Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0281

    Besluit nr. 281/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 29 maart 2012 tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen”

    PB L 92 van 30.3.2012, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2013; opgeheven door 32014R0516

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2012/281(1)/oj

    30.3.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 92/1


    BESLUIT Nr. 281/2012/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 29 maart 2012

    tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen”

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 78, lid 2, onder g),

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In het kader van de vaststelling van een gemeenschappelijk hervestigingsprogramma van de Unie, dat beoogt het effect van de hervestigingsinspanningen van de Unie bij het verlenen van bescherming aan vluchtelingen te vergroten en het strategische effect van hervestiging te optimaliseren door deze beter te richten op degenen die het meest behoefte hebben aan hervestiging, dienen op Unieniveau gemeenschappelijke prioriteiten inzake hervestiging te worden geformuleerd.

    (2)

    In artikel 80 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is bepaald dat aan het beleid van de Unie als omschreven in het hoofdstuk grenscontroles, asiel en immigratie, en aan de uitvoering daarvan, de beginselen van solidariteit en billijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, ook op financieel vlak, ten grondslag liggen, alsook dat de handelingen van de Unie die uit hoofde van dit hoofdstuk worden vastgesteld, telkens wanneer dat nodig is, passende bepalingen bevatten voor de toepassing van dat beginsel.

    (3)

    Daartoe worden specifieke gemeenschappelijke hervestigingsprioriteiten van de Unie voor 2013 geformuleerd, die zijn opgesomd in de bijlage die door dit besluit aan Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) is gehecht; deze prioriteiten zijn gebaseerd op twee categorieën, waarvan de eerste de personen omvat die behoren tot een specifieke categorie die onder de hervestigingscriteria van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (UNHCR) valt en de tweede de personen omvat die afkomstig zijn uit landen of regio’s die worden vermeld in de jaarlijkse UNHCR-hervestigingsprognose, voor zover een gemeenschappelijk optreden van de Unie er aanzienlijk toe kan bijdragen dat wordt voorzien in de behoefte aan bescherming.

    (4)

    Op basis van de hervestigingsbehoeften zoals aangegeven in de bijlage die door dit besluit aan Beschikking nr. 573/2007/EG is gehecht, en waarin de specifieke gemeenschappelijke hervestigingsprioriteiten van de Unie worden opgesomd, moet tevens worden voorzien in extra financiële steun voor de hervestiging van personen uit bepaalde geografische regio’s, van bepaalde nationaliteiten of behorend tot specifieke categorieën te hervestigen vluchtelingen, voor zover is vastgesteld dat hervestiging het meest gepaste antwoord is op hun specifieke behoeften.

    (5)

    Gezien het strategische belang van hervestiging van personen uit landen of regio’s waarin regionale beschermingsprogramma’s zullen worden uitgevoerd, dient extra financiële bijstand beschikbaar te worden gesteld voor de hervestiging van personen uit Tanzania, Oost-Europa (Belarus, de Republiek Moldavië en Oekraïne), de Hoorn van Afrika (Djibouti, Kenia en Jemen) en Noord-Afrika (Egypte, Libië en Tunesië), en uit andere landen of regio’s die in de toekomst worden aangewezen.

    (6)

    Om meer lidstaten aan te moedigen deel te nemen aan hervestiging, dient tevens extra financiële steun te worden verleend aan lidstaten die voor het eerst besluiten mensen te hervestigen.

    (7)

    Tevens moeten de regels worden vastgelegd op grond waarvan uitgaven in aanmerking komen voor de extra financiële steun voor hervestiging.

    (8)

    Overeenkomstig artikel 3 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft het Verenigd Koninkrijk te kennen gegeven dat het aan de vaststelling en toepassing van dit besluit wenst deel te nemen.

    (9)

    Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van genoemd protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat niet bindend is voor, noch van toepassing is in Ierland.

    (10)

    Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken,

    HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Beschikking nr. 573/2007/EG wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 3 wordt vervangen door:

    „3.   De lidstaten ontvangen een vast bedrag overeenkomstig lid 3 bis per persoon die op grond van een of meer van de volgende prioriteiten wordt hervestigd:

    a)

    personen die afkomstig zijn uit landen of regio’s die zijn aangewezen voor een regionaal beschermingsprogramma;

    b)

    personen die behoren tot een of meer van de volgende kwetsbare groepen:

    kinderen en vrouwen die gevaar lopen,

    niet-begeleide minderjarigen,

    overlevenden van geweld en/of martelingen,

    personen met ernstige medische problemen die alleen indien ze worden hervestigd kunnen worden opgelost,

    personen die voor hun juridische en/of fysieke bescherming dringend moeten worden hervestigd;

    c)

    de in de bijlage bij deze beschikking opgesomde specifieke gemeenschappelijke hervestigingsprioriteiten van de Unie voor 2013.”;

    b)

    het volgende lid wordt ingevoegd:

    „3 bis.   De lidstaten ontvangen een vast bedrag van 4 000 EUR per persoon die wordt hervestigd op grond van de in lid 3 opgesomde prioriteiten.

    In de hierna genoemde gevallen wordt het vaste bedrag op de volgende wijze verhoogd:

    6 000 EUR per hervestigde persoon voor de lidstaten die het vaste hervestigingsbedrag uit het Fonds voor het eerst ontvangen;

    5 000 EUR per hervestigde persoon voor de lidstaten die het vaste hervestigingsbedrag uit het Fonds in de voorafgaande werkingsjaren van het Fonds al eens hebben ontvangen.”;

    c)

    lid 4 wordt vervangen door:

    „4.   Indien lidstaten personen hervestigen op grond van meer dan één van de in lid 3 opgesomde hervestigingsprioriteiten van de Unie, ontvangen zij het vaste bedrag voor elke betrokken persoon slechts één keer.”;

    d)

    artikel 13, lid 6, wordt vervangen door:

    „6.   Uiterlijk 1 mei 2012 verstrekken de lidstaten de Commissie een raming van het aantal personen dat zij in de loop van het volgende kalenderjaar op grond van de in lid 3 opgesomde prioriteiten, zullen hervestigen, alsmede de verdeling over de in dat lid genoemde categorieën. De Commissie deelt deze inlichtingen mee aan het comité bedoeld in artikel 52.”;

    e)

    het volgende lid wordt toegevoegd:

    „7.   De resultaten en effecten van de financiële stimulans voor hervestiging op grond van de in lid 3 opgesomde prioriteiten, worden door de lidstaten in het in artikel 50, lid 2, en door de Commissie in het in artikel 50, lid 3, bedoelde verslag gerapporteerd.”.

    2)

    Aan artikel 35 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „5.   Het vaste bedrag per hervestigde persoon dat aan de lidstaten wordt toegekend, wordt uitgekeerd als forfaitaire som per daadwerkelijk hervestigde persoon.”.

    3)

    De tekst in de bijlage bij dit besluit wordt als bijlage gehecht aan Beschikking nr. 573/2007/EG.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten, overeenkomstig de Verdragen.

    Gedaan te Brussel, 29 maart 2012.

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    M. SCHULZ

    Voor de Raad

    De voorzitter

    N. WAMMEN


    (1)  Standpunt van het Europees Parlement van 18 mei 2010 (PB C 161 E van 31.5.2011, blz. 161) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 8 maart 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 29 maart 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (2)  PB L 144 van 6.6.2007, blz. 1.


    BIJLAGE

    „BIJLAGE

    Lijst van de specifieke gemeenschappelijke hervestigingsprioriteiten van de Unie voor 2013

    1.

    Congolese vluchtelingen in het Grote Merengebied (Burundi, Malawi, Rwanda en Zambia);

    2.

    Vluchtelingen uit Irak in Turkije, Syrië, Libanon en Jordanië;

    3.

    Afghaanse vluchtelingen in Turkije, Pakistan en Iran;

    4.

    Somalische vluchtelingen in Ethiopië;

    5.

    Birmaanse vluchtelingen in Bangladesh, Maleisië en Thailand;

    6.

    Eritrese vluchtelingen in Oost-Sudan.”.


    Top