Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CA0268

    Zaak C-268/13: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 9 oktober 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunalul Sibiu — Roemenië) — Elena Petru/Casa Judeţeană de Asigurări de Sănătate Sibiu, Casa Naţională de Asigurări de Sănătate [Prejudiciële verwijzing — Sociale zekerheid — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Artikel 22, lid 2, tweede alinea — Ziektekostenverzekering — In een andere lidstaat verstrekte ziekenhuiszorg — Weigering van voorafgaande toestemming — Gebrek aan geneesmiddelen en aan de meest fundamentele medische benodigdheden]

    PB C 439 van 8.12.2014, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    8.12.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 439/5


    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 9 oktober 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunalul Sibiu — Roemenië) — Elena Petru/Casa Judeţeană de Asigurări de Sănătate Sibiu, Casa Naţională de Asigurări de Sănătate

    (Zaak C-268/13) (1)

    ([Prejudiciële verwijzing - Sociale zekerheid - Verordening (EEG) nr. 1408/71 - Artikel 22, lid 2, tweede alinea - Ziektekostenverzekering - In een andere lidstaat verstrekte ziekenhuiszorg - Weigering van voorafgaande toestemming - Gebrek aan geneesmiddelen en aan de meest fundamentele medische benodigdheden])

    (2014/C 439/07)

    Procestaal: Roemeens

    Verwijzende rechter

    Tribunalul Sibiu

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Elena Petru

    Verwerende partij: Casa Judeţeană de Asigurări de Sănătate Sibiu, Casa Naţională de Asigurări de Sănătate

    Dictum

    Artikel 22, lid 2, tweede alinea, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 592/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008, moet aldus worden uitgelegd dat de op grond van lid 1, sub c-i, van dat artikel vereiste toestemming niet mag worden geweigerd wanneer de betrokken ziekenhuiszorg niet tijdig kan worden verstrekt in de lidstaat waar de sociaal verzekerde woont omdat de nodige geneesmiddelen en de meest fundamentele medische benodigdheden ontbreken. Die onmogelijkheid dient te gelden voor alle ziekenhuizen in die lidstaat die de betrokken behandeling kunnen verstrekken, rekening gehouden met het tijdsbestek waarbinnen die behandeling tijdig kan worden verkregen.


    (1)  PB C 207 van 20.7.2013.


    Top