EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008IP0100

Rol van de Europese Unie in Irak
Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad van 13 maart 2008 over de rol van de Europese Unie in Irak (2007/2181(INI))

PB C 66E van 20.3.2009, p. 75–81 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.3.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 66/75


Rol van de Europese Unie in Irak

P6_TA(2008)0100

Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad van 13 maart 2008 over de rol van de Europese Unie in Irak (2007/2181(INI))

(2009/C 66 E/15)

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar de ontwerpaanbeveling aan de Raad, ingediend door Ana Maria Gomes namens de PSE, over de rol van de Europese Unie in Irak (B6-0328/2007),

onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Irak, als laatste die van 25 oktober 2007 (1),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 juli 2007 over de humanitaire situatie van Iraakse vluchtelingen (2),

gezien de besluiten van zijn Conferentie van voorzitters van 15 november en 6 december 2007 over de samenstelling en het mandaat van een ad-hoc delegatie voor betrekkingen met Irak,

gezien de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen over de betrokkenheid van de EU in Irak van 23-24 april, 15-16 oktober en 19-20 november 2007,

gezien de Mededeling van de Commissie van 7 juni 2006 getiteld „Aanbevelingen voor een hernieuwd engagement van de Europese Unie met Irak” (COM(2006)0283),

gezien het op 3 mei 2007 in Sharm el-Sheik (Egypte) gelanceerde „International Compact with Iraq”,

gelet op resoluties 1546(2004) van 8 juni 2004 , 1770(2007) van 10 augustus 2007 en 1790(2007), van 18 december 2007 inzonderheid Bijlagen I en II daarvan van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties,

gelet op het Gemeenschappelijk Optreden 2005/190/GBVB van de Raad van 7 maart 2005 inzake de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak, EUJUST LEX (3), gebaseerd op het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB), en op latere gemeenschappelijke optredens waarbij dit is gewijzigd en waarbij het mandaat voor de missie is uitgebreid,

gezien de Europese veiligheidsstrategie „Een veiliger Europa in een betere wereld” van 12 december 2003,

gezien de Europese consensus inzake ontwikkeling van 22 november 2005,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 1 juni 2006 over de situatie van vrouwen in gewapende conflicten en hun rol in de wederopbouw erna (4),

gezien de Vierde Conventie van Genève van 12 augustus 1949 betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd en de eraan gehechte protocollen I en II, en met name bezorgd over het geweld waarvan humanitair personeel en degenen die werkzaam zijn in de gezondheids- of geestelijke zorg, bij de uitoefening van hun taken het slachtoffer zijn,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in ontwikkelingslanden (5),

gelet op artikel 114, lid 3 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken over de rol van de Europese Unie in Irak (A6-0052/2008),

A.

overwegende dat de Republiek Irak sinds 2005 twee meerpartijenverkiezingen heeft gehouden, een grondwet heeft aangenomen per referendum, de basis heeft gelegd voor een federale staat en is begonnen aan het moeilijke proces van het opbouwen van democratische instellingen,

B.

overwegende dat zowel de Iraakse samenleving als haar politieke leiderschap ten diepste verdeeld is en dat de veiligheidssituatie in sommige delen van het land uiterst precair blijft,

C.

overwegende dat Irak gebukt gaat onder sektarische strijd en oproer en ook wordt geteisterd door algehele wetteloosheid,

D.

overwegende dat er een verbetering heeft plaatsgevonden in de veiligheidssituatie in de Republiek Irak, maar dat de Iraakse troepen voor de uitdaging gesteld blijven om deze verbetering te ondersteunen en te consolideren met internationale steun; overwegende voorts dat serieuze pogingen tot wederopbouw en duurzame ontwikkeling en het vermogen van de EU om het Iraakse volk te helpen afhankelijk blijven van een voortdurende verbetering van de politieke en veiligheidssituatie,

E.

overwegende dat het Iraakse openbare bestuur gedurende decennia van dictatoriaal gezag meer gericht was op het onder de duim houden van de bevolking dan op openbare diensten en dat de jaren van strikt gecentraliseerd bestuur door de Ba'ath-partij hebben geleid tot ernstige tekortkomingen in het vermogen van de Irakezen om de begroting te beheren en op gepaste wijze om te gaan met de financiële middelen met als gevolg dat de publieke sector tegenwoordig kwetsbaar en verzwakt is en geen volledig ontwikkelde cultuur heeft waarin het verlenen van openbare diensten aan de burgers van Irak de prioriteit heeft,

F.

overwegende dat de buurlanden zich moeten onthouden van elke vorm van inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van Irak en respect moeten hebben voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van het land en voor de wens van de Iraakse bevolking om op eigen kracht het constitutionele en politieke stelsel van het land op te bouwen,

G.

overwegende dat dit conflict inmiddels heeft geleid tot de ontheemding van 2,4 miljoen mensen in Irak en 2,28 miljoen vluchtelingen in buurlanden, vooral Syrië en Jordanië,

H.

overwegende dat de Koerdische regio in Irak een regio is waar een mate van veiligheid en stabiliteit is gegarandeerd en waar internationale ontwikkelingssamenwerking en particuliere investeringen stijgen,

I.

overwegende dat de EU als wereldwijde speler haar verantwoordelijkheden zou moeten nemen voor het opbouwen van een nieuw democratisch Irak en overwegende dat het beleid van de EU ten aanzien van Irak zou moeten worden gezien binnen de bredere context van het strategische partnerschap van de EU met het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten,

J.

overwegende dat de EU een meer strategische aanpak nodig heeft voor het steunen van Irak in het proces van het opbouwen van een democratische federale staat; overwegende dat de EU erkent dat haar vermogen om effectieve steun te kunnen verlenen staat of valt met een sterk partnerschap met het Iraakse volk en met een blijvende verbintenis van de regering van Irak om zorg te dragen voor de veiligheid van haar bevolking, verzoening, bereidheid tot samenwerken, inspanningen voor het opbouwen van capaciteiten en democratie en het bestrijden van corruptie, en het waarborgen van transparantie en effectiviteit, daar dit fundamentele voorwaarden zijn voor een grotere rol van de Europese Unie in Irak; overwegende dat de belangrijkste uitdagingen voor de wederopbouw op het institutionele en maatschappelijke vlak liggen, namelijk de capaciteitsopbouw van instellingen en bestuursorganen, versterking van de rechtsorde, wetshandhaving en respect voor de mensenrechten,

K.

overwegende dat de EU heeft gewezen op de noodzaak van de tenuitvoerlegging van een meerjarenplanning van de werkzaamheden, die verder gaat dan de huidige jaarlijkse planning op basis van bijzondere maatregelen, om de effectiviteit van haar hulp te kunnen verbeteren,

L.

overwegende dat de EU het gebruik van haar middelen moet afstemmen op de specifieke interne, regionale en humanitaire uitdagingen waarvoor Irak wordt gesteld; overwegende dat effectiviteit, transparantie en zichtbaarheid fundamentele voorwaarden zijn voor een grotere rol van de EU in Irak,

M.

overwegende dat Irak er nu slechter voorstaat dan in de jaren zeventig van de vorige eeuw toen het een land met een gemiddeld inkomensniveau was en dat de EU de inzet van haar middelen dienovereenkomstig dient aan te passen,

N.

overwegende dat de Commissie sinds december 2005 een kleine delegatie in Bagdad heeft, waarvan de operationele afdeling is gevestigd in Amman, en het erg moeilijk vindt om te werken in bepaalde gebieden, met name Bagdad, als gevolg van militaire maatregelen en de veiligheidssituatie,

O.

overwegende dat de Commissie sinds 2003 meer dan 800 miljoen euro heeft uitgetrokken om Irak te helpen (voornamelijk door middel van de Faciliteit inzake een internationaal wederopbouwfonds voor Irak (IRFFI)), en overwegende dat de EU sinds 2005 rechtstreeks betrokken is geweest bij het verbeteren van de rechtsorde in het land door middel van haar EVDB-missie EUJUST LEX; overwegende dat het mandaat van EUJUST LEX nog één keer is verlengd,

P.

overwegende dat de Iraakse regering, de Wereldbank en de Verenigde Naties op 3 mei 2007 overeenstemming hebben bereikt over het „International Compact with Iraq” als de visie van de Iraakse regering voor de komende vijf jaar en als voornaamste referentie voor de betrokkenheid van de internationale gemeenschap bij het land, met de volledige steun van de Europese Unie als een van de belangrijkste donoren,

Q.

overwegende dat het mandaat van de VN-missie in Irak onlangs aanzienlijk is uitgebreid door de bovengenoemde resolutie 1770(2007) van de Veiligheidsraad van de VN,

R.

overwegende dat de jaren van het Ba'ath-regime en de tientallen jaren oorlog een samenleving hebben achtergelaten die getraumatiseerd is door oorlog, repressie en etnische zuivering (onder meer door middel van aanvallen met chemische wapens zoals in Halabja) en internationale onverschilligheid tegenover deze misdaden, en voorts overwegende dat de internationale gemeenschap en in het bijzonder die landen die de invasie hebben gesteund, de wettelijke en morele plicht en ook een veiligheidsbelang hebben om de Iraakse bevolking te steunen en dat de Europese Unie, in samenwerking met andere internationale donoren, snel en creatief alle relevante tot haar beschikking staande instrumenten moet mobiliseren om haar bijdrage te leveren,

S.

overwegende dat het Europees Parlement vastbesloten is zijn betrekkingen met de Iraakse Raad van Vertegenwoordigers verder te ontwikkelen, onder meer door middel van formele banden,

1.

beveelt de Raad aan:

a)

samen met de Commissie een nieuwe strategie aan te nemen voor het opvoeren — niet alleen kwantitatief, maar in het bijzonder kwalitatief — van de bijdrage van de EU aan de inspanningen van de VN voor het opbouwen van een veilig, stabiel, verenigd, welvarend, federaal en democratisch Irak dat de mensenrechten respecteert, zijn minderheden beschermt en interetnische tolerantie stimuleert om de weg vrij te maken voor stabiliteit en veiligheid in de regio en te reageren op de bovengenoemde resolutie 1770(2007) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, die de rol van de VN in Irak aanzienlijk uitbreidt;

b)

de steun van de EU voor democratisch bestuur in het bijzonder te richten op drie doelstellingen: het verbeteren van de coördinatie tussen de regering en de Raad van Vertegenwoordigers van Irak teneinde de obstakels in het wetgevingsproces tot een minimum te beperken; het versterken van de verkiezingsprocedures op lokaal niveau om ervoor te zorgen dat alle lokale bevolkingsgroepen in de provincieraden zijn vertegenwoordigd; en het verstevigen van de lokale democratie met raadplegingsmechanismen om de lokale bevolking regelmatig en frequent te betrekken bij het besluitvormingsproces;

c)

de hulp van de EU in Irak in het algemeen toe te spitsen op relevante technische hulp en capaciteitsopbouw op het gebied van de rechtsorde, justitie, mensenrechten, goed bestuur, beheer van financiën en begrotingen, gendergelijkheid, gezondheid en onderwijs en op het versterken van de federale, regionale en lokale overheidsinstellingen;

d)

de Commissie te verzoeken de transparantie en doelmatigheid van de EU-steun aan Irak te waarborgen door:

gevolg te geven aan de zorg die al in 2005 is uitgesproken in het advies over de algemene begroting 2006 van de Commissie buitenlandse zaken van het Parlement door volledige, regelmatige en transparante inlichtingen te verstrekken over de feitelijke verstrekking en uitvoering van EU-hulp, in het bijzonder de fondsen die beschikbaar worden gesteld via de IRFFI;

rechtstreeks ter plaatse te opereren indien en wanneer de veiligheidssituatie dat toelaat, namelijk in de zuidelijke moerasgebieden, waar de bevolking erg aan haar lot wordt overgelaten, en in de Koerdische regio;

de instellingen van de VN en andere internationale organisaties aan te moedigen hetzelfde te doen;

te zorgen voor de volledige steun van de lokale belanghebbenden — onder wie het maatschappelijk middenveld en regeringsautoriteiten — bij de vormgeving, uitvoering en duurzaamheid van projecten en programma's;

ervoor te zorgen dat de door de EU gefinancierde projecten niet het werk overlappen van andere internationale donoren, maar dit werk juist aanvullen;

het aandeel van de EU-financiering voor bilaterale technische steun en capaciteitsopbouw uit te breiden en de rechtstreekse controle van de EG over de financiering te vergroten;

de belangrijkste nadruk van de steun van de EU te verleggen naar bilaterale projecten gericht op technische hulp en capaciteitsopbouw op het gebied van de rechtsstaat, financieel beheer, democratisch bestuur en mensenrechten;

ervoor te zorgen dat een groot deel van de EU-hulp wordt gebruikt voor het verbeteren van het beheer van de overheidsfinanciën en de begrotingscontrole teneinde te bewerkstelligen dat de Iraakse regering beter in staat is de aanzienlijke en toenemende overheidsmiddelen die zij nu tot haar beschikking heeft te besteden;

haar ervaring met ondersteuningsprogramma's voor haar ENB-partners te gebruiken om voor een effectievere betrokkenheid in Irak te kunnen zorgen;

e)

na te denken over de mogelijkheid van het door de Commissie aannemen van een meerjarenlandenstrategiedocument voor Irak;

f)

vernieuwing van de bilaterale politieke, diplomatieke, culturele en economische betrekkingen en uitwisselingen tussen lidstaten en Irak te stimuleren;

g)

de volgende elementen op te nemen in een nieuwe strategie voor proactieve betrokkenheid van de EU en haar lidstaten in Irak, uit te voeren voor zover de omstandigheden — dat wil zeggen de veiligheidssituatie — dat toelaten en in nauw overleg met de Iraakse autoriteiten en andere partners, zoals VN-organisaties en non- gouvernementele organisaties (NGO's):

uitbreiding van de omvang, de verantwoordelijkheden en de middelen van de Commissiedelegatie in Bagdad, de verwerving van eigen huisvesting voor die delegatie en ervoor zorgen dat de werknemers in veiligheid kunnen leven en werken; de EU-lidstaten die niet vertegenwoordigd zijn in Bagdad aanmoedigen om terug te keren en gebruik te maken van de huisvesting van de Commissie en bij te dragen aan de daaraan verbonden beveiligingskosten;

zorgen voor zichtbaarheid van EU/EG in Erbil, Nasiriyah, Basra en andere delen van Irak waar de veiligheidssituatie dat toelaat;

vergroten van de steun voor de rechtsorde en justitie door speciale aandacht te blijven besteden aan rechterlijke instanties en niet-gouvernementele organen op de volgende terreinen: versterken van het Instituut voor Gerechtelijke Scholing, ondersteunen van de oprichting van grote recherchekantoren, versterken van de Hoge Raad voor de Magistratuur, ondersteunen van de oprichting van een proefrechtbank in Basra, versterken van de Iraakse orde van advocaten en ondersteunen van de oprichting van centra voor rechtshulp;

voortbouwen op de positieve ervaring van EUJUST LEX en voorbereiding van een vervolg op de missie op basis van de lessen uit het verleden en op basis van een grondige externe evaluatie, ook binnen Irak, van het effect van de missie, met het oog op verdere versterking van het Iraakse politie- en strafrechtstelsel door gebruikmaking van zowel EVDB-instrumenten als communautaire instrumenten;

verlenen van steun aan hervormingen en verantwoordelijkheid op het gebied van het beheer van overheidsfinanciën;

technische steun blijven verlenen voor het organiseren van vrije en eerlijke verkiezingen;

ondersteuning van het verzoeningsproces, met name met betrekking tot Kirkuk en andere intern omstreden gebieden, zoals de Assyrische gebieden die de Vlakten van Nineveh worden genoemd, met hun christelijke minderheden; de ondersteuning van VN-initiatieven ter bevordering van de regionale dialoog , namelijk door manieren en middelen te vinden om de operationele capaciteit, waaronder luchttransport, te verbeteren;

benutting van de specifieke aard van het stabiliteitsinstrument (6) voor de verlening van substantiële hulp die van cruciaal belang is voor de ontwikkeling in een crisissituatie of dreigende crisissituatie zoals die zich in Irak voordoet; steun voor de ontwikkeling van democratische, niet-sektarische, pluralistische federale, regionale en lokale instellingen met bijzondere nadruk op de Raad van Vertegenwoordigers van Irak en zijn vermogen om het wetgevend proces te sturen, de uitvoerende macht te controleren en te zorgen voor een sterkere rol voor vrouwen in de Iraakse maatschappij; de bevordering van de eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, democratie en de rechtsstaat, met bijzondere nadruk op de rechten van vrouwen, minderheden en kinderen; de ondersteuning van maatregelen voor het versterken van de ontwikkeling en organisatie van het maatschappelijk middenveld en haar deelname aan het politieke proces, en het stimuleren van onafhankelijke, pluralistische en professionele media; de ondersteuning van ontmijningsactiviteiten; advies en steun aan de Koerdische regio en zijn regering bij de strijd tegen de drugshandel;

blijvende concentratie van de aan Irak toegewezen middelen van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (7) (DCI) op de Millenniumdoelstellingen om met de grootst mogelijke prioriteit algemene toegang tot essentiële gezondheidszorg te waarborgen, waar het opbouwen van instellingen en capaciteiten dringend nodig is om het acute structurele tekort te corrigeren, prioriteit actie te ondernemen om verdere verslechtering van het onderwijsstelsel te voorkomen, waaronder de invoering van praktische maatregelen om ervoor te zorgen dat meisjes volledig kunnen deelnemen aan alle niveaus van onderwijs en steun te geven voor het revitaliseren van het ecologisch en sociaal systeem van de Moerasgebieden en bescherming van het unieke erfgoed van de Moerasarabieren; gebruik van het DCI om Iraakse initiatieven voor de identificatie en omkering van ecologische schade en van de gevolgen van de klimaatwijziging te ondersteunen aan de hand van technische expertise en de opbouw van technische capaciteit;

de Europese NGO's aanmoedigen om in zee te gaan met hun Iraakse tegenhangers die al bijzonder actief zijn in de Koerdische regio en uitgebreide gebruikmaking van het Europees Instrument voor democratie en mensenrechten (8) voor de verlening van technische en financiële hulp aan maatschappelijke organisaties teneinde de volgende kwesties aan te pakken: gelijkwaardige deelname van mannen en vrouwen aan het politieke, economische en maatschappelijke leven, geweld tegen vrouwen, met name gedwongen huwelijken, „eercriminaliteit”, vrouwenhandel en genitale verminking; de rechten van inheemse volkeren en van mensen die tot minderheden en etnische groepen behoren, onder wie Assyriërs (Chaldeeërs, Aramezen en andere christelijke gemeenschappen), de Yazidi en de Turkmenen; de rechten van het kind, in het bijzonder in de contekst van de strijd tegen kinderarbeid, -prostitutie en -handel; de strijd tegen willekeurige detentie en foltering en afschaffing van de doodstraf;

de regering van Irak met uitzonderlijke urgentie aanmoedigen en helpen om noodwetgeving te introduceren voor het leveren van financiële steun aan de meer dan een miljoen arme vrouwelijke gezinshoofden en degenen die van hen afhankelijk zijn;

vergroting van de financiële middelen van het Erasmus Mundus-programma voor Irak; steun aan lopende en nieuwe activiteiten die zijn gericht op het creëren van netwerken tussen Iraakse en buitenlandse academische instellingen, individuele academici, intellectuelen en studentenorganisaties, teneinde het academisch milieu nieuw leven in te blazen;

versterking van het vermogen van de Iraakse autoriteiten om effectieve grenscontroles uit te voeren, die onder meer de hoeveelheid wapens die het land binnenkomen, moet helpen verminderen; hulp om een einde te maken aan de toestroom van handvuurwapens en lichte wapens naar Irak, met name door de EU-gedragscode inzake wapenexporten wettelijk bindend te maken, door het toezicht van de European Union Fore (EUFOR) Althea op de voorraden in Bosnië-Herzegovina te verbeteren, door de vernietiging van de voorraden op de Balkan te versnellen en door de Iraakse autoriteiten te helpen de overbodige handvuurwapens en lichte wapens op te ruimen door middel van een grootschalig ontwapenings-, demobilisatie- en reïntegratieprogramma, dat gebruikmaakt van de instrumenten van het EVDB en de Gemeenschap;

voortzetten van de welkome en productieve onderhandelingen over de nieuwe handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Irak met nadruk op het belang van eerbiediging van de mensenrechten als een element dat van invloed is op de contractuele betrekkingen van de EU met elk derde land, ook in de strijd tegen het terrorisme;

verlenen van administratieve en technische ondersteuning en stimuleren van lokale capaciteitsopbouw teneinde de Iraakse regering te helpen met de tenuitvoerlegging van haar recente programma voor microkredieten en beste praktijken te delen met betrekking tot de positieve rol die microkredieten kunnen spelen bij het versterken van de positie van vrouwen in hun gemeenschap, in het bijzonder de meer dan een miljoen hulpbehoevende weduwen;

de Commissie verzoeken de situatie van de Iraakse vluchtelingen in Jordanië en Syrië en in andere landen in de regio die zijn getroffen door de Iraakse vluchtelingencrisis te verzachten en de transparantie en efficiëntie van de hulp van de EU aan Iraakse vluchtelingen in deze landen aanzienlijk te verbeteren,

uitbreiding van de EU-hulp — meer bepaald via het directoraat-generaal humanitaire hulp van de Europese Commissie (DG ECHO) — aan NGO's en internationale organisaties bij hun pogingen het lot van de Iraakse vluchtelingen in buurlanden, maar ook van Iraakse binnenlandse ontheemden te verzachten, zoals de 4 000 Assyrische gezinnen die hoofdzakelijk hun toevlucht hebben gezocht in de vlakte van Nineveh; de Iraakse autoriteiten op te roepen hun verantwoordelijkheid te nemen om financiële en andere hulp te verlenen voor de re-integratie van vluchtelingen en in eigen land ontheemde personen;

uitbreiding van de mogelijkheden van Iraakse vluchtelingen om hun toevlucht te zoeken in EU-lidstaten in het kader van met de UNHCR overeengekomen hervestigingsprogramma's (voor 25 000 onder hen) of via individuele asielaanvragen, een einde maken aan de huidige willekeurige criteria voor het bieden van bescherming en gedwongen terugkeer naar om het even welk deel van Irak voorkomen; met spoed het zware lot van de Palestijnse vluchtelingen die terecht zijn gekomen in het grensgebied tussen Irak en Syrië verzachten;

de Iraakse regering en de internationale autoriteiten oproepen om de antieke stukken die na de interventie in 2003 zijn ontvreemd uit het Iraaks Nationaal Museum in Bagdad en op locaties in andere delen van Irak, te recupereren teneinde de Iraakse geschiedenis en cultuur te behouden voor toekomstige generaties;

h)

voort te bouwen op de waardevolle ervaring die de EU en haar lidstaten hebben opgedaan bij succesvolle operaties van het Provinciaal Wederopbouwteam (PRT) in Afghanistan, en na te denken over deelname aan de PRT-inspanningen in Irak, vooral voor het leveren van essentiële diensten en infrastructuur;

i)

Europese bedrijven aan te moedigen om in de wederopbouw van Irak te investeren in het kader van aanbestedingen die gezamenlijk worden gefinancierd door de regeringen van de lidstaten en de Iraakse regering en/of gefinancierd op basis van nauwe samenwerking tussen deze partijen;

j)

Europese bedrijven aan te moedigen en te helpen bij het inschrijven op contracten voor de wederopbouw van Irak, het ter plaatse aanwezig te zijn en het putten uit eerdere ervaring die is opgedaan in Irak, zowel in de periode voor de oorlog als in de periode van wederopbouw;

k)

de status van waarnemer van Irak in de Wereldhandelsorganisatie (WHO) te verwelkomen als een essentiële stap voor de re-integratie van Irak in de internationale economie, wat een positieve bijdrage kan leveren aan de onderhandelingen tussen de EU en Irak over een handels- en samenwerkingsovereenkomst; de volledige toetreding van Irak tot de WHO op een geschikt tijdstip in de toekomst toe te juichen;

l)

de onderhandelingen over de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Irak op een dusdanige wijze te voeren dat hiermee interne hervormingen in Irak gestimuleerd en vergemakkelijkt worden en de Iraakse handel beter wordt afgestemd op de regels en voorschriften van multilaterale handelsstelsels; het Parlement op gezette tijden op de hoogte te brengen van het stadium waarin de onderhandelingen over de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Irak zich bevinden;

m)

de Iraakse regering aan te moedigen om de opbrengsten van de olieverkoop op dusdanige wijze aan te wenden dat er sprake is van herinvestering in Irak, waarbij deze opbrengsten beheerd worden door openbare aanbesteders onder de uiteindelijke bevoegdheid van de Iraakse regering; de aanbeveling te doen om het hanteren van deze aanpak tot essentiële voorwaarde te maken voor de steun van de EU bij de wederopbouw en de ontwikkeling van de Iraakse economie;

n)

de multinationale troepenmacht in Irak (MNF-I) op te roepen in gesprek te gaan met de regering van Irak en opheldering te geven over de situatie van de meer dan 24 000 arrestanten die de MNF-I in hechtenis heeft, teneinde te verzekeren dat hun recht op een eerlijk proces en hun fundamentele mensenrechten worden gerespecteerd;

o)

een dialoog met de Verenigde Staten te beginnen en te streven naar sterkere multilateralisering van de rol die de internationale gemeenschap, door gebruik te maken van het VN-kader; Irak te steunen bij zijn inspanningen om de frequentie en diepgang van de gesprekken over de toekomst van Irak met zijn buurlanden, vooral Iran, Syrië, Saoedi-Arabië en Turkije, te vergroten, zonder afbreuk te doen aan enige andere kwestie of enig ander punt van zorg; Turkije op te roepen de territoriale integriteit van Irak te eerbiedigen en op terroristische acties niet te reageren met militaire acties op Iraaks grondgebied; de Iraakse autoriteiten op te roepen niet toe te staan dat het grondgebied van Irak als uitvalsbasis voor terroristische acties tegen Turkije wordt gebruikt;

p)

inlichtingen openbaar te maken over welke particuliere militaire ondernemingen (PMC's) en particuliere beveiligingsondernemingen (PSC's) de beveiliging verzorgen van EU-medewerkers in Irak; een concept aan te nemen voor het inhuren van PMC's/PSC's tijdens EVDB-operaties en duidelijke richtlijnen vast te stellen voor het inzetten van particuliere militaire ondernemingen en particuliere beveiligingsondernemingen door de instellingen van de EU;

2.

beklemtoont dat het gehecht is aan de beginselen en de praktijk van de parlementaire democratie; verwijst in dit verband naar zijn initiatief in de begroting voor 2008 voor het steunen van de opbouw van democratie met parlementen in derde landen, zijn toezegging om actief steun te verlenen aan de Iraakse Raad van Vertegenwoordigers door hulp te bieden bij de capaciteitsopbouw en zijn inzet om door middel van zijn ad hoc-delegatie voor Irak de bilaterale betrekkingen te stimuleren; is dan ook vastbesloten om de verdere ontwikkeling van de Iraakse Raad van Vertegenwoordigers te steunen door:

a)

initiatieven te ontwikkelen die het vermogen van de gekozen Iraakse vertegenwoordigers versterken om hun constitutionele rol in de maatschappij te vervullen door een goede parlementaire praktijk, effectieve betrekkingen met de uitvoerende macht en betrokkenheid bij de achterban;

b)

meer werk te maken van de overdracht van ervaring in effectief bestuur, het opleiden van professioneel personeel, de ontwikkeling van een volledig functionele commissiestructuur en volledig uitgewerkte regels en institutionele transparantie en het geven van rekenschap;

c)

de expertise te leveren in het opstellen van wetgeving die essentieel is voor een effectieve tenuitvoerlegging van de federale staatsstructuur;

3.

verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad en, ter kennisgeving, aan de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten en de regering en de Raad van Vertegenwoordigers van de Republiek Irak.


(1)  Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0481.

(2)  Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0357.

(3)  PB L 62 van 9.3.2005, blz. 37.

(4)  PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 287.

(5)  PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171.

(6)  Zie Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

(7)  Zie Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

(8)  Zie Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).


Top