This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009TN0336
Case T-336/09: Action brought on 25 August 2009 — Häfele v OHIM — Topcom Europe (Topcom)
Zaak T-336/09: Beroep ingesteld op 25 augustus 2009 — Häfele/BHIM — Topcom Europe (Topcom)
Zaak T-336/09: Beroep ingesteld op 25 augustus 2009 — Häfele/BHIM — Topcom Europe (Topcom)
PB C 256 van 24.10.2009, p. 32–32
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.10.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 256/32 |
Beroep ingesteld op 25 augustus 2009 — Häfele/BHIM — Topcom Europe (Topcom)
(Zaak T-336/09)
2009/C 256/57
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Häfele GmbH & Co. KG (Nagold, Duitsland) (vertegenwoordiger: J. Dönch, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Topcom Europe NV (Heverlee, België)
Conclusies
— |
vernietiging van de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 5 juni 2009 in zaak R 1500/2008-2, en |
— |
verwijzing van verweerder in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Aanvrager van het gemeenschapsmerk: verzoekster
Betrokken gemeenschapsmerk: woordmerk „Topcom” voor waren van de klassen 7, 9 en 11
Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep
Oppositiemerk of -teken: gemeenschapswoordmerk „TOPCOM” voor waren van klasse 9; Benelux-woordmerk „TOPCOM” voor waren van klasse 9
Beslissing van de oppositieafdeling: afwijzing van de oppositie
Beslissing van de kamer van beroep: toewijzing van het beroep en van de oppositie en vernietiging van de beslissing van de oppositieafdeling
Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 (thans artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009) doordat de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat er gevaar voor verwarring van de betrokken merken bestond, hoewel de betrokken waren soortgelijk noch complementair zijn.