This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32022R2038
Regulation (EU) 2022/2038 of the European Parliament and of the Council of 19 October 2022 amending Council Regulation (EEC) No 95/93 as regards temporary relief from the slot utilisation rules at Union airports due to an epidemiological situation or military aggression (Text with EEA relevance)
Verordening (EU) 2022/2038 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 wat betreft de tijdelijke ontheffing van de regels voor slotgebruik op luchthavens van de Unie wegens een epidemiologische situatie of militaire agressie (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EU) 2022/2038 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 wat betreft de tijdelijke ontheffing van de regels voor slotgebruik op luchthavens van de Unie wegens een epidemiologische situatie of militaire agressie (Voor de EER relevante tekst)
PE/47/2022/REV/1
PB L 275 van 25.10.2022, p. 14–22
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
25.10.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 275/14 |
VERORDENING (EU) 2022/2038 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 19 oktober 2022
tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 wat betreft de tijdelijke ontheffing van de regels voor slotgebruik op luchthavens van de Unie wegens een epidemiologische situatie of militaire agressie
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad (3) is sinds het begin van de COVID-19-crisis verscheidene malen gewijzigd, aangezien de verplichting van die verordening om minstens 80 % van een reeks slots te gebruiken om het recht op dezelfde reeks slots in de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode te behouden, voor luchtvaartmaatschappijen onhoudbaar is geworden in het licht van het sterk gedaalde niveau van het luchtverkeer. |
(2) |
Cijfers gepubliceerd door Eurocontrol, de netwerkbeheerder voor de luchtverkeersnetwerkfuncties van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, wijzen erop dat het luchtverkeer zich sinds het begin van de zomerdienstregelingsperiode 2022 sterk heeft hersteld, en volgens de basisprognose, aan het begin van de winterdienstregelingsperiode 2022/2023 ongeveer 90 % van het niveau van 2019 zal bereiken. Die cijfers rechtvaardigen dat wordt teruggekeerd naar het voorschrift van 80 % slotgebruik als algemene regel voor de zomerdienstregelingsperiode 2023, aangevuld met een specifieke slotgebruikverlichting in gevallen van gerechtvaardigd niet-gebruik van slots. |
(3) |
Desalniettemin blijft de situatie in de luchtvaartsector zeer onzeker vanwege de COVID-19-crisis. Zoals eind 2021 is gebleken, kunnen nieuwe COVID-19-varianten ontstaan die plotselinge reacties van zowel nationale autoriteiten als consumenten veroorzaken, die op hun beurt het luchtverkeer negatief kunnen beïnvloeden. Voorts worden bepaalde langeafstandsmarkten nog steeds getroffen door sanitaire maatregelen die het verkeer ernstig belemmeren. |
(4) |
De aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft ook gevolgen voor het luchtverkeer en het vermogen van luchtvaartmaatschappijen om gebruik te maken van hun slots, aangezien luchtvaartmaatschappijen uit de Unie geen toegang hebben tot het luchtruim van Belarus, Rusland en Oekraïne. |
(5) |
Door de overheid om sanitaire redenen opgelegde reisbeperkingen en de onmogelijkheid om het luchtruim, dat nu een oorlogsgebied is geworden, te betreden, vallen buiten de macht van luchtvaartmaatschappijen. Deze omstandigheden kunnen leiden tot de vrijwillige of verplichte annulering van hun luchtdiensten of tot aanpassing van dienstregelingen. Met name vrijwillige annuleringen beschermen de financiële gezondheid van luchtvaartmaatschappijen en vermijden tegelijkertijd de negatieve gevolgen voor het milieu van vluchten die enkel worden uitgevoerd om hun luchthavenslots te behouden. |
(6) |
In die omstandigheden mogen luchtvaartmaatschappijen die hun slots niet gebruiken overeenkomstig het in Verordening (EEG) nr. 95/93 vastgestelde gebruikspercentage, de voorrang die ze anders zouden genieten met betrekking tot de reeks slots die is vastgelegd in artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van die verordening, niet automatisch verliezen. Deze verordening moet daartoe specifieke regels vaststellen. |
(7) |
Tegelijkertijd is het belangrijk te herinneren aan de doelstellingen van Verordening (EEG) nr. 95/93, die namelijk dienen ter waarborging van een efficiënt gebruik van de luchthavencapaciteit en van eerlijke toegang voor alle luchtvaartmaatschappijen tot beperkte luchthavencapaciteit waardoor de concurrentie wordt bevorderd. Het aanpassen van de normale eisen voor het slotgebruik door het gebruikspercentage te verlagen of de uitzonderingen wegens gerechtvaardigd niet-gebruik uit te breiden, moet strikt beperkt zijn tot situaties waarin slotontheffing noodzakelijk is en mag niet leiden tot oneerlijke concurrentievoordelen voor luchtvaartmaatschappijen met historische slots. |
(8) |
Het is met name nodig ervoor te zorgen dat luchtvaartmaatschappijen die bereid zijn diensten te verlenen, gebruik mogen maken van onbenutte capaciteit en dat zij het vooruitzicht hebben op het behoud van dergelijke slots op lange termijn. Hierdoor worden de stimulansen voor luchtvaartmaatschappijen om gebruik te maken van luchthavencapaciteit, behouden, wat op zijn beurt de connectiviteit van de consumenten ten goede zal komen. |
(9) |
Het is dan ook noodzakelijk om, overeenkomstig die beginselen en gedurende een beperkte periode, vast te stellen onder welke voorwaarden luchtvaartmaatschappijen recht blijven hebben op reeksen slots uit hoofde van artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 95/93, en om verplichtingen vast te stellen voor de betrokken luchtvaartmaatschappijen om onbenutte capaciteit vrij te geven. De termijn moet lopen van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 overeenkomstig de herstelprognose van Eurocontrol. |
(10) |
Tijdens die periode moet de definitie van de term “nieuwe gegadigde” ruim blijven zodat meer luchtvaartmaatschappijen als nieuwe gegadigde gelden, waardoor meer luchtvaartmaatschappijen de kans krijgen om hun activiteiten te vestigen en uit te breiden. |
(11) |
Van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 moet het systeem voor de toewijzing van slots rekening blijven houden met de inspanningen van de luchtvaartmaatschappijen die vluchten hebben uitgevoerd met benutting van slots die deel uitmaken van een reeks waar een andere luchtvaartmaatschappij uit hoofde van artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 95/93 recht op heeft, maar die voor tijdelijke hertoewijzing ter beschikking zijn gesteld van de slotcoördinator. Luchtvaartmaatschappijen die minstens vijf slots van een reeks hebben geëxploiteerd, moeten dan ook voorrang krijgen bij de toewijzing van die reeks in de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode, afhankelijk van de beschikbaarheid van luchthavencapaciteit. |
(12) |
Om de gevolgen van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne aan te pakken en het herstel van de connectiviteit tussen de Unie en Oekraïne te ondersteunen, moet de periode gedurende welke exploitanten zich op de in artikel 10, lid 4, punt a), van Verordening (EEG) nr. 95/93 vermelde reden kunnen beroepen om het niet-gebruik van een reeks slots op de routes tussen de Unie en Oekraïne te rechtvaardigen, worden verlengd. |
(13) |
Onverminderd de verplichting voor de lidstaten om zich te houden aan het Unierecht, in het bijzonder de in de Verdragen en in Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad (4) vastgelegde regels, mogen de negatieve gevolgen van eventuele beperkingen die door overheidsinstanties van lidstaten of derde landen worden vastgesteld naar aanleiding van epidemiologische situaties, natuurrampen of politieke onrust zoals rebellieën, rellen of ernstige verstoring van de openbare orde, die het vermogen van passagiers om te reizen beperken, niet aan luchtvaartmaatschappijen worden toegeschreven en moeten die negatieve gevolgen worden verlicht wanneer die maatregelen de kans of de mogelijkheid om te reizen, of de vraag op de desbetreffende routes, aanzienlijk beïnvloeden. Verlichtingsmaatregelen moeten ervoor zorgen dat luchtvaartmaatschappijen niet worden gestraft voor het niet-gebruiken van slots wanneer dat het gevolg is van dergelijke beperkingen. |
(14) |
Om het risico op concurrentieverstoringen te beperken en een efficiënt gebruik van de luchthavencapaciteit te waarborgen, moet de specifieke ontheffing van de gevolgen van die beperkingen van beperkte duur en reikwijdte zijn, zodat het effect van die verlichtingsmaatregelen beperkt blijft tot de periode waarin ze gerechtvaardigd waren. Slots waarvoor maatregelen die de gevolgen van beperkingen verlichten, moeten worden geacht te zijn geëxploiteerd voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 95/93. |
(15) |
Het is nodig om te verduidelijken dat de ontheffingen die het niet-gebruiken van slots rechtvaardigen, niet van toepassing zijn op luchtvaartmaatschappijen waaraan beperkende maatregelen zijn opgelegd op grond van artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) of artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), noch op de in bijlage A of B bij Verordening (EG) nr. 474/2006 (5) van de Commissie opgenomen luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie. Om de doeltreffende toepassing van die maatregelen te waarborgen, mogen ook de luchtvaartmaatschappijen die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening al onderworpen zijn aan dergelijke beperkende maatregelen, geen beroep doen op de bepalingen die het niet-gebruiken van slots rechtvaardigen. |
(16) |
De samenwerking tussen de coördinatoren moet worden versterkt om een eenvormige uitvoering van Verordening (EEG) nr. 95/93 in de hele Unie te waarborgen. |
(17) |
De coördinatoren moeten beste praktijken uitwisselen met betrekking tot de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 95/93, onder meer via de Europese vereniging van luchthavencoördinatoren (European Airport Coordinators Association — EUACA). De EUACA wordt aangemoedigd richtsnoeren te blijven verstrekken om te zorgen voor een geharmoniseerde uitvoering van Unieregels, met name wat betreft de bepaling ter verlichting van de beperkingen. Of de verlichting al dan niet wordt toegepast, is bovendien belangrijke informatie voor luchtvaartmaatschappijen bij het plannen van hun dienstregelingen. Daarom is het nodig te waarborgen dat de communicatie van de coördinatoren transparant is. |
(18) |
Hoewel de maatregelen die de beperkingen verlichten strikt moeten worden uitgelegd aangezien zij een uitzondering van de normale slotgebruiksvereisten vormen, moet het in bepaalde gevallen mogelijk zijn voor te schrijven dat alle coördinatoren gezamenlijk optreden om een gelijk speelveld in de hele Unie te waarborgen. Onder bepaalde voorwaarden en op basis van een unaniem besluit moeten de coördinatoren die bepaling kunnen toepassen op alle slots op gecoördineerde luchthavens. |
(19) |
De robuustheid van de verkeersprognoses voor de winterdienstregelingsperiode 2022/2023 ondervindt negatieve gevolgen van de onzekerheid over de ontwikkeling van verschillende crises, met name de situatie in Oekraïne en de COVID-19-crisis. Luchtvaartmaatschappijen moeten bijgevolg, voor zover nodig, worden vrijgesteld van het vereiste slots te moeten exploiteren om in de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode het recht op dezelfde slots te kunnen behouden. Dit zou luchtvaartmaatschappijen in staat stellen de dienstverlening uit te breiden wanneer de omstandigheden dit toelaten, zodat vanaf de zomerdienstregelingsperiode 2023 de reguliere regels voor de exploitatie van slots kunnen worden toegepast, onder voorbehoud van de aanpassingen die de Commissie in specifieke omstandigheden aanbrengt om te reageren op bepaalde uitdagingen voor de luchtvaartsector. |
(20) |
Teneinde de evoluerende gevolgen van de COVID-19-crisis of andere epidemiologische situaties aan te pakken en de rechtstreekse verwoestende gevolgen van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne voor het luchtverkeer het hoofd te bieden, alsook om de connectiviteit naar en vanuit Oekraïne te ondersteunen, en, indien strikt noodzakelijk en gerechtvaardigd, flexibel te reageren op de uitdagingen waarmee de luchtvaartsector als gevolg daarvan wordt geconfronteerd, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen om binnen een bepaalde marge en voor elke dienstregelingsperiode in het tijdvak 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023, het minimumgebruikspercentage te wijzigen in lijn met het door Eurocontrol voorspelde herstel, voor de routes tussen de Unie en Oekraïne en elke dienstregelingsperiode tussen 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (6). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
(21) |
Luchthavens, dienstverleners op luchthavens en luchtvaartmaatschappijen moeten informatie hebben over de beschikbare capaciteit om een goede planning te kunnen opstellen. Luchtvaartmaatschappijen moeten de slots die zij niet voornemens zijn te gebruiken zo snel mogelijk, en uiterlijk drie weken vóór de geplande exploitatiedatum, ter beschikking van de coördinator stellen met het oog op eventuele hertoewijzing aan andere luchtvaartmaatschappijen. Indien luchtvaartmaatschappijen herhaaldelijk niet aan die eis voldoen, mogen zij niet profiteren van een verlaagde slotexploitatiegraad. |
(22) |
Als een coördinator ervan overtuigd is dat een luchtvaartmaatschappij haar activiteiten op een luchthaven heeft stopgezet, moet hij de slots van die luchtvaartmaatschappij intrekken en in de pool opnemen, zodat ze kunnen worden toegewezen aan andere luchtvaartmaatschappijen. |
(23) |
Het verbod voor luchtvaartmaatschappijen om naar het luchtruim van de Unie te vliegen op grond van beperkende maatregelen die zijn vastgesteld op grond van artikel 29 VEU of artikel 215 VWEU of van een exploitatieverbod op grond van Verordening (EG) nr. 474/2006, kan leiden tot ongerechtvaardigde blokkering van slots op luchthavens in de Unie. Slots die eerder door dergelijke luchtvaartmaatschappijen werden gebruikt, kunnen tijdens de dienstregelingsperiode op ad-hocbasis opnieuw worden toegewezen, maar dit zet onvoldoende aan tot efficiënt gebruik van slots om luchtvaartmaatschappijen in staat te stellen op lange termijn de concurrentie en de connectiviteit te vergroten ten behoeve van consumenten. De slots van de betrokken luchtvaartmaatschappijen moeten daarom onmiddellijk worden ingetrokken. |
(24) |
Daar de doelstelling van deze verordening, te weten het vaststellen van specifieke regels en de tijdelijke ontheffing van de algemene slotgebruiksregels om de gevolgen voor het luchtverkeer van een epidemiologische crisis en de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne te verlichten, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen van het voorgestelde optreden beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken. |
(25) |
Gezien de urgentie die voortvloeit uit de uitzonderlijke omstandigheden in verband met de COVID-19-crisis en de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, wordt het passend geacht een uitzondering te maken op de periode van acht weken betreffende de rol van de nationale parlementen in de Unie, zoals bepaald in artikel 4 van Protocol nr. 1 gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. |
(26) |
Opdat de maatregelen waarin deze verordening voorziet direct zouden kunnen worden toegepast, moet zij met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EEG) nr. 95/93 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 10 bis wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
In artikel 11 wordt lid 1 vervangen door: “1. Onverminderd de rechten van beroep krachtens de nationale wetgeving, worden klachten in verband met de toepassing van artikel 7, lid 2, de artikelen 8, 8 bis en 10, artikel 10 bis, lid 7, artikel 14, leden 1 tot en met 4 en lid 6, voorgelegd aan het coördinatiecomité. Het coördinatiecomité neemt de kwestie binnen één maand nadat de klacht is ingediend, in behandeling en doet zo mogelijk voorstellen aan de coördinator om het probleem op te lossen. Als het probleem niet kan worden opgelost, kan de betrokken lidstaat binnen de daaropvolgende twee maanden voorzien in bemiddeling door een representatieve organisatie van luchtvaartmaatschappijen of luchthavens of een andere derde partij.”. |
6) |
In artikel 12 bis wordt lid 2 vervangen door: “2. De in artikel 10 bis bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend tot en met 28 oktober 2023.”. |
7) |
In artikel 14 wordt lid 6 vervangen door: “6. Onverminderd artikel 10, leden 4 en 4 bis, kan een coördinator, wanneer een luchtvaartmaatschappij er niet in slaagt het in artikel 8, lid 2, vermelde gebruikspercentage van 80 % te bereiken, besluiten de reeks slots van die luchtvaartmaatschappij voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode in te trekken en weer in de pool op te nemen, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord. Onverminderd artikel 10, leden 4 en 4 bis, neemt de coördinator, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord, een reeks slots weer op in de pool voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode, wanneer er geen slots van die reeks zijn gebruikt nadat 20 % van de geldigheidsduur van de reeks is verstreken. Als een coördinator, op basis van de informatie waarover hij beschikt, tijdens de periode van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 vaststelt dat een luchtvaartmaatschappij haar activiteiten op een luchthaven heeft stopgezet en niet meer in staat is de haar toegewezen slots te gebruiken, trekt de coördinator, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord, de desbetreffende reeks slots van die luchtvaartmaatschappij in voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode en neemt hij deze in de pool op. Wanneer een coördinator, op basis van de informatie waarover hij beschikt, tijdens de periode van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 vaststelt dat een luchtvaartmaatschappij die is onderworpen aan de beperkende maatregelen die zijn vastgesteld op grond van artikel 29 VEU of artikel 215 VWEU, met inbegrip van die welke van kracht zijn op 26 oktober 2022, of een luchtvaartmaatschappij waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie en die is opgenomen in bijlage A of B bij Verordening (EG) nr. 474/2006, geen slots kan exploiteren voor een aanzienlijk deel van de dienstregelingsperiode, trekt de coördinator, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord, voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode de desbetreffende slotreeksen van die luchtvaartmaatschappij in en neemt hij deze in de pool op. Indien een luchtvaartmaatschappij echter een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie en opgenomen is in bijlage A of B bij Verordening (EG) nr. 474/2006, en haar is toegestaan luchtvaartuigen met bemanning te huren (“wet lease”) van luchtvaartmaatschappijen waarvan de activiteiten niet door beperkende maatregelen worden belemmerd en waaraan geen exploitatieverbod is opgelegd, is de vierde alinea van dit lid niet van toepassing op de slots van die luchtvaartmaatschappij, mits de in de Unie geldende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 19 oktober 2022.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
R. METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
M. BEK
(1) Advies van 22 september 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 6 oktober 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 13 oktober 2022.
(3) Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van “slots” op communautaire luchthavens (PB L 14 van 22.1.1993, blz. 1).
(4) Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).
(5) Verordening (EG) nr. 474/2006 van de Commissie van 22 maart 2006 tot opstelling van de in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap (PB L 84 van 23.3.2006, blz. 14).