This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62005TA0211
Case T-211/05: Judgment of the Court of First Instance of 4 September 2009 — Italy v Commission (State aid — Aid scheme implemented by the Italian authorities in favour of newly listed companies — Decision declaring the aid incompatible with the common market and ordering its recovery — Obligation to state reasons — Selective nature — Effect on trade between Member States — Adverse effect on competition)
Zaak T-211/05: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 4 september 2009 — Italië/Commissie ( Staatssteun — Steunregeling ingevoerd door Italiaanse autoriteiten ten gunste van recentelijk aan beurs genoteerde ondernemingen — Beschikking waarbij steun onverenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard en terugvordering ervan wordt gelast — Motiveringsplicht — Selectiviteit — Ongunstige beïnvloeding van handelsverkeer tussen lidstaten — Aantasting van mededinging )
Zaak T-211/05: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 4 september 2009 — Italië/Commissie ( Staatssteun — Steunregeling ingevoerd door Italiaanse autoriteiten ten gunste van recentelijk aan beurs genoteerde ondernemingen — Beschikking waarbij steun onverenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard en terugvordering ervan wordt gelast — Motiveringsplicht — Selectiviteit — Ongunstige beïnvloeding van handelsverkeer tussen lidstaten — Aantasting van mededinging )
PB C 256 van 24.10.2009, p. 21–21
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.10.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 256/21 |
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 4 september 2009 — Italië/Commissie
(Zaak T-211/05) (1)
(„Staatssteun - Steunregeling ingevoerd door Italiaanse autoriteiten ten gunste van recentelijk aan beurs genoteerde ondernemingen - Beschikking waarbij steun onverenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard en terugvordering ervan wordt gelast - Motiveringsplicht - Selectiviteit - Ongunstige beïnvloeding van handelsverkeer tussen lidstaten - Aantasting van mededinging”)
2009/C 256/36
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Republiek Italië (vertegenwoordigers: aanvankelijk I. Braguglia, vervolgens R. Adam en ten slotte I. Bruni, gemachtigden, bijgestaan door P. Gentili, avvocato dello Stato)
Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: V. Di Bucci en E. Righini, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek om nietigverklaring van beschikking 2006/261/EG van de Commissie van 16 maart 2005 betreffende steunmaatregel C 8/2004 (ex NN 164/2003) die door Italië ten uitvoer is gelegd ten gunste van recentelijk aan de beurs genoteerde ondernemingen (PB 2006, L 94, blz. 42)
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
De Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten. |