EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019XG0607(03)

Conclusies van de Raad van de Europese Unie en de vertegenwoordigers van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de toegang tot sport voor personen met een handicap

ST/9156/2019/INIT

PB C 192 van 7.6.2019, p. 18–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 192/18


Conclusies van de Raad van de Europese Unie en de vertegenwoordigers van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de toegang tot sport voor personen met een handicap

(2019/C 192/06)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

1.

In 2020 zal de EU naar verwachting 120 miljoen personen met een handicap tellen. De EU ijvert voor gelijkheid van kansen van en toegankelijkheid voor personen met een handicap. Een essentieel deel van haar strategie omvat het toewerken naar een onbelemmerd Europa (1).

2.

De algemene beginselen in artikel 3, de begripsomschrijving van universeel ontwerp in artikel 2 en de specifieke bepalingen inzake deelname aan het culturele leven, recreatie, vrijetijdsbesteding en sport in artikel 30 van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (2) zijn bijzonder relevant opdat personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen aan sportactiviteiten deelnemen.

3.

In de EU worden handicaps en ziekte vaak aangehaald als redenen waarom mensen niet deelnemen aan sport en lichamelijke activiteiten (3).

4.

Sportactiviteiten kunnen specifiek voor personen met een handicap worden ontworpen of aan hen worden aangepast om hen tot dergelijke activiteiten toegang te bieden, ongeacht of zij een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking hebben. Onder bepaalde voorwaarden kunnen personen met en zonder handicap samen aan sport doen; daaruit blijkt het inclusieve karakter van sport.

5.

De waarde van sport op het gebied van sociale inclusie en met name de rol van sport bij het bevorderen en bewerkstelligen van de integratie van minderheids- en gemarginaliseerde groepen, worden algemeen onderkend.

6.

Grote sportevenementen voor personen met een handicap zijn populairder geworden, zoals bleek uit de recentste Paralympische Zomerspelen en Winterspelen, die wereldwijd door een massaal tv-publiek werden bekeken, en uit de praktijk om grote internationale evenementen voor personen met een handicap te organiseren.

BEKLEMTONEN HET VOLGENDE:

7.

Personen met een handicap lopen een groter risico sociaal-economische nadelen te ondervinden zoals armoede, lage inkomensniveaus, sociaal isolement, discriminatie, beperkte toegang tot de arbeidsmarkt, beperkte toegang tot vervoer, minder onderwijskansen, en gezondheidsgerelateerde aspecten. Deze problemen hebben een nadelige invloed op de mogelijkheden van personen met een handicap om deel te nemen aan sport.

8.

In een strikt sportgerelateerde context kunnen personen met een handicap geconfronteerd worden met de volgende problemen:

a)

de ernst van een belemmering kan hun mobiliteit beperken en zelfs fysieke pijn veroorzaken bij bepaalde spelsituaties of trainingen. In combinatie met meerdere belemmeringen kan dat versterkt worden door een negatief of beperkend beeld van de eigen handicap, met name een gebrek aan vertrouwen in het eigen kunnen om aan sport te doen;

b)

de behoefte aan gespecialiseerde vaardigheden en kennis inzake handicaps bij personen die in een sportbeoefeningscontext met personen met een handicap werken, met name leerkrachten lichamelijke opvoeding, sporttrainers en ander sportpersoneel;

c)

de beschikbaarheid van toegankelijke sportinfrastructuur die personen met een handicap de mogelijkheid biedt te trainen, sportactiviteiten bij te wonen of te beoefenen, of aan sportevenementen deel te nemen;

d)

de extra kosten voor de aanschaf van gespecialiseerde sportuitrusting of ondersteunende diensten die noodzakelijk zijn om te kunnen trainen of spelen.

9.

De deelname aan sport zou moeten worden benaderd als een lichamelijke activiteit en als deelname aan sociale activiteiten, zoals het bijwonen van sportevenementen of het zich inzetten in een sportgemeenschap als vrijwilliger, lid van een sportclub of fanclub.

10.

De deelname aan sportactiviteiten kan bijdragen tot het welzijn van personen met een handicap en tot hun fysieke en mentale gezondheid, en tegelijk hun persoonlijke mobiliteit en autonomie verhogen en hun sociale inclusie bevorderen.

11.

Sportbeoefening vanaf een jonge leeftijd brengt extra voordelen met zich mee voor personen met een handicap, door het gunstige effect op de ontwikkeling van de motorische vaardigheden, hetgeen van essentieel belang is voor het verhogen van de algemene levenskwaliteit.

12.

Verhoogde media-aandacht voor topsportevenementen voor personen of voor sportlui met een handicap kan personen met en zonder handicap tot sporten aanzetten. Om sport voor personen met een handicap aantrekkelijker te maken, moeten inspanningen worden geleverd om amateursport voldoende media-aandacht te geven, zonder afbreuk te doen aan de vrijheid van de media.

13.

Assistentietechnologie kan belangrijk zijn om personen met een handicap te helpen om deel te nemen aan sportactiviteiten, zowel op amateur- als topsportniveau. De mate waarin deze technologie beschikbaar en betaalbaar is, kan echter een probleem vormen.

14.

De toepassing en naleving van regels om dopinggebruik en wedstrijdvervalsing tegen te gaan, een accurate beoordeling van handicaps alsmede een eerlijk gebruik van assistentietechnologie zijn van essentieel belang voor een duurzame ontwikkeling van sport voor personen met een handicap.

15.

Vrijwilligerswerk is van cruciaal belang voor de ondersteuning van de sportsector, zo ook voor sporten voor personen met een handicap.

16.

Het is van belang dat bij strategieën en beleid ter verhoging van de sportparticipatie van personen met een handicap rekening wordt gehouden met gender.

17.

Sport kan een plaats bieden voor sociale interactie tussen personen met en zonder handicap, waardoor het een waardevol middel is om inclusie en wederzijds begrip te bevorderen.

VERZOEKEN DE LIDSTATEN, OVEREENKOMSTIG HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL, OM OP DE PASSENDE NIVEAUS

18.

ondersteuning te bieden aan campagnes voor sociale bewustmaking en voorlichtingscampagnes voor gezinsleden, voogden, persoonlijke begeleiders, leerkrachten lichamelijke opvoeding, trainers, sportpersoneel en andere relevante actoren in de sportgemeenschap, teneinde een open en uitnodigende aanpak ten behoeve van personen met een handicap te bevorderen en te ijveren voor voldoende inzicht in de kansen en voordelen van het deelnemen aan sportactiviteiten voor iedereen, ook voor kinderen en volwassenen met een handicap; indien passend assistentie te verlenen aan gezinsleden en voogden van personen met een handicap om de sportdeelname van laatstgenoemden te bevorderen;

19.

ondersteuning te bieden aan aanvullend onderwijs en aanvullende opleiding voor leerkrachten, trainers, ander sportpersoneel en vrijwilligers in het algemeen, met of zonder handicap, door hen de nodige kennis en specifieke vaardigheden te verschaffen en passende erkenning van hun competenties te bieden, opdat zij personen met een handicap kunnen betrekken bij lichamelijk opvoeding of sportbeoefening. Dergelijke opleidingsprogramma’s moeten rekening houden met de verschillende behoeften van op deelname en op prestaties gerichte personen.

20.

maatregelen te treffen om personen met en zonder handicap toegang te verlenen tot sportinfrastructuur, onder meer voor het bijwonen van sportevenementen en voor het oefenen en beoefenen van sporten. Dergelijke maatregelen kunnen bestaan in het ontwikkelen of verbeteren van toegankelijkheidsnormen van sportfaciliteiten, het verlenen van geïndividualiseerde persoonlijke ondersteuning, het vrijmaken van financiering, het informeren van sportorganisaties op nationaal, regionaal en lokaal niveau over bestaande EU-financiering, of ervoor zorgen dat vertegenwoordigers van sporters met een handicap deel uitmaken van de betrokken instanties of sportorganisaties;

21.

indien passend in de nationale onderwijssystemen, te ijveren voor programma’s inzake inclusief sporten en inclusieve lichamelijke opvoeding om te voorzien in de behoeften van kinderen met een handicap en alle kinderen gelijke kansen te bieden door hen te stimuleren om deel te nemen aan sportgerelateerde lichamelijke activiteiten en hun belangstelling voor sport aan te wakkeren;

22.

de bestaande kanalen voor samenwerking tussen de lidstaten te gebruiken om de uitwisseling van expertise en goede praktijken te bevorderen teneinde de toegang tot sport voor personen met een handicap te verbeteren;

23.

de kwestie van topsporters in een context van gelijke kansen en niet-discriminatie van personen met een handicap aan te kaarten, en op dit gebied de samenwerking en uitwisseling van beste prakijken tussen de voor sport bevoegde instanties in de lidstaten te stimuleren.

VERZOEKEN DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE BINNEN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN

24.

te overwegen financiële ondersteuning te bieden aan organisaties die zich specifiek richten op het bevorderen van sport voor personen met een handicap en aan reguliere sportorganisaties die sportactiviteiten opzetten voor personen met een handicap, onder meer teneinde de beide sportgemeenschappen dichter bij elkaar te brengen;

25.

acties te bevorderen en te ondersteunen, in voorkomend geval op EU-niveau, die verband houden met het regelmatig verzamelen van statistische gegevens en het ontwikkelen van indicatoren met betrekking tot sport en handicaps, zoals sportdeelnamepercentages, belemmeringen voor participatie, het aantal personen met een handicap dat lid is van sportclubs, of met het belangstellingsniveau inzake sport (4);

26.

te overwegen zich, in het kader van relevante deskundigengroepen, te buigen over een volwaardige deelname van personen met een handicap aan sport, ook wat betreft de specifieke vaardigheden en opleiding die nodig zijn om personen met een handicap te coachen (5);

27.

gebruik te maken van: het sportgerelateerde financieringsonderdeel van Erasmus+ om sportdeelname bij personen met een handicap te bevorderen en om de uitwisseling van goede praktijken en beleid tussen de lidstaten en belanghebbenden te stimuleren; het Europees Sociaal Fonds voor de beroepsopleiding van sportpersoneel of voor inclusie via sportactiviteiten; het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling om de toegankelijkheid van sportinfrastructuur aan te pakken; en indien passend de onderzoeksresultaten te benutten van uit Horizon Europa gefinancierde projecten, om met innovatieve oplossingen personen met een handicap bij sport te betrekken;

28.

waar mogelijk, dergelijke financieringsmogelijkheden en de resultaten van de gefinancierde projecten onder de aandacht brengen van personen met een handicap, sportorganisaties en andere niet-gouvernementele actoren;

29.

de aandacht te vestigen op de positieve resultaten van de inspanningen die worden geleverd op het gebied van sport voor personen met een handicap, en op de positieve invloed van sport op de sociale inclusie van personen met een handicap.

VERZOEKEN DE EUROPESE COMMISSIE OM

30.

sport te blijven integreren in belangrijke flankerende beleidsmaatregelen inzake handicaps, door voort te bouwen op de ervaring die is opgedaan bij de uitvoering van de huidige Europese strategie inzake handicaps.

31.

bij de bespreking van sportgerelateerde thema’s met de sociale partners in de sociale dialoog op EU-niveau rekening te houden met EU-beleid en -maatregelen gericht op de behoeften van personen met een handicap, en te ijveren voor de deelname van personen met een handicap en de organisaties die hen vertegenwoordigen (6);

32.

de Europese toegankelijkheidsprijs „Acces City Award” te benutten teneinde steden die de toegang tot sportvoorzieningen bevorderen in de kijker te zetten, en na te gaan hoe de ervaring met de Europese gehandicaptenkaart ertoe kan bijdragen dat meer personen met een handicap sportevenementen bijwonen;

33.

stelselmatig sport voor personen met een handicap te betrekken bij de bespreking op EU-niveau van sportgerelateerde kwesties als dubbele loopbanen van sporters of gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging (HEPA) (7).

VERZOEKEN DE SPORTWERELD

34.

in nauwe samenwerking met personen met een handicap en de organisaties die hen vertegenwoordigen de deelname van personen met een handicap aan algemene sportactiviteiten op alle niveaus (8) te bevorderen, teneinde tot een geslaagde vervulling van de sociale en educatieve functie van sport bij te dragen;

35.

gebruik te maken van de bestaande solidariteitsmechanismen, met name op beroepssportniveau, om adequate financiering vrij te maken voor sport voor personen met een handicap;

36.

een inclusieve aanpak te hanteren bij het opzetten van sportwedstrijdsystemen of het bevorderen van sportdeelname in het algemeen, door aan te moedigen dat wedstrijden en prijsuitreikingen voor sporters met en zonder handicap op hetzelfde moment en op dezelfde locatie plaatsvinden; in lijn met het voorgaande, er waar mogelijk voor te zorgen dat personen met een handicap kunnen deelnemen aan trainingssessies van personen zonder handicap, of van een team van die personen deel kunnen uitmaken;

37.

ervoor te zorgen dat trainings-, sport- en ontvangstfaciliteiten toegankelijk zijn (9) en dat er redelijke accommodatie ter beschikking wordt gesteld (10) om te voorzien in de behoeften van personen met een handicap;

38.

personen met een handicap te informeren over de bestaande, aan hun behoeften aangepaste mogelijkheden voor het sporten en trainen;

39.

partnerschappen aan te gaan met institutionele actoren uit de private of openbare sector die actief zijn rond personen met een handicap, om een beter inzicht te verwerven in de behoeften en belangen van personen met een handicap en om deze actoren aan te moedigen tot een grotere participatie in sportprogramma’s (11).

(1)  https://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=1141#navItem-3

(2)  https://www.un.org/development/desa/disabilities/convention-on-the-rights-of-persons-with-disabilities.html

(3)  TNS Opinion & Social (2018); Sport and physical activity, Special Eurobarometer 472; Survey requested by the European Commission, Directorate-General for Education, Youth, Sport and Culture and co-ordinated by the Directorate-General for Communication Disability; Fieldwork, december 2017.

(4)  In overeenstemming met artikel 31 van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

(5)  In overeenstemming met artikel 30 van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

(6)  In overeenstemming met artikel 4, lid 3, van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

(7)  http://www.euro.who.int/en/health-topics/disease-prevention/physical-activity/activities/hepa-europe

(8)  In overeenstemming met artikel 30, lid 5, van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

(9)  In overeenstemming met artikel 9 van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

(10)  In overeenstemming met artikel 5, lid 3, van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

(11)  In overeenstemming met artikel 4, lid 3, van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.


BIJLAGE

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN, HERINNEREN AAN

1.

artikel 165 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (1), waarin de sociale en educatieve functie van sport worden onderstreept;

2.

het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (2) waarbij de EU partij is, en waarin het recht van personen met een handicap om op voet van gelijkheid met anderen aan het culturele leven, recreatie, vrijetijdsbesteding en sport deel te nemen, erkend wordt;

3.

de mededeling van de Europese Commissie met als opschrift „een Europese strategie inzake handicaps 2010-2020: een hernieuwd engagement voor een onbelemmerd Europa”, dat met betrekking tot sport de nadruk legt op de behoefte aan verbetering van de toegankelijkheid van sport, bevordering van de deelname aan sportevenementen en stimulering van de organisatie van specifieke sportevenementen voor personen met een handicap (3);

4.

de conclusies van de Raad betreffende de ondersteuning van de uitvoering van de Europese strategie inzake handicaps 2010-2020 (4);

5.

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (5);

6.

de resolutie van de Raad over het werkplan van de Europese Unie voor sport (2017-2020) (6), waarin bijzondere nadruk wordt gelegd op sociale inclusie;

7.

de conclusies van de Raad over de rol van sport als bron en motor van actieve sociale insluiting (7);

8.

de conclusies van de Raad betreffende de bijdrage van sport aan de economie van de EU, en in het bijzonder aan het aanpakken van jongerenwerkloosheid en sociale insluiting (8);

9.

de conclusies van de Raad over sport als platform voor sociale inclusie via vrijwilligerswerk (9);

10.

de conclusies van de Raad over de rol van coaches in de samenleving (10).

(1)  https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A12008E165

(2)  https://www.un.org/development/desa/disabilities/convention-on-the-rights-of-persons-with-disabilities.html

(3)  Document 16489/10 — COM(2010) 636 definitief.

(4)  PB C 300 van 11.10.2011, blz. 1.

(5)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50.

(6)  PB C 189 van 15.6.2017, blz. 5.

(7)  PB C 326 van 3.12.2010, blz. 5.

(8)  PB C 32 van 4.2.2014, blz. 2.

(9)  PB C 189 van 15.6.2017, blz. 40.

(10)  PB C 423 van 9.12.2017, blz. 6.


Top