting - Belastingkrediet - Pensioenfonds - Weigering om aan niet aan belasting over beleggingsinkomsten onderworpen aandeelhouders een belastingkrediet toe te kennen voor buitenlandse dividendinkomsten - Uitlegging van het arrest van 12 december 2006, Test Claimants in the FII Group Litigation (C-446/04, EU:C:2006:774) - Ten onrechte niet toegekend belastingkrediet - Rechtsmiddelen])

(2017/C 382/11)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Court of Appeal (England and Wales) (Civil Division)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: The Trustees of the BT Pension Scheme

Verwerende partij: Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

Dictum

1)

Artikel 63 VWEU moet aldus moet worden uitgelegd dat het in omstandigheden als in het hoofdgeding rechten toekent aan een aandeelhouder die als „buitenlandse dividendinkomsten” (foreign income dividend) aangemerkte dividenden ontvangt.

2)

Het Unierecht vereist dat het nationale recht van een lidstaat voorziet in rechtsmiddelen voor aandeelhouders die, in een situatie als in het hoofdgeding, als „buitenlandse dividendinkomsten” aangemerkte dividenden hebben ontvangen zonder evenwel een belastingkrediet voor die dividenden te hebben ontvangen, teneinde hen in staat te stellen de hun krachtens artikel 63 VWEU toegekende rechten uit te oefenen. In dit verband dient de nationale bevoegde rechter ervoor te zorgen dat niet aan inkomstenbelasting over dividenden onderworpen aandeelhouders — zoals de Trustees of the BT Pension Scheme — die als „buitenlandse dividendinkomsten” aangemerkte dividendinkomsten hebben ontvangen die hun oorsprong vinden in dividenden van buitenlandse oorsprong, beschikken over een rechtsmiddel dat, ten eerste, de betaling kan waarborgen van het ten onrechte aan de rechthebbenden ontzegde belastingkrediet voor die dividenden, en dit volgens procedureregels die niet minder gunstig zijn dan die welke gelden voor een rechtsvordering die strekt tot betaling van een belastingkrediet of van een soortgelijk belastingvoordeel in een situatie waarin de belastingdienst de rechthebbenden bij een uitkering van dividenden die hun oorsprong vinden in dividenden die zijn ontvangen van een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde vennootschap ten onrechte dit belastingkrediet of belastingvoordeel heeft ontzegd, en, ten tweede, de bescherming van de door artikel 63 VWEU aan dergelijke aandeelhouders toegekende rechten doeltreffend kan waarborgen.

3)

Noch de omstandigheid dat de Trustees of the BT Pension Scheme niet onderworpen zijn aan inkomstenbelasting over de door hen ontvangen dividenden, noch de omstandigheid dat de betrokken schending van het Unierecht volgens de verwijzende rechter niet voldoende gekwalificeerd is om, overeenkomstig de in het arrest van 5 maart 1996, Brasserie du pêcheur en Factortame (C-46/93 en C-48/93, EU:C:1996:79), geformuleerde beginselen, te leiden tot niet-contractuele aansprakelijkheid van de betrokken lidstaat ten opzichte van de vennootschap die als „buitenlandse dividendinkomsten” aangemerkte dividenden uitkeert, noch de omstandigheid dat een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde vennootschap een verhoogd bedrag aan als „buitenlandse dividendinkomsten” aangemerkte dividenden heeft uitgekeerd ter compensatie van het feit dat aan de ontvangende aandeelhouder geen belastingkrediet wordt toegekend, kan de antwoorden op de andere vragen van de verwijzende rechter wijzigen.


(1)  PB C 38 van 1.2.2016.


Top