This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CA0569
Case C-569/15: Judgment of the Court (Third Chamber) of 13 September 2017 (request for a preliminary ruling from the Hoge Raad der Nederlanden — Netherlands) — X v Staatssecretaris van Financiën (Reference for a preliminary ruling — Application of social security schemes — Migrant workers — Determination of the applicable legislation — Regulation (EEC) No 1408/71 — Article 14(2)(b)(i) — Person normally employed in the territory of two or more Member States — Person employed in one Member State and engaged in paid employment on the territory of another Member State during a period of unpaid leave lasting three months)
Zaak C-569/15: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 september 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — X/Staatssecretaris van Financiën [Prejudiciële verwijzing — Toepassing van de socialezekerheidsregelingen — Migrerende werknemers — Vaststelling van de toe te passen wetgeving — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Artikel 14, lid 2, onder b), i) — Persoon die op het grondgebied van twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt uit te oefenen — Persoon die is aangesteld in een lidstaat en tijdens een onbetaald verlof van drie maanden werkzaamheden in loondienst verricht op het grondgebied van een andere lidstaat]
Zaak C-569/15: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 september 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — X/Staatssecretaris van Financiën [Prejudiciële verwijzing — Toepassing van de socialezekerheidsregelingen — Migrerende werknemers — Vaststelling van de toe te passen wetgeving — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Artikel 14, lid 2, onder b), i) — Persoon die op het grondgebied van twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt uit te oefenen — Persoon die is aangesteld in een lidstaat en tijdens een onbetaald verlof van drie maanden werkzaamheden in loondienst verricht op het grondgebied van een andere lidstaat]
PB C 382 van 13.11.2017, p. 8–8
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.11.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/8 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 september 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — X/Staatssecretaris van Financiën
(Zaak C-569/15) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Toepassing van de socialezekerheidsregelingen - Migrerende werknemers - Vaststelling van de toe te passen wetgeving - Verordening (EEG) nr. 1408/71 - Artikel 14, lid 2, onder b), i) - Persoon die op het grondgebied van twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt uit te oefenen - Persoon die is aangesteld in een lidstaat en tijdens een onbetaald verlof van drie maanden werkzaamheden in loondienst verricht op het grondgebied van een andere lidstaat])
(2017/C 382/07)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: X
Verwerende partij: Staatssecretaris van Financiën
Dictum
Artikel 14, lid 2, onder b), i), van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, in de versie zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 592/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008, moet aldus worden uitgelegd dat een persoon die op het grondgebied van een lidstaat woont en daar werkzaamheden in loondienst verricht en die gedurende een periode van drie maanden onbetaald verlof neemt en werkzaamheden in loondienst verricht op het grondgebied van een andere lidstaat, moet worden beschouwd als een persoon die op het grondgebied van twee lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt uit te oefenen in de zin van deze bepaling, voor zover, ten eerste, hij volgens de socialezekerheidswetgeving van de eerste lidstaat wordt beschouwd werkzaamheden in loondienst uit te oefenen gedurende die verlofperiode, en, ten tweede, de werkzaamheden die op het grondgebied van de tweede lidstaat worden verricht, gewoonlijk worden uitgeoefend en van betekenis zijn, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.