EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CA0352

Zaak C-352/06: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 20 mei 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Köln — Duitsland) — Brigitte Bosmann/Bundesagentur für Arbeit — Familienkasse Aachen (Sociale zekerheid — Kinderbijslag — Schorsing van recht op uitkering — Artikel 13, lid 2, sub a), van Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 574/72 — Toepasselijke wetgeving — Toekenning van uitkeringen in woonstaat die niet de bevoegde staat is)

PB C 171 van 5.7.2008, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/5


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 20 mei 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Köln — Duitsland) — Brigitte Bosmann/Bundesagentur für Arbeit — Familienkasse Aachen

(Zaak C-352/06) (1)

(Sociale zekerheid - Kinderbijslag - Schorsing van recht op uitkering - Artikel 13, lid 2, sub a), van Verordening (EEG) nr. 1408/71 - Artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 574/72 - Toepasselijke wetgeving - Toekenning van uitkeringen in woonstaat die niet de bevoegde staat is)

(2008/C 171/07)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Finanzgericht Köln — Duitsland

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Brigitte Bosmann

Verwerende partij: Bundesagentur für Arbeit — Familienkasse Aachen

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Finanzgericht Köln — Uitlegging van artikel 13, lid 2, sub a, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2) — Uitlegging van artikel 10 van verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 74, blz. 1) — Uitlegging van artikel 39 EG — Uitlegging van algemene beginselen — Recht op bijslag voor kinderen ten laste — Stopzetting van de in de woonstaat betaalde uitkeringen — Recht op soortgelijke uitkeringen in de staat van tewerkstelling

Dictum

1)

Artikel 13, lid 2, sub a, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, in de gewijzigde en bijgewerkte versie van verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 647/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005, verzet zich er niet tegen dat een migrerende werknemer, op wie de socialezekerheidsregeling van de werkstaat van toepassing is, krachtens een nationale regeling van de woonstaat in deze laatste staat gezinsbijslag ontvangt.

2)

Het staat aan de verwijzende rechter te bepalen of de vraag of een werknemer in de situatie van verzoekster in het hoofdgeding elke werkdag naar de woonplaats van het gezin in de betrokken lidstaat terugkeert, relevant is voor de beoordeling of deze werknemer voldoet aan de voorwaarden voor toekenning van de betrokken gezinsbijslag in die lidstaat krachtens de wetgeving ervan.


(1)  PB C 281 van 18.11.2006.


Top