EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D2001

Besluit (GBVB) 2016/2001 van de Raad van 15 november 2016 betreffende een bijdrage van de Unie aan de oprichting en het veilige beheer van een laagverrijkt-uraniumbank (LEU-bank) onder toezicht van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) in het kader van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens

PB L 308 van 16.11.2016, p. 22–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2016/2001/oj

16.11.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 308/22


BESLUIT (GBVB) 2016/2001 VAN DE RAAD

van 15 november 2016

betreffende een bijdrage van de Unie aan de oprichting en het veilige beheer van een laagverrijkt-uraniumbank (LEU-bank) onder toezicht van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) in het kader van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 12 december 2003 heeft de Europese Raad de strategie van de EU ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (de „strategie”) aangenomen, met in hoofdstuk III een lijst van maatregelen om een dergelijke verspreiding tegen te gaan die zowel in de Unie als in derde landen moeten worden getroffen.

(2)

De Unie geeft momenteel actief uitvoering aan de strategie en aan de in hoofdstuk III genoemde maatregelen, met name via de financiële ondersteuning van specifieke projecten die uitgevoerd worden door multilaterale instellingen zoals de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA).

(3)

Artikel IV van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV) verleent alle partijen hij het NPV het onvervreemdbare recht om het onderzoek met betrekking tot, en de productie en het gebruik van, kernenergie voor vreedzame doeleinden zonder discriminatie en in overeenstemming met de artikelen I en II van het NPV te ontwikkelen. Dat artikel bepaalt tevens dat alle partijen bij het NPV ook zullen medewerken om afzonderlijk dan wel in samenwerking met andere staten of internationale organisaties bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van de toepassingen van kernenergie voor vreedzame doeleinden, inzonderheid op het grondgebied van niet-kernwapenstaten die partij zijn bij het NPV, en daarbij passende aandacht zullen schenken aan de behoeften van de in ontwikkeling verkerende gebieden van de wereld.

(4)

Multilaterale benaderingen van de kernsplijtstofcyclus bieden de mogelijkheid de landen die besloten hebben kernenergie voor vreedzame doeleinden aan te wenden, een alternatief te bieden voor de ontwikkeling van nationale kernsplijtstofcycli en tegelijk proliferatierisico's te vermijden.

(5)

Uit hoofde van artikel III van het statuut van de IAEA is de IAEA gemachtigd alle handelingen te verrichten, waaronder het verwerven van kernsplijtstof, diensten en uitrusting en het opzetten van haar eigen nucleaire installaties en centrales, om de praktische toepassing van kernenergie voor vreedzaam gebruik te faciliteren.

(6)

In september 2006 heeft het Nuclear Threat Initiative (Initiatief Nucleaire Dreiging) een onafhankelijke niet-gouvernementele organisatie in de Verenigde Staten, de IAEA een subsidie van 50 000 000 USD toegekend met het oog op de totstandbrenging van een voorraad laagverrijkt uranium die eigendom is van de IAEA en door haar wordt beheerd, op voorwaarde dat de IAEA in staat is een bijkomend bedrag van 100 000 000 USD bijeen te brengen, mede via subsidies van andere lidstaten van de IAEA en donoren, en een reservebestand van splijtstof tot stand te brengen.

(7)

Op 8 december 2008 heeft de Raad conclusies aangenomen waarin gepleit wordt voor het opzetten en het veilige beheer van een splijtstofbank onder toezicht van de IAEA. In deze conclusies staat ook dat de Europese Unie zich voorneemt 25 000 000 EUR bij te dragen aan dit project, zodra de voorwaarden en regels voor deze bank door de raad van beheer van de IAEA zijn vastgesteld en goedgekeurd. De Europese Commissie heeft reeds 20 000 000 EUR ter beschikking gesteld voor het verwerven van laagverrijkt uranium (low-enriched uranium — „LEU”).

(8)

Op 3 december 2010 heeft de raad van bestuur van de IAEA Resolutie GOV/2010/70 aangenomen, waarin het opzetten van de laagverrijkt-uraniumbank (LEU-bank) van de IAEA wordt goedgekeurd en wordt verklaard dat de verrichtingen van de IAEA-LEU-bank uitsluitend met bijdragen buiten de begroting gefinancierd zullen worden.

(9)

Punt 15 van Resolutie GOV/2010/67, getiteld „Voorzieningszekerheid: Opzetten van een IAEA-laagverrijkt-uraniumbank (LEU-bank) voor de levering van LEU aan de lidstaten” voorziet in het volgende: de IAEA is eigenaar van het LEU in de IAEA-LEU-bank, het LEU staat onder haar gezag en is in haar bezit in formeel juridische zin. De IAEA is verantwoordelijk voor het opslaan en het beschermen van de stoffen in haar bezit door ervoor te zorgen dat het LEU via een gastheerschapsovereenkomst wordt beschermd tegen natuurlijke en andere gevaren, ongeoorloofde verwijdering of bestemmingswijziging, alsook beschadiging of vernietiging, daaronder begrepen sabotage en gedwongen inbeslagname. Voorts ziet de IAEA er via een gastheerschapsovereenkomst op toe dat de IAEA-veiligheidscontroles worden toegepast op het LEU in de IAEA-LEU-bank en dat de veiligheidsnormen en -maatregelen en de maatregelen voor de fysieke beveiliging door de gastheerstaat of -staten worden toegepast. Punt 16 van Resolutie GOV/2010/67 voorziet voorts in het volgende: de IAEA sluit met instemming van de raad van bestuur met elke gastheerstaat een aan de bestaande IAEA-zetelovereenkomst analoge gastheerschapsovereenkomst die voorziet in veiligheid en beveiliging en de passende aansprakelijkheidsdekking van de opslagfaciliteit en de IAEA de voorrechten en immuniteiten biedt die nodig zijn voor het onafhankelijk functioneren van de IAEA-LEU-bank, daaronder begrepen het recht LEU van en naar de IAEA-LEU-bank te vervoeren zoals beslist door de IAEA overeenkomstig haar statuut en de gastheerschapsovereenkomst. Daarnaast worden indien nodig overeenkomsten voor gewaarborgde doorreis gesloten met de buurlanden van de gastheerstaat.

(10)

De IAEA-LEU-bank zal bestaan uit een voorraad van 60 cilinders van type 30B, die standaard commercieel laagverrijkt uraniumhexafluoride bevatten. De IAEA-LEU-bank zal gevestigd zijn in de door de metallurgische fabriek Ulba beheerde IAEA-LEU-opslagfaciliteit, en gereguleerd worden door het Comité van toezicht en controle op kernenergie en energie van de Republiek Kazachstan.

(11)

Het wettelijke basiskader tussen de IAEA en de gastheerstaat Kazachstan is vastgesteld. De door de raad van bestuur van de IAEA goedgekeurde doorreisovereenkomst met de Russische Federatie (GOV/2015/36) is ondertekend. Het ontwerp van de nieuwe IAEA-LEU-opslagfaciliteit is voltooid en de IAEA heeft geconcludeerd dat deze faciliteit voldoet aan de toepasselijke voorschriften met de veiligheidsnormen en beveiligingsrichtsnoeren van de IAEA. Een gedetailleerde kostenraming van de nieuwe IAEA-LEU-opslagfaciliteit is door een onafhankelijke instantie gevalideerd. De laatste hand is gelegd aan een partnerschapsovereenkomst tussen de IAEA en de beheerder van de faciliteit, waarin de voorwaarden voor de samenwerking met het oog op het bouwen van de IAEA-LEU-opslagfaciliteit zijn opgenomen. De IAEA plant momenteel activiteiten ter voorbereiding van de aankoop van LEU.

(12)

In het ontwerp- en financieel plan zoals beschreven in het geactualiseerde verslag van de directeur-generaal van de IAEA (GOV/INF/2016/8) „Voorzieningszekerheid: Opzetten van een IAEA-laagverrijkt-uraniumbank (LEU-bank) voor de levering van LEU aan de lidstaten” wordt de kostprijs van het LEU-project geraamd op 118 863 000 EUR in totaal,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Om onmiddellijk praktische uitvoering te geven aan een aantal elementen van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, draagt de Unie bij aan het opzetten en veilige beheer van een laagverrijkt-uraniumbank (LEU-bank) onder toezicht van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (International Atomic Energy Agency — „IAEA”, of de „organisatie”) met het oog op de terugdringing van de toenemende proliferatierisico's als gevolg van de verspreiding van gevoelige splijtstofcyclustechnologieën. De Unie onderneemt activiteiten ter ondersteuning van de IAEA-LEU-bank, in de vorm van een reserve LEU die tot doel heeft:

a)

landen in staat te stellen gebruik te maken van hun rechten uit hoofde van artikel IV van het NPV en tegelijk proliferatierisico's te vermijden, en

b)

te fungeren als een ultiem mechanisme om de commerciële markt zonder verstoring te ondersteunen ingeval zich een verstoring van de levering van LEU aan een lidstaat van de IAEA voordoet die niet met commerciële middelen ongedaan kan worden gemaakt, mits de betrokken lidstaat voldoet aan de voorwaarden om daarvoor in aanmerking te komen.

2.   Met het oog op het verwezenlijken van de in lid 1 bedoelde doelstellingen draagt de Unie bij aan het opzetten en veilige beheer van de LEU-bank onder toezicht van de IAEA door het financieren van veiligheidsgerelateerde activiteiten, waaronder fysieke bescherming, vervoer en beveiliging, alsook door middel van bijdragen aan het veilige beheer van de LEU-bank. Het project wordt uitgevoerd ten behoeve van alle landen die besloten hebben kernenergie aan te wenden voor vreedzame doeleinden.

Een nadere omschrijving van het project staat in de bijlage.

Artikel 2

1.   De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) is belast met de uitvoering van dit besluit.

2.   De technische uitvoering van het in artikel 1, lid 2, bedoelde project wordt toevertrouwd aan de IAEA. Zij voert deze taak uit onder toezicht van de HV. Daartoe treft de HV de nodige regelingen met de IAEA.

Artikel 3

1.   Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde activiteiten bedraagt 4 362 200 EUR.

2.   De met het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd overeenkomstig de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de begroting van de Unie.

3.   De Commissie houdt toezicht op het correcte beheer van de in lid 1 bedoelde uitgaven. Hiertoe sluit zij een financieringsovereenkomst met de IAEA. In die overeenkomst wordt bepaald dat de IAEA zorg voor moet dragen voor de zichtbaarheid van de bijdrage van de Unie in verhouding tot de omvang ervan.

4.   De Commissie streeft ernaar om de in lid 3 bedoelde financieringsovereenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden dienaangaande en van de datum van sluiting van de financieringsovereenkomst.

Artikel 4

1.   De HV brengt aan de Raad verslag uit over de uitvoering van dit besluit, op basis van regelmatige verslagen van de IAEA. Die verslagen van de IAEA vormen de basis voor de evaluatie door de Raad.

2.   De Commissie brengt verslag uit over de financiële aspecten van de uitvoering van het in artikel 1, lid 2, bedoelde project.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Het verstrijkt 60 maanden na de sluiting van de in artikel 3, lid 3, bedoelde financieringsovereenkomst. Het verstrijkt echter zes maanden nadat het in werking is getreden indien op dat tijdstip geen financieringsovereenkomst is gesloten.

Artikel 6

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 15 november 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

I. KORČOK


BIJLAGE

Bijdrage van de Unie aan het opzetten en veilige beheer van een laagverrijkt-uraniumbank (LEU-bank) onder toezicht van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) in het kader van de strategie van de Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens

I.   INLEIDING

Achtergrond

In december 2010 heeft de directeur-generaal van de IAEA van de raad van bestuur een mandaat gekregen voor het opzetten van een laagverrijkt-uraniumbank (LEU-bank) en hij heeft een gedetailleerd plan voor het opzetten en veilige beheer ervan gepresenteerd.

Op 20 december 2011 heeft de IAEA, op basis van de informatie die Kazachstan aan haar had geleverd in haar „blijk van belangstelling” en met verwijzing naar de in document GOV/INF/2011/7 neergelegde eisen, tegenover de permanente missie van Kazachstan bij de IAEA bevestigd dat de Ulba Metallurgical Plant (UMP) geschikt is als vestigingsplaats voor de LEU-bank.

De IAEA heeft tussen 2011 en 2016 verscheidene missies naar Kazachstan uitgevoerd ter evaluatie van de UMP-faciliteit en het nationale regelgevingskader, om ervoor te zorgen dat de LEU-bank zal kunnen voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de veiligheidsnormen en beveiligingsrichtsnoeren van de IAEA. De evaluaties zijn verricht op het gebied van veiligheid van de faciliteit, aardbevingsbestendigheid, paraatheid en reactie in geval van noodsituaties, veiligheid en beveiliging van het vervoer, en fysieke bescherming.

De IAEA en Kazachstan hebben op 27 augustus 2015 een gastheerschapsovereenkomst ondertekend. Uit hoofde van die overeenkomst wordt Kazachstan het gastland van de IAEA-LEU-bank en komt er een wettelijk kader voor Kazachstan dat ervoor zorgt dat de IAEA-LEU-bank zal worden beheerd en gereguleerd in overeenstemming met de wet- en regelgeving van Kazachstan en met inachtneming van de toepasselijke bepalingen van de veiligheidsnormen en beveiligingsrichtsnoeren van de IAEA.

De IAEA en UMP hebben op 27 augustus 2015 een overeenkomst betreffende het beheer van de faciliteit ondertekend. Uit hoofde van die overeenkomst wordt UMP de faciliteit waar de IAEA-LEU-bank wordt gevestigd en komt er een wettelijk kader voor het beheer en het management van de IAEA-LEU-bank door UMP, in overeenstemming met de vergunning van UMP, het nationale regelgevingskader en de toepasselijke bepalingen van de veiligheidsnormen en -richtsnoeren van de IAEA.

Voorts hebben de IAEA en het ministerie van Energie van Kazachstan een technische overeenkomst ondertekend over de specifieke regelingen die moeten worden uitgevoerd voor het opzetten van de IAEA-LEU-bank in Kazachstan („technische overeenkomst”). De technische overeenkomst zorgt ervoor dat elke partij voorziet in de nodige middelen voor de uitvoering van haar respectieve activiteiten voor het tijdige opzetten van de IAEA-LEU-bank, inclusief activiteiten om te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de veiligheidsnormen en beveiligingsrichtsnoeren van de IAEA. In overeenstemming met de technische overeenkomst hebben de partijen een gezamenlijk coördinatiecomité (GCC) ingesteld dat de tenuitvoerlegging van de technische overeenkomst moet vergemakkelijken, en hun goedkeuring gehecht aan een plan van specifieke activiteiten (PSA), waarmee wordt gewaarborgd dat de IAEA-LEU-bank wordt opgezet en beheerd overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de veiligheidsnormen en -richtsnoeren van de IAEA. In de technische overeenkomst staat dat de activiteiten binnen twee jaar na ondertekening van de juridische overeenkomsten, of in september 2017, moeten zijn afgerond.

In november 2015 is UMP begonnen met het ontwerpen van een nieuwe IAEA-LEU-opslagfaciliteit voor de IAEA-LEU-bank. Van 29 februari tot en met 4 maart 2016 heeft een missie van de IAEA een bezoek gebracht aan UMP om de vorderingen bij het ontwerpen te evalueren. De missie van de IAEA heeft onderzocht of de toepasselijke bepalingen van de veiligheidsnormen en beveiligingsrichtsnoeren van de IAEA voldoende in acht werden genomen in het ontwerpproces. De missie van de IAEA heeft zich bij de evaluatie toegespitst op vijf technische aspecten van het ontwerp: de structuur van het gebouw, veiligheidsanalyse, bescherming tegen straling, paraatheid en reactie in noodsituaties, en nucleaire beveiliging. De evaluatie van het voorgestelde ontwerp en de relevante ondersteunende documentatie hebben tot de algemene conclusie geleid dat het ontwerp voorziet in passende maatregelen die nucleaire veiligheid en beveiligingsrichtsnoeren bieden.

Na de voltooiing van het ontwerp en de evaluatie ervan door de IAEA is in mei 2016 een partnerschapsovereenkomst tussen de IAEA en UMP ondertekend. Die overeenkomst voorziet in de technische en financiële voorwaarden voor het opzetten van de LEU-opslagfaciliteit van de IAEA. Dit is een belangrijke mijlpaal in het opzetten van de IAEA-LEU-bank.

In mei 2016 heeft de raad van bestuur in verslag GOV/INF/2016/8 gewezen op de aanzienlijke vooruitgang die reeds is geboekt. Het bevat ook de eerste opzet van een alomvattend project- en financieel plan.

In document GOV/2010/67 van de raad van bestuur wordt de directeur-generaal van de IAEA gemachtigd de IAEA-LEU-bank op te zetten en wordt vereist dat de kosten (inclusief personeelskosten) in verband met het opzetten en beheren van de IAEAI-LEU-bank uitsluitend worden gedekt door vrijwillige bijdragen buiten de begroting, die geen gevolgen hebben voor de gewone begroting van de IAEA. Daartoe vergoedt het IAEA-LEU-bankproject de diverse afdelingen van het IAEA voor de technische input en steun die de deskundigen en specialisten van het project hebben gekregen via dienstverleningsovereenkomsten (Service Level Agreements — SLA's). Deze overeenkomsten, die bepalen welke diensten de afdelingen aan het project moeten bieden om het projectplan uit te voeren (met inbegrip van de PSA) en die ook de kosten bepalen voor het niveau van de steun die elke afdeling biedt, zijn in maart 2016 afgerond en overeengekomen.

Sedert 1 april 2016 hebben een aantal lidstaten, de Commissie, het Nuclear Threat Initiative (NTI), en het World Nuclear Transport Institute (WNTI) in totaal circa 124 900 000 USD en 25 000 000 EUR toegezegd, en de organisatie heeft sinds die datum bijdragen ontvangen ter waarde van 124 900 000 USD en 20 000 000 EUR. Financiële bijdragen kwamen van het Nuclear Threat Initiative (50 000 000 USD), de VS (50 000 000 USD), de VAE (10 000 000 USD), Noorwegen (5 000 000 USD), Koeweit (10 000 000 USD), het WNTI (10 000 EUR) en de Republiek Kazachstan (400 000 USD). 20 000 000 EUR die zijn geschonken door de Commissie worden besteed aan de aankoop van LEU voor de IAEA-LEU-bank en maximaal 5 000 000 EUR is toegezegd voor verbeteringen op het gebied van de beveiliging. De fondsen voor verbeteringen op het gebied van de beveiliging (maximaal 5 000 000 EUR) zijn het voorwerp van deze bijlage.

De volgende belangrijke stappen voor de IAEA-LEU-bank zijn:

a)

voltooiing van de vestiging van de LEU-opslagfaciliteit van de IAEA, inclusief de voltooiing van de bouw; bevestiging dat de bouw en uitrusting zijn zoals in het ontwerp was bedoeld en voldoen aan de toepasselijke veiligheids- en beveiligingsvoorschriften;

b)

overeenkomst met UMP betreffende een cilinderbeheersprogramma voor de veiligheid en beveiliging van de cilinders op lange termijn en hun geschiktheid voor vervoer;

c)

inbedrijfstelling van de faciliteit;

d)

verwerving van het LEU door de IAEA en het vervoer ervan naar de opslagfaciliteit;

e)

begin van de werkzaamheden.

Doelstellingen van het project

Bijdragen aan het opzetten en veilige beheer van de IAEA-LEU-bank, met name door te zorgen voor een hoog niveau van beveiliging en veiligheid tijdens het vervoer en de opslag, in overeenstemming met de veiligheidsnormen en beveiligingsrichtsnoeren van de IAEA.

Voordelen

De volgende voordelen zullen worden behaald:

a)

verbetering van de zekerheid van de voorziening van splijtstof op betrouwbare en veilige wijze, en

b)

het helpen van de IAEA met het waarborgen van de veiligheid en beveiliging van vervoer van LEU vanaf de verwerving tot de levering, en ook tijdens de opslag op de locatie van de LEU-bank.

II.   BESCHRIJVING VAN DE ACTIVITEITEN

De LEU-bank

De IAEA-LEU-bank zal bestaan uit een fysieke voorraad van ongeveer 90 ton LEU, de hoeveelheid die nodig is voor één lading voor een moderne lichtwaterreactor (gelijk aan ongeveer drie herladingen van de kern) voor elektriciteitsopwekking, samen met de bijbehorende uitrusting en diensten. De voorraden zullen de eigendom zijn van de IAEA. De IAEA-LEU-bank zal werken overeenkomstig bepaalde niet-discriminerende criteria voor het vrijgeven van het LEU aan een ontvangend land. Die criteria zijn volledig in overeenstemming met het statuut van de IAEA en zijn goedgekeurd door de raad van bestuur. De nucleaire faciliteit die gebruikmaakt van het LEU moet worden gedekt door een waarborgovereenkomst met de IAEA, en moet die overeenkomst volledig naleven.

Steun van de Unie

De Unie zal de IAEA-LEU-bank aanvullend via verschillende instrumenten steun verlenen. Een financiële bijdrage van 20 000 000 EUR voor verwerving van LEU stond reeds vast voor 2011 in het stabiliteitsinstrument.

Dit besluit zal bijdragen aan veilig en beveiligd beheer en management van de IAEA-LEU-bank. De door de IAEA voorziene activiteiten waartoe dit besluit een financiële bijdrage zal leveren, kunnen het volgende omvatten:

1.   Ondersteuning van het veilig en beveiligd opzetten van opslagruimte voor de 90 ton LEU

Deze post dient ter dekking van de kosten van de uitvoering van de activiteiten van het projectplan, met inbegrip van het plan van specifieke activiteiten (PSA) voor het jaar 2017 en de vervolgactiviteiten in 2018. Het PSA, overeengekomen tussen de IAEA, UMP en het Comité van toezicht en controle op kernenergie en energie (Committee for Atomic and Energy Supervision and Control) van Kazachstan, is een lijst activiteiten die noodzakelijk worden geacht voor de opwaardering van faciliteiten, uitrusting, procedures en praktijken om te bewerkstelligen dat de IAEA-LEU-bank zal worden opgezet, gehuisvest, beheerd en beschermd in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van de veiligheidsnormen en beveiligingsrichtsnoeren van de IAEA. Deze activiteiten zijn ontwikkeld op basis van meerdere beoordelingen, uitgevoerd van 2012 tot en met 2016. In het bijzonder is tijdens een missie van de organisatie in januari 2016 ook nog extrinsieke apparatuur aangeduid die nodig zal zijn om het beheer van de opslagfaciliteit mogelijk te maken in overeenstemming met de normen voor de paraatheid en reactie in noodsituaties.

De activiteiten betreffen onder meer de ontwikkeling van procedures voor veilige en beveiligde bedrijfshandelingen, aanschaf van uitrusting voor paraatheid en respons bij noodsituaties en voor stralingsbescherming, en het verzorgen van bijbehorende opleidingen; het organiseren van workshops over beveiligingsthema's die relevant zijn voor de IAEA-LEU-bank (bv. nucleaire beveiligingscultuur); waarneming van oefeningen in noodsituaties op de faciliteit; en vervolg-evaluatieactiviteiten voor het valideren van de conformiteit van de opwaarderingen aan de relevante veiligheidsnormen en -richtsnoeren van de IAEA, voorafgaand aan de inbedrijfstelling.

De LEU zal alleen in de LEU-opslagfaciliteit van de IAEA worden geplaatst wanneer de IAEA ervan overtuigd is dat de IAEA-LEU-bank is opgezet en voldoet aan de toepasselijke bepalingen van de veiligheidsnormen en beveiligingsrichtsnoeren van de IAEA. Daarom zal de IAEA een bevestigingsmissie uitvoeren, gepland voor de zomer van 2017, om te bevestigen dat het voltooide gebouw en de essentiële uitrusting daarvan overeenkomen met de bedoeling van het ontwerp en dat de volledige infrastructuur die nodig is om te voldoen aan de toepasselijke veiligheidsvoorschriften aanwezig is.

Gedurende een periode van twee jaar omvat de begroting de kosten van planning, uitvoering, ondersteuning en rapportage over het projectplan en PSA-activiteiten, inclusief kosten voor de personele middelen van de IAEA om ervoor te zorgen dat, in overeenstemming met het mandaat van het project IAEA-LEU-bank, geen gewone begrotingsmiddelen worden gebruikt.

2.   Zorgen voor een beveiligd vervoer van 90 ton LEU

Verwacht wordt dat de 90 ton LEU van de faciliteit van de verkoper of verkopers zal worden vervoerd naar de Ulba Metallurgical Plant in Oskemen, Kazachstan, waar de IAEA-LEU-bank zal worden gevestigd. Voor het vervoer van LEU door verschillende rechtsgebieden moeten alle documentatie, verzekeringen en goedkeuringen voor doorvoer in orde zijn en moet worden voldaan aan markeringseisen, alsook aan de eisen die staten stellen inzake fysieke beveiliging, welke eisen zijn opgenomen in de relevante verdragen en aanbevelingen die zijn opgesteld onder auspiciën van de IAEA, en de beveiligingseisen van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). Uitgaven in verband met het vervoer van het LEU zullen afhangen van de geografische locatie van de verkoper van het LEU, de afstanden van het vervoer over zee en over land tussen de verkoper en Ulba Metallurgical Plant (UMP) in Kazachstan, het aantal havens dat wordt aangedaan en het aantal grenzen dat moet worden overgestoken om de levering te voltooien. De uitgaven omvatten ook de ontwikkeling van technische specificaties met de IAEA-functionarissen en de specialistische inbreng van externe deskundigen; de planning van en het toezicht op het vervoer; verzekering; het charteren van een vaartuig voor zeevervoer voor verhoogde beveiliging; overleg over beoordeling van het risico inzake veiligheid langs de transportroute en planning van de route; evenals bewaking tijdens het vervoer over zee, in havens die worden aangedaan, en op transitplaatsen.

3.   Het waarborgen van de langdurige opslag van de 90 ton LEU

De LEU zal worden geplaatst in een speciale opslagfaciliteit op het grondgebied van UMP, gelegen in Oskemen, Kazachstan. De LEU van de IAEA zal worden opgeslagen in 30B-cilinders. De beheerder van de faciliteit is, namens de IAEA, verantwoordelijk voor het opslaan en het beschermen van het LEU, met inachtneming van de veiligheidsnormen en beveiligingsrichtsnoeren van de IAEA. Dit omvat de aankoop van 30B-cilinders, die een fysiek veilige en beveiligde opslag van het LEU mogelijk maken. Uit veiligheidsstudies blijkt dat deze insluitsystemen tot vijftig jaar lang robuuste en veilige opslag bieden. De dikte van de wanden van de cilinders en het algemene ontwerp van de cilinders zorgen niet alleen voor veiligheid, maar dragen ook bij aan fysieke bescherming tegen sabotage en diefstal.

Een belangrijk onderdeel in het waarborgen van de langdurige opslag van het LEU is de implementatie van een programma voor cilinderbeheer, inclusief routine-inspectie en hercertificering van 30B-cilinders in opslag, bedoeld om te voldoen aan ISO-norm 7195, en om te verzekeren dat alles in gereedheid is voor vervoer naar de lidstaten. Hiervoor moeten diensten worden aangekocht voor hercertificering van de cilinders door gemachtigde inspecteurs, en diensten van UMP-personeel ter ondersteuning van de uitvoering van de test.

Voorts zal de IAEA tijdens de langdurige opslag van het LEU dat haar eigendom is op gezette tijden en ad hoc monitoringactiviteiten uitvoeren, met inbegrip van de ontvangst, evaluatie en verificatie van jaarverslagen van UMP. Dit omvat jaarlijkse vergaderingen met UMP voor een evaluatie van de veiligheid en beveiliging van de activiteiten met betrekking tot de IAEA-LEU-bank, alsmede andere soorten missies naar UMP om ervoor te zorgen dat de relevante bepalingen van de veiligheidsnormen en beveiligingsrichtsnoeren van de IAEA blijvend worden toegepast op de IAEA-LEU-bank.

Deze post geldt voor een periode van vijf jaar.

III.   DUUR

De geraamde duur van de uitvoeringstermijn van het project is 60 maanden vanaf de ondertekening van de financieringsovereenkomst als bedoeld in artikel 3.

IV.   BEGUNSTIGDEN

De begunstigden van het project in dit besluit zijn alle in aanmerking komende staten die diensten ontvangen van de IAEA-LEU-bank en voldoen aan de door de raad van bestuur van de IAEA opgestelde voorwaarden voor toegang tot de LEU-bank.

V.   UITVOERENDE ENTITEIT

De IAEA wordt belast met de technische uitvoering van het project, zoals hierboven beschreven, onder toezicht van de HV. De uitvoering van het project geschiedt rechtstreeks door personeel van de IAEA, deskundigen uit andere nationale nucleaire instanties en contractanten. In het geval van contractanten moet de aankoop van goederen, werken of diensten door de IAEA in het kader van dit besluit plaatsvinden zoals gespecificeerd in de financieringsovereenkomst die de Commissie met de IAEA moet sluiten.

VI.   VERSLAGLEGGING

De uitvoerende entiteit stelt de volgende documenten op:

a)

periodieke verslagen over de uitvoering van het project;

b)

een eindverslag binnen twee maanden na het einde van de uitvoering van het project.

De verslagen worden toegezonden aan de HV.


Top