Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D2039

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2039 van de Commissie van 13 november 2015 betreffende de gelijkwaardigheid van het regelgevingskader van Zuid-Afrika voor centrale tegenpartijen aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters

    PB L 298 van 14.11.2015, p. 29–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 10/06/2022

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2015/2039/oj

    14.11.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 298/29


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/2039 VAN DE COMMISSIE

    van 13 november 2015

    betreffende de gelijkwaardigheid van het regelgevingskader van Zuid-Afrika voor centrale tegenpartijen aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (1), en met name artikel 25, lid 6,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De procedure voor de erkenning van in derde landen gevestigde centrale tegenpartijen (hierna „CTP's” genoemd) die in artikel 25 van Verordening (EU) nr. 648/2012 is vastgesteld, is bedoeld om CTP's die zijn gevestigd en een vergunning hebben gekregen in derde landen waarvan de reguleringsnormen gelijkwaardig zijn aan die welke in genoemde verordening zijn vastgesteld, de mogelijkheid te bieden clearingdiensten te verrichten voor clearingleden of handelsplatformen die in de Unie zijn gevestigd. Die erkenningsprocedure en de gelijkwaardigheidsbesluiten waarin wordt voorzien, dragen zodoende bij tot het bereiken van de overkoepelende doelstelling van Verordening (EU) nr. 648/2012 om het systeemrisico te verminderen door meer gebruik te maken van veilige en solide CTP's voor de clearing van over-the-counter (hierna „otc” genoemd) derivatencontracten, ook als die CTP's in een derde land zijn gevestigd en daar een vergunning hebben gekregen.

    (2)

    Om een rechtstelsel van een derde land als gelijkwaardig aan het rechtsstelsel van de Unie aan te merken wat CTP's betreft, dient het concrete resultaat van het toepasselijke juridische en toezichthoudende kader gelijkwaardig te zijn aan dat van de Unievereisten wat de bereikte toezicht- en regelgevingsdoelstellingen betreft. Doel van deze gelijkwaardigheidstoetsing is daarom na te gaan of het juridische en toezichthoudende kader van Zuid-Afrika waarborgt dat CTP's die daar zijn gevestigd en een vergunning hebben gekregen, in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatformen niet blootstellen aan een hoger risiconiveau dan dat waaraan de CTP's die in de Unie een vergunning hebben gekregen, kunnen worden blootgesteld — en of zij bijgevolg geen onaanvaardbare niveaus van systeemrisico in de Unie opleveren.

    (3)

    Dit besluit gebaseerd op de uitkomst van het in Zuid-Afrika toepasselijke juridische en toezichthoudende kader en het antwoord op de vraag of dit kader afdoende is om de risico's waaraan in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatformen mogelijk worden blootgesteld, zodanig te limiteren dat deze als gelijkwaardig aan de uitkomst van de in Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgelegde vereisten kunnen worden beschouwd. In het bijzonder dienen daarbij de aanzienlijk lagere risico's die verbonden zijn aan clearingactiviteiten die worden ontplooid op financiële markten die kleiner zijn dan de financiële markt van de Unie, in aanmerking te worden genomen.

    (4)

    Overeenkomstig artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moeten drie voorwaarden vervuld zijn om te kunnen verklaren dat het juridische en toezichthoudende kader van een derde land dat geldt voor CTP's die in dat land over een vergunning beschikken, gelijkwaardig is aan de vereisten die in die verordening zijn vastgelegd.

    (5)

    Volgens de eerste voorwaarde moeten CTP's die in een derde land over een vergunning beschikken, voldoen aan juridisch bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten zoals die in titel IV van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn neergelegd.

    (6)

    De juridisch bindende vereisten van Zuid-Afrika voor CTP's die daar een vergunning hebben gekregen, zijn vervat in de Financial Markets Act, (Wet nr. 19 van 2012, hierna „FMA” genoemd). De Registrar of Securities Services (hierna „de Registrar” genoemd) beschikt over een uitgebreide reeks bevoegdheden voor het controleren, monitoren en inspecteren van clearinghuizen die over een vergunning beschikken om in Zuid-Afrika te opereren (hierna „vergunninghoudende clearinghuizen” genoemd).

    (7)

    In de FMA zijn de verplichtingen en vereisten vastgelegd die clearinghuizen in acht moeten nemen. Meer in het bijzonder verleent de Registrar op grond van de FMA een vergunning om als een vergunninghoudend clearinghuis te opereren, op voorwaarde dat de aanvrager zich aan de bovenbedoelde vereisten houdt en bijdraagt aan de verwezenlijking van de in de FMA vastgelegde doelstellingen, zoals onder meer limiteren van het systeemrisico en garanderen van eerlijke, efficiënte en transparante Zuid-Afrikaanse financiële markten. Om ervoor te zorgen dat aan die vereisten wordt voldaan, kan de Registrar bij de verlening van een vergunning alle voorwaarden opleggen die hij passend acht. Vergunninghoudende clearinghuizen moeten hun bedrijfsactiviteiten op eerlijke en transparante wijze ontplooien en daarbij terdege met de rechten van clearingleden en hun cliënten rekening houden. Bovendien moeten vergunninghoudende clearinghuizen zich overeenkomstige de FMA voegen naar internationale toezichtnormen, met inbegrip van de Principles for Financial Markets Infrastructures (hierna „PFMI's” genoemd), die in april 2012 zijn uitgevaardigd door het Committee on Payment and Settlement Systems (2) en de International Organization of Securities Commissions (IOSCO).

    (8)

    Krachtens de FMA is de minister van Financiën gemachtigd om regelgeving uit te vaardigen in verband met elke aangelegenheid waarvoor zulks op grond van de FMA is vereist of toegestaan, dan wel elke andere aangelegenheid die noodzakelijk is voor een beter beheer en een betere tenuitvoerlegging van de FMA. Bovendien is de Registrar krachtens de FMA bevoegd om richtsnoeren uit te vaardigen betreffende de toepassing en uitlegging van de FMA, alsook om alle maatregelen te nemen die hij noodzakelijk acht voor de goede vervulling of uitoefening van zijn functies of taken of voor de tenuitvoerlegging van de FMA.

    (9)

    Bij het beoordelen van de gelijkwaardigheid van het juridische en toezichthoudende kader dat op vergunninghoudende clearinghuizen van toepassing is, dient ook rekening te worden gehouden met de bereikte risicolimitering die dat oplevert in termen van het risiconiveau waaraan in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatformen worden blootgesteld als gevolg van hun deelneming in vergunninghoudende clearinghuizen. De uitkomsten inzake risicolimitering worden bepaald door zowel het risiconiveau dat aan de door de betrokken CTP ontplooide clearingactiviteiten verbonden is en dat afhankelijk is van de omvang van de financiële markt waarop deze opereert, als de geschiktheid van het voor CTP's geldende juridische en toezichthoudende kader voor het limiteren van dat risiconiveau. Om dezelfde uitkomsten inzake risicolimitering te verkrijgen, zijn striktere vereisten inzake risicolimitering vereist voor CTP's die hun activiteiten ontplooien op grotere financiële markten waarvan het inherente risiconiveau hoger is, dan voor CTP's die hun activiteiten ontplooien op kleinere financiële markten waarvan het inherente risiconiveau lager is.

    (10)

    De omvang van de financiële markt waarop vergunninghoudende clearinghuizen hun clearingactiviteiten ontplooien, is aanzienlijk kleiner dan de markt waarop in de Unie gevestigde CTP's actief zijn. Met name de afgelopen drie jaar vertegenwoordigde de totale waarde van de in Zuid-Afrika geclearde derivatentransacties minder dan 1 % van de totale waarde van de in de Unie geclearde derivatentransacties. Daarom stelt deelneming in vergunninghoudende clearinghuizen in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatformen aan aanzienlijk lagere risico's bloot dan wanneer zij deelnemen in CTP's waaraan in de Unie vergunning is verleend.

    (11)

    Bijgevolg kan het juridische en toezichthoudende kader dat op vergunninghoudende clearinghuizen van toepassing is, als gelijkwaardig worden beschouwd wanneer dat passend is om dat lagere risiconiveau te limiteren. De primaire regels die op vergunninghoudende clearinghuizen van toepassing zijn en die inachtneming van de PFMI's voorschrijven, limiteren het in Zuid-Afrika bestaande lagere risiconiveau en leveren een uitkomst inzake risicolimitering op die gelijkwaardig is aan die welke door Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt nagestreefd.

    (12)

    Derhalve concludeert de Commissie dat het juridische en toezichthoudende kader van Zuid-Afrika waarborgt dat vergunninghoudende clearinghuizen die daar over een vergunning beschikken, voldoen aan juridisch bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten zoals die in titel IV van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn neergelegd.

    (13)

    Volgens de tweede voorwaarde van artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moet het juridische en toezichthoudende kader van Zuid-Afrika voor de CTP's die daar over een vergunning beschikken, voorzien in doorlopend, effectief toezicht en effectieve handhaving ten aanzien van die CTP's.

    (14)

    De Registrar oefent toezicht uit op en houdt de hand aan de naleving van de FMA. Meer in het bijzonder beoordeelt de Registrar jaarlijks de inachtneming door de vergunninghoudende clearinghuizen van de FMA en van hun intern reglement van orde, alsook van richtlijnen, verzoeken, voorwaarden of vereisten van de Registrar op grond van de FMA. De Registrar is ook bevoegd om de vergunning van een vergunninghoudend clearinghuis in te trekken of op te schorten, onder meer indien dit zich niet houdt aan de FMA of zijn intern reglement van orde, dan wel geen gevolg geeft aan een richtlijn, verzoek, voorwaarde of vereiste van de Registrar op grond van de FMA.

    (15)

    De Registrar is bevoegd om vergunninghoudende clearinghuizen om informatie of documenten te verzoeken en inspecties ter plaatse uit te voeren. Naar aanleiding van een inspectie ter plaatse kan de Registrar een vergunninghoudend clearinghuis onder meer verzoeken om alle stappen te ondernemen, dan wel zich van elk optreden te onthouden, teneinde aan een onregelmatigheid een einde te maken of deze te verhelpen. Ingeval een vergunninghoudend clearinghuis nalaat krachtens de FMA vereiste informatie te verstrekken, kan de Registrar straffen opleggen. Met het oog op de tenuitvoerlegging en het beheer van de FMA kan de Registrar bovendien algemene richtlijnen of tot een specifieke entiteit gerichte richtlijnen uitvaardigen.

    (16)

    Bijgevolg concludeert de Commissie dat het juridische en toezichthoudende kader van Zuid-Afrika voor CTP's die daar over een vergunning beschikken, voorziet in doorlopend, effectief toezicht en effectieve handhaving.

    (17)

    Volgens de derde voorwaarde van artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moet het juridische en toezichthoudende kader van Zuid-Afrika voorzien in een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van CTP's waaraan uit hoofde van buitenlandse rechtsstelsels een vergunning is verleend (hierna „CTP's uit derde landen” genoemd).

    (18)

    CTP's die een vergunning hebben gekregen van een derde land waar het juridisch en toezichthoudend kader gelijkwaardig is aan het Zuid-Afrikaanse regelgevingskader, waar er een gelijkwaardige regelgeving ter bestrijding van het witwassen van geld en het financiële terrorisme bestaat, en waar CTP's onder effectief toezicht staan, mogen diensten in Zuid-Afrika verlenen, mits zij over een vergunning van de Registrar beschikken. Voor het verlenen van een vergunning houdt de Registrar bij de beoordeling van de vergunningsaanvraag rekening met het toezicht- en regelgevingskader van het betrokken derde land en kan hij ook informatie in aanmerking nemen die is verstrekt door een andere toezichthoudende autoriteit, met inbegrip van toezichthoudende autoriteiten van derde landen. Bovendien kan de Registrar CTP's uit derde landen van sommige of alle vereisten van de FMA vrijstellen. De Registrar kan samenwerkingsovereenkomsten met regelgevende of toezichthoudende autoriteiten van derde landen sluiten met de bedoeling het doorlopende toezicht te coördineren en informatie uit te wisselen over CTP's uit derde landen waaraan vergunning is verleend in een derde land waar het juridische en toezichthoudende kader gelijkwaardig is aan het Zuid-Afrikaanse toezicht- en regelgevingskader en die onder effectief toezicht staan in het derde land waar zij een vergunning hebben gekregen.

    (19)

    Hoewel moet worden opgemerkt dat de structuur van de in het juridisch kader van Zuid-Afrika vastgelegde erkenningsprocedure die op CTP's uit derde landen van toepassing is, verschilt van de procedure die in Verordening (EU) nr. 648/2012 is neergelegd, mag er niettemin van uit worden gegaan dat zij in een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van CTP's uit derde landen voorziet.

    (20)

    Mitsdien kunnen de voorwaarden van artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 geacht worden te zijn vervuld door het juridische en toezichthoudende kader van Zuid-Afrika voor vergunninghoudende clearinghuizen, en dient dat juridische en toezichthoudende kader als gelijkwaardig aan de in Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgelegde vereisten te worden beschouwd. De Commissie dient de ontwikkeling van het juridische en toezichthoudende kader van Zuid-Afrika voor CTP's en de inachtneming van de voorwaarden op grond waarvan dit besluit is genomen, regelmatig te blijven monitoren.

    (21)

    De regelmatige beoordeling van het juridische en toezichthoudende kader dat in Zuid-Afrika van toepassing is op CTP's die daar over een vergunning beschikken, dient de mogelijkheid onverlet te laten voor de Commissie om naast de algemene beoordeling te allen tijde een specifieke beoordeling te verrichten wanneer relevante ontwikkelingen vereisen dat de Commissie de bij dit besluit erkende gelijkwaardigheid herbeoordeelt. Een dergelijke herbeoordeling kan tot de intrekking van de erkenning van gelijkwaardigheid leiden.

    (22)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor de toepassing van artikel 25 van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt het in Zuid-Afrika van kracht zijnde juridische en toezichthoudende kader, dat bestaat uit de Financial Markets Act en dat van toepassing is op vergunninghoudende clearinghuizen die daar over een vergunning beschikken, als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012 aangemerkt.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 13 november 2015.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.

    (2)  Per 1 september 2014 is de naam van het Committee on Payment and Settlement Systems veranderd in Committee on Payment and Market Infrastructures.


    Top