EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CA0420

Zaak C-420/07: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 28 april 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) — Verenigd Koninkrijk) — Meletis Apostolides/David Charles Orams, Linda Elizabeth Orams (Verzoek om prejudiciële beslissing — Protocol nr. 10 over Cyprus — Opschorting van invoering van acquis communautaire in zones waarover Cypriotische regering niet feitelijk gezag uitoefent — Verordening (EG) nr. 44/2001 — Rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken — Beslissing die is gegeven door Cypriotisch gerecht dat in door voornoemde regering feitelijk gecontroleerd gebied zetelt en betrekking heeft op buiten dit gebied gelegen stuk grond — Artikelen 22, punt 1, 34, punten 1 en 2, 35, lid 1, en 38, lid 1, van voornoemde verordening)

PB C 153 van 4.7.2009, p. 7–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.7.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 153/7


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 28 april 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) — Verenigd Koninkrijk) — Meletis Apostolides/David Charles Orams, Linda Elizabeth Orams

(Zaak C-420/07) (1)

(Verzoek om prejudiciële beslissing - Protocol nr. 10 over Cyprus - Opschorting van invoering van acquis communautaire in zones waarover Cypriotische regering niet feitelijk gezag uitoefent - Verordening (EG) nr. 44/2001 - Rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken - Beslissing die is gegeven door Cypriotisch gerecht dat in door voornoemde regering feitelijk gecontroleerd gebied zetelt en betrekking heeft op buiten dit gebied gelegen stuk grond - Artikelen 22, punt 1, 34, punten 1 en 2, 35, lid 1, en 38, lid 1, van voornoemde verordening)

2009/C 153/13

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Meletis Apostolides

Verwerende partijen: David Charles Orams, Linda Elizabeth Orams

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Court of Appeal (Civil Division) — Uitlegging van artikel 1, lid 1, van Protocol nr. 10 bij de Akte van toetreding van Cyprus, en van de artikelen 22, 34, punten 1 en 2, en 35, lid 1, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 2001, L 12, blz. 1) — Opschorting van de invoering van het acquis communautaire in de gebiedsdelen waarover de regering geen feitelijk gezag uitoefent — Erkenning en tenuitvoerlegging door het gerecht van een lidstaat, van een beslissing van een gerecht zetelend in het gebied van feitelijke gezagsuitoefening en betrekking hebbend op een buiten dit gebied gelegen perceel grond

Dictum

1)

De opschorting van de invoering van het acquis communautaire in de zones van de Republiek Cyprus waarover de regering van die lidstaat niet feitelijk het gezag uitoefent, als bedoeld in artikel 1, lid 1, van protocol nr. 10 over Cyprus van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, staat niet in de weg aan de toepassing van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, op een beslissing die is gegeven door een Cypriotisch gerecht dat zetelt in het door de Cypriotische regering feitelijk gecontroleerde gebied van het eiland, maar die betrekking heeft op een in voornoemde zones gelegen stuk grond.

2)

Op grond van artikel 35, lid 1, van verordening nr. 44/2001 is een gerecht van een lidstaat niet bevoegd, de erkenning of de tenuitvoerlegging te weigeren van een beslissing van de gerechten van een andere lidstaat die betrekking heeft op een stuk grond in een gebied van laatstgenoemde lidstaat waarover de regering van die lidstaat niet feitelijk het gezag uitoefent.

3)

Het feit dat een beslissing van de gerechten van een lidstaat betreffende een stuk grond in een gebied van die staat waarover de regering daarvan niet feitelijk het gezag uitoefent, in de praktijk niet ten uitvoer kan worden gelegd daar waar het stuk grond zich bevindt, levert geen grond op om de erkenning of de tenuitvoerlegging uit hoofde van artikel 34, punt 1, van verordening nr. 44/2001 te weigeren, en betekent ook niet dat een dergelijke beslissing niet uitvoerbaar is in de zin van artikel 38, lid 1, van voornoemde verordening.

4)

De erkenning of de tenuitvoerlegging van een bij verstek gegeven beslissing kan niet op grond van artikel 34, punt 2, van verordening nr. 44/2001 worden geweigerd wanneer de verweerder een rechtsmiddel heeft kunnen aanwenden tegen de bij verstek gegeven beslissing en daardoor heeft kunnen geldend maken dat het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk hem niet zo tijdig en op zodanige wijze als met het oog op zijn verdediging nodig was, was betekend of meegedeeld.


(1)  PB C 297 van 8.12.2007.


Top