This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32013R0654
Commission Implementing Regulation (EU) No 654/2013 of 10 July 2013 amending Regulation (EU) No 185/2010 in respect of EU aviation security validation checklists for third country entities Text with EEA relevance
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 654/2013 van de Commissie van 10 juli 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 betreffende controlelijsten in het kader van EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen voor entiteiten uit derde landen Voor de EER relevante tekst
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 654/2013 van de Commissie van 10 juli 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 betreffende controlelijsten in het kader van EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen voor entiteiten uit derde landen Voor de EER relevante tekst
PB L 190 van 11.7.2013, p. 1–30
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 14/11/2015; stilzwijgende opheffing door 32015R1998
11.7.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 190/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 654/2013 VAN DE COMMISSIE
van 10 juli 2013
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 betreffende controlelijsten in het kader van EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen voor entiteiten uit derde landen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002 (1), en met name artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 185/2010 van de Commissie van 4 maart 2010 houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (2) bevat uitvoerige regels voor EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen. |
(2) |
Controlelijsten zijn het instrument dat een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur gebruikt om het beveiligingsniveau te beoordelen dat wordt toegepast op luchtvracht of -post die voor de EU/EER is bestemd. Er moeten nog twee andere controlelijsten aan de bestaande worden toegevoegd om te komen tot de volledige tenuitvoerlegging van het stelsel voor EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen. |
(3) |
Verordening (EU) nr. 185/2010 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 300/2008 ingestelde Comité voor de beveiliging van de burgerluchtvaart, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in the Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 10 juli 2013.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72.
(2) PB L 55 van 5.3.2010, blz. 1.
BIJLAGE
De bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Het volgende aanhangsel wordt ingevoegd na aanhangsel 6-C: „AANHANGSEL 6-C2 VALIDERINGSCONTROLELIJST VOOR KRACHTENS EEN EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDERING GEVALIDEERDE ERKENDE AGENTEN IN DERDE LANDEN Entiteiten in derde landen hebben de keuze om onderdeel te worden van de veilige toeleveringsketen van een ACC3 (een luchtvaartmaatschappij die vracht of post vanuit een luchthaven in een derde land naar de Unie vervoert) door een aanvraag in te dienen voor aanwijzing als een krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent in een derde land (RA3). Een RA3 is een in een derde land gevestigde entiteit die vrachtdiensten verricht en die als zodanig is gevalideerd en goedgekeurd op basis van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering. Een RA3 moet ervoor zorgen dat de beveiligingscontroles, in voorkomend geval met inbegrip van beveiligingsonderzoeken, op zendingen met bestemming Europese Unie zijn toegepast en dat de zendingen beschermd worden tegen manipulatie door onbevoegden vanaf het ogenblik dat de beveiligingscontroles zijn verricht en totdat de zendingen in een luchtvaartuig worden geladen of op een andere wijze overhandigd worden aan een ACC3 of een andere RA3. De noodzakelijke voorwaarden voor het vervoeren van luchtvracht of luchtpost in de Unie (1) of in IJsland, Noorwegen en Zwitserland zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 185/2010. De controlelijst is het instrument dat een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur gebruikt om het beveiligingsniveau te beoordelen dat wordt toegepast op luchtvracht of -post die voor de EU/EER is bestemd (2) door of onder de verantwoordelijkheid van een entiteit die aanwijzing als een RA3 aanvraagt. De controlelijst mag alleen worden gebruikt in de in punt 6.8.4.1, onder b), van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 vastgestelde gevallen. In de in punt 6.8.4.1, onder a), van die bijlage vastgestelde gevallen moet de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur de ACC3-controlelijst gebruiken. Als de conclusie van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur luidt dat de entiteit erin geslaagd is de doelstellingen te verwezenlijken die in deze controlelijst worden vermeld, wordt aan de gevalideerde entiteit een valideringsverslag verstrekt. In het valideringsverslag wordt vermeld dat de entiteit is aangewezen als een krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent in een derde land (RA3). De RA3 mag dit verslag gebruiken in zijn zakelijke relaties met ACC3’s. Het valideringsverslag bevat ten minste de volgende integrerende delen:
De bladzijdenummering, de datum van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering en de parafering van elke bladzijde door de validateur en de gevalideerde entiteit bewijzen de volledigheid van het valideringsverslag. Het valideringsverslag wordt standaard in het Engels opgesteld. Deel 5 — Beveiligingsonderzoeken — en deel 6 — Hoogrisicovracht of -post (HCRM) — worden getoetst aan de eisen van de hoofdstukken 6.7 en 6.8 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010. De basisnormen voor de andere delen zijn de normen en aanbevolen praktijken (SARPs) van bijlage 17 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart en de richtsnoeren in de luchtvaartbeveiligingshandleiding van de ICAO (Doc 8973-Restricted). Als de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur concludeert dat de entiteit er niet in geslaagd is de in deze controlelijst vermelde doelstellingen te verwezenlijken, ontvangt de entiteit een exemplaar van de ingevulde controlelijst waarin de tekortkomingen worden vermeld. Aanwijzingen voor het invullen:
DEEL 1 Identificatie van de gevalideerde entiteit en de validateur
DEEL 2 Organisatie en verantwoordelijkheden van de krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent in een derde land Doel: alleen luchtvracht of -post die aan beveiligingscontroles is onderworpen wordt naar de EU/EER vervoerd. Vracht en post die door een RA3 zijn afgeleverd aan een ACC3 of aan een andere RA3 mogen alleen als veilige vracht of post worden aanvaard als die beveiligingscontroles door de RA3 zijn verricht. In de volgende delen van de controlelijst wordt nadere informatie verstrekt over deze beveiligingscontroles. De RA3 beschikt over procedures om te garanderen dat passende beveiligingscontroles worden toegepast op alle luchtvracht en luchtpost met bestemming EU/EER en dat beveiligde vracht of post beschermd is totdat deze wordt overgedragen aan een ACC3 of een andere RA3. De beveiligingscontroles bestaan uit een van de volgende onderzoeken/controles:
Referentie: punt 6.8.3
DEEL 3 Indienstneming en opleiding van personeel Doel: om ervoor te zorgen dat de vereiste beveiligingscontroles worden verricht, stelt de RA3 verantwoordelijk en bevoegd personeel aan om te werken op het gebied van de beveiliging van luchtvracht of -post. Personeelsleden met toegang tot beveiligde luchtvracht beschikken over alle vaardigheden die vereist zijn om hun taken uit te voeren en worden op passende wijze opgeleid. Daartoe beschikt de RA3 over een procedure om te garanderen dat alle personeelsleden (permanent personeel, tijdelijk personeel, uitzendkrachten, chauffeurs enz.) met rechtstreekse en onbegeleide toegang tot luchtvracht/-post waarop beveiligingscontroles worden of zijn toegepast:
Opmerking:
Referentie: punt 6.8.3.1
DEEL 4 Aanvaardingsprocedures Doel: de RA3 kan vracht of post ontvangen van een andere RA3, een KC3, een AC3 of een onbekende afzender. De RA3 beschikt over passende aanvaardingsprocedures voor vracht en post om vast te stellen of een zending al dan niet afkomstig is van een veilige toeleveringsketen en om vervolgens vast te stellen welke beveiligingsmaatregelen erop moeten worden toegepast. Een RA3 moet een gegevensbank bijhouden met ten minste de onderstaande informatie voor elke overeenkomstig punt 6.8.4.1 aan een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering onderworpen erkende agent of bekende afzender waarvan hij rechtstreeks vracht of post aanvaardt die aan een ACC3 moet worden geleverd voor vervoer naar de Unie:
Referentie: punten 6.8.3.1 en 6.8.4.3 Opmerking: een RA3 mag vracht van een AC3 uitsluitend als veilige vracht aanvaarden als deze RA3 deze afzender zelf als een AC3 heeft aangewezen en als deze RA3 verantwoording aflegt voor de vracht die door deze afzender is geleverd.
DEEL 5 Beveiligingsonderzoeken Doel: wanneer de RA3 vracht en post aanvaardt die niet afkomstig is van een beveiligde toeleveringsketen, moet de RA3 deze zendingen aan een passend beveiligingsonderzoek onderwerpen voordat ze als veilige vracht aan een ACC3 mogen worden afgeleverd. De RA3 moet over een procedure beschikken om te garanderen dat luchtvracht en -post met bestemming EU/EER voor transfer, transit of lossing op een EU-luchthaven aan een beveiligingsonderzoek wordt onderworpen volgens de middelen of methoden die in de EU-wetgeving zijn vermeld, overeenkomstig een norm die volstaat om redelijkerwijs te garanderen dat de vracht of post geen verboden voorwerpen bevat. Als het beveiligingsonderzoek van luchtvracht of -post wordt uitgevoerd door of namens de bevoegde autoriteit in het derde land, meldt de RA3 dit en specificeert hij hoe hij erop toeziet dat een passend beveiligingsonderzoek wordt uitgevoerd. Opmerking: hoewel volgens punt 6.8.3.2 tot 30 juni 2014 als minimum de ICAO-normen mogen worden toegepast om de bepalingen van punt 6.8.3.1 ten uitvoer te leggen, wordt bij de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering rekening gehouden met de EU-eisen inzake beveiligingsonderzoeken, zelfs als de validering vóór 1 juli 2014 wordt uitgevoerd. Referentie: punt 6.8.3
DEEL 6 Hoogrisicovracht en -post (HRCM) Doel: zendingen die afkomstig zijn uit of die in transfer zijn in locaties die door de EU als hoogrisicogebieden worden beschouwd of zendingen die tekenen van ernstige manipulatie vertonen, worden als hoogrisicovracht en -post (HRCM) beschouwd. Dergelijke zendingen moeten aan een beveiligingsonderzoek worden onderworpen overeenkomstig specifieke instructies. De RA3 moet over procedures beschikken om te garanderen dat HRCM met bestemming EU/EER wordt geïdentificeerd en aan passende controles wordt onderworpen, zoals gedefinieerd in de EU-wetgeving. De ACC3 aan wie de RA3 luchtvracht of -post aflevert voor verder vervoer krijgt de bevoegdheid om de RA3 op de hoogte te brengen van de meest recente stand van relevante informatie betreffende de oorsprong van hoge risico’s. De RA3 past dezelfde maatregelen toe op hoogrisicovracht en -post die hij van een andere luchtvaartmaatschappij of via andere vervoerswijzen ontvangt. Referentie: punt 6.7 Opmerking: HRCM die is vrijgegeven voor vervoer naar de EU/EER krijgt de beveiligingsstatus „SHR”: veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen, overeenkomstig de eisen voor hoogrisicovracht en -post.
DEEL 7 Bescherming van beveiligde luchtvracht en -post Doel: de RA3 moet over procedures beschikken om te garanderen dat luchtvracht en/of -post met bestemming EU/EER beschermd wordt tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage vanaf het punt waarop beveiligingsonderzoeken of andere beveiligingscontroles worden toegepast of vanaf het punt van aanvaarding nadat de beveiligingsonderzoeken of beveiligingscontroles zijn toegepast, tot de luchtvracht en/of -post wordt ingeladen of aan een ACC3 of een andere RA3 wordt overgedragen. Indien eerder beveiligde luchtvracht en -post achteraf niet beschermd wordt, mag deze niet als veilige luchtvracht of -post worden ingeladen of overgedragen aan een ACC3 of een andere RA3. De luchtvracht en/of -post kan met verschillende middelen worden beschermd, bv. fysiek (afsluitingen, gesloten ruimten enz.), door mensen (patrouilles, opgeleid personeel enz.) of technologisch (CCTV, inbraakalarm enz.). Beveiligde luchtvracht of -post met bestemming EU/EER moet worden gescheiden van luchtvracht of -post die niet is beveiligd. Referentie: punt 6.8.3.1
DEEL 8 Documenten Doel: de beveiligingsstatus van de zending wordt vermeld op de begeleidende documenten, ofwel in de vorm van een luchtvrachtbrief of gelijkwaardige postdocumenten ofwel in een afzonderlijke verklaring, schriftelijk of in elektronisch formaat. De beveiligingsstatus wordt afgegeven door de RA3. Referentie: punten 6.3.2.6, onder d) en 6.8.3.4 Opmerking: de volgende beveiligingsstatussen kunnen worden vermeld: — „SPX”: veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen, of — „SCO”: veilig voor alleen vracht- en postluchtvaartuigen, of — „SHR”: veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen, overeenkomstig de eisen voor hoogrisicozendingen.
DEEL 9 Vervoer Doel: luchtvracht en luchtpost moeten worden beschermd tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage vanaf het ogenblik dat de luchtvracht/-post is beveiligd tot hij wordt ingeladen of overgedragen aan een ACC3 of een andere RA3. Dit omvat bescherming tijdens het vervoer naar het luchtvaartuig, of naar de ACC3 of een andere RA3. Indien eerder beveiligde luchtvracht en luchtpost niet beschermd wordt tijdens het vervoer, mag hij niet als veilige vracht worden ingeladen of overgedragen aan een ACC3 of RA3. Tijdens het vervoer naar een luchtvaartuig, een ACC3 of een andere RA3, is de RA3 verantwoordelijk voor de bescherming van de veilige zendingen. Dit omvat de gevallen waarin het vervoer in zijn naam wordt uitgevoerd door een andere entiteit, zoals een expediteur. Dit omvat niet de gevallen waarin de zendingen worden vervoerd onder de verantwoordelijkheid van een ACC3 of een andere RA3. Referentie: punt 6.8.3
DEEL 10 Naleving Doel: na de negen vorige delen van deze controlelijst te hebben gecontroleerd, moet de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur concluderen of zijn verificatie ter plaatse bevestigt dat de beveiligingscontroles ten uitvoer worden gelegd in overeenstemming met de doelstellingen die zijn vermeld in deze controlelijst voor luchtvracht/-post met bestemming EU/EER. Er zijn twee verschillende scenario’s mogelijk. Als de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur tot de conclusie komt dat de entiteit:
In het algemeen moet de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur beslissen of door de gevalideerde entiteit afgehandelde vracht en post zodanig wordt behandeld dat deze vracht en post op het ogenblik waarop hij aan een ACC3 of een andere RA3 wordt afgeleverd veilig mag worden geacht en daarom naar de EU/EER mag worden gevlogen in overeenstemming met de toepasselijke EU-wetgeving. De EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur moet in overweging nemen dat deze beoordeling gebaseerd is op een algemene methodiek met op doelstellingen gerichte naleving.
Naam van de validateur: Datum: Handtekening: BIJLAGE Lijst van bezochte en geïnterviewde personen en entiteiten Met vermelding van de naam van de entiteit, de naam van de contactpersoon en de datum van het bezoek of interview.
|
2) |
Het volgende aanhangsel wordt ingevoegd na aanhangsel 6-C3: „AANHANGSEL 6-C4 VALIDERINGSCONTROLELIJST VOOR IN HET KADER VAN EEN EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDERING GEVALIDEERDE BEKENDE AFZENDERS IN DERDE LANDEN Entiteiten in derde landen hebben de mogelijkheid om deel uit te maken van de veilige toeleveringsketen van een ACC3 (een luchtvaartmaatschappij die vracht of post vanuit een luchthaven in een derde land naar de Unie vervoert) door een aanvraag in te dienen voor aanwijzing als een in het kader van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde bekende afzender in een derde land (KC3). Een KC3 is een in een derde land gevestigde entiteit die vrachtdiensten verricht en die als zodanig is gevalideerd en goedgekeurd op basis van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering. Een KC3 moet ervoor zorgen dat beveiligingscontroles zijn verricht op zendingen met bestemming Europese Unie en dat de zendingen beschermd worden tegen manipulatie door onbevoegden vanaf het ogenblik dat die beveiligingscontroles zijn verricht totdat de zendingen worden overgedragen aan een ACC3 of een in het kader van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent in een derde land (RA3). De noodzakelijke voorwaarden voor het vervoeren van luchtvracht of luchtpost in de Unie (EU) of in IJsland, Noorwegen en Zwitserland zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 185/2010 als gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 859/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1082/2012 van de Commissie (3). De controlelijst is het instrument dat een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur gebruikt om het beveiligingsniveau te beoordelen dat door of onder de verantwoordelijkheid van de entiteit die KC3-aanwijzing aanvraagt, wordt toegepast op luchtvracht of -post die voor de EU/EER is bestemd. De controlelijst mag alleen worden gebruikt in de in punt 6.8.4.1, onder b), van de bijlage bij Verordening (EU) nr.185/2010 vastgestelde gevallen. In de gevallen vastgesteld in punt 6.8.4.1, onder a), van genoemde bijlage gebruikt de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur de controlelijst voor ACC3’s. Als de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur concludeert dat de entiteit erin geslaagd is de doelstellingen te verwezenlijken die in deze controlelijst zijn vermeld, wordt een valideringsverslag uitgereikt aan de gevalideerde entiteit. Het valideringsverslag vermeldt dat de entiteit is aangewezen als een in het kader van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde bekende afzender in een derde land (KC3). De KC3 mag het verslag gebruiken in zijn zakelijke relaties met ACC3’s en RA3’s. Het valideringsverslag bevat ten minste de volgende integrerende delen:
De bladzijdenummering, de datum van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering en de parafering van elke bladzijde door de validateur en de gevalideerde entiteit bewijzen de volledigheid van het valideringsverslag. Het valideringsverslag wordt standaard in het Engels opgesteld. De basisnormen voor de delen die niet kunnen worden beoordeeld op basis van Verordening (EU) nr. 185/2010 zijn de normen en aanbevolen praktijken (SARPs) van bijlage 17 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart en de richtsnoeren in de luchtvaartbeveiligingshandleiding van de ICAO (Doc 8973-Restricted). Als de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur concludeert dat de entiteit er niet in geslaagd is de doelstellingen te verwezenlijken die in deze controlelijst zijn vermeld, ontvangt de entiteit een exemplaar van de ingevulde controlelijst waarin de tekortkomingen worden vermeld. Aanwijzingen voor het invullen:
DEEL 1 Organisatie en verantwoordelijkheden
DEEL 2 Organisatie en verantwoordelijkheden van de krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde bekende afzender Doel: alleen luchtvracht of -post die aan beveiligingscontroles is onderworpen, wordt naar de EU/EER vervoerd. Vracht en post die door een KC3 aan een ACC3 of RA3 is afgeleverd, mag alleen als veilige vracht of post worden aanvaard indien dergelijke beveiligingscontroles door de KC3 worden toegepast. In de volgende delen van de controlelijst wordt nadere informatie verstrekt over deze beveiligingscontroles. De KC3 moet beschikken over procedures om te garanderen dat passende beveiligingscontroles worden toegepast op alle luchtvracht en -post met bestemming EU/EER en dat veilige vracht en post wordt beschermd totdat deze wordt overgedragen aan een ACC3 of een RA3. De beveiligingsonderzoeken bestaan uit maatregelen die redelijkerwijs garanderen dat geen verboden voorwerpen in de zending zijn verborgen. Referentie: punt 6.8.3
DEEL 3 Identificeerbare luchtvracht/luchtpost („Gerichtheid”) Doel: vaststellen op welk punt (of welke plaats) vracht/post identificeerbaar wordt als luchtvracht/luchtpost. Onder „gerichtheid” wordt verstaan: het kunnen beoordelen wanneer/waar de vracht/post identificeerbaar is als luchtvracht/luchtpost.
NB: Gedetailleerde informatie over de bescherming van identificeerbare luchtvracht/luchtpost tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage moet worden verstrekt in de delen 6 tot en met 9. DEEL 4 Indienstneming en opleiding van personeel Doel: om ervoor te zorgen dat de vereiste beveiligingscontroles worden verricht, stelt de KC3 verantwoordelijk en bevoegd personeel aan om te werken op het gebied van de beveiliging van luchtvracht of -post. Personeelsleden met toegang tot identificeerbare luchtvracht beschikken over alle vaardigheden die vereist zijn om hun taken uit te voeren en worden op passende wijze opgeleid. De KC3 beschikt daartoe over procedures om te garanderen dat alle personeelsleden (permanent personeel, tijdelijk personeel, uitzendkrachten, chauffeurs enz.) met rechtstreekse en onbegeleide toegang tot luchtvracht/-post waarop beveiligingscontroles worden of zijn toegepast:
Opmerking:
Referentie: punt 6.8.3.1
DEEL 5 Fysieke veiligheid Doel: de KC3 moet over procedures beschikken om te garanderen dat identificeerbare luchtvracht en/of -post met bestemming EU/EER beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage. Indien die vracht of post niet beschermd is, kan hij niet als veilige vracht of post worden overgedragen aan een ACC3 of RA3. De entiteit moet aantonen hoe haar vestigingsplaats of terreinen beveiligd zijn en dat zij over relevante procedures voor toegangscontrole beschikt. Het is van essentieel belang dat de toegang tot de zone waar de identificeerbare luchtvracht/luchtpost wordt verwerkt of opgeslagen, wordt gecontroleerd. Alle deuren, ramen en andere toegangspunten tot veilige luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER moeten beveiligd zijn of aan toegangscontrole onderworpen zijn. Fysieke beveiliging kan bestaan uit, maar is niet beperkt tot:
Referentie: punt 6.8.3.1
DEEL 6 Productie Doel: de KC3 beschikt over procedures die ervoor zorgen dat identificeerbare luchtvracht en/of luchtpost met bestemming EU/EER tijdens het productieproces beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage. Indien die vracht of post niet beschermd is, kan hij niet als veilige vracht of post worden overgedragen aan een ACC3 of RA3. De entiteit moet aantonen dat de toegang tot het productiegedeelte gecontroleerd wordt en dat het productieproces onder toezicht staat. Als het product tijdens de productie kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER, moet de entiteit aantonen dat maatregelen zijn genomen om de luchtvracht/luchtpost in dit stadium te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage. Beantwoord deze vragen als het product als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER kan worden geïdentificeerd tijdens het productieproces.
DEEL 7 Verpakking Doel: de KC3 beschikt over procedures die ervoor zorgen dat identificeerbare luchtvracht en/of luchtpost met bestemming EU/EER tijdens het verpakkingsproces beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage. Indien die vracht of post niet beschermd is, kan hij niet als veilige vracht of post worden overgedragen aan een ACC3 of RA3. De entiteit moet aantonen dat de toegang tot het verpakkingsgedeelte gecontroleerd wordt en dat het verpakkingsproces onder toezicht staat. Als het product tijdens de verpakking kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER, moet de entiteit aantonen dat maatregelen zijn genomen om de luchtvracht/luchtpost in dit stadium te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage. Alle afgewerkte goederen moeten worden gecontroleerd voordat ze worden verpakt. Beantwoord deze vragen als het product tijdens het verpakkingsproces kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER.
DEEL 8 Opslag Doel: de KC3 beschikt over procedures die ervoor zorgen dat identificeerbare luchtvracht en/of luchtpost met bestemming EU/EER tijdens de opslag beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage. Indien die vracht of post niet beschermd is, kan hij niet als veilige vracht of post worden overgedragen aan een ACC3 of RA3. De entiteit moet aantonen dat de toegang tot het opslaggedeelte wordt gecontroleerd. Als het product tijdens de opslag kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER, moet de entiteit aantonen dat maatregelen zijn genomen om de luchtvracht/luchtpost in dit stadium te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage. Beantwoord deze vragen als het product tijdens de opslag kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER.
DEEL 9 Verzending Doel: de KC3 beschikt over procedures die ervoor zorgen dat identificeerbare luchtvracht en/of luchtpost met bestemming EU/EER tijdens het verzendingsproces beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage. Indien die vracht of post niet beschermd is, kan hij niet als veilige vracht of post worden overgedragen aan een ACC3 of RA3. De entiteit moet aantonen dat de toegang tot het verzendingsgedeelte wordt gecontroleerd. Als het product tijdens de verzending kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER, moet de entiteit aantonen dat maatregelen zijn genomen om de luchtvracht/luchtpost in dit stadium te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden of sabotage. Beantwoord deze vragen als het product tijdens het verzendingsproces kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER.
DEEL 10 Zendingen uit andere bronnen Doel: de KC3 beschikt over procedures die ervoor zorgen dat vracht en/of post die hij niet voor eigen rekening vervoert, niet als veilige vracht of post worden doorgegeven aan een ACC3 of een RA3. Een KC3 mag zendingen die hij niet voor eigen rekening vervoert aan een RA3 of ACC3 doorgeven, voor zover:
Dergelijke zendingen moeten allemaal worden onderzocht door een RA3 of ACC3 alvorens ze in een luchtvaartuig worden geladen.
DEEL 11 Vervoer Doel: de KC3 beschikt over procedures die ervoor zorgen dat identificeerbare luchtvracht en/of luchtpost met bestemming EU/EER tijdens het vervoer beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden en/of sabotage. Als die vracht of post niet beschermd is, kan hij niet als veilige vracht of post worden aanvaard door een ACC3 of RA3. Tijdens het vervoer is de KC3 verantwoordelijk voor de bescherming van de veilige zendingen. Dit omvat de gevallen waarin het vervoer in zijn naam wordt uitgevoerd door een andere entiteit, zoals een expediteur. Dit omvat niet de gevallen waarin de zendingen worden vervoerd onder de verantwoordelijkheid van een ACC3 of RA3. Beantwoord deze vragen als het product tijdens het vervoer kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER.
DEEL 12 Naleving Doel: na de elf vorige delen van deze controlelijst te hebben gecontroleerd, concludeert de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur of zijn verificatie ter plaatse bevestigt dat de beveiligingscontroles ten uitvoer worden gelegd in overeenstemming met de doelstellingen van deze controlelijst voor luchtvracht/luchtpost met bestemming EU/EER. Er zijn twee verschillende scenario’s mogelijk. De EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur concludeert dat de entiteit:
In het algemeen moet de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur beslissen of door de gevalideerde entiteit afgehandelde vracht en post zodanig wordt behandeld dat deze vracht en post op het ogenblik waarop hij aan een ACC3 of een andere RA3 wordt afgeleverd veilig mag worden geacht en daarom naar de EU/EER mag worden gevlogen in overeenstemming met de toepasselijke EU-wetgeving. De EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur moet in overweging nemen dat deze beoordeling gebaseerd is op een algemene methodiek met op doelstellingen gerichte naleving.
Naam van de validateur: Datum: Handtekening: BIJLAGE Lijst van bezochte en geïnterviewde personen en entiteiten Met vermelding van de naam van de entiteit, de naam van de contactpersoon en de datum van het bezoek of interview.
|
3) |
De volgende aanhangsels worden ingevoegd na aanhangsel 6-H1: „AANHANGSEL 6-H2 VERBINTENISVERKLARING — KRACHTENS EEN EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDERING GEVALIDEERDE ERKENDE AGENT IN EEN DERDE LAND (RA3) Namens [naam van de RA3] neem ik nota van het volgende: In dit verslag wordt het beveiligingsniveau vastgesteld dat wordt toegepast op luchtvracht met bestemming EU/EER ten opzichte van de beveiligingsnormen die in de controlelijst worden vermeld of waarnaar in de controlelijst wordt verwezen. [Naam van RA3] kan alleen als „krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent” (RA3) worden aangewezen als een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering met succes is ingevuld als „POSITIEF” door een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur die is opgenomen in de gegevensbank van de Europese Unie voor erkende agenten en bekende afzenders. Als in het verslag een inbreuk wordt vastgesteld op de beveiligingsmaatregelen waarnaar in het verslag wordt verwezen, kan dit leiden tot de intrekking van de reeds voor die vestiging verkregen aanwijzing van [naam van de RA3] als RA3, waardoor [naam van de RA3] geen luchtvracht of -post met bestemming EU/EER meer mag afleveren aan een ACC3 of een andere RA3. Het verslag is geldig gedurende vijf jaar en verstrijkt uiterlijk op … Namens [naam van de RA3] verklaar ik dat:
Namens [naam van de RA3] aanvaard ik de volledige verantwoordelijkheid voor deze verklaring. Naam: Functie in het bedrijf: Datum: Handtekening: AANHANGSEL 6-H3 VERBINTENISVERKLARING — KRACHTENS EEN EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDERING GEVALIDEERDE BEKENDE AFZENDER IN EEN DERDE LAND (KC3) Namens [naam van de KC3] neem ik nota van het volgende: In dit verslag wordt het beveiligingsniveau vastgesteld dat wordt toegepast op luchtvracht met bestemming EU/EER (4) ten opzichte van de beveiligingsnormen die in de controlelijst worden vermeld of waarnaar in de controlelijst wordt verwezen (5). [Naam van KC3] kan alleen als „krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde bekende afzender” (KC3) worden aangewezen als een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering met succes is ingevuld als „POSITIEF” door een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur die is opgenomen in de gegevensbank van de Europese Unie voor erkende agenten en bekende afzenders. Als in het verslag een inbreuk wordt vastgesteld op de beveiligingsmaatregelen waarnaar in het verslag wordt verwezen, kan dit leiden tot de intrekking van de reeds voor die vestiging verkregen aanwijzing van [naam van de KC3] als KC3, waardoor [naam van de KC3] geen beveiligde luchtvracht of -post met bestemming EU/EER meer mag afleveren aan een ACC3 of een krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent in een derde land (RA3). Het verslag is geldig gedurende vijf jaar en verstrijkt uiterlijk op … Namens [naam van KC3] verklaar ik dat:
Namens [naam van de KC3] aanvaard ik de volledige verantwoordelijkheid voor deze verklaring. Naam: Functie in het bedrijf: Datum: Handtekening: |
(1) De lidstaten van de Europese Unie: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.
(2) In deze valideringscontrolelijst is luchtvracht/luchtpost/luchtvaartuig met bestemming EU/EER gelijk aan luchtvracht/luchtpost/luchtvaartuig met bestemming EU, IJsland, Noorwegen en Zwitserland.”
(3) PB L 324 van 22.11.2012, blz. 25.”.
(4) Luchthavens in België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, IJsland, Noorwegen en Zwitserland.
(5) Verordening (EU) nr. 185/2010, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 859/2011 en (EU) nr. 1082/2012.”.