Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TN0820

Zaak T-820/14: Beroep ingesteld op 20 december 2014 — Delta Group agroalimentare/Commissie

PB C 65 van 23.2.2015, p. 43–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

23.2.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 65/43


Beroep ingesteld op 20 december 2014 — Delta Group agroalimentare/Commissie

(Zaak T-820/14)

(2015/C 065/59)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Delta Group agroalimentare Srl (Porto Viro, Italië) (vertegenwoordiger: V. Migliorini, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

de brief met kenmerk SM/FUN S/2622874 van 28 juli 2014 van de Europese Commissie, met name van directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling Jerry Plewa, gericht aan de directeur-generaal Internationaal en EU-beleid van het Italiaanse ministerie van Land- en Bosbouw, Felice Assenza, waarvan verzoekende partij kennis heeft gekregen nadat zij op 19 november 2014 toegang tot documenten kreeg, onbestaand en in elk geval nietig verklaren voor zover daarin het verzoek van Italië wordt afgewezen betreffende de overeenkomstig artikel 220 van verordening (EU) nr. 1308/2013 aangevraagde steunmaatregelen 6 tot en met 9, in het bijzonder de maatregelen betreffende de slachthuizen waarin wordt geslacht ter uitvoering van de sanitaire maatregelen tegen de verspreiding van aviaire influenza, en betreffende de daarmee verband houdende commerciële schade, en uitvoeringsverordening (EU) nr. 1071/2014 van de Commissie van 10 oktober 2014 inzake uitzonderlijke steunmaatregelen voor de sectoren eieren en pluimveevlees in Italië, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie van 11 oktober 2014, onbestaand en in elk geval nietig verklaren voor zover daarmee de slachthuizen waarin wordt geslacht ter uitvoering van de sanitaire maatregelen tegen de verspreiding van aviaire influenza en de daarmee verband houdende commerciële schade worden uitgesloten van de op basis van artikel 220 van verordening (EG) nr. 1308/2013 vastgestelde steunmaatregelen.

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1.

Eerste middel: schending van artikel 40, lid 2, VWEU en in het bijzonder van het non-discriminatiebeginsel, alsook een kennelijk onjuiste beoordeling en misbruik van bevoegdheid

Aangezien de bioveiligheidsmaatregelen die schade hebben berokkend aan de kwekers van legkippen van Imola, Lugo, Mordano en Occhiobello, die aanspraak konden maken op de in verordening (EU) nr. 1071/2014 bedoelde steunmaatregelen, ook schade hebben berokkend aan de verzoekende partij, die deze slachtdieren diende af te nemen om hen te slachten en door te verkopen aan haar klanten, vormt de uitsluiting van de steunmaatregelen van de onderneming die de getroffen dieren diende af te nemen met het oog op de verkoop, en de uitsluitende inaanmerkingneming van de onderneming die deze dieren had gefokt, een onrechtmatige discriminatie tussen ondernemingen van de bedrijfstak, in strijd met artikel 40, lid 2, VWEU. Artikel 40, lid 2, VWEU voorziet overigens uitdrukkelijk in „subsidies zowel voor de productie als voor het in de handel brengen der verschillende producten”.

2.

Tweede middel: schending van artikel 220 van verordening (EU) nr. 1308/2013

Artikel 220, lid 1, onder a), van verordening (EU) nr. 1308/2013 voorziet in steunmaatregelen voor de markt om rekening te houden met de beperkingen van het handelsverkeer die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verspreiding van dierziekten tegen te gaan. De schade die het handelsverkeer ondervindt is dus juist de schade die moet worden vergoed in het kader van de in artikel 220 van verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde maatregelen en kan niet worden beschouwd als schade die indirect is ten opzichte van de schade die wordt geleden in de fase die voorafgaat aan het handelsverkeer (schade bij het fokken).

3.

Derde middel: schending van wezenlijke vormvoorschriften en in het bijzonder van artikel 5 van verordening (EU) nr. 182/2011

De in de bestreden brief vervatte beslissing van de Commissie tot afwijzing van het verzoek van Italië om handelsondernemingen en commerciële schade voor steun in aanmerking te laten komen, is genomen zonder voorafgaand advies van het comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en is dus in strijd met de wezenlijke vormvoorschriften van artikel 5 van verordening (EU) nr. 182/2011, dat van toepassing is ingevolge de verwijzing in artikel 229 van verordening (EU) nr. 1308/2013, waarnaar wordt verwezen in artikel 220 van deze verordening.


Top