Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011TA0264

    Zaak T-264/11 P: Arrest van het Gerecht van 16 september 2013 — De Nicola/EIB ( „Hogere voorziening — Openbare dienst — Personeel van EIB — Beoordeling — Bevordering — Beoordelings- en bevorderingsronde 2007 — Besluit van beroepscomité — Psychisch geweld — Redelijke termijn — Verzoek om nietigverklaring — Verzoek om schadevergoeding” )

    PB C 313 van 26.10.2013, p. 22–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    26.10.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 313/22


    Arrest van het Gerecht van 16 september 2013 — De Nicola/EIB

    (Zaak T-264/11 P) (1)

    (Hogere voorziening - Openbare dienst - Personeel van EIB - Beoordeling - Bevordering - Beoordelings- en bevorderingsronde 2007 - Besluit van beroepscomité - Psychisch geweld - Redelijke termijn - Verzoek om nietigverklaring - Verzoek om schadevergoeding)

    2013/C 313/41

    Procestaal: Italiaans

    Partijen

    Rekwirerende partij: Carlo De Nicola (Strassen, Luxemburg) (vertegenwoordiger: L. Isola, advocaat)

    Andere partij in de procedure: Europese Investeringsbank (EIB) (vertegenwoordigers: aanvankelijk T. Gilliams en F. Martin, vervolgens T. Gilliams en G. Nuvoli, gemachtigden, bijgestaan door A. Dal Ferro, advocaat)

    Voorwerp

    Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Eerste kamer) van 8 maart 2011, De Nicola/EIB (F-59/09, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie), en strekkende tot vernietiging van dat arrest

    Dictum

    1.

    Het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Eerste kamer) van 8 maart 2011, De Nicola/EIB (F-59/09), wordt vernietigd, voor zover daarbij worden afgewezen de vordering van De Nicola om nietigverklaring van het besluit van het beroepscomité van de Europese Investeringsbank (EIB) enerzijds, en zijn vordering tot vergoeding van de schade die hij zou hebben geleden door het psychisch geweld van de bank jegens hem anderzijds.

    2.

    De principale hogere voorziening wordt afgewezen voor het overige.

    3.

    De zaak wordt terugverwezen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken.

    4.

    De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.


    (1)  PB C 211 van 16.7.2011.


    Top