Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TN0771

    Zaak T-771/14: Beroep ingesteld op 21 november 2014 — ANKO/Commissie

    PB C 65 van 23.2.2015, p. 36–36 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    23.2.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 65/36


    Beroep ingesteld op 21 november 2014 — ANKO/Commissie

    (Zaak T-771/14)

    (2015/C 065/50)

    Procestaal: Grieks

    Partijen

    Verzoekende partij: ANKO AE Antiprosopeion, Emporeiou kai Viomichanias (Athene, Griekenland) (vertegenwoordiger: V. Christianos, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    vaststellen dat het bedrag van 2 96  149,77 EUR dat de Commissie aan verzoekster heeft uitgekeerd voor het project DOC@HAND betrekking heeft op kosten die voor vergoeding in aanmerking komen, zodat verzoekster niet tot terugbetaling gehouden is, en

    de Commissie veroordelen in de kosten van verzoekster.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Het onderhavige beroep betreft de aansprakelijkheid van de Commissie ingevolge artikel 272 VWEU, op grond van overeenkomst 508015, voor de uitvoering van project DOC@ HAND. Verzoekster voert meer in het bijzonder aan dat ofschoon zij aan haar contractuele verplichtingen heeft voldaan, de Commissie in strijd met de contractuele bepalingen, het beginsel van goede trouw, het verbod van rechtsmisbruik en het evenredigheidsbeginsel van ANKO terugbetaling van de uitgekeerde bedragen vordert op grond dat deze betrekking zouden hebben op kosten die niet voor vergoeding in aanmerking komen.

    Verzoekster betoogt dan ook, in de eerste plaats, dat de Commissie zich baseert op ongegronde argumenten, die hoe dan ook niet zijn onderbouwd, voor haar standpunt dat nagenoeg alle uitgaven van ANKO kosten zijn die niet voor vergoeding in aanmerking komen en dat het aan ANKO voor het project DOC@HAND uitgekeerde bedrag moet worden teruggevorderd. In de tweede plaats betoogt verzoekster dat de Commissie, door 99,59 % van de bijdrage te weigeren op grond dat het hierbij niet gaat om uitgaven voor het project die voor vergoeding in aanmerking komen, het verbod van rechtsmisbruik en het evenredigheidsbeginsel heeft geschonden.


    Top