Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017AP0129

    P8_TA(2017)0129 Derde landen waarvan de onderdanen onderworpen zijn aan of vrijgesteld zijn van de visumplicht: Oekraïne ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 6 april 2017 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (Oekraïne) (COM(2016)0236 — C8-0150/2016 — 2016/0125(COD)) P8_TC1-COD(2016)0125 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 6 april 2017 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2017/… van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (Oekraïne)

    PB C 298 van 23.8.2018, p. 320–320 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    23.8.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 298/320


    P8_TA(2017)0129

    Derde landen waarvan de onderdanen onderworpen zijn aan of vrijgesteld zijn van de visumplicht: Oekraïne ***I

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 6 april 2017 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (Oekraïne) (COM(2016)0236 — C8-0150/2016 — 2016/0125(COD))

    (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

    (2018/C 298/44)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0236),

    gezien artikel 294, lid 2, en artikel 77, lid 2, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0150/2016),

    gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien het overeenkomstig artikel 69 septies, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 2 maart 2017 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren ,

    gezien artikel 59 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken en van de Commissie juridische zaken (A8-0274/2016),

    1.

    stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

    2.

    verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

    3.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

    P8_TC1-COD(2016)0125

    Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 6 april 2017 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2017/… van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (Oekraïne)

    (Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) 2017/850.)


    Top