EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0785

2013/785/EU: Besluit van de Raad van 16 december 2013 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko

PB L 349 van 21.12.2013, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/785/oj

Related international agreement

21.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 349/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 16 december 2013

betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko

(2013/785/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 22 mei 2006 heeft de Raad de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (1) (hierna de „partnerschapsovereenkomst” genoemd) goedgekeurd door vaststelling van Verordening (EG) nr. 764/2006 (2).

(2)

De Unie heeft met het Koninkrijk Marokko onderhandeld over een nieuw protocol waarbij aan de vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden toegewezen in de wateren waarover het Koninkrijk Marokko de soevereiniteit en de jurisdictie voor visserijaangelegenheden bezit.

(3)

De Raad heeft bij Besluit 2013/720/EU (3) toestemming gegeven voor de ondertekening van dit protocol, onder voorbehoud van de sluiting ervan.

(4)

De Unie heeft er belang bij de partnerschapsovereenkomst ten uitvoer te leggen middels een protocol waarin de vangstmogelijkheden en de daartegenover staande financiële tegenprestatie worden vastgesteld en tevens wordt bepaald volgens welke voorwaarden de verantwoorde en duurzame visserij in de visserijzone van het Koninkrijk Marokko moet worden bevorderd. Dit protocol dient derhalve namens de Unie te worden goedgekeurd.

(5)

Bij de partnerschapsovereenkomst is een gemengde commissie opgericht die is belast met het toezicht op de toepassing van deze overeenkomst. Voorts kan de gemengde commissie overeenkomstig het protocol bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te faciliteren, dient de Commissie er, onder bepaalde voorwaarden, toe te worden gemachtigd deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (hierna het „protocol” genoemd), wordt namens de Unie goedgekeurd (4).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht, namens de Unie, de kennisgeving bedoeld in artikel 2 van het protocol.

Artikel 3

Onder voorbehoud van de bepalingen en de voorwaarden die zijn opgenomen in de bijlage, is de Europese Commissie gemachtigd om, namens de Unie, wijzigingen van het protocol goed te keuren in de gemengde commissie.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 16 december 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

V. JUKNA


(1)  PB L 141 van 29.5.2006, blz. 4.

(2)  Verordening (EG) nr. 764/2006 van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 141 van 29.5.2006, blz. 1).

(3)  PB L 328 van 7.12.2013, blz. 1.

(4)  Het protocol wordt samen met het besluit betreffende de ondertekening ervan bekend gemaakt PB L 328 van 7.12.2013, blz. 2.


BIJLAGE

Reikwijdte van de machtiging en procedure voor de vaststelling van het Uniestandpunt in de gemengde commissie

1)

De Commissie is gemachtigd om met het Koninkrijk Marokko te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan de voorwaarden van punt 3 van deze bijlage, overeenstemming te bereiken over wijzigingen van het protocol die betrekking hebben op de volgende aspecten:

a)

herziening van de vangstmogelijkheden overeenkomstig artikel 5, lid 1, van het protocol;

b)

besluitvorming over de nadere bijzonderheden van steun voor het sectorale visserijbeleid overeenkomstig artikel 6 van het protocol;

c)

technische specificaties en nadere bijzonderheden die overeenkomstig de bijlage bij het protocol onder de bevoegdheden van de gemengde commissie vallen.

2)

In de gemengde commissie die bij de Partnerschapsovereenkomst is opgericht:

a)

handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid door de Unie worden nagestreefd;

b)

voegt de Unie zich naar de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over een mededeling van de Commissie inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

c)

ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften die door de regionale organisaties voor visserijbeheer zijn vastgesteld.

3)

Als er in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 1, wordt het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat het namens de Unie in te nemen standpunt rekening houdt met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

Daartoe wordt op basis van die informatie, en tijdig vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een voorbereidend document met de nadere bijzonderheden van het beoogde Uniestandpunt toegezonden aan de Commissiediensten, aan de Raad of aan zijn voorbereidende instanties, met het oog op bespreking en goedkeuring.

Met betrekking tot de in punt 1, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde Uniestandpunt door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het beoogde Uniestandpunt in het voorbereidende document geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een aantal lidstaten, die een blokkerende minderheid vormen, daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen 20 dagen na ontvangst van het voorbereidende document, al naar gelang hetgeen zich het eerst voordoet. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak naar de Raad terugverwezen.

Indien er tijdens verdere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het namens de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.


Top