22.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 306/28

(1)

In bijlage E, deel 2, bij Richtlijn 92/65/EEG is het model van het gezondheidscertificaat voor de handel binnen de Unie in levende bijen (Apis mellifera) en hommels (Bombus spp.) vastgesteld. In dat certificaat zijn onder meer de veterinairrechtelijke voorschriften vastgesteld in verband het voorkomen van de kleine bijenkastkever (Aethina tumida) en de tropilaelapsmijt (Tropilaelaps spp.), die gelden voor zowel bijen als hommels.

(2)

Volgens de in dat model van het gezondheidscertificaat vastgestelde voorschriften is het verkeer van bijen en hommels alleen toegestaan uit gebieden met een straal van ten minste 100 km, waar geen beperkingen gelden in verband met het vermoeden of het bevestigde voorkomen van die pathogenen.

(3)

Op basis van de informatie die de bevoegde Italiaanse autoriteiten in verband met hun ervaringen met gevallen van de kleine bijenkastkever in honingbijenvolken in Italië hebben overlegd sinds de vaststelling van Uitvoeringsbesluit 2014/909/EU van de Commissie (2) ter preventie van de verspreiding van de kleine bijenkastkever in de getroffen gebieden in Italië, lijkt het erop dat die voorschriften niet proportioneel zijn voor het beheer van de getroffen bijenteeltsector tijdens een langdurige periode na de constatering van de gevallen.

(4)

In het bijzonder houden de voorschriften geen rekening met de mogelijkheid dat er gebieden bestaan die zich minder dan 100 km van dergelijke gevallen bevinden, maar desalniettemin buiten de door de nationale wetgeving rondom die gevallen ingestelde beschermingszones liggen, niet door beschermingsmaatregelen van de Unie worden beperkt en waarop officieel georganiseerd en uitgevoerd actief toezicht wordt gehouden volgens de door het EU-referentielaboratorium voor de gezondheid van de honingbij opgestelde richtsnoeren voor toezicht op de plaag van de kleine bijenkastkever (3), zodat erop kan worden vertrouwd dat die gebieden vrij zijn van de kleine bijenkastkever.

(5)

Daarnaast moeten de voorschriften worden bijgewerkt om in aanmerking te nemen dat een visuele inspectie en de onmiddellijke aanbrenging van een fijn gaas om de zending bij de plaats van herkomst hoogst doeltreffend zijn en technisch haalbaar zijn voor zendingen van bijenkoninginnen met een beperkt aantal voedsters, om het risico op verspreiding van de kleine bijenkastkever te beheersen. Dit is bevestigd in een wetenschappelijk advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende de overleving, verspreiding en vestiging van de kleine bijenkastkever, dat op 15 december 2015 werd bekendgemaakt (4).

(6)

Aangezien de huidige voorschriften onnodig beperkend zijn, is het noodzakelijk om het model van het gezondheidscertificaat voor handel binnen de Unie in bijen en hommels te herzien door een alternatief veterinairrechtelijk voorschrift voor zendingen van bijenkoninginnen toe te voegen die de gecombineerde waarde voor de handel binnen de Unie van actief toezicht door de bevoegde autoriteiten bij het verzekeren van de afwezigheid van de kleine bijenkastkever en de versterkte risicobeheersingsmaatregelen, erkent.

(7)

Hommels zijn niet vatbaar voor de tropilaelapsmijt. Dit is bevestigd in een wetenschappelijk advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het risico op binnenkomst in de Unie van Aethina tumida en Tropilaelaps spp., dat op 27 februari 2013 werd bekendgemaakt (5).

(8)

Hommels worden in de regel gekweekt in van de omgeving geïsoleerde voorzieningen die onderworpen zijn aan strenge biobeveiligingsmaatregelen en regelmatig door de bevoegde autoriteit worden geïnspecteerd en gecontroleerd op de aanwezigheid van ziekten. Dergelijke inrichtingen, die door de bevoegde autoriteit worden erkend en onder haar toezicht staan, zullen waarschijnlijk geen gevolgen ondervinden van de aanwezigheid van de kleine bijenkastkever, dit in tegenstelling tot hommelvolken in de open lucht. De bevoegde autoriteiten beschikken al over de mogelijkheid om zendingen van dergelijke inrichtingen te certificeren voor de invoer van hommels overeenkomstig Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie (6).

(9)

Daarom moet het model van het gezondheidscertificaat voor de handel binnen de Unie in bijen en hommels worden herzien met het oog op de invoering van alternatieve veterinairrechtelijke voorschriften voor hommels die in van de omgeving geïsoleerde voorzieningen zijn gekweekt.

(10)

De overgrote meerderheid van zendingen van hommels wordt verkocht en naar het buitenland verzonden voor bestuiving, en moet daarom niet voor fokken of transhumance worden gecertificeerd, aangezien de dieren niet zullen worden gefokt en nooit terug zullen keren naar hun plaats van oorsprong. Het is derhalve passend een extra optie aan het certificaat toe te voegen, zodat dergelijke dieren voor productie kunnen worden gecertificeerd.

(11)

Honingbijen kunnen in verschillende vormen worden verhandeld, zoals bijenkoninginnen met een beperkt aantal voedsters, gehele volken, kernvolken en in verpakkingen. Duidelijkheid over de aard van de zendingen in dit verband zou de risicoanalyse door de bevoegde autoriteiten voor officiële controles van zendingen bij de bestemmingen vergemakkelijken. Daarom moet aanvullende, gedetailleerde informatie aan het certificaat worden toegevoegd.

(12)

Bijlage E, deel 2, bij Richtlijn 92/65/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(13)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

1)

In vak I.25 wordt een keuzehokje toegevoegd met de volgende woorden: „Productie (verstuiving)”.

2)

In vak I.31 wordt een kolom toegevoegd met de woorden „Aard van de goederen” als kop, en met de volgende selecteerbare elementen onder de kop, elk in een aparte rij: „bijenkoninginnen, verpakkingen met bijen, kernvolken, volken”.

3)

In vak II.1, onder b), wordt na het woord „voorkomen” het volgende ingevoegd:

„of

of