Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008AP0099

    Belasting van loodvrije benzine en van gasolie
    Wetgevingsresolutie van het euroopees Parlement van 13 maart 2008 over het voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 2003/96/EG tot aanpassing van de bijzondere belastingregeling voor als motorbrandstof voor commerciële doeleinden gebruikte gasolie en tot coördinatie van de belasting van als motorbrandstof gebruikte loodvrije benzine en gasolie (COM(2007)0052 - C6-0109/2007 - 2007/0023(CNS))

    PB C 66E van 20.3.2009, p. 129–137 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    20.3.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 66/129


    Belasting van loodvrije benzine en van gasolie *

    P6_TA(2008)0099

    Wetgevingsresolutie van het euroopees Parlement van 13 maart 2008 over het voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 2003/96/EG tot aanpassing van de bijzondere belastingregeling voor als motorbrandstof voor commerciële doeleinden gebruikte gasolie en tot coördinatie van de belasting van als motorbrandstof gebruikte loodvrije benzine en gasolie (COM(2007)0052 — C6-0109/2007 — 2007/0023(CNS))

    (2009/C 66 E/35)

    (Raadplegingsprocedure)

    Het euroopees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2007)0052),

    gelet op artikel 93 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0109/2007),

    gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A6-0030/2008),

    1.

    hecht zijn goedkeuroing aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

    2.

    verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

    3.

    verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurode tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

    4.

    wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

    5.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

    (4)

    Ofschoon brandstoffen een groot deel van de exploitatiekosten van een wegvervoersonderneming uitmaken, bestaan er toch grote verschillen tussen de door de lidstaten toegepaste belastingniveaus voor gasolie. Deze verschillen leiden tot tanktoerisme en verstoren de mededinging. Een sterkere onderlinge aanpassing van het belastingniveau voor commerciële gasolie op communautair niveau zou een efficiënte oplossing bieden voor het probleem van oneerlijke concurrentie en uiteindelijk resulteren in een betere werking van de interne markt en een vermindering van de schade aan het milieu.

    (4)

    Ofschoon brandstoffen een groot deel van de exploitatiekosten van een wegvervoersonderneming uitmaken, bestaan er toch grote verschillen tussen de door de lidstaten toegepaste belastingniveaus voor gasolie. Deze verschillen kunnen leiden tot tanktoerisme en de mededinging verstoren in grensregio's . Een sterkere onderlinge aanpassing van het belastingniveau voor commerciële gasolie op communautair niveau zou een efficiënte oplossing bieden voor het probleem van oneerlijke concurrentie en uiteindelijk resulteren in een betere werking van de interne markt en een vermindering van de schade aan het milieu. Bij de onderlinge aanpassing van de accijnzen dient ook rekening te worden gehouden met inflatoire gevolgen en de noodzaak om de euroopese Unie concurrerender te maken. De onderlinge aanpassing van de accijnzen op loodvrije benzine en gasolie mag niet leiden tot onevenredige eisen aan die lidstaten die verder een strikt fiscaal beleid kennen en de bestrijding van inflatie zeer zijn toegedaan.

    (5)

    Uit de effectbeoordeling van de Commissie is gebleken dat de beste manier om een sterkere onderlinge aanpassing van de belastingniveaus voor commerciële gasolie te bewerkstelligen, erin bestaat het minimumniveau voor commerciële gasolie te verhogen, omdat deze aanpak zowel de verstoring van de mededinging en het daaruit voortvloeiende tanktoerisme tegengaat als het verbruik in het algemeen doet dalen. Er dient derhalve te worden bepaald dat het minimumbelastingniveau voor gasolie vanaf 2012 gelijk moet zijn aan het minimumbelastingniveau voor loodvrije benzine, hetgeen aansluit bij het feit dat beide brandstoffen even schadelijk zijn voor het milieu. Vanaf 2014 dient het minimumbelastingniveau 380 euro per 1 000 liter te bedragen om de reële waarde ervan te helpen handhaven en om verstoring van de mededinging en schade aan het milieu verder terug te dringen.

    (5)

    Uit de effectbeoordeling van de Commissie is gebleken dat de beste manier om een sterkere onderlinge aanpassing van de belastingniveaus voor commerciële gasolie te bewerkstelligen, erin bestaat het minimumniveau voor commerciële gasolie te verhogen, omdat deze aanpak zowel de verstoring van de mededinging en het daaruit voortvloeiende tanktoerisme tegengaat als het verbruik in het algemeen doet dalen. Er dient derhalve te worden bepaald dat het minimumbelastingniveau voor gasolie vanaf 2012 gelijk moet zijn aan het minimumbelastingniveau voor loodvrije benzine, hetgeen aansluit bij het feit dat beide brandstoffen even schadelijk zijn voor het milieu. Vanaf 2015 dient het minimumbelastingniveau 359 EUR per 1 000 liter te bedragen om de reële waarde ervan te helpen handhaven en om verstoring van de mededinging en schade aan het milieu verder terug te dringen.

    (6)

    In dit stadium lijkt het uit milieuoogpunt passend om voor loodvrije benzine en voor gasolie dezelfde minimumbelastingniveaus vast te stellen. Er bestaan geen geldige redenen om de nationale belastingniveaus voor niet-commerciële gasolie en loodvrije benzine vast te stellen op een niveau dat lager is dan het nationale niveau voor commerciële gasolie. Aan de lidstaten die een onderscheid maken tussen commercieel en niet-commercieel gebruik van gasolie gebruikt voor voortbeweging, dient derhalve duidelijk te worden gemaakt dat het nationale belastingniveau voor niet-commerciële gasolie gebruikt voor voortbeweging niet lager mag zijn dan het nationale niveau dat die lidstaten hanteren voor commerciële gasolie. Hetzelfde dient te gelden voor de verhouding tussen loodvrije benzine en commerciële gasolie gebruikt voor voortbeweging.

    (6)

    In dit stadium lijkt het uit milieuoogpunt passend om voor loodvrije benzine en voor gasolie dezelfde minimumbelastingniveaus vast te stellen. Er bestaan geen geldige redenen om de nationale belastingniveaus voor niet-commerciële gasolie en loodvrije benzine vast te stellen op een niveau dat lager is dan het nationale niveau voor commerciële gasolie. Aan de lidstaten die een onderscheid maken tussen commercieel en niet-commercieel gebruik van gasolie gebruikt voor voortbeweging, dient derhalve duidelijk te worden gemaakt dat het nationale belastingniveau voor niet-commerciële gasolie gebruikt voor voortbeweging niet lager mag zijn dan het nationale niveau dat die lidstaten hanteren voor commerciële gasolie , zonder evenwel de gebruikers van niet-commerciële gasolie te benadelen . Hetzelfde dient te gelden voor de verhouding tussen loodvrije benzine en commerciële gasolie gebruikt voor voortbeweging.

    (6 bis)

    De lidstaten die beschikken over overgangsperiodes hebben helaas de neiging geen maatregelen te nemen om in de pas te raken met de minimumaccijnsnormen, terwijl zij dat wel hebben toegezegd. Automatische verlenging van de overgangsperiode is daarom volstrekt onaanvaardbaar. De Commissie moet in 2010 verslag uitbrengen over de mate waarin deze lidstaten, nu het eind van de overgangsperiode nadert, hebben voldaan aan hun verplichtingen.

    (6 ter)

    Om ervoor te zorgen dat Richtlijn 2003/96/EG coherent is aan het gemeenschappelijk vervoersbeleid en om eventuele concurrentievervalsingen tegen te gaan binnen de transportmarkten, dient de definitie van voor voortbeweging gebruikte gasolie te worden gewijzigd. De definitie van commercieel gebruik betreft het vervoer van goederen over de weg uitgevoerd door voertuigen met een maximaal toelaatbaar laadvermogen van niet minder dan 3,5 ton.

    (7)

    Sommige lidstaten mogen een overgangsperiode toepassen om zich vlot aan de in Richtlijn 2003/96/EG vastgestelde belastingniveaus aan te passen. Om dezelfde reden moeten dergelijke overgangsperioden in verband met deze richtlijn worden aangevuld.

    (7)

    Sommige lidstaten mogen een overgangsperiode toepassen om zich vlot aan de in Richtlijn 2003/96/EG vastgestelde belastingniveaus aan te passen. Voor sommige van deze lidstaten moeten dergelijke overgangsperioden in verband met deze richtlijn worden aangevuld.

    (10)

    De mogelijkheid dat lidstaten een verlaagd tarief voor gasolie voor commerciële doeleinden vaststellen op een niveau dat lager is dan het op 1 januari 2003 geldende nationale niveau op voorwaarde dat zij een systeem van heffingen op het weggebruik invoeren of toepassen waarbij de totale belastingdruk grotendeels gelijk blijft, moet worden gehandhaafd. Te dien einde en in het licht van de opgedane ervaring is het passend niet langer te eisen dat het op 1 januari 2003 geldende nationale belastingniveau voor gasolie gebruikt voor voortbeweging ten minste tweemaal zo hoog moet zijn als het op 1 januari 2004 geldende minimumbelastingniveau.

    (10)

    De mogelijkheid dat lidstaten een verlaagd tarief voor gasolie voor commerciële doeleinden vaststellen wanneer zij een systeem van heffingen op het weggebruik invoeren of toepassen waarbij de totale belastingdruk grotendeels gelijk blijft, moet worden gehandhaafd. Tevens moet het voor de lidstaten mogelijk worden gemaakt dat zij zowel met fiscale prikkels, als met systemen om het verbruik van deze brandstoffen op een bepaald niveau te houden de toepassing bevorderen van fossiele en koolstofarme brandstoffen die voor voortbeweging worden gebruikt . Te dien einde en in het licht van de opgedane ervaring is het passend niet langer te eisen dat het op 1 januari 2003 geldende nationale belastingniveau voor gasolie gebruikt voor voortbeweging ten minste tweemaal zo hoog moet zijn als het op 1 januari 2004 geldende minimumbelastingniveau.

    (10 bis)

    Hoewel het subsidiariteitsbeginsel volledig in acht dient te worden genomen, zouden de lidstaten die extra inkomsten behalen uit de tenuitvoerlegging van deze richtlijn, ertoe moeten worden aangespoord deze in de eerste plaats te herinvesteren in infrastructuur, biobrandstoffen en nieuwe milieumaatregelen die gericht zijn op vermindering van CO2-uitstoot.

    1.   Met ingang van 1 januari 2004, 1 januari 2010, 1 januari 2012 en 1 januari 2014 worden de minimumbelastingniveaus voor motorbrandstoffen vastgesteld zoals beschreven in bijlage I.A.

    1.   Met ingang van 1 januari 2004, 1 januari 2010, 1 januari 2012 en 1 januari 2015 worden de minimumbelastingniveaus voor motorbrandstoffen vastgesteld zoals beschreven in bijlage I.A.

    2.   De lidstaten mogen onderscheid maken tussen commerciële en niet-commerciële aanwending van gasolie gebruikt voor voortbeweging, op voorwaarde dat de communautaire minimumbelastingniveaus gerespecteerd worden en het belastingniveau voor commerciële gasolie gebruikt voor voortbeweging niet onder het op 1 januari 2003 geldende nationale belastingniveau daalt .

    2.   De lidstaten mogen onderscheid maken tussen commerciële en niet-commerciële aanwending van gasolie gebruikt voor voortbeweging, op voorwaarde dat de communautaire minimumbelastingniveaus gerespecteerd worden.

    (a bis)

    Lid 3, letter a) wordt vervangen door:

    a)

    het vervoer van goederen voor verhuur of beloning of voor eigen rekening met een motorvoertuig of een samenstel van voertuigen dat uitsluitend bestemd is voor het goederenvervoer over de weg en waarvan het maximum toegelaten laadvermogen niet minder dan 3,5 ton bedraagt;

    4.   De lidstaten die een systeem van heffingen op het weggebruik toepassen of invoeren voor motorvoertuigen die gebruikmaken van commerciële gasolie zoals omschreven in lid 3, mogen op dergelijke gasolie een verlaagd tarief toepassen dat lager is dan het op 1 januari 2003 geldende nationale belastingniveau, zolang de totale belastingdruk grotendeels gelijk blijft en op voorwaarde dat het geldende communautaire minimumniveau voor gasolie wordt gerespecteerd.

    4.   De lidstaten mogen een systeem van heffingen op het weggebruik toepassen of invoeren voor motorvoertuigen die gebruikmaken van commerciële gasolie zoals omschreven in lid 3, op voorwaarde dat het geldende communautaire minimumniveau voor gasolie wordt gerespecteerd.

    De Commissie stelt gemeenschappelijke regels voor de in de eerste alinea bedoelde mechanismen vast overeenkomstig de procedure van artikel 27, lid 2.

    De Commissie stelt uiterlijk … (1) gemeenschappelijke regels voor de in de eerste alinea bedoelde mechanismen vast overeenkomstig de procedure van artikel 27, lid 2.

    (2)

    Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

    (2)

    Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    In lid 3 wordt de eerste zin vervangen door:

    (a)

    In lid 3 wordt de eerste zin geschrapt .

    Het Koninkrijk Spanje mag een overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2007 om het nationale belastingniveau voor gasolie gebruikt voor voortbeweging aan te passen aan het nieuwe minimumbelastingniveau van 302 EUR, tot 1 januari 2012 om het niveau van 330 EUR te bereiken, tot 1 januari 2014 om het niveau van 359 EUR te bereiken, en tot 1 januari 2016 om het niveau van 380 EUR te bereiken.

    (b)

    In lid 4 wordt de eerste zin vervangen door:

    (b)

    In lid 4 wordt de eerste zin geschrapt.

    De Republiek Oostenrijk mag een overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2007 om het nationale belastingniveau voor gasolie gebruikt voor voortbeweging aan te passen aan het nieuwe minimumbelastingniveau van 302 EUR, tot 1 januari 2012 om het niveau van 330 EUR te bereiken, tot 1 januari 2014 om het niveau van 359 EUR te bereiken, en tot 1 januari 2016 om het niveau van 380 EUR te bereiken.

    (c)

    In lid 5 wordt de eerste zin vervangen door:

    (c)

    In lid 5 wordt de eerste zin geschrapt.

    Het Koninkrijk België mag een overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2007 om het nationale belastingniveau voor gasolie gebruikt voor voortbeweging aan te passen aan het nieuwe minimumbelastingniveau van 302 EUR, tot 1 januari 2012 om het niveau van 330 EUR te bereiken, tot 1 januari 2014 om het niveau van 359 EUR te bereiken, en tot 1 januari 2016 om het niveau van 380 EUR te bereiken.

    (d)

    In lid 6 wordt de eerste zin vervangen door:

    (d)

    In lid 6 wordt de eerste zin geschrapt.

    Het Groothertogdom Luxemburg mag een overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2009 om het nationale belastingniveau voor gasolie gebruikt voor voortbeweging aan te passen aan het nieuwe minimumbelastingniveau van 302 EUR, tot 1 januari 2012 om het niveau van 330 EUR te bereiken, tot 1 januari 2014 om het niveau van 359 EUR te bereiken, en tot 1 januari 2016 om het niveau van 380 EUR te bereiken.

    (e)

    In lid 7, tweede alinea, wordt de eerste zin vervangen door:

    (e)

    In lid 7, tweede alinea, wordt de eerste zin geschrapt.

    De Portugese Republiek mag een overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2009 om het nationale belastingniveau voor gasolie gebruikt voor voortbeweging aan te passen aan het nieuwe minimumbelastingniveau van 302 EUR, tot 1 januari 2012 om het niveau van 330 EUR te bereiken, tot 1 januari 2014 om het niveau van 359 EUR te bereiken, en tot 1 januari 2016 om het niveau van 380 EUR te bereiken.

    (f)

    In lid 8, derde alinea, wordt de eerste zin vervangen door:

    (f)

    In lid 8, derde alinea, wordt de eerste zin geschrapt.

    De Helleense Republiek mag een overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2010 om het nationale belastingniveau voor gasolie gebruikt voor voortbeweging aan te passen aan het nieuwe minimumbelastingniveau van 302 EUR, tot 1 januari 2012 om het niveau van 330 EUR te bereiken, tot 1 januari 2014 om het niveau van 359 EUR te bereiken, en tot 1 januari 2016 om het niveau van 380 EUR te bereiken.

    a)

    In lid 5 wordt de eerste zin vervangen door:

    a)

    In lid 5 wordt de eerste alinea vervangen door:

    De Republiek Letland mag een overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2011 om het nationale belastingniveau voor gasolie en kerosine gebruikt voor voortbeweging aan te passen aan het nieuwe minimumbelastingniveau van 302 EUR per 1 000 liter, tot 1 januari 2013 om het niveau van 330 EUR te bereiken en, voor gasolie gebruikt voor voortbeweging, tot 1 januari 2015 om het niveau van 359 EUR te bereiken en tot 1 januari 2017 om het niveau van 380 EUR te bereiken.

    5.   De Republiek Letland mag een overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2012 om het nationale belastingniveau voor gasolie en kerosine gebruikt voor voortbeweging aan te passen aan het nieuwe minimumbelastingniveau van 302 EUR per 1 000 liter, tot 1 januari 2013 om het niveau van 330 EUR te bereiken en, voor gasolie gebruikt voor voortbeweging, tot 1 januari 2016 om het niveau van 359 EUR te bereiken. Het belastingniveau voor gasolie en kerosine mag evenwel vanaf 1 mei 2004 niet lager zijn dan 245 EUR per 1 000 liter en vanaf 1 januari 2008 niet lager dan 274 EUR.

    a)

    In lid 6 wordt de eerste zin vervangen door:

    a)

    In lid 6 wordt de eerste alinea vervangen door:

    De Republiek Litouwen mag een overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2011 om het nationale belastingniveau voor gasolie en kerosine gebruikt voor voortbeweging aan te passen aan het nieuwe minimumbelastingniveau van 302 EUR per 1 000 liter, tot 1 januari 2013 om het niveau van 330 EUR te bereiken en, voor gasolie gebruikt voor voortbeweging, tot 1 januari 2015 om het niveau van 359 EUR te bereiken en tot 1 januari 2017 om het niveau van 380 EUR te bereiken.

    6.   De Republiek Litouwen mag een overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2012 om het nationale belastingniveau voor gasolie en kerosine gebruikt voor voortbeweging aan te passen aan het nieuwe minimumbelastingniveau van 302 EUR per 1 000 liter, tot 1 januari 2013 om het niveau van 330 EUR te bereiken en, voor gasolie gebruikt voor voortbeweging, tot 1 januari 2016 om het niveau van 359 EUR te bereiken. Het belastingniveau voor gasolie en kerosine mag evenwel vanaf 1 mei 2004 niet lager zijn dan 245 EUR per 1 000 liter en vanaf 1 januari 2008 niet lager dan 274 EUR.

    a)

    In lid 9 wordt de eerste zin van paragraaf 2 vervangen door:

    a)

    In lid 9 wordt de tweede alinea vervangen door:

    De Republiek Polen mag een overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2010 om het nationale belastingniveau voor gasolie gebruikt voor voortbeweging aan te passen aan het nieuwe minimumbelastingniveau van 302 EUR per 1 000 liter, tot 1 januari 2012 om het niveau van 330 EUR te bereiken, tot 1 januari 2014 om het niveau van 359 EUR te bereiken , en tot 1 januari 2016 om het niveau van 380 EUR te bereiken.

    „De Republiek Polen mag een overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2012 om het nationale belastingniveau voor gasolie gebruikt voor voortbeweging aan te passen aan het nieuwe minimumbelastingniveau van 302 EUR per 1 000 liter, tot 1 januari 2013 om het niveau van 330 EUR te bereiken, en tot 1 januari 2016 om het niveau van 359 EUR te bereiken. Het belastingniveau voor gasolie en kerosine mag evenwel vanaf 1 mei 2004 niet lager zijn dan 245 EUR per 1 000 liter en vanaf 1 januari 2008 niet lager dan 274 EUR.

    Onverminderd de in het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de euroopese Unie vastgestelde derogaties van artikel 7 mogen deze lidstaten voor gasolie gebruikt voor voortbeweging een aanvullende overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2015 om het niveau van 359 EUR te bereiken en tot 1 januari 2017 om het niveau van 380 EUR te bereiken .

    Onverminderd de in het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de euroopese Unie vastgestelde derogaties van artikel 7 mogen deze lidstaten voor gasolie gebruikt voor voortbeweging een aanvullende overgangsperiode toepassen tot 1 januari 2016 om het niveau van 359 EUR te bereiken.

    Tekst van de Commissie

     

    1 januari 2004

    1 januari 2010

    1 januari 2012

    1 januari 2014

    Loodvrije benzine

    (euro per 1 000 l)

    GN-codes 2710 11 31, 2710 11 41, 2710 11 45 en 2710 11 49

    359

    359

    359

    380

    Gasolie

    (euro per 1 000 l)

    GN-codes 2710 19 41 tot en met 2710 19 49

    302

    330

    359

    380

    Amendement van het Parlement

     

    1 januari 2004

    1 januari 2010

    1 januari 2012

    1 januari 2015

    Loodvrije benzine

    (euro per 1 000 l)

    GN-codes 2710 11 31, 2710 11 41, 2710 11 45 en 2710 11 49

    359

    359

    359

    359

    Gasolie

    (euro per 1 000 l)

    GN-codes 2710 19 41 tot en met 2710 19 49

    302

    330

    340

    359

    Onverminderd de in artikel 18 bis, leden 5, 6 en 9 en in artikel 18 quater genoemde tijdschema's, zijn de volgende bepalingen van toepassing:

    Minimumaccijnzen op zowel loodvrije benzine als gasolie bedragen uiterlijk op 1 januari 2015 minstens 359 EUR per 1 000 liter.

    De lidstaten die uit hoofde van de communautaire wetgeving uiterlijk op 1 januari 2012 de accijnzen moeten verhogen op gasolie tot 340 EUR per 1 000 liter, moeten uiterlijk op 1 januari 2015 een tarief hanteren van ten minste 359 EUR per 1 000 liter .

    De lidstaten waar de accijns op gasolie hoger ligt dan 400 EUR per 1 000 liter op 1 januari 2008, verhogen de accijns op dieselolie tot 1 januari 2015 niet verder .

    Lidstaten waar de accijns op loodvrije benzine hoger ligt dan 500 EUR per 1 000 liter op 1 januari 2008, verhogen dit tarief tot 1 januari 2015 niet verder .

    (5 bis)     Het volgende artikel 29 bis wordt ingevoegd:

    Artikel 29 bis

    De Commissie brengt verslag uit over het voldoen aan de verplichtingen van die lidstaten waar een overgangsperiode in 2010 afloopt.


    (1)   6 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn .


    Top