EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D0569

Besluit (EU) 2019/569 van de Commissie van 3 april 2019 over het voorgestelde burgerinitiatief "Eerbiediging van de rechtsstaat binnen de Europese Unie" (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 2314)

C/2019/2314

PB L 99 van 10.4.2019, p. 39–40 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2019/569/oj

10.4.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 99/39


BESLUIT (EU) 2019/569 VAN DE COMMISSIE

van 3 april 2019

over het voorgestelde burgerinitiatief "Eerbiediging van de rechtsstaat binnen de Europese Unie"

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 2314)

(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (1), en met name artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het voorgestelde burgerinitiatief "Eerbiediging van de rechtsstaat binnen de Europese Unie" houdt verband met het volgende: "Invoering van een objectief en onpartijdig evaluatiemechanisme om de toepassing van de waarden van de Europese Unie door alle lidstaten te controleren".

(2)

De doelstellingen van het voorgestelde burgerinitiatief worden als volgt omschreven: "a) ervoor te zorgen dat de Europese Unie over algemene wetgeving beschikt die het mogelijk maakt de praktische toepassing van de nationale bepalingen inzake de rechtsstaat op objectieve wijze te verifiëren teneinde het wederzijdse vertrouwen tussen de lidstaten te versterken en de tenuitvoerlegging van de bepalingen van artikel 7 VEU inzake mogelijke schendingen van de waarden van de Unie te vergemakkelijken; b) de tenuitvoerlegging van Europese wetten inzake justitiële samenwerking in strafzaken (bv. het Europees aanhoudingsbevel) vergemakkelijken".

(3)

In de bijlage bij het voorgestelde burgerinitiatief wordt verwezen naar de versterking van de rol van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, dat om advies zou kunnen worden gevraagd om ervoor te zorgen dat de besluiten van de instellingen van de Unie, onder meer op het gebied van politiële- en veiligheidssamenwerking, zo objectief mogelijk zijn.

(4)

Het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) geeft meer inhoud aan het burgerschap van de Unie en verbetert de democratische werking van de Unie door onder meer te bepalen dat iedere burger het recht heeft aan het democratisch bestel van de Unie deel te nemen door middel van een Europees burgerinitiatief.

(5)

De procedures en voorwaarden voor het burgerinitiatief moeten duidelijk, eenvoudig, gebruiksvriendelijk en evenredig met de aard van het burgerinitiatief zijn, om burgerparticipatie aan te moedigen en de Unie toegankelijker te maken.

(6)

Rechtshandelingen van de Unie ter uitvoering van de Verdragen kunnen worden vastgesteld:

met betrekking tot maatregelen waarbij de lidstaten, in samenwerking met de Commissie, een objectieve en onpartijdige evaluatie verrichten van de uitvoering van het beleid van de Unie op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht door de autoriteiten van de lidstaten, met name om de volledige toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning te vergemakkelijken, op basis van artikel 70 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU);

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad (2), op grond van artikel 352 VWEU.

(7)

Daarentegen kunnen rechtshandelingen van de Unie ter uitvoering van de Verdragen niet worden vastgesteld tot wijziging van de in artikel 7 VEU bedoelde procedure.

(8)

Om die redenen valt het voorgestelde burgerinitiatief, voor zover het gericht is op voorstellen van de Commissie voor rechtshandelingen van de Unie tot vaststelling van regelingen inzake de objectieve en onpartijdige uitvoering door de nationale autoriteiten van het beleid van de Unie op het gebied van vrijheid, veiligheid en justitie, alsook tot wijziging van de verordening van de Raad tot oprichting van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, niet zichtbaar buiten het kader van de bevoegdheden van de Commissie om een voorstel voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen in te dienen conform artikel 4, lid 2, onder b), van de verordening.

(9)

Bovendien is een burgercomité gevormd en zijn contactpersonen aangewezen overeenkomstig artikel 3, lid 2, van de verordening, en levert het voorgestelde burgerinitiatief geen misbruik op, is het niet lichtzinnig of ergerlijk en druist het niet duidelijk in tegen de in artikel 2 VEU vastgelegde waarden van de Unie.

(10)

Het voorgestelde burgerinitiatief "Eerbiediging van de rechtsstaat binnen de Europese Unie" dient derhalve te worden geregistreerd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het voorgestelde burgerinitiatief "Eerbiediging van de rechtsstaat binnen de Europese Unie" wordt hierbij geregistreerd.

2.   Er kunnen steunbetuigingen voor dit voorgestelde burgerinitiatief worden verzameld, met dien verstande dat het gericht is op voorstellen van de Commissie voor rechtshandelingen

tot vaststelling van regelingen inzake de objectieve en onpartijdige uitvoering door de nationale autoriteiten van het beleid van de Unie op het gebied van vrijheid, veiligheid en justitie,

alsook tot wijziging van de verordening van de Raad tot oprichting van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op 8 april 2019.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de organisatoren (leden van het burgercomité) van het voorgestelde burgerinitiatief "Eerbiediging van de rechtsstaat binnen de Europese Unie", vertegenwoordigd door de heer Pier Virgilio DASTOLI en de heer Marco CAPPATO, die als contactpersonen optreden.

Gedaan te Brussel, 3 april 2019.

Voor de Commissie

Frans TIMMERMANS

Eerste vicevoorzitter


(1)  PB L 65 van 11.3.2011, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1).


Top