Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0654

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 654/2013 van de Commissie van 10 juli 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 betreffende controlelijsten in het kader van EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen voor entiteiten uit derde landen Voor de EER relevante tekst

    PB L 190 van 11.7.2013, p. 1–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 14/11/2015; stilzwijgende opheffing door 32015R1998

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2013/654/oj

    11.7.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 190/1


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 654/2013 VAN DE COMMISSIE

    van 10 juli 2013

    tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 betreffende controlelijsten in het kader van EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen voor entiteiten uit derde landen

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002 (1), en met name artikel 4, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EU) nr. 185/2010 van de Commissie van 4 maart 2010 houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (2) bevat uitvoerige regels voor EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen.

    (2)

    Controlelijsten zijn het instrument dat een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur gebruikt om het beveiligingsniveau te beoordelen dat wordt toegepast op luchtvracht of -post die voor de EU/EER is bestemd. Er moeten nog twee andere controlelijsten aan de bestaande worden toegevoegd om te komen tot de volledige tenuitvoerlegging van het stelsel voor EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen.

    (3)

    Verordening (EU) nr. 185/2010 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (4)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 300/2008 ingestelde Comité voor de beveiliging van de burgerluchtvaart,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in the Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 10 juli 2013.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72.

    (2)  PB L 55 van 5.3.2010, blz. 1.


    BIJLAGE

    De bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Het volgende aanhangsel wordt ingevoegd na aanhangsel 6-C:

    AANHANGSEL 6-C2

    VALIDERINGSCONTROLELIJST VOOR KRACHTENS EEN EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDERING GEVALIDEERDE ERKENDE AGENTEN IN DERDE LANDEN

    Entiteiten in derde landen hebben de keuze om onderdeel te worden van de veilige toeleveringsketen van een ACC3 (een luchtvaartmaatschappij die vracht of post vanuit een luchthaven in een derde land naar de Unie vervoert) door een aanvraag in te dienen voor aanwijzing als een krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent in een derde land (RA3). Een RA3 is een in een derde land gevestigde entiteit die vrachtdiensten verricht en die als zodanig is gevalideerd en goedgekeurd op basis van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering.

    Een RA3 moet ervoor zorgen dat de beveiligingscontroles, in voorkomend geval met inbegrip van beveiligingsonderzoeken, op zendingen met bestemming Europese Unie zijn toegepast en dat de zendingen beschermd worden tegen manipulatie door onbevoegden vanaf het ogenblik dat de beveiligingscontroles zijn verricht en totdat de zendingen in een luchtvaartuig worden geladen of op een andere wijze overhandigd worden aan een ACC3 of een andere RA3.

    De noodzakelijke voorwaarden voor het vervoeren van luchtvracht of luchtpost in de Unie (1) of in IJsland, Noorwegen en Zwitserland zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 185/2010.

    De controlelijst is het instrument dat een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur gebruikt om het beveiligingsniveau te beoordelen dat wordt toegepast op luchtvracht of -post die voor de EU/EER is bestemd (2) door of onder de verantwoordelijkheid van een entiteit die aanwijzing als een RA3 aanvraagt. De controlelijst mag alleen worden gebruikt in de in punt 6.8.4.1, onder b), van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 vastgestelde gevallen. In de in punt 6.8.4.1, onder a), van die bijlage vastgestelde gevallen moet de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur de ACC3-controlelijst gebruiken.

    Als de conclusie van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur luidt dat de entiteit erin geslaagd is de doelstellingen te verwezenlijken die in deze controlelijst worden vermeld, wordt aan de gevalideerde entiteit een valideringsverslag verstrekt. In het valideringsverslag wordt vermeld dat de entiteit is aangewezen als een krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent in een derde land (RA3). De RA3 mag dit verslag gebruiken in zijn zakelijke relaties met ACC3’s. Het valideringsverslag bevat ten minste de volgende integrerende delen:

    a)

    de volledige controlelijst (aanhangsel 6-C2 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010), ondertekend door een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur en, voor zover van toepassing, van commentaar voorzien door de gevalideerde entiteit;

    b)

    de verbintenisverklaring (aanhangsel 6-H2 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010), ondertekend door de gevalideerde entiteit;

    c)

    een onafhankelijkheidsverklaring (aanhangsel 11-A van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010) met betrekking tot de gevalideerde entiteit, ondertekend door de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur.

    De bladzijdenummering, de datum van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering en de parafering van elke bladzijde door de validateur en de gevalideerde entiteit bewijzen de volledigheid van het valideringsverslag. Het valideringsverslag wordt standaard in het Engels opgesteld.

    Deel 5 — Beveiligingsonderzoeken — en deel 6 — Hoogrisicovracht of -post (HCRM) — worden getoetst aan de eisen van de hoofdstukken 6.7 en 6.8 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010. De basisnormen voor de andere delen zijn de normen en aanbevolen praktijken (SARPs) van bijlage 17 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart en de richtsnoeren in de luchtvaartbeveiligingshandleiding van de ICAO (Doc 8973-Restricted).

    Als de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur concludeert dat de entiteit er niet in geslaagd is de in deze controlelijst vermelde doelstellingen te verwezenlijken, ontvangt de entiteit een exemplaar van de ingevulde controlelijst waarin de tekortkomingen worden vermeld.

    Aanwijzingen voor het invullen:

    1.

    Alle delen van de controlelijst moeten worden ingevuld. Indien geen informatie beschikbaar is, moet dit worden toegelicht.

    2.

    Na elk deel concludeert de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur of en in welke mate de doelstellingen van dat deel zijn gehaald.

    DEEL 1

    Identificatie van de gevalideerde entiteit en de validateur

    1.1.   

    Datum/Data van de validering

    Gebruik een exacte datumvermelding, zoals 01.10.2012 tot en met 02.10.2012

    dd/mm/jjjj

     

    1.2.   

    Datum van de vorige validering, indien van toepassing

    dd/mm/jjjj

     

    Vorig RA3-registratienummer, indien beschikbaar

     

    AEO-certificaat/C-TPAT-status/andere certificeringen, indien beschikbaar

     

    1.3.   

    Informatie over de luchtvaartbeveiligingsvalidateur

    Naam

     

    Bedrijf/Organisatie/Autoriteit

     

    Unieke alfanumerieke identificatiecode (UAI)

     

    E-mailadres

     

    Telefoonnummer, inclusief internationale codes

     

    1.4.   

    Naam van de entiteit

    Naam

     

    Ondernemingsnummer (bv. het identificatienummer in het handelsregister, indien van toepassing)

     

    Nummer/Eenheid/Gebouw

     

    Straat

     

    Plaats

     

    Postcode

     

    Staat (voor zover relevant)

     

    Land

     

    Postbusadres, indien van toepassing

     

    1.5.   

    Hoofdadres van de organisatie (indien dit verschilt van het adres van de te valideren vestiging)

    Nummer/Eenheid/Gebouw

     

    Straat

     

    Plaats

     

    Postcode

     

    Staat (voor zover relevant)

     

    Land

     

    Postbusadres, indien van toepassing

     

    1.6.   

    Aard van de activiteiten — Er kan meer dan één soort activiteiten van toepassing zijn

    a)

    uitsluitend luchtvracht

    b)

    luchtvervoer en andere vervoerswijzen

    c)

    expediteur met vrachtlocaties

    d)

    expediteur zonder vrachtlocaties

    e)

    afhandelaar

    f)

    overige

     

    1.7.   

    Wat doet de aanvrager?

    a)

    hij ontvangt vracht van een andere uit een derde land afkomstige erkende agent

     

    b)

    hij ontvangt vracht van uit een derde land afkomstige bekende afzenders

     

    c)

    hij ontvangt vracht van uit een derde land afkomstige vaste afzenders

     

    d)

    hij ontvangt vrijgestelde vracht

     

    e)

    hij onderwerpt vracht aan beveiligingsonderzoeken

     

    f)

    hij slaat vracht op

     

    g)

    andere, namelijk

     

    1.8.   

    Aantal werknemers in de vestiging (bij benadering)

    Aantal

     

    1.9.   

    Naam en functie van de persoon die verantwoordelijk is voor de beveiliging van de luchtvracht/luchtpost uit een derde land

    Naam

     

    Functie

     

    E-mailadres

     

    Telefoonnummer — inclusief internationale codes

     

    DEEL 2

    Organisatie en verantwoordelijkheden van de krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent in een derde land

    Doel: alleen luchtvracht of -post die aan beveiligingscontroles is onderworpen wordt naar de EU/EER vervoerd. Vracht en post die door een RA3 zijn afgeleverd aan een ACC3 of aan een andere RA3 mogen alleen als veilige vracht of post worden aanvaard als die beveiligingscontroles door de RA3 zijn verricht. In de volgende delen van de controlelijst wordt nadere informatie verstrekt over deze beveiligingscontroles.

    De RA3 beschikt over procedures om te garanderen dat passende beveiligingscontroles worden toegepast op alle luchtvracht en luchtpost met bestemming EU/EER en dat beveiligde vracht of post beschermd is totdat deze wordt overgedragen aan een ACC3 of een andere RA3. De beveiligingscontroles bestaan uit een van de volgende onderzoeken/controles:

    a)

    fysieke beveiligingsonderzoeken, die dienen te voldoen aan een norm die voldoende hoog is om redelijkerwijs te garanderen dat geen verboden voorwerpen in de zending zijn verborgen;

    b)

    andere beveiligingscontroles, die deel uitmaken van een proces ter beveiliging van de toeleveringsketen dat redelijkerwijs garandeert dat geen verboden voorwerpen in de zending zijn verborgen, en die worden toegepast door een andere RA3 of een door de RA3 aangewezen bekende afzender uit een derde land (KC3) of vaste afzender uit een derde land (AC3).

    Referentie: punt 6.8.3

    2.1.   

    Heeft de entiteit een beveiligingsprogramma vastgesteld?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, ga direct naar punt 2.5.

     

    2.2.   

    Beveiligingsprogramma van de entiteit

    Datum — gebruik exact datumformaat dd/mm/jjjj

     

    Versie

     

    Is het beveiligingsprogramma ingediend en/of goedgekeurd door de desbetreffende bevoegde autoriteit van het land van de entiteit? Zo JA, beschrijf de procedure.

     

    2.3.   

    Heeft het beveiligingsprogramma voldoende betrekking op de in de controlelijst vermelde elementen (de delen 3 tot en met 9)?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, waarom niet?

     

    2.4.   

    Is het beveiligingsprogramma bewijskrachtig, robuust en volledig?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    2.5.   

    Heeft de entiteit een procedure opgesteld om te garanderen dat luchtvracht of luchtpost aan passende beveiligingscontroles wordt onderworpen alvorens te worden overgedragen aan een ACC3 of een andere RA3?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf de procedure.

     

    2.6.   

    Beschikt de entiteit over een beheersysteem (bv. instrumenten, instructies) dat ervoor zorgt dat de vereiste beveiligingscontroles worden verricht?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf het beheersysteem en leg uit of het door de desbetreffende autoriteit of een andere entiteit is goedgekeurd, gecontroleerd of verschaft.

     

    Zo NEEN, leg uit hoe de entiteit garandeert dat de beveiligingscontroles op de vereiste wijze worden uitgevoerd.

     

    2.7.   

    Conclusies en algemene opmerkingen betreffende de betrouwbaarheid, bewijskracht en robuustheid van het proces

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 3

    Indienstneming en opleiding van personeel

    Doel: om ervoor te zorgen dat de vereiste beveiligingscontroles worden verricht, stelt de RA3 verantwoordelijk en bevoegd personeel aan om te werken op het gebied van de beveiliging van luchtvracht of -post. Personeelsleden met toegang tot beveiligde luchtvracht beschikken over alle vaardigheden die vereist zijn om hun taken uit te voeren en worden op passende wijze opgeleid.

    Daartoe beschikt de RA3 over een procedure om te garanderen dat alle personeelsleden (permanent personeel, tijdelijk personeel, uitzendkrachten, chauffeurs enz.) met rechtstreekse en onbegeleide toegang tot luchtvracht/-post waarop beveiligingscontroles worden of zijn toegepast:

    a)

    zijn onderworpen aan initiële en periodieke aan de indienstneming voorafgaande controles en/of achtergrondcontroles, die ten minste beantwoorden aan de eisen van de lokale autoriteiten van de gevalideerde RA3-locatie, en

    b)

    een initiële en periodieke beveiligingsopleiding hebben gevolgd om hen bewust te maken van hun beveiligingsverantwoordelijkheden overeenkomstig de eisen van de lokale autoriteiten van de gevalideerde RA3-locatie.

    Opmerking:

    Een achtergrondcontrole is een controle van de identiteit en eerdere ervaring van een persoon, inclusief — indien wettelijk toegestaan — het eventuele strafblad, als onderdeel van de beoordeling van de geschiktheid van die persoon om een beveiligingscontrole uit te voeren en/of onbegeleide toegang te krijgen tot een om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zone (ICAO-bijlage 17, definitie).

    Bij een aan de indienstneming voorafgaande controle wordt de identiteit van een persoon vastgesteld op basis van documenten, worden de opleiding en de loopbaan van de betrokken persoon tijdens de voorbije vijf jaar onderzocht, alsmede eventuele onderbrekingen in deze opleiding en loopbaan, en wordt de persoon verzocht een verklaring te ondertekenen waarin zijn eventuele criminele antecedenten in al zijn verblijfplaatsen in ten minste de afgelopen vijf jaar in detail worden toegelicht (EU-definitie).

    Referentie: punt 6.8.3.1

    3.1.   

    Bestaat er een procedure om te garanderen dat alle personeelsleden met rechtstreekse en onbegeleide toegang tot beveiligde luchtvracht/-post aan de indienstneming voorafgaande controles ondergaan om hun achtergrond en vaardigheden te onderzoeken?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, vermeld dan op hoeveel voorafgaande jaren de aan de indienstneming voorafgaande controle betrekking heeft en door welke entiteit ze wordt uitgevoerd.

     

    3.2.   

    Heeft deze procedure betrekking op

    Achtergrondcontrole

    Aan de indienstneming voorafgaande controle

    Controle van criminele antecedenten

    Vraaggesprekken

    Andere (geef nadere informatie)

    Licht deze punten toe, geef aan welke entiteit dit element uitvoert en vermeld, voor zover van toepassing, met welk tijdsbestek rekening is gehouden.

     

    3.3.   

    Bestaat er een procedure om te garanderen dat de persoon die verantwoordelijk is voor de toepassing van en het toezicht op de tenuitvoerlegging van beveiligingscontroles ter plaatse is onderworpen aan een aan de indienstneming voorafgaande controle waarbij zijn achtergrond en vaardigheden zijn onderzocht?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, vermeld dan op hoeveel voorafgaande jaren de aan de indienstneming voorafgaande controle betrekking heeft en door welke entiteit ze wordt uitgevoerd.

     

    3.4.   

    Heeft deze procedure betrekking op

    Achtergrondcontrole

    Aan de indienstneming voorafgaande controle

    Controle van criminele antecedenten

    Vraaggesprekken

    Andere (geef nadere informatie)

    Licht deze punten toe, geef aan welke entiteit dit element uitvoert en vermeld, voor zover van toepassing, met welk tijdsbestek rekening is gehouden.

     

    3.5.   

    Krijgen personeelsleden die rechtstreekse en onbegeleide toegang hebben tot beveiligde luchtvracht/luchtpost een beveiligingsopleiding alvorens toegang tot de beveiligde luchtvracht/luchtpost te krijgen?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf dan de elementen en de duur van de opleiding.

     

    3.6.   

    Krijgen de personeelsleden die luchtvracht/-post in ontvangst nemen, aan beveiligingsonderzoeken onderwerpen en/of beschermen een specifieke werkgerelateerde opleiding?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf dan de elementen en de duur van de opleiding.

     

    3.7.   

    Krijgen de in de punten 3.5 en 3.6 vermelde personeelsleden een periodieke opleiding?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, specificeer dan de elementen en de frequentie van de periodieke opleiding.

     

    3.8.   

    Conclusie: volstaan de maatregelen met betrekking tot de indienstneming van personeel om te garanderen dat alle personeelsleden die toegang hebben tot beveiligde luchtvracht/-post op correcte wijze zijn aangesteld en opgeleid, volgens een norm die voldoende hoog is om te garanderen dat ze zich bewust zijn van hun beveiligingsverantwoordelijkheden?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 4

    Aanvaardingsprocedures

    Doel: de RA3 kan vracht of post ontvangen van een andere RA3, een KC3, een AC3 of een onbekende afzender. De RA3 beschikt over passende aanvaardingsprocedures voor vracht en post om vast te stellen of een zending al dan niet afkomstig is van een veilige toeleveringsketen en om vervolgens vast te stellen welke beveiligingsmaatregelen erop moeten worden toegepast.

    Een RA3 moet een gegevensbank bijhouden met ten minste de onderstaande informatie voor elke overeenkomstig punt 6.8.4.1 aan een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering onderworpen erkende agent of bekende afzender waarvan hij rechtstreeks vracht of post aanvaardt die aan een ACC3 moet worden geleverd voor vervoer naar de Unie:

    a)

    de bedrijfsgegevens, inclusief het bonafide bedrijfsadres;

    b)

    de aard van de bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van gevoelige bedrijfsinformatie;

    c)

    de contactgegevens, inclusief die van de personen die verantwoordelijk zijn voor de beveiliging;

    d)

    het registratienummer van het bedrijf, indien van toepassing;

    e)

    het valideringsverslag, indien beschikbaar.

    Referentie: punten 6.8.3.1 en 6.8.4.3

    Opmerking: een RA3 mag vracht van een AC3 uitsluitend als veilige vracht aanvaarden als deze RA3 deze afzender zelf als een AC3 heeft aangewezen en als deze RA3 verantwoording aflegt voor de vracht die door deze afzender is geleverd.

    4.1.   

    Stelt de entiteit bij de aanvaarding van een zending vast of deze afkomstig is van een andere RA3, een KC3, een AC3 of een onbekende afzender?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, hoe?

     

    4.2.   

    Houdt de entiteit een gegevensbank bij met informatie voor elke RA3, KC3 en AC3 waarvan hij rechtstreeks luchtvracht of -post aanvaardt voor levering aan een ACC3 die deze vervoert naar de Unie?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, vermeld welke informatie in de gegevensbank is opgenomen.

     

    Zo NEE, hoe weet de entiteit dat de vracht afkomstig is van een andere RA3, KC3 of AC3?

     

    4.3.   

    Duidt de entiteit afzenders aan als AC3?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf dan de procedure en de waarborgen die de entiteit van de afzender vereist.

     

    4.4.   

    Als de entiteit een zending aanvaardt, gaat zij dan na of de bestemming een luchthaven in de EU/EER is?

    JA of NEEN — licht toe

     

    4.5.   

    Zo JA — past de entiteit op alle luchtvracht of -post dezelfde beveiligingscontroles toe als de bestemming een luchthaven in de EU/EER is?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf de procedure.

     

    4.6.   

    Als de entiteit een zending aanvaardt, gaat zij dan na of deze zending als hoogrisicovracht en -post (HRCM) (zie definitie in deel 6) moet worden beschouwd, ook voor zendingen die met andere vervoerswijzen dan luchtvervoer worden geleverd?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, hoe?

    Beschrijf de procedure.

     

    4.7.   

    Als de gevalideerde entiteit een beveiligde zending aanvaardt, gaat zij dan na of deze zending beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef dan een beschrijving (zegels, sloten, inspectie enz.).

     

    4.8.   

    Moet de persoon die de zending aflevert een officieel identificatiedocument met een foto tonen?

    JA of NEEN

     

    4.9.   

    Is er voorzien in een proces dat zendingen identificeert waarvoor beveiligingsonderzoeken vereist zijn?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, hoe?

     

    4.10.   

    Conclusie: volstaan de aanvaardingsprocedures om na te gaan of luchtvracht of luchtpost bestemd voor een luchthaven in de EU/EER afkomstig is van een beveiligde toeleveringsketen of aan beveiligingsonderzoek moet worden onderworpen?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 5

    Beveiligingsonderzoeken

    Doel: wanneer de RA3 vracht en post aanvaardt die niet afkomstig is van een beveiligde toeleveringsketen, moet de RA3 deze zendingen aan een passend beveiligingsonderzoek onderwerpen voordat ze als veilige vracht aan een ACC3 mogen worden afgeleverd. De RA3 moet over een procedure beschikken om te garanderen dat luchtvracht en -post met bestemming EU/EER voor transfer, transit of lossing op een EU-luchthaven aan een beveiligingsonderzoek wordt onderworpen volgens de middelen of methoden die in de EU-wetgeving zijn vermeld, overeenkomstig een norm die volstaat om redelijkerwijs te garanderen dat de vracht of post geen verboden voorwerpen bevat.

    Als het beveiligingsonderzoek van luchtvracht of -post wordt uitgevoerd door of namens de bevoegde autoriteit in het derde land, meldt de RA3 dit en specificeert hij hoe hij erop toeziet dat een passend beveiligingsonderzoek wordt uitgevoerd.

    Opmerking: hoewel volgens punt 6.8.3.2 tot 30 juni 2014 als minimum de ICAO-normen mogen worden toegepast om de bepalingen van punt 6.8.3.1 ten uitvoer te leggen, wordt bij de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering rekening gehouden met de EU-eisen inzake beveiligingsonderzoeken, zelfs als de validering vóór 1 juli 2014 wordt uitgevoerd.

    Referentie: punt 6.8.3

    5.1.   

    Worden door een andere entiteit in naam van de entiteit beveiligingsonderzoeken uitgevoerd?

    JA of NEEN

     

    Zo JA,

    beschrijf de aard van deze entiteiten en verstrek nadere informatie:

    privébedrijf dat beveiligingsonderzoeken verricht

    door de overheid gereguleerd bedrijf

    screeningfaciliteit van de overheid

    andere

    Beschrijf de aard van de overeenkomst/het contract tussen de gevalideerde entiteit en de entiteit die de beveiligingsonderzoeken in haar naam verricht.

     

    5.2.   

    Welke methoden voor beveiligingsonderzoeken worden gebruikt voor luchtvracht en post?

    Geef nadere informatie over de apparatuur die wordt gebruikt voor beveiligingsonderzoeken van luchtvracht en -post (fabrikant, type, softwareversie, norm, serienummer enz.) voor alle gebruikte methoden.

     

    5.3.   

    Is de gebruikte apparatuur of methode (bv. explosievendetectiehonden) opgenomen in de meest recente lijst van apparatuur die voldoet aan de voorschriften van de EU, de ECAC of de TSA?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef dan nadere informatie.

     

    Zo NEEN, geef dan nadere informatie over de goedkeuring van de apparatuur en de datum daarvan, en alle indicaties dat de apparatuur voldoet aan de EU-normen.

     

    5.4.   

    Wordt de apparatuur gebruikt overeenkomstig het Conops („Concept of operations”, werkingsconcept) van de fabrikant en wordt hij regelmatig getest en onderhouden?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf de procedure.

     

    5.5.   

    Wordt bij het beveiligingsonderzoek rekening gehouden met de aard van de zending?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf hoe wordt gegarandeerd dat de gekozen methode voor beveiligingsonderzoeken wordt toegepast volgens een norm die volstaat om redelijkerwijs te garanderen dat er geen verboden voorwerpen verborgen zijn in de zending.

     

    5.6.   

    Bestaat er een procedure voor het afhandelen van alarmsignalen die door de apparatuur voor beveiligingsonderzoeken worden gegeven? (Voor sommige apparatuur (bv. röntgenapparatuur) wordt het alarm door de operator zelf gegeven)

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf dan het proces voor het afhandelen van alarmsignalen teneinde redelijkerwijs te garanderen dat de zending geen verboden voorwerpen bevat.

     

    Zo NEEN, beschrijf dan wat er met de zending gebeurt.

     

    5.7.   

    Zijn er zendingen vrijgesteld van beveiligingsonderzoeken?

    JA of NEEN

     

    5.8   

    Zijn er vrijstellingen die niet overeenstemmen met de lijst van de Unie?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef dan nadere informatie.

     

    5.9.   

    Wordt de toegang tot de zone waar de beveiligingsonderzoeken worden uitgevoerd gecontroleerd teneinde te garanderen dat alleen gemachtigd en opgeleid personeel toegang krijgt?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef een beschrijving.

     

    5.10.   

    Bestaat er een vaste regeling voor kwaliteitscontrole en/of tests?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef een beschrijving.

     

    5.11.   

    Conclusie: wordt luchtvracht/-post aan een beveiligingsonderzoek onderworpen aan de hand van een van de in punt 6.2.1 van Besluit 2010/774/EU vermelde middelen of methoden, volgens een norm die volstaat om redelijkerwijs te garanderen dat er geen verboden voorwerpen in zijn verborgen?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de reden daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-beveiligingsvalidateur

     

    DEEL 6

    Hoogrisicovracht en -post (HRCM)

    Doel: zendingen die afkomstig zijn uit of die in transfer zijn in locaties die door de EU als hoogrisicogebieden worden beschouwd of zendingen die tekenen van ernstige manipulatie vertonen, worden als hoogrisicovracht en -post (HRCM) beschouwd. Dergelijke zendingen moeten aan een beveiligingsonderzoek worden onderworpen overeenkomstig specifieke instructies. De RA3 moet over procedures beschikken om te garanderen dat HRCM met bestemming EU/EER wordt geïdentificeerd en aan passende controles wordt onderworpen, zoals gedefinieerd in de EU-wetgeving.

    De ACC3 aan wie de RA3 luchtvracht of -post aflevert voor verder vervoer krijgt de bevoegdheid om de RA3 op de hoogte te brengen van de meest recente stand van relevante informatie betreffende de oorsprong van hoge risico’s.

    De RA3 past dezelfde maatregelen toe op hoogrisicovracht en -post die hij van een andere luchtvaartmaatschappij of via andere vervoerswijzen ontvangt.

    Referentie: punt 6.7

    Opmerking: HRCM die is vrijgegeven voor vervoer naar de EU/EER krijgt de beveiligingsstatus „SHR”: veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen, overeenkomstig de eisen voor hoogrisicovracht en -post.

    6.1.   

    Weet het personeel dat verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de beveiligingscontroles welke luchtvracht en -post als hoogrisicovracht en -post (HRCM) moet worden behandeld?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef een beschrijving.

     

    6.2.   

    Beschikt de entiteit over procedures voor de identificatie van HRCM?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef een beschrijving.

     

    6.3.   

    Wordt de HRCM onderworpen aan procedures voor beveiligingsonderzoeken van HRCM overeenkomstig de EU-wetgeving?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, geef dan aan welke procedures worden toegepast.

     

    6.4.   

    Vermeldt de luchtvaartmaatschappij na het beveiligingsonderzoek de beveiligingsstatus „SHR” in de begeleidende documenten bij de zending?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf hoe de beveiligingsstatus wordt vermeld en in welk document.

     

    6.5.   

    Conclusie: is de procedure van de entiteit relevant en volstaat ze om te garanderen dat alle hoogrisicovracht en -post op passende wijze is behandeld alvorens te worden ingeladen?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de reden daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 7

    Bescherming van beveiligde luchtvracht en -post

    Doel: de RA3 moet over procedures beschikken om te garanderen dat luchtvracht en/of -post met bestemming EU/EER beschermd wordt tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage vanaf het punt waarop beveiligingsonderzoeken of andere beveiligingscontroles worden toegepast of vanaf het punt van aanvaarding nadat de beveiligingsonderzoeken of beveiligingscontroles zijn toegepast, tot de luchtvracht en/of -post wordt ingeladen of aan een ACC3 of een andere RA3 wordt overgedragen. Indien eerder beveiligde luchtvracht en -post achteraf niet beschermd wordt, mag deze niet als veilige luchtvracht of -post worden ingeladen of overgedragen aan een ACC3 of een andere RA3.

    De luchtvracht en/of -post kan met verschillende middelen worden beschermd, bv. fysiek (afsluitingen, gesloten ruimten enz.), door mensen (patrouilles, opgeleid personeel enz.) of technologisch (CCTV, inbraakalarm enz.).

    Beveiligde luchtvracht of -post met bestemming EU/EER moet worden gescheiden van luchtvracht of -post die niet is beveiligd.

    Referentie: punt 6.8.3.1

    7.1.   

    Wordt beveiligde luchtvracht en -post beschermd namens de gevalideerde entiteit of door een andere entiteit?

    JA of NEEN

     

    Zo JA,

    beschrijf de aard van deze entiteiten en verstrek nadere informatie:

    privébedrijf dat beveiligingsonderzoeken verricht

    door de overheid gereguleerd bedrijf

    screeningfaciliteit van de overheid

    andere

     

    7.2.   

    Wordt tijdens het beveiligingsproces voorzien in beveiligingscontroles en bescherming om sabotage te voorkomen?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef een beschrijving.

    Beschrijf welke beschermingsmaatregel(en) er genomen zijn:

    fysieke (hekwerk, afsluiting, gebouw met stevige structuur enz.)

    door mensen (patrouilles enz.)

    technologische (CCTV, alarmsysteem, enz.)

    En leg uit hoe deze zijn georganiseerd.

     

    7.3.   

    Is de veilige luchtvracht/luchtpost alleen toegankelijk voor bevoegde personen?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef een beschrijving.

    Beschrijf hoe alle toegangspunten (waaronder deuren en ramen) tot identificeerbare en beveiligde luchtvracht/luchtpost worden gecontroleerd.

     

    7.4.   

    Zijn er processen om te garanderen dat luchtvracht/-post met bestemming EU/EER waarop beveiligingscontroles zijn toegepast, beschermd wordt tegen manipulatie door onbevoegden vanaf het ogenblik dat de luchtvracht/-post is beveiligd tot hij wordt ingeladen of wordt overgedragen aan een ACC3 of een andere RA3?

    JA of NEEN

     

    Indien JA, beschrijf hoe de luchtvracht/-post wordt beschermd (fysiek, door mensen, technologisch enz.).

    Vermeld ook of het gebouw een vaste structuur heeft en welke materialen er gebruikt zijn, indien beschikbaar.

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    7.5.   

    Conclusies: is de bescherming van zendingen voldoende robuust om manipulatie door onbevoegden te voorkomen?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de reden daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 8

    Documenten

    Doel: de beveiligingsstatus van de zending wordt vermeld op de begeleidende documenten, ofwel in de vorm van een luchtvrachtbrief of gelijkwaardige postdocumenten ofwel in een afzonderlijke verklaring, schriftelijk of in elektronisch formaat. De beveiligingsstatus wordt afgegeven door de RA3.

    Referentie: punten 6.3.2.6, onder d) en 6.8.3.4

    Opmerking: de volgende beveiligingsstatussen kunnen worden vermeld:

    —   „SPX”: veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen, of

    —   „SCO”: veilig voor alleen vracht- en postluchtvaartuigen, of

    —   „SHR”: veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen, overeenkomstig de eisen voor hoogrisicozendingen.

    8.1.   

    Vermeldt de entiteit de status van de vracht en de wijze waarop deze status is toegekend in de begeleidende documenten (bv. luchtvrachtbrief)?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, licht toe.

     

    8.2.   

    Conclusie: volstaat het documenteringsproces om te garanderen dat de vracht of post vergezeld gaat van begeleidende documentatie waarin de juiste beveiligingsstatus is vermeld?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de reden daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 9

    Vervoer

    Doel: luchtvracht en luchtpost moeten worden beschermd tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage vanaf het ogenblik dat de luchtvracht/-post is beveiligd tot hij wordt ingeladen of overgedragen aan een ACC3 of een andere RA3. Dit omvat bescherming tijdens het vervoer naar het luchtvaartuig, of naar de ACC3 of een andere RA3. Indien eerder beveiligde luchtvracht en luchtpost niet beschermd wordt tijdens het vervoer, mag hij niet als veilige vracht worden ingeladen of overgedragen aan een ACC3 of RA3.

    Tijdens het vervoer naar een luchtvaartuig, een ACC3 of een andere RA3, is de RA3 verantwoordelijk voor de bescherming van de veilige zendingen. Dit omvat de gevallen waarin het vervoer in zijn naam wordt uitgevoerd door een andere entiteit, zoals een expediteur. Dit omvat niet de gevallen waarin de zendingen worden vervoerd onder de verantwoordelijkheid van een ACC3 of een andere RA3.

    Referentie: punt 6.8.3

    9.1.   

    Hoe wordt de luchtvracht/luchtpost overgebracht naar de ACC3/een andere RA3?

    a)   

    Met eigen vervoer van de gevalideerde entiteit?

    JA of NEEN

     

    b)   

    Met vervoer van de andere RA3/de ACC3?

    JA of NEEN

     

    c)   

    Via een contractant die door de gevalideerde entiteit wordt ingeschakeld?

    JA of NEEN

     

    9.2.   

    Wordt de luchtvracht/luchtpost manipulatieaantonend verpakt?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, hoe?

     

    9.3.   

    Wordt het voertuig verzegeld voor het vervoer?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, hoe?

     

    9.4.   

    Wanneer genummerde zegels worden gebruikt, wordt de toegang tot de zegels dan gecontroleerd en worden de nummers bij de afgifte geregistreerd?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, hoe?

     

    9.5.   

    Indien van toepassing, ondertekent de betrokken vervoerder de vervoerdersverklaring?

    JA of NEEN

     

    9.6.   

    Is de persoon die de vracht vervoert, onderworpen aan specifieke beveiligingscontroles en heeft deze persoon een opleiding gekregen die hem bewust maakt van beveiligingskwesties voordat hij de toelating heeft gekregen om beveiligde luchtvracht en/of luchtpost te vervoeren?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf die beveiligingscontroles (aan de indienstneming voorafgaande controle, achtergrondcontrole enz.) en opleiding (opleiding die bewust maakt van beveiligingskwesties enz.).

     

    9.7.   

    Conclusie: volstaan de maatregelen om luchtvracht/luchtpost tijdens het vervoer te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 10

    Naleving

    Doel: na de negen vorige delen van deze controlelijst te hebben gecontroleerd, moet de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur concluderen of zijn verificatie ter plaatse bevestigt dat de beveiligingscontroles ten uitvoer worden gelegd in overeenstemming met de doelstellingen die zijn vermeld in deze controlelijst voor luchtvracht/-post met bestemming EU/EER.

    Er zijn twee verschillende scenario’s mogelijk. Als de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur tot de conclusie komt dat de entiteit:

    a)

    erin geslaagd is de doelstellingen te behalen die in deze controlelijst zijn vermeld, reikt de validateur aan de gevalideerde entiteit het originele exemplaar van het valideringsverslag uit en verklaart hij dat de entiteit als een in het kader van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent in een derde land wordt aangewezen;

    b)

    er niet in geslaagd is de doelstellingen te behalen die in deze controlelijst zijn vermeld, krijgt de entiteit geen toelating om beveiligde luchtvracht of -post met bestemming EU/EER af te leveren aan een ACC3 of een andere RA3. De entiteit ontvangt een kopie van de ingevulde controlelijst, met vermelding van de tekortkomingen.

    In het algemeen moet de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur beslissen of door de gevalideerde entiteit afgehandelde vracht en post zodanig wordt behandeld dat deze vracht en post op het ogenblik waarop hij aan een ACC3 of een andere RA3 wordt afgeleverd veilig mag worden geacht en daarom naar de EU/EER mag worden gevlogen in overeenstemming met de toepasselijke EU-wetgeving.

    De EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur moet in overweging nemen dat deze beoordeling gebaseerd is op een algemene methodiek met op doelstellingen gerichte naleving.

    10.1.   

    Algemene conclusie:

    Beoordeling (en kennisgeving)

    (markeer wat van toepassing is)

    „POSITIEF” betekent dat de entiteit aangewezen is als een in het kader van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent in een derde land (RA3).

    Positief/Negatief

    Als de eindbeoordeling negatief is, vermeld dan de gebieden waarop de afzender niet beantwoordt aan de vereiste beveiligingsnorm of een specifieke tekortkoming vertoont. Geef ook advies over de aanpassingen die nodig zijn om de vereiste norm te halen en een positieve beoordeling te krijgen.

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Naam van de validateur:

    Datum:

    Handtekening:

    BIJLAGE

    Lijst van bezochte en geïnterviewde personen en entiteiten

    Met vermelding van de naam van de entiteit, de naam van de contactpersoon en de datum van het bezoek of interview.

    Naam van de entiteit

    Naam van de contactpersoon

    Datum van het bezoek/interview

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2)

    Het volgende aanhangsel wordt ingevoegd na aanhangsel 6-C3:

    AANHANGSEL 6-C4

    VALIDERINGSCONTROLELIJST VOOR IN HET KADER VAN EEN EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDERING GEVALIDEERDE BEKENDE AFZENDERS IN DERDE LANDEN

    Entiteiten in derde landen hebben de mogelijkheid om deel uit te maken van de veilige toeleveringsketen van een ACC3 (een luchtvaartmaatschappij die vracht of post vanuit een luchthaven in een derde land naar de Unie vervoert) door een aanvraag in te dienen voor aanwijzing als een in het kader van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde bekende afzender in een derde land (KC3). Een KC3 is een in een derde land gevestigde entiteit die vrachtdiensten verricht en die als zodanig is gevalideerd en goedgekeurd op basis van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering.

    Een KC3 moet ervoor zorgen dat beveiligingscontroles zijn verricht op zendingen met bestemming Europese Unie en dat de zendingen beschermd worden tegen manipulatie door onbevoegden vanaf het ogenblik dat die beveiligingscontroles zijn verricht totdat de zendingen worden overgedragen aan een ACC3 of een in het kader van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent in een derde land (RA3).

    De noodzakelijke voorwaarden voor het vervoeren van luchtvracht of luchtpost in de Unie (EU) of in IJsland, Noorwegen en Zwitserland zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 185/2010 als gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 859/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1082/2012 van de Commissie (3).

    De controlelijst is het instrument dat een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur gebruikt om het beveiligingsniveau te beoordelen dat door of onder de verantwoordelijkheid van de entiteit die KC3-aanwijzing aanvraagt, wordt toegepast op luchtvracht of -post die voor de EU/EER is bestemd. De controlelijst mag alleen worden gebruikt in de in punt 6.8.4.1, onder b), van de bijlage bij Verordening (EU) nr.185/2010 vastgestelde gevallen. In de gevallen vastgesteld in punt 6.8.4.1, onder a), van genoemde bijlage gebruikt de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur de controlelijst voor ACC3’s.

    Als de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur concludeert dat de entiteit erin geslaagd is de doelstellingen te verwezenlijken die in deze controlelijst zijn vermeld, wordt een valideringsverslag uitgereikt aan de gevalideerde entiteit. Het valideringsverslag vermeldt dat de entiteit is aangewezen als een in het kader van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde bekende afzender in een derde land (KC3). De KC3 mag het verslag gebruiken in zijn zakelijke relaties met ACC3’s en RA3’s. Het valideringsverslag bevat ten minste de volgende integrerende delen:

    a)

    de volledige controlelijst (aanhangsel 6-C4 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010), ondertekend door een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur en, voor zover van toepassing, van commentaar voorzien door de gevalideerde entiteit;

    b)

    de verbintenisverklaring (aanhangsel 6-H3 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010), ondertekend door de gevalideerde entiteit, en

    c)

    een onafhankelijkheidsverklaring (aanhangsel 11-A van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010) met betrekking tot de gevalideerde entiteit, ondertekend door de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur.

    De bladzijdenummering, de datum van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering en de parafering van elke bladzijde door de validateur en de gevalideerde entiteit bewijzen de volledigheid van het valideringsverslag. Het valideringsverslag wordt standaard in het Engels opgesteld.

    De basisnormen voor de delen die niet kunnen worden beoordeeld op basis van Verordening (EU) nr. 185/2010 zijn de normen en aanbevolen praktijken (SARPs) van bijlage 17 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart en de richtsnoeren in de luchtvaartbeveiligingshandleiding van de ICAO (Doc 8973-Restricted).

    Als de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur concludeert dat de entiteit er niet in geslaagd is de doelstellingen te verwezenlijken die in deze controlelijst zijn vermeld, ontvangt de entiteit een exemplaar van de ingevulde controlelijst waarin de tekortkomingen worden vermeld.

    Aanwijzingen voor het invullen:

    1.

    Alle delen van de controlelijst moeten worden ingevuld. Indien geen informatie beschikbaar is, moet dit worden toegelicht.

    2.

    Na elk deel concludeert de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur of en in welke mate de doelstellingen van dat deel zijn gehaald.

    DEEL 1

    Organisatie en verantwoordelijkheden

    1.1.   

    Datum/Data van de validering

    Gebruik een exacte datumvermelding, zoals 01.10.2012 tot en met 02.10.2012

    dd/mm/jjjj

     

    1.2.   

    Datum van de vorige validering, indien van toepassing

    dd/mm/jjjj

     

    Vorig KC3-registratienummer, indien beschikbaar

     

    AEO-certificaat/C-TPAT-status/andere certificeringen, indien beschikbaar

     

    1.3.   

    Informatie over de luchtvaartbeveiligingsvalidateur

    Naam

     

    Bedrijf/Organisatie/Autoriteit

     

    Unieke alfanumerieke identificatiecode (UAI)

     

    E-mailadres

     

    Telefoonnummer — inclusief internationale codes

     

    1.4.   

    Naam van de entiteit

    Naam

     

    Ondernemingsnummer (bv. het identificatienummer in het handelsregister, indien van toepassing)

     

    Nummer/Eenheid/Gebouw

     

    Straat

     

    Plaats

     

    Postcode

     

    Staat (voor zover relevant)

     

    Land

     

    Postbusadres indien van toepassing

     

    1.5.   

    Hoofdadres van de organisatie (indien dit verschilt van het adres van de te valideren vestiging)

    Nummer/Eenheid/Gebouw

     

    Straat

     

    Plaats

     

    Postcode

     

    Staat (voor zover relevant)

     

    Land

     

    Postbusadres indien van toepassing

     

    1.6.   

    Aard van de activiteiten — type behandelde vracht

    Wat is de aard van de activiteiten — het type vracht dat in de vestigingen van de aanvrager wordt behandeld?

     

    1.7.   

    Is de aanvrager verantwoordelijk voor …?

    a)

    Productie

    b)

    Verpakking

    c)

    Opslag

    d)

    Verzending

    e)

    Andere activiteiten (specificeren)

     

    1.8.   

    Aantal werknemers in de vestiging (bij benadering)

    Aantal

     

    1.9.   

    Naam en functie van de persoon die verantwoordelijk is voor de beveiliging van de luchtvracht/luchtpost uit een derde land

    Naam

     

    Functie

     

    E-mailadres

     

    Telefoonnummer — inclusief internationale codes

     

    DEEL 2

    Organisatie en verantwoordelijkheden van de krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde bekende afzender

    Doel: alleen luchtvracht of -post die aan beveiligingscontroles is onderworpen, wordt naar de EU/EER vervoerd. Vracht en post die door een KC3 aan een ACC3 of RA3 is afgeleverd, mag alleen als veilige vracht of post worden aanvaard indien dergelijke beveiligingscontroles door de KC3 worden toegepast. In de volgende delen van de controlelijst wordt nadere informatie verstrekt over deze beveiligingscontroles.

    De KC3 moet beschikken over procedures om te garanderen dat passende beveiligingscontroles worden toegepast op alle luchtvracht en -post met bestemming EU/EER en dat veilige vracht en post wordt beschermd totdat deze wordt overgedragen aan een ACC3 of een RA3. De beveiligingsonderzoeken bestaan uit maatregelen die redelijkerwijs garanderen dat geen verboden voorwerpen in de zending zijn verborgen.

    Referentie: punt 6.8.3

    2.1.   

    Heeft de entiteit een beveiligingsprogramma vastgesteld?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, ga direct naar punt 2.5.

     

    2.2.   

    Beveiligingsprogramma van de entiteit

    Datum — gebruik exact datumformaat dd/mm/jjjj

     

    Versie

     

    Is het beveiligingsprogramma ingediend en/of goedgekeurd door de desbetreffende bevoegde autoriteit van het land van de entiteit? Zo JA, beschrijf de procedure.

     

    2.3.   

    Heeft het beveiligingsprogramma voldoende betrekking op de in de controlelijst vermelde punten (de delen 4 tot en met 11)?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, waarom niet?

     

    2.4.   

    Is het beveiligingsprogramma bewijskrachtig, robuust en volledig?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    2.5.   

    Heeft de entiteit een procedure opgesteld om te garanderen dat luchtvracht of luchtpost met bestemming EU/EER aan passende beveiligingscontroles wordt onderworpen alvorens te worden overgedragen aan een ACC3 of een RA3?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf de procedure.

     

    2.6.   

    Beschikt de entiteit over een beheersysteem (bv. instrumenten, instructies enz.) dat ervoor zorgt dat de vereiste beveiligingscontroles worden verricht?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf het beheersysteem en leg uit of het door de desbetreffende autoriteit of een andere entiteit is goedgekeurd, gecontroleerd of verschaft.

     

    Zo NEEN, leg uit hoe de entiteit garandeert dat de beveiligingscontroles op de vereiste wijze worden uitgevoerd.

     

    2.7.   

    Conclusies en algemene opmerkingen betreffende de betrouwbaarheid, bewijskracht en robuustheid van het proces.

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 3

    Identificeerbare luchtvracht/luchtpost („Gerichtheid”)

    Doel: vaststellen op welk punt (of welke plaats) vracht/post identificeerbaar wordt als luchtvracht/luchtpost. Onder „gerichtheid” wordt verstaan: het kunnen beoordelen wanneer/waar de vracht/post identificeerbaar is als luchtvracht/luchtpost.

    3.1.   

    Door inspectie van de productie, verpakking, opslag, selectie, verzending en andere relevante aspecten nagaan waar en hoe een zending luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER als zodanig identificeerbaar wordt.

    Beschrijf

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    NB: Gedetailleerde informatie over de bescherming van identificeerbare luchtvracht/luchtpost tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage moet worden verstrekt in de delen 6 tot en met 9.

    DEEL 4

    Indienstneming en opleiding van personeel

    Doel: om ervoor te zorgen dat de vereiste beveiligingscontroles worden verricht, stelt de KC3 verantwoordelijk en bevoegd personeel aan om te werken op het gebied van de beveiliging van luchtvracht of -post. Personeelsleden met toegang tot identificeerbare luchtvracht beschikken over alle vaardigheden die vereist zijn om hun taken uit te voeren en worden op passende wijze opgeleid.

    De KC3 beschikt daartoe over procedures om te garanderen dat alle personeelsleden (permanent personeel, tijdelijk personeel, uitzendkrachten, chauffeurs enz.) met rechtstreekse en onbegeleide toegang tot luchtvracht/-post waarop beveiligingscontroles worden of zijn toegepast:

    a)

    zijn onderworpen aan initiële en periodieke aan de indienstneming voorafgaande controles en/of achtergrondcontroles, die minstens beantwoorden aan de eisen van de lokale autoriteiten van de gevalideerde KC3-vestiging, en

    b)

    een initiële en periodieke beveiligingsopleiding hebben gevolgd om hen bewust te maken van hun beveiligingsverantwoordelijkheden overeenkomstig de eisen van de lokale autoriteiten van de gevalideerde KC3-vestiging.

    Opmerking:

    Een achtergrondcontrole is een controle van de identiteit en eerdere ervaring van een persoon, inclusief — indien wettelijk toegestaan — een eventueel strafblad, als onderdeel van de beoordeling van de geschiktheid van die persoon om een beveiligingscontrole uit te voeren en/of onbegeleide toegang te krijgen tot een om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zone (ICAO-bijlage 17, definitie).

    Bij een aan de indienstneming voorafgaande controle wordt de identiteit van een persoon vastgesteld op basis van documenten, worden de opleiding en de loopbaan van de betrokken persoon tijdens de voorbije vijf jaar onderzocht, alsmede eventuele onderbrekingen in deze opleiding en loopbaan, en wordt de persoon verzocht een verklaring te ondertekenen waarin zijn eventuele criminele antecedenten in al zijn verblijfplaatsen in ten minste de afgelopen vijf jaar in detail worden toegelicht (EU-definitie).

    Referentie: punt 6.8.3.1

    4.1.   

    Bestaat er een procedure om te garanderen dat alle personeelsleden met toegang tot identificeerbare luchtvracht/-post aan de indienstneming voorafgaande controles ondergaan om hun achtergrond en vaardigheden te onderzoeken?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, vermeld dan op hoeveel voorafgaande jaren de aan de indienstneming voorafgaande controle betrekking heeft en door welke entiteit ze wordt uitgevoerd.

     

    4.2.   

    Heeft deze procedure betrekking op

    Achtergrondcontrole

    Aan de indienstneming voorafgaande controle

    Controle van criminele antecedenten

    Vraaggesprekken

    Andere (geef nadere informatie)

    Licht deze punten toe, geef aan welke entiteit dit element uitvoert en vermeld, voor zover van toepassing, met welk tijdsbestek rekening is gehouden.

     

    4.3.   

    Bestaat er een procedure om te garanderen dat de persoon die verantwoordelijk is voor de toepassing van en het toezicht op de tenuitvoerlegging van beveiligingscontroles ter plaatse is onderworpen aan een aan de indienstneming voorafgaande controle waarbij zijn achtergrond en vaardigheden zijn onderzocht?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, vermeld dan op hoeveel voorafgaande jaren de aan de indienstneming voorafgaande controle betrekking heeft en door welke entiteit ze wordt uitgevoerd.

     

    4.4.   

    Heeft deze procedure betrekking op

    Achtergrondcontrole

    Aan de indienstneming voorafgaande controle

    Controle van criminele antecedenten

    Vraaggesprekken

    Andere (geef nadere informatie)

    Licht deze punten toe, geef aan welke entiteit dit element uitvoert en vermeld, voor zover van toepassing, met welk tijdsbestek rekening is gehouden.

     

    4.5.   

    Krijgen personeelsleden die toegang hebben tot identificeerbare luchtvracht/luchtpost een veiligheidsbewustmakingsopleiding alvorens toegang tot de identificeerbare luchtvracht/luchtpost te krijgen?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf dan de elementen en de duur van de opleiding.

     

    4.6.   

    Krijgen de in punt 4.5 vermelde personeelsleden een periodieke opleiding?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, specificeer dan de elementen en de frequentie van de periodieke opleiding.

     

    4.7.   

    Conclusie: volstaan de maatregelen met betrekking tot de indienstneming van personeel en opleiding om te garanderen dat alle personeelsleden die toegang hebben tot identificeerbare luchtvracht/-post met bestemming EU/EER op correcte wijze zijn aangesteld en opgeleid, volgens een norm die voldoende hoog is om te garanderen dat ze zich bewust zijn van hun beveiligingsverantwoordelijkheden?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 5

    Fysieke veiligheid

    Doel: de KC3 moet over procedures beschikken om te garanderen dat identificeerbare luchtvracht en/of -post met bestemming EU/EER beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage. Indien die vracht of post niet beschermd is, kan hij niet als veilige vracht of post worden overgedragen aan een ACC3 of RA3.

    De entiteit moet aantonen hoe haar vestigingsplaats of terreinen beveiligd zijn en dat zij over relevante procedures voor toegangscontrole beschikt. Het is van essentieel belang dat de toegang tot de zone waar de identificeerbare luchtvracht/luchtpost wordt verwerkt of opgeslagen, wordt gecontroleerd. Alle deuren, ramen en andere toegangspunten tot veilige luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER moeten beveiligd zijn of aan toegangscontrole onderworpen zijn.

    Fysieke beveiliging kan bestaan uit, maar is niet beperkt tot:

    fysieke obstakels, zoals hekwerk of afsluitingen;

    technologie met behulp van alarmen en/of CCTV-systemen;

    beveiliging door mensen, zoals personeel dat uitsluitend bewakingsactiviteiten moet uitvoeren.

    Referentie: punt 6.8.3.1

    5.1.   

    Zijn alle toegangspunten tot identificeerbare luchtvracht/luchtpost aan toegangscontrole onderworpen en is de toegang beperkt tot bevoegde personen?

    JA of NEEN

     

    Indien JA, hoe wordt de toegang gecontroleerd? Leg uit en beschrijf. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

    Door bewakingspersoneel

    Door ander personeel

    Handmatige controle indien personen de ruimte mogen betreden

    Elektronische toegangscontrolesystemen

    Andere (specificeren)

     

    Zo JA, hoe wordt ervoor gezorgd dat een persoon toestemming krijgt om de ruimte te betreden? Leg uit en beschrijf. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

    Gebruik van een bedrijfsidentiteitskaart

    Gebruik van een ander identiteitsbewijs zoals een paspoort of rijbewijs

    Lijst van bevoegde personen gebruikt door (beveiligings-)personeel

    Elektronische toegang, bv. met behulp van een chip

    Sleutels of toegangscodes worden uitsluitend verdeeld aan bevoegd personeel

    Andere (specificeren)

     

    5.2.   

    Zijn alle toegangspunten tot identificeerbare luchtvracht/luchtpost beveiligd? Dit omvat toegangspunten die niet permanent worden gebruikt en punten die normaal gezien niet als toegangspunten worden gebruikt, bijvoorbeeld ramen.

    JA of NEEN

     

    Zo JA, hoe zijn deze punten beveiligd? Leg uit en beschrijf. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

    Aanwezigheid van bewakingspersoneel

    Elektronische toegangscontrolesystemen die toegang verlenen tot slechts één persoon tegelijkertijd

    Afsluitingen, bv. luiken of sloten

    CCTV-systeem

    Inbraakdetectiesysteem

     

    5.3.   

    Zijn er aanvullende maatregelen om de beveiliging van de gebouwen en terreinen in het algemeen te verbeteren?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, leg uit en beschrijf.

    Hekwerk of afsluitingen

    CCTV-systeem

    Inbraakdetectiesysteem

    Bewaking en patrouilles

    Andere (specificeren)

     

    5.4.   

    Is het gebouw stevig gebouwd?

    JA of NEEN

     

    5.5.   

    Conclusie: volstaan de door de entiteit genomen maatregelen om te voorkomen dat onbevoegden zich toegang verschaffen tot de delen van de vestiging en de gebouwen waar identificeerbare luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER wordt verwerkt of opgeslagen?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 6

    Productie

    Doel: de KC3 beschikt over procedures die ervoor zorgen dat identificeerbare luchtvracht en/of luchtpost met bestemming EU/EER tijdens het productieproces beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage. Indien die vracht of post niet beschermd is, kan hij niet als veilige vracht of post worden overgedragen aan een ACC3 of RA3.

    De entiteit moet aantonen dat de toegang tot het productiegedeelte gecontroleerd wordt en dat het productieproces onder toezicht staat. Als het product tijdens de productie kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER, moet de entiteit aantonen dat maatregelen zijn genomen om de luchtvracht/luchtpost in dit stadium te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage.

    Beantwoord deze vragen als het product als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER kan worden geïdentificeerd tijdens het productieproces.

    6.1.   

    Wordt de toegang tot de productieruimte gecontroleerd en is die toegang beperkt tot bevoegde personen?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, leg uit hoe de toegang wordt gecontroleerd en beperkt tot bevoegde personen.

     

    6.2.   

    Staat het productieproces onder toezicht?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf hoe er toezicht op wordt gehouden.

     

    6.3.   

    Worden controles toegepast om manipulatie en sabotage tijdens de productiefase te voorkomen?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef een beschrijving.

     

    6.4.   

    Conclusie: volstaan de door de entiteit genomen maatregelen om identificeerbare luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER tijdens de productie te beschermen tegen manipulatie of sabotage door onbevoegden?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 7

    Verpakking

    Doel: de KC3 beschikt over procedures die ervoor zorgen dat identificeerbare luchtvracht en/of luchtpost met bestemming EU/EER tijdens het verpakkingsproces beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage. Indien die vracht of post niet beschermd is, kan hij niet als veilige vracht of post worden overgedragen aan een ACC3 of RA3.

    De entiteit moet aantonen dat de toegang tot het verpakkingsgedeelte gecontroleerd wordt en dat het verpakkingsproces onder toezicht staat. Als het product tijdens de verpakking kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER, moet de entiteit aantonen dat maatregelen zijn genomen om de luchtvracht/luchtpost in dit stadium te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage. Alle afgewerkte goederen moeten worden gecontroleerd voordat ze worden verpakt.

    Beantwoord deze vragen als het product tijdens het verpakkingsproces kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER.

    7.1.   

    Wordt de toegang tot de verpakkingszone gecontroleerd en beperkt tot bevoegde personen?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, leg uit hoe de toegang wordt gecontroleerd en beperkt tot bevoegde personen.

     

    7.2.   

    Staat het verpakkingsproces onder toezicht?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf hoe er toezicht op wordt gehouden.

     

    7.3.   

    Worden controles toegepast om manipulatie tijdens de verpakkingsfase te voorkomen?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef een beschrijving.

     

    7.4.   

    Geef een beschrijving van de afgewerkte buitenste verpakking:

    a)   

    Is de afgewerkte buitenste verpakking stevig?

    JA of NEEN

     

    Beschrijf.

     

    b)   

    Is de afgewerkte buitenste verpakking manipulatieaantonend?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf welk proces wordt toegepast om de verpakking manipulatieaantonend te maken, bijvoorbeeld door gebruik te maken van genummerde zegels, speciale zegels of veiligheidsplakband enz.

     

    Zo NEEN, beschrijf welke beschermingsmaatregelen er zijn genomen die de integriteit van de zendingen garanderen.

     

    7.5.   

    Conclusie: volstaan de door de entiteit genomen maatregelen om identificeerbare luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER tijdens de verpakking te beschermen tegen manipulatie of sabotage door onbevoegden?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 8

    Opslag

    Doel: de KC3 beschikt over procedures die ervoor zorgen dat identificeerbare luchtvracht en/of luchtpost met bestemming EU/EER tijdens de opslag beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage. Indien die vracht of post niet beschermd is, kan hij niet als veilige vracht of post worden overgedragen aan een ACC3 of RA3.

    De entiteit moet aantonen dat de toegang tot het opslaggedeelte wordt gecontroleerd. Als het product tijdens de opslag kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER, moet de entiteit aantonen dat maatregelen zijn genomen om de luchtvracht/luchtpost in dit stadium te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage.

    Beantwoord deze vragen als het product tijdens de opslag kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER.

    8.1.   

    Wordt de toegang tot het opslaggedeelte gecontroleerd en beperkt tot bevoegde personen?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, leg uit hoe de toegang wordt gecontroleerd en beperkt tot bevoegde personen.

     

    8.2.   

    Wordt de afgewerkte en verpakte luchtvracht/luchtpost veilig opgeslagen en gecontroleerd op manipulatie?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef een beschrijving.

     

    Zo NEEN, leg uit hoe de entiteit ervoor zorgt dat de afgewerkte en verpakte luchtvracht en luchtpost met bestemming EU/EER wordt beschermd tegen manipulatie door onbevoegden en sabotage.

     

    8.3.   

    Conclusie: volstaan de door de entiteit genomen maatregelen om identificeerbare luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER tijdens de opslag te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 9

    Verzending

    Doel: de KC3 beschikt over procedures die ervoor zorgen dat identificeerbare luchtvracht en/of luchtpost met bestemming EU/EER tijdens het verzendingsproces beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage. Indien die vracht of post niet beschermd is, kan hij niet als veilige vracht of post worden overgedragen aan een ACC3 of RA3.

    De entiteit moet aantonen dat de toegang tot het verzendingsgedeelte wordt gecontroleerd. Als het product tijdens de verzending kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER, moet de entiteit aantonen dat maatregelen zijn genomen om de luchtvracht/luchtpost in dit stadium te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage.

    Beantwoord deze vragen als het product tijdens het verzendingsproces kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER.

    9.1.   

    Wordt de toegang tot het verzendingsgedeelte gecontroleerd en beperkt tot bevoegde personen?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, leg uit hoe de toegang wordt gecontroleerd en beperkt tot bevoegde personen.

     

    9.2.   

    Wie heeft toegang tot het verzendingsgedeelte? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

    Werknemers van de entiteit

    Chauffeurs

    Bezoekers

    Contractanten

    Andere (specificeren)

     

    9.3.   

    Staat het verzendingsproces onder toezicht?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf hoe er toezicht op wordt gehouden.

     

    9.4.   

    Worden controles toegepast om manipulatie in het verzendingsgedeelte te voorkomen?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, geef een beschrijving.

     

    9.5.   

    Conclusie: volstaan de door de entiteit genomen maatregelen om identificeerbare luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER tijdens het verzendingsproces te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 10

    Zendingen uit andere bronnen

    Doel: de KC3 beschikt over procedures die ervoor zorgen dat vracht en/of post die hij niet voor eigen rekening vervoert, niet als veilige vracht of post worden doorgegeven aan een ACC3 of een RA3.

    Een KC3 mag zendingen die hij niet voor eigen rekening vervoert aan een RA3 of ACC3 doorgeven, voor zover:

    a)

    ze worden gescheiden van de zendingen die hij voor eigen rekening vervoert, en

    b)

    de herkomst duidelijk is aangegeven op de zending of op de begeleidende documentatie.

    Dergelijke zendingen moeten allemaal worden onderzocht door een RA3 of ACC3 alvorens ze in een luchtvaartuig worden geladen.

    10.1.   

    Aanvaardt de entiteit vracht- of postzendingen voor vervoer door de lucht van andere entiteiten?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, hoe worden deze dan gescheiden gehouden van de eigen vracht van het bedrijf en hoe wordt ervoor gezorgd dat de erkend agent/vervoerder ze kan herkennen?

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur.

     

    DEEL 11

    Vervoer

    Doel: de KC3 beschikt over procedures die ervoor zorgen dat identificeerbare luchtvracht en/of luchtpost met bestemming EU/EER tijdens het vervoer beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage. Als die vracht of post niet beschermd is, kan hij niet als veilige vracht of post worden aanvaard door een ACC3 of RA3.

    Tijdens het vervoer is de KC3 verantwoordelijk voor de bescherming van de veilige zendingen. Dit omvat de gevallen waarin het vervoer in zijn naam wordt uitgevoerd door een andere entiteit, zoals een expediteur. Dit omvat niet de gevallen waarin de zendingen worden vervoerd onder de verantwoordelijkheid van een ACC3 of RA3.

    Beantwoord deze vragen als het product tijdens het vervoer kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER.

    11.1.   

    Hoe wordt de luchtvracht/luchtpost overgebracht naar de ACC3 of RA3?

    a)   

    Met eigen vervoer van de gevalideerde entiteit?

    JA of NEEN

     

    b)   

    Met vervoer van de ACC3/RA3?

    JA of NEEN

     

    c)   

    Via een contractant die door de gevalideerde entiteit wordt ingeschakeld?

    JA of NEEN

     

    11.2.   

    Wordt de luchtvracht/luchtpost manipulatieaantonend verpakt?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, hoe?

     

    11.3   

    Wordt het voertuig verzegeld of afgesloten voor het vervoer?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, hoe?

     

    11.4.   

    Wanneer genummerde zegels worden gebruikt, wordt de toegang tot de zegels dan gecontroleerd en worden de nummers geregistreerd?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, hoe?

     

    11.5.   

    Indien van toepassing, ondertekent de betrokken vervoerder de vervoerdersverklaring?

    JA of NEEN

     

    11.6.   

    Is de persoon die de vracht vervoert, onderworpen aan specifieke beveiligingscontroles en heeft deze persoon een opleiding gekregen die hem bewust maakt van beveiligingskwesties voordat hij toestemming heeft gekregen om beveiligde luchtvracht en/of luchtpost te vervoeren?

    JA of NEEN

     

    Zo JA, beschrijf die beveiligingscontroles (aan de indienstneming voorafgaande controle, achtergrondcontrole enz.) en opleiding (opleiding ter bewustmaking van beveiligingskwesties enz.).

     

    11.7.   

    Conclusie: volstaan de maatregelen om luchtvracht/luchtpost tijdens het vervoer te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden?

    JA of NEEN

     

    Zo NEEN, vermeld dan de redenen daarvoor.

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    DEEL 12

    Naleving

    Doel: na de elf vorige delen van deze controlelijst te hebben gecontroleerd, concludeert de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur of zijn verificatie ter plaatse bevestigt dat de beveiligingscontroles ten uitvoer worden gelegd in overeenstemming met de doelstellingen van deze controlelijst voor luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER.

    Er zijn twee verschillende scenario’s mogelijk. De EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur concludeert dat de entiteit:

    a)

    erin is geslaagd de doelstellingen te verwezenlijken die in deze controlelijst zijn vermeld. De validateur verstrekt de gevalideerde entiteit het origineel van het valideringsverslag en verklaart dat de entiteit als een in het kader van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde bekende afzender (KC3) wordt aangewezen;

    b)

    er niet in is geslaagd de doelstellingen te verwezenlijken die in deze controlelijst zijn vermeld. In dat geval mag de entiteit geen luchtvracht of -post met bestemming EU/EER afleveren aan een ACC3 of RA3 zonder dat deze eerst door een erkende partij aan een beveiligingsonderzoek wordt onderworpen. De entiteit ontvangt een kopie van de ingevulde controlelijst, met vermelding van de tekortkomingen.

    In het algemeen moet de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur beslissen of door de gevalideerde entiteit afgehandelde vracht en post zodanig wordt behandeld dat deze vracht en post op het ogenblik waarop hij aan een ACC3 of een andere RA3 wordt afgeleverd veilig mag worden geacht en daarom naar de EU/EER mag worden gevlogen in overeenstemming met de toepasselijke EU-wetgeving.

    De EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur moet in overweging nemen dat deze beoordeling gebaseerd is op een algemene methodiek met op doelstellingen gerichte naleving.

    12.1.   

    Algemene conclusie:

    Beoordeling (en kennisgeving)

    (markeer wat van toepassing is)

    „POSITIEF” betekent dat de entiteit aangewezen is als een in het kader van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde bekende afzender in een derde land (KC3).

    Positief/Negatief

    Als de eindbeoordeling negatief is, vermeld dan de gebieden waarop de afzender niet beantwoordt aan de vereiste beveiligingsnorm of een specifieke tekortkoming vertoont. Geef ook advies over de aanpassingen die nodig zijn om de vereiste norm te halen en een positieve beoordeling te krijgen.

    Opmerkingen van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur

     

    Opmerkingen van de entiteit

     

    Naam van de validateur:

    Datum:

    Handtekening:

    BIJLAGE

    Lijst van bezochte en geïnterviewde personen en entiteiten

    Met vermelding van de naam van de entiteit, de naam van de contactpersoon en de datum van het bezoek of interview.

    Naam van de entiteit

    Naam van de contactpersoon

    Datum van het bezoek/interview

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    3)

    De volgende aanhangsels worden ingevoegd na aanhangsel 6-H1:

    AANHANGSEL 6-H2

    VERBINTENISVERKLARING — KRACHTENS EEN EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDERING GEVALIDEERDE ERKENDE AGENT IN EEN DERDE LAND (RA3)

    Namens [naam van de RA3] neem ik nota van het volgende:

    In dit verslag wordt het beveiligingsniveau vastgesteld dat wordt toegepast op luchtvracht met bestemming EU/EER ten opzichte van de beveiligingsnormen die in de controlelijst worden vermeld of waarnaar in de controlelijst wordt verwezen.

    [Naam van RA3] kan alleen als „krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent” (RA3) worden aangewezen als een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering met succes is ingevuld als „POSITIEF” door een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur die is opgenomen in de gegevensbank van de Europese Unie voor erkende agenten en bekende afzenders.

    Als in het verslag een inbreuk wordt vastgesteld op de beveiligingsmaatregelen waarnaar in het verslag wordt verwezen, kan dit leiden tot de intrekking van de reeds voor die vestiging verkregen aanwijzing van [naam van de RA3] als RA3, waardoor [naam van de RA3] geen luchtvracht of -post met bestemming EU/EER meer mag afleveren aan een ACC3 of een andere RA3.

    Het verslag is geldig gedurende vijf jaar en verstrijkt uiterlijk op …

    Namens [naam van de RA3] verklaar ik dat:

    a)

    [naam van de RA3] passende follow-upmaatregelen aanvaardt met het oog op het toezicht op de in het verslag bevestigde normen;

    b)

    wijzigingen van de activiteiten van [naam van de RA3] die geen volledige hervalidering vereisen, worden vermeld in het oorspronkelijke verslag, zonder de reeds vermelde informatie onleesbaar te maken. Het betreft de volgende wijzigingen:

    1)

    de algemene verantwoordelijkheid voor beveiliging wordt toegewezen aan een andere persoon dan die welke in punt 1.8 van aanhangsel 6-C2 van Verordening (EU) nr. 185/2010 wordt vermeld;

    2)

    andere wijzigingen aan de bedrijfsgebouwen en -terreinen of aan de procedures die aanzienlijke gevolgen voor de beveiliging kunnen hebben;

    c)

    [naam van de RA3] zal de ACC3 en RA3’s aan wie hij beveiligde luchtvracht en/of luchtpost aflevert op de hoogte brengen wanneer [naam van de RA3] niet langer handel drijft, geen luchtvracht/-post meer behandelt of niet meer kan voldoen aan de eisen die in dit verslag zijn gevalideerd;

    d)

    [naam van de RA3] zorgt voor de instandhouding van het beveiligingsniveau dat door dit verslag wordt bevestigd als zijnde in overeenstemming met het doel van de controlelijst en, voor zover van toepassing, voor de tenuitvoerlegging van eventuele aanvullende beveiligingsmaatregelen die moeten worden genomen om als RA3 te worden aangewezen in het geval de beveiligingsnormen onvoldoende werden geacht, en dit tot de volgende validering van de activiteiten van [naam van de RA3].

    Namens [naam van de RA3] aanvaard ik de volledige verantwoordelijkheid voor deze verklaring.

    Naam:

    Functie in het bedrijf:

    Datum:

    Handtekening:

    AANHANGSEL 6-H3

    VERBINTENISVERKLARING — KRACHTENS EEN EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDERING GEVALIDEERDE BEKENDE AFZENDER IN EEN DERDE LAND (KC3)

    Namens [naam van de KC3] neem ik nota van het volgende:

    In dit verslag wordt het beveiligingsniveau vastgesteld dat wordt toegepast op luchtvracht met bestemming EU/EER (4) ten opzichte van de beveiligingsnormen die in de controlelijst worden vermeld of waarnaar in de controlelijst wordt verwezen (5).

    [Naam van KC3] kan alleen als „krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde bekende afzender” (KC3) worden aangewezen als een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering met succes is ingevuld als „POSITIEF” door een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur die is opgenomen in de gegevensbank van de Europese Unie voor erkende agenten en bekende afzenders.

    Als in het verslag een inbreuk wordt vastgesteld op de beveiligingsmaatregelen waarnaar in het verslag wordt verwezen, kan dit leiden tot de intrekking van de reeds voor die vestiging verkregen aanwijzing van [naam van de KC3] als KC3, waardoor [naam van de KC3] geen beveiligde luchtvracht of -post met bestemming EU/EER meer mag afleveren aan een ACC3 of een krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent in een derde land (RA3).

    Het verslag is geldig gedurende vijf jaar en verstrijkt uiterlijk op …

    Namens [naam van KC3] verklaar ik dat:

    a)

    [naam van KC3] passende follow-upmaatregelen aanvaardt met het oog op het toezicht op de in het verslag bevestigde normen;

    b)

    wijzigingen van de activiteiten van [naam van de KC3] die geen volledige hervalidering vereisen, worden vermeld in het oorspronkelijke verslag, zonder de reeds vermelde informatie onleesbaar te maken. Het betreft de volgende wijzigingen:

    1)

    de algemene verantwoordelijkheid voor beveiliging wordt toegewezen aan een andere persoon dan die welke in punt 1.9 van aanhangsel 6-C4 van Verordening (EU) nr. 185/2010 wordt vermeld;

    2)

    andere wijzigingen aan de bedrijfsgebouwen en -terreinen of aan de procedures die aanzienlijke gevolgen voor de beveiliging kunnen hebben;

    c)

    [naam van de KC3] zal de ACC3 en RA3’s aan wie hij beveiligde luchtvracht en/of luchtpost aflevert op de hoogte brengen wanneer [naam van de KC3] niet langer handel drijft, geen luchtvracht/-post meer behandelt of niet meer kan voldoen aan de eisen die in dit verslag zijn gevalideerd;

    d)

    [naam van de KC3] zorgt voor de instandhouding van het beveiligingsniveau dat door dit verslag wordt bevestigd als zijnde in overeenstemming met het doel van de controlelijst en, voor zover van toepassing, voor de tenuitvoerlegging van eventuele aanvullende beveiligingsmaatregelen die moeten worden genomen om als KC3 te worden aangewezen in het geval de beveiligingsnormen onvoldoende werden geacht, en dit tot de volgende validering van de activiteiten van [naam van de KC3].

    Namens [naam van de KC3] aanvaard ik de volledige verantwoordelijkheid voor deze verklaring.

    Naam:

    Functie in het bedrijf:

    Datum:

    Handtekening:


    (1)  De lidstaten van de Europese Unie: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.

    (2)  In deze valideringscontrolelijst is luchtvracht/luchtpost/luchtvaartuig met bestemming EU/EER gelijk aan luchtvracht/luchtpost/luchtvaartuig met bestemming EU, IJsland, Noorwegen en Zwitserland.”

    (3)  PB L 324 van 22.11.2012, blz. 25.”.

    (4)  Luchthavens in België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, IJsland, Noorwegen en Zwitserland.

    (5)  Verordening (EU) nr. 185/2010, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 859/2011 en (EU) nr. 1082/2012.”.


    Top