This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52007XC0719(03)
Information communicated by Member States regarding State aid granted under Commission Regulation (EC) No 1857/2006 on the application of Articles 87 and 88 of the EC Treaty to State aid to small and medium-sized enterprises active in the production of agricultural products and amending Regulation (EC) No 70/2001
Door de lidstaten verstrekte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001
Door de lidstaten verstrekte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001
PB C 165 van 19.7.2007, p. 6–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
19.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/6 |
Door de lidstaten verstrekte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001
(2007/C 165/04)
Nummer van de steun: XA 23/07
Lidstaat: Slovenië
Regio: —
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Sofinanciranje zavarovalnih premij za zavarovanje kmetijske proizvodnje za leto 2007
Rechtsgrond: Uredba o sofinanciranju zavarovalnih premij za zavarovanje kmetijske proizvodnje za leto 2007 (Uradni list RS 138/2006)
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: In totaal bedragen de voor 2007 geplande uitgaven 5 633 450 EUR
Maximale steunintensiteit: De cofinanciering dekt 40 % van de uitgaven voor verzekeringspremies om landbouwgewassen te beschermen tegen schade door hagelstormen, branden, blikseminslag, late vorst, orkanen of overstromingen. Voor de verzekeringen tegen de risico's van vernietiging, slachting op bevel van een veearts of (met economische gevolgen) van de overheid wegens ziekten, wordt de cofinanciering van de verzekeringspremies vastgesteld in absolute cijfers per diersoort en –categorie en mag ze niet meer bedragen dan 50 % van de bewezen uitgaven voor de verzekeringspremies
Datum van tenuitvoerlegging:
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De steun mag worden verleend tot en met 31 december 2007
Doelstelling van de steun: De steun wordt verleend overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening nr. 70/2001 (1) — Steun als bijdrage aan verzekeringspremies.
De betaling van een gedeelte van de verzekeringspremies is beoeld om de landbouwers ertoe aan te moedigen, zich tegen mogelijke verliezen door natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden of dierziekten te verzekeren en tezelfdertijd zelf de risico's op het gebied van akkerbouw en veeteelt te beperken
Betrokken economische sector(en): Landbouw — akkerbouw en veeteelt
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
Ministrstvo za kmetijstvo, gozdarstvo in prehrano |
Dunajska 58 |
SLO-1000 Ljubljana |
Agencija RS za kmetijske trge in razvoj podeželja |
Dunajska 160 |
SLO-1000 Ljubljana |
Website: http://www.uradni-list.si/1/ulonline.jsp?urlid=2006138&dhid=86719
Overige informatie: —
Nummer van de steun: XA 24/07
Lidstaat: Finland
Regio: De regio's die in 2006 het slachtoffer werden van ongunstige weersomstandigheden
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Tuki epäsuotuisten sääolojen aiheuttamien menetysten korvaamiseksi maatalousyrityksille vuonna 2006
Rechtsgrond: Laki satovahinkojen korvaamisesta (1214/2000)
Valtioneuvoston asetus satovahinkojen korvaamisesta (270/2003)
Maa- ja metsätalousministeriön asetus satovahinkojen korvaamisesta (364/2003)
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: In 2006 bedragen de geplande uitgaven voor schadevergoedingen die ten gevolge van de mislukte oogst van specifieke gewassen zullen worden uitgekeerd 4,75 miljoen EUR
Maximale steunintensiteit: De vergoeding ingevolge artikel 2, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 wordt slechts uitgekeerd indien minstens één derde van de oogst van een bepaalde landbouwer van ieder in aanmerking komend gewas is vernietigd. De vergoeding is beperkt tot 90 % van het verlies bovenop het verlies dat voor rekening van de landbouwer komt, nl., 30 % van de normale oogst. Voor ieder afzonderlijk voor steun in aanmerking komend gewas bedraagt het aandeel in het totale verlies dat de landbouwer zelf moet dragen 30 %. Bij een vergelijking van oogsten wordt als een normale oogst aangemerkt, de gemiddelde oogst van de vijf jaren vóór het jaar waarin het verlies werd geleden; de jaren met het hoogste en het laagste cijfer — in vergelijking met de andere oogstjaren — worden bij deze berekening niet in aanmerking genomen. De omvang van het verlies wordt dan voor iedere landbouwer aan de hand van deze gegevens berekend. Deze berekeningswijze strookt derhalve met de bepalingen van artikel 11, lid 2, en lid 4, van Verordening (EG) nr. 1857/2006.
De waarde van de oogst waarvoor vergoeding wordt betaald wordt berekend op basis van de marktprijzen die in eerdere oogstjaren golden en de marktprijs die van kracht was in het jaar dat het verlies werd geleden; laatstgenoemde prijs wordt vastgesteld door het raadgevend comité voor oogstverlies op basis van de beschikbare informatie over de marktprijzen.
Het maximumbedrag aan verliezen die subsidiabel zijn moet worden verminderd met bedragen die in het kader van verzekeringen zijn uitgekeerd en met alle andere kosten en verliezen die niet het gevolg zijn van de ongunstige weersomstandigheden
Datum van tenuitvoerlegging: De steunregeling treedt niet vóór 28 maart 2007 in werking. De eerste mogelijke uitbetalingsdatum is 5 april 2007
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De steun wordt verleend voor schade die zich in 2006 heeft voorgedaan
Doelstelling van de steun: Steun voor land- en tuinbouwbedrijven die schade hebben geleden door ongunstige weersomstandigheden (artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1857/2006)
Betrokken economische sector(en): De steunregeling geldt voor een gebied dat in totaal 63 000 ha beslaat. In totaal zijn 32 verschillende gewassen beschadigd. De eigen bijdrage van de landbouwer in de vergoeding van de beschadigde oogst en in de waarde van deze oogst bedraagt minstens 30 %
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
Maa- ja metsätalousministeriö |
PL 30 |
FIN-00023 Valtioneuvosto |
Website: www.mmm.fi, www.finlex.fi
Overige informatie: —
Nummer van de steun: XA 25/07
Lidstaat: Frankrijk
Regio: De territoriale gemeenschappen
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Programme pour l'installation et le développement des initiatives locales (PIDIL)
Rechtsgrond:
— |
Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (2), |
— |
Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie (3), |
— |
Verordening (EG) nr. 1857/2006, artikel 15, |
— |
Articles R 343-34 et suivants du Code rural |
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 7 000 000 EUR
Maximale steunintensiteit:
— |
Technisch-economische ondersteuning voor jonge landbouwers, maximum 80 % van de uitgaven met een maximum van 1 500 EUR per jaar en per landbouwer, alle financieringen samengenomen (centrale en plaatselijke overheid); de steun kan in de loop van de eerste vijf jaar van de vestiging worden verleend. |
— |
Tenlasteneming van diagnosekosten, maximum 80 % van de uitgaven met een maximum van 1 500 EUR, alle financieringen samengenomen (centrale en plaatselijke overheid). |
— |
Steun voor opleiding, 60 EUR per dag; kan worden toegekend door de centrale overheid gedurende 100 dagen en kan worden aangevuld door de plaatselijke overheid met eenzelfde bedrag, met als maxiumum de gedane uitgaven. |
— |
Vergoeding van de stageperiode, volgens het uurloon dat is vastgesteld voor stages in het kader van de beroepsopleiding (het maandelijkse minimumbedrag vastgesteld bij de Code du travail (arbeidswetgeving) bedraagt 652,02 EUR per 1 december 2006. |
— |
Stimulering en voorlichting, steunintensiteit 100 % |
Datum van tenuitvoerlegging: In 2007, met ingang van de datum van publicatie van deze beknopte informatie in het Publicatieblad van de Europese Unie
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met december 2013
Doelstelling van de steun:
I. Steun voor advies
Er zijn verschillende categorieën jonge landbouwers. Jongeren die niet uit het landbouwersmilieu komen, jongeren die zich vestigen op een landbouwbedrijf dat niet aan hun familie behoort en de kinderen van landbouwers die over een bedrijf beschikken dat hun niet in staat stelt zich onder economisch bevredigende omstandigheden te vestigen, hebben meer moeite om een carrière in de landbouw uit te bouwen. Acties ten gunste van deze groep zijn dan ook noodzakelijk.
Met name moeten — overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 — de kosten voor technische ondersteuning door een landbouwvereniging of producentenvereniging (honoraria van deskundigen of adviseurs) ten laste worden genomen.
Deze steun wordt de jonge landbouwers toegekend gedurende de eerste vijf jaren van hun vestiging en wordt gefinancierd door de centrale en de lokale overheid.
— |
Technisch-economische ondersteuning voor jonge landbouwers: Om de levensvatbaarheid van het bedrijf te garanderen moet de beroepsbekwaamheid van de jonge landbouwer bijgeschaafd worden zodat hij zijn persoonlijke carrière in de landbouw kan uitbouwen. Voor de jongere kan dus technisch-economische ondersteuning op touw worden gezet. Deze maatregel is in het bijzonder gericht op innoverende projecten, op projecten waarbij landbouwbedrijven worden opgericht en op projecten die gebaseerd zijn op diversificatie of aanzienlijke moderniseringskosten met zich meebrengen. Indien een groep bij het project betrokken is, kan de ondersteuning ook een module omvatten betreffende de arbeidsorganisatie en de arbeidsrelaties in het kader van de bedrijfsactiviteiten. |
— |
Tenlasteneming van diagnosekosten: de steun kan worden verleend voor een diagnose van het bedrijf dat wordt verkocht of gekocht of voor een marktstudie voor specifieke producten dan wel producten die rechtstreeks worden verkocht (bioproducten bijvoorbeeld). De steun wordt krachtens artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 aan de dienstverlener betaald zodra de vestiging van de jonge landbouwer door de bevoegde administratieve autoriteit is vastgesteld of eerstgenoemde — na zijn vestiging — zijn productie heroriënteert. De diagnose is ook noodzakelijk om de overstap van verkoop van het bedrijf naar vestiging van de jonge landbouwer vlotter te laten verlopen; het resultaat van de diagnose vergezelt — in voorkomend geval — de inschrijving van de verkoper in het register „vertrek-vestiging” indien het de verkoper is die om de diagnose heeft verzocht. In dat geval geniet de verkoper de steun. |
II. Steun voor opleiding
Steun voor opleiding kan worden verleend door de centrale en de lokale overheid hetzij met het oog op de voorbereiding van de vestiging, hetzij nà de vestiging om de aanvankelijke opleiding van de jonge landbouwer te vervolledigen. De bedoeling is de jongere te helpen om een stage te volgen.
— |
Steun voor opleiding: wordt verleend aan jongeren die zich vestigen en hetzij behoefte hebben aan een aanvullende opleiding die aan hun plannen is aangepast, hetzij in een geleidelijk tempo een diploma niveau IV wensen te behalen (conform de voorschriften van het programma voor de ontwikkeling van menselijke hulpbronnen). De steun heeft ten doel de begunstigde in staat te stellen zich op het bedrijf, waarvan hij de bezitter is, te laten vervangen zodat hij de aanvullende opleiding kan volgen gedurende 5 jaar, of gedurende 3 jaar, indien het zijn bedoeling is de nodige beroepsbekwaamheid te verwerven om in aanmerking te komen voor de vestigingssteun. |
— |
Vergoeding van de stageperiode: in deze steun is voorzien voor de periode die de jongere doorbrengt bij een landbouwer die van plan is zijn activiteiten in het kader van een „beschermheerschap” stop te zetten. Een jongere wordt als „benadeelde werknemer” beschouwd in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2204/2002 (4) omdat deze jongere, indien het beschermheerschap ontbreekt, en vooral indien hij niet uit een landbouwersmilieu komt, „het moeilijk heeft om zonder hulp tot de arbeidsmarkt toe te treden” (cf. artikel 2, lid f, van Verordening (EG) nr. 2204/2002). De steun is bedoeld om de jongere als „benadeelde werknemer” in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2204/2002, enerzijds technisch en economisch advies en anderzijds een algemene opleiding bedrijfsbeheer te verschaffen zodat hij op deze wijze een duurzame arbeidsplaats verwerft in een levensvatbaar bedrijf dat anders, bij gebrek aan een overnemer, aan verkaveling ten prooi zou kunnen vallen. Op deze wijze wordt de „beschermheer” immers aangespoord om zijn bedrijf aan de jongere over te laten. De steun wordt de jongere die de opleiding volgt gedurende een periode van 3 tot 12 maanden uitbetaald door de centrale of de plaatselijke overheid. Deze periode kan met eenzelfde termijn worden verlengd indien dat voor de voltooiing van de opleiding van de jongere noodzakelijk blijkt te zijn. Gedurende de periode dat de jongere het beschermheerschap geniet heeft hij het statuut van iemand die in het kader van een beroepsopleiding stage loopt. Op deze maatregel kan eveneens een beroep worden gedaan door een jongere die het beschermheerschap wenst van een vennoot zodat een bestaand landbouwbedrijf kan worden geïntegreerd. Het verloop van de stage wordt opgevolgd door het CFPPA (centre de formation professionnelle et de promotion agricole) of de ADASEA (association départementale pour l'aménagement des structures des exploitations agricoles) van het departement waar de zetel van het bedrijf is gevestigd en/of van een erkend regionaal centrum. De stage onder een beschermheer kan dezelfde waarde hebben als de volledige stage in het kader van de beroepsopleiding die de jongere moet volgen alvorens hij zich kan vestigen. |
III. Stimulering en voorlichting
De beroepsorganisaties voor de landbouw, de ADASEA of andere structuren zorgen voor stimulering en voorlichting van de leerlingen van onderwijsinstellingen en opleidingsinrichtingen (jongeren die aan het lycée professionnel (beroepslyceum) of een andere instelling een opleiding hebben genoten), in de vorm van studies, communicatie (brochures, pers, lezingen in scholen, informatiecentra „vestiging — overdracht”, enz.) en begeleiding met betrekking tot het beroep van landbouwer.
Voorts leveren zij deskundigheid en sporen zij bedrijven op die in de komende jaren zullen vrijkomen; zij verstrekken advies in het kader van door hen in plattelandsgemeenten georganiseerde vergaderingen die ten doel hebben oudere landbouwers te informeren en bewust te maken; op deze wijze hopen zij de aandacht van deze landbouwers te vestigen op jongeren die op zoek zijn naar een bedrijf dat zij kunnen overnemen. Een informatiedienst op regionaal niveau kan zorgen voor het bijeenbrengen van de informatie in verband met deze dienstverlening.
Opdat met deze acties het beoogde doel zou worden bereikt, draagt de overheid bij aan de financiering ervan, onder de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 vermelde voorwaarden. Hiertoe wordt jaarlijks een budget verdeeld over de regio's.
Deze middelen kunnen worden aangevuld met een financiering door de plaatselijke overheid om specifieke acties tot een goed einde te brengen.
Deze acties worden uitgevoerd in het kader van overeenkomsten die onder de bevoegheid van de prefecten vallen en die op departementaal of regionaal niveau worden gesloten; de betaling wordt verricht op grond van een jaarlijks verslag over de verrichte werkzaamheden
Betrokken economische sector(en): De gehele landbouwsector
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
Ministère de l'agriculture et de la pêche |
78, rue de Varenne |
F-75349 Paris 07 SP |
Website: www.agriculture.gouv.fr (Er zal een PIDIL — inlichtingenblad worden toegevoegd aan de informatie met betrekking tot de vestiging als landbouwer zodra het programma is goedgekeurd)
Overige informatie: De acties die reeds werden goedgekeurd in het kader van het vorige PIDIL (regeling N 184/03 door de Commissie goedgekeurd op 9.7.2003) worden voortgezet
Nummer van de steun: XA 27/07
Lidstaat: Verenigd Koninkrijk
Regio: Wales
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Wales Catchment Sensitive Farming Project
Rechtsgrond: Agriculture Act 1986 (Section 1(1)(C)) to be read in conjunction with Government of Wales Act 1998 (Sections 40 and 85)
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Geplande jaarlijkse uitgaven (GBP 000)
2007: 422,700 GBP
2008: 50,000 GBP
Totaal: 472,700 GBP
Maximale steunintensiteit: De regeling bestaat uit twee maatregelen:
Datum van tenuitvoerlegging: De regeling gaat in op 1 april 2007
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling gaat in op 1 april 2007.
Ze loopt af op 31 december 2007.
De laatste betaling vindt plaats op 31 maart 2008
Doelstelling van de steun: Milieubescherming.
Een project opzetten en beheren om landbouwmethoden die de waterkwaliteit bevorderen, aan te moedigen teneinde het watermilieu van verontreiniging te vrijwaren. Het project zal in twee regio's, waarin zich 80 landbouwbedrijven bevinden, lopen.
In het kader van het project wordt advies verleend met als doel potentiële risico's op verontreiniging en maatregelen om deze risico's te verminderen, te identificeren. De steun wordt verleend overeenkomstig artikel 15 van Verordening 1857/2006 en de subsidiabele uitgaven zijn de uitgaven voor advies.
Er worden eveneens subsidies verleend voor bepaalde in aanmerking komende investeringen die een verbetering van het watermilieu ten doel hebben. Deze subsidies worden verleend overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en de subsidiabele uitgaven zijn uitgaven voor:
de bouw, verwerving of verbetering van onroerende goederen en
de koop of huurkoop van nieuwe machines en materieel, met inbegrip van computerprogrammatuur, tot maximaal de marktwaarde van de activa; andere kosten in verband met een huurkoopcontract (belastingen, marge voor de verhuurder, kosten voor de herfinanciering van rente, overheadkosten, verzekeringspremies enz.) zijn niet subsidiabel.
De vorengenoemde uitgaven zijn slechts subsidiabel indien ze de risico's op verontreiniging sterk verminderen. Uitgaven voor tweedehands uitrusting of machines zijn niet subsidiabel.
In ruimere zin omvat het project ook controle van de waterkwaliteit, modellering van het stroomgebied, evaluatie van de reacties van de landbouwers, van de wijze waarop maatregelen aanslaan en van de doeltreffendheid van het project
Betrokken economische sector(en): De regeling heeft betrekking op het voortbrengen van landbouwproducten. Ze heeft ten doel de gevolgen van de landbouwproductie voor het watermilieu te verzachten; de steun zal beschikbaar zijn voor alle levensvatbare landbouwbedrijven — ongeacht de soort — in de twee regio's waar het project zijn beslag zal krijgen. De ene regio is een hoogland regio waar aan veeteelt wordt gedaan (hoofdzakelijk runderen en schapen). De andere regio is een laagland regio waar hoofdzakelijk melkvee en vee (runderen en schapen) wordt gehouden
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
Welsh Assembly Government |
Cathays Park (CP2) |
Cardiff CF10 3NQ |
United Kingdom |
Contactpersoon: M P Samuel (Room 1-097)
De voor de regeling bevoegde overheidsinstantie is: —
De voor de tenuitvoerlegging van de regeling bevoegde organisatie is: —
Website: http://new.wales.gov.uk/docrepos/40371/403823112/4038213/1304878/CSF-agristateaid?lang=en
of ga naar de Defra website voor meer details.
http://www.defra.gov.uk/farm/policy/state-aid/setup/exist-exempt.htm
Overige informatie: Voor meer en uitvoeriger gegevens over de criteria waaraan moet zijn voldaan om voor de regeling in aanmerking te komen en over de toepasselijke voorschriften, moeten vorengenoemde weblinks worden gevolgd.
Er is een aanvraag ingediend om het project gedeeltelijk te financieren met geldmiddelen voor doelstelling 1. (Doelstelling 1, zwaartepunt 5, maatregel 7).
Ondertekend en gedateerd namens de ter zake bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk (Department for Environment, Food and Rural Affairs — Ministerie voor Milieu, Voedsel en Plattelandsaangelegenheden)
Neil Marr
Agricultural State Aid
Defra
8B 9 Millbank
c/o 17 Smith Square
London SW1P 3JR
United Kingdom
(1) PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3.
(2) PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1.
(3) PB L 368 van 23.12.2006, blz. 15.
(4) PB L 337 van 13.12.2002, blz. 3.