Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015BP0042

    Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2015 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/014 DE/Aleo Solar, ingediend door Duitsland) (COM(2014)0726 — C8-0012/2015 — 2015/2018(BUD))

    PB C 316 van 30.8.2016, p. 201–203 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.8.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 316/201


    P8_TA(2015)0042

    Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering — Aanvraag EGF/2014/014 DE/Aleo Solar — Duitsland

    Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2015 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/014 DE/Aleo Solar, ingediend door Duitsland) (COM(2014)0726 — C8-0012/2015 — 2015/2018(BUD))

    (2016/C 316/26)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0726 — C8-0012/2015),

    gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1) (EFG-verordening),

    gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (2), en met name artikel 12 hiervan,

    gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (3), en met name punt 13 hiervan,

    gezien de trialoogprocedure waarin is voorzien in punt 13 van het IIA van 2 december 2013,

    gezien het schrijven van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

    gezien het schrijven van de Commissie regionale ontwikkeling,

    gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0030/2015),

    A.

    overwegende dat de Europese Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

    B.

    overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, die is goedgekeurd tijdens het overleg van 17 juli 2008, en met inachtneming van het IIA van 2 december 2013 met betrekking tot het nemen van besluiten om gebruik te maken van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG);

    C.

    overwegende dat de vaststelling van de nieuwe EFG-verordening een neerslag is van de overeenkomst tussen het Parlement en de Raad om het criterium „crisisafwijking” opnieuw in te voeren, de financiële bijdrage van de Unie te verhogen tot 60 % van de totale geraamde kosten van de voorgestelde maatregelen, de efficiëntie voor de behandeling van EFG-aanvragen in de Commissie en door het Parlement en de Raad te vergroten door verkorting van de termijn voor beoordeling en goedkeuring, de subsidiabele maatregelen en begunstigden uit te breiden tot zelfstandigen en jongeren en stimuleringsmaatregelen voor de oprichting van een eigen bedrijf te financieren;

    D.

    overwegende dat Duitsland aanvraag EGF/2014/014 DE/Aleo Solar voor een bijdrage uit het EFG heeft ingediend naar aanleiding van 657 ontslagen, waarvan 390 bij Aleo Solar AG, een bedrijf dat is ingedeeld in NACE 2-afdeling 26 „Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten”, en 267 bij de twee dochterondernemingen, waarvan 476 personen naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen, gedurende en na de referentieperiode van 7 maart 2014 tot 7 juli 2014, in verband met de daling van het marktaandeel van de Unie in zonnepanelen;

    E.

    overwegende dat de aanvraag voldoet aan de subsidiabiliteitscriteria die zijn vastgelegd in de EFG-verordening;

    1.

    merkt op dat is voldaan is aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening en dat Duitsland bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;

    2.

    stelt vast dat de Duitse autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG op 29 juli 2014 hebben ingediend, aanvullende informatie tot 23 september 2014 hebben verstrekt, en dat de Commissie haar beoordeling op 16 december 2014 bekend heeft gemaakt;

    3.

    is ingenomen met het feit dat de Duitse autoriteiten op 11 april 2014 hebben besloten met de uitvoering van de individuele diensten voor de getroffen werknemers te beginnen om de werknemers snel bijstand te verlenen, ruimschoots vooruitlopend op het besluit over en de aanvraag voor toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket;

    4.

    is van mening dat de ontslagen bij Aleo Solar AG verband houden met door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, waarbij het aandeel van China is gestegen van 11 % naar 45 %, terwijl het aandeel van Duitsland in de periode van 2005-2001 is gedaald van 64 % naar 21 %; merkt op dat als gevolg van de enorme Chinese overcapaciteit in de productie van zonnepanelen, die noch de Chinese consumenten, noch de wereldmarkt kunnen absorberen, de prijzen in de EU in 2011 met 40 % zijn gedaald ten opzichte van 2010, tot een niveau dat onder de productiekosten van Aleo Solar AG ligt; merkt op dat de EU in 2013 extra rechten heeft ingesteld op zonnemodules uit China, alsook een minimumprijs, die echter nog steeds onder de productiekosten van de Duitse producenten ligt;

    5.

    merkt op dat Aleo Solar AG in 2011 nog een omzet van 550 miljoen EUR en een winst van 43 miljoen EUR had en dat er vanaf 2011 een snelle daling is ingezet naar een verlies van 92 miljoen EUR in 2013; benadrukt dat er diverse pogingen zijn gedaan om te herstructureren en de efficiëntie te verbeteren, maar dat het bedrijf er helaas niet in is geslaagd om weer winstgevend te worden;

    6.

    merkt op dat dit de tweede EFG-aanvraag met betrekking tot de productie van zonnepanelen is en dat dit niet de laatste zal zijn;

    7.

    merkt op dat de ontslagen bij Aleo Solar AG naar verwachting een negatief effect zullen hebben op de regio Prenzlau/Brandenburg, waar het inkomen per hoofd van de bevolking ver onder het nationale gemiddelde ligt en de werkloosheid het hoogst van Duitsland is, met 15,5 % respectievelijk 16,4 %; wijst erop dat dit percentage door de ontslagen bij Aleo Solar AG met 0,9 % zou toenemen; betreurt dat de ontslagen werknemers op korte termijn geen uitzicht hebben op het vinden van soortgelijk nieuw werk, vanwege een relatief lage bevolkingsdichtheid en het ontbreken van potentiële werkgevers; in de regio zijn vooral kleine en middelgrote ondernemingen gevestigd, en slechts 10 ondernemingen (0,3 %) hebben meer dan 249 werknemers (Aleo Solar AG was één van die grotere werkgevers);

    8.

    stelt vast dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening waarvoor medefinanciering wordt aangevraagd, de volgende maatregelen omvat voor de terugkeer van 476 ontslagen werknemers naar de arbeidsmarkt: beroepsopleiding, loopbaanadvies en begeleiding, peer groups/workshops, ondernemerschapsadvies, interregionaal advies voor mobiliteit, het zoeken naar werk door een professioneel bureau, begeleiding voor werknemers die een nieuwe baan hebben gevonden maar wellicht advies nodig hebben om die baan te houden of omdat zij voor die baan moeten verhuizen, een opleidingsvergoeding van 60 % van het vorige netto-inkomen van de werknemer, overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening;

    9.

    merkt op dat de autoriteiten voornemens zijn gebruik te maken van het maximaal toegestane percentage van 35 % van alle kosten voor toelagen en stimulansen in de vorm van opleidingsvergoedingen (Transferkurzarbeitergeld), overeenkomend met 60 % van het vorige netto-inkomen van een werknemer, afhankelijk van de huiselijke situatie van de ontvanger, hetgeen in overeenstemming is met de gangbare praktijk in Duitsland bij het ontslag van werknemers; merkt op dat de opleidingsvergoeding geen vervanging is van passieve socialebeschermingsmaatregelen en gekoppeld is aan strikte voorwaarden met betrekking tot het volgen van de opleiding en andere georganiseerde activiteiten;

    10.

    is ingenomen met het feit dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening is opgesteld in overleg met de vertegenwoordigers van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd, rekening houdend met de mogelijkheden van de regio en de zakelijke omgeving;

    11.

    herinnert eraan dat de inzetbaarheid van alle werknemers verbeterd moet worden door middel van aangepaste opleidingen en de erkenning van de in de loop van het beroepsleven opgedane vaardigheden en bekwaamheden; verwacht dat de opleiding die in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden, niet alleen is afgestemd op de behoeften van de ontslagen werknemers, maar ook op het huidige bedrijfsklimaat;

    12.

    wijst erop dat 164 van de bij Aleo Solar AG in Prenzlau ontslagen werknemers weer in dienst zijn genomen door een Aziatisch consortium, dat de fabriek heeft gekocht van de vereffenaar; wijst erop dat de Duitse autoriteiten als reden voor de gebruikmaking door deze werknemers van de door het EFG gefinancierde maatregelen aangaven dat hun nieuwe arbeidsplaatsen op dat moment nog onzeker waren;

    13.

    wijst erop dat de 104 bij het administratieve centrum in Oldenburg ontslagen werknemers niet in aanmerking komen voor de maatregelen die moeten worden gefinancierd door het EFG; wijst erop dat de werkgelegenheidssituatie in deze regio aanmerkelijk veelbelovender is;

    14.

    betreurt dat het gevaar op langdurige werkloosheid voor de ontslagen werknemers groot is en benadrukt daarom het belang van maatregelen om de werknemers ertoe aan te moedigen verder te kijken dan hun eigen streek en aanbiedingen voor werk aan te nemen in andere regio's;

    15.

    wijst erop dat werknemers in de leeftijdsgroepen 55 tot 64 jaar en 15 tot 29 jaar een groter risico lopen op langdurige werkloosheid en uitsluiting van de arbeidsmarkt; is daarom van mening dat deze werknemers specifieke behoeften hebben waar bij de individuele dienstverlening aandacht aan moet worden besteed;

    16.

    herinnert eraan dat in artikel 7 van de EFG-verordening is bepaald dat bij het samenstellen van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden, en dat het gecoördineerde pakket gericht moet zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie;

    17.

    benadrukt dat met de EFG-steun alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen kunnen worden medegefinancierd die duurzame werkgelegenheid voor de lange termijn opleveren; herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe ondernemingen verplicht zijn krachtens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, noch van maatregelen voor de herstructurering van ondernemingen of sectoren;

    18.

    hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

    19.

    verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

    20.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


    (1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

    (2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.

    (3)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.


    BIJLAGE

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/014 DE/Aleo Solar AG, ingediend door Duitsland)

    (De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit (EU) 2015/473.)


    Top