EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005E0826

Gemeenschappelijk Optreden 2005/826/GBVB van de Raad van 24 november 2005 betreffende de oprichting van een EU-adviesteam voor de politie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM)

PB L 307 van 25.11.2005, p. 61–64 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 175M van 29.6.2006, p. 78–81 (MT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 14/06/2006

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2005/826/oj

25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/61


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2005/826/GBVB VAN DE RAAD

van 24 november 2005

betreffende de oprichting van een EU-adviesteam voor de politie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 25, derde alinea, artikel 26 en artikel 28, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens de kaderovereenkomst van Ohrid is de bijdrage van de Unie gebaseerd op een algemene aanpak, waarvan de activiteiten alle aspecten van de rechtsstaat bestrijken, met inbegrip van programma's voor het opzetten van instellingen en politieactiviteiten, die elkaar wederzijds ondersteunen en versterken. De activiteiten van de Unie, ondersteund door onder andere de programma's van de Gemeenschap voor het opzetten van instellingen in het kader van de CARDS-verordening (communautaire bijstand voor wederopbouw, ontwikkeling en stabilisatie), zullen bijdragen tot de algemene vredesimplementatie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en tot het welslagen van het algemene beleid van de Unie ten aanzien van de regio, meer bepaald het stabilisatie- en associatieproces.

(2)

De Unie heeft een speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) benoemd die moet bijdragen tot de consolidatie van het vreedzame politieke proces en de volledige uitvoering van de kaderovereenkomst van Ohrid, die moet helpen de samenhang van het externe optreden van de EU te waarborgen en moet zorgen voor de coördinatie van de inspanningen van de internationale gemeenschap om te helpen bij de uitvoering en instandhouding van de bepalingen van die kaderovereenkomst.

(3)

Op 26 september 2001 heeft de VN-Veiligheidsraad Resolutie 1371(2001) aangenomen, waarin de kaderovereenkomst wordt verwelkomd en de volledige uitvoering ervan, dankzij de inspanningen van onder andere de EU, wordt ondersteund.

(4)

In het belang van het behoud en de verdere ontwikkeling van de substantiële resultaten die in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zijn geboekt dankzij de aanzienlijke inzet van politieke inspanningen en middelen van de EU, heeft de EU haar politiële rol versterkt om verder bij te dragen tot een stabiele, veilige omgeving waarin de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de kaderovereenkomst van Ohrid kan uitvoeren.

(5)

De veiligheidssituatie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is sinds het conflict in 2001 voortdurend verbeterd. In 2005 is de stabiliteit nog meer versterkt. Er zijn stappen genomen om belangrijke, in de kaderovereenkomst van Ohrid overeengekomen hervormingen voor te bereiden en uit te voeren, en er zijn inspanningen geleverd om andere prioritaire hervormingen aan te pakken, onder meer op het gebied van de rechtsstaat. Een hernieuwde toezegging van politieke steun en middelen van de EU zal er niettemin toe bijdragen de stabiliteit in het land én in de regio nog vaster te verankeren.

(6)

Op 16 september 2003 hebben de autoriteiten van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de EU verzocht de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor een versterkte politiële rol en voor het inzetten van een EU-politiemissie (EUPOL Proxima).

(7)

EUPOL Proxima is bij Gemeenschappelijk Optreden 2003/681/GBVB van de Raad (1) opgericht voor een periode van 12 maanden (15 december 2003 tot en met 14 december 2004). Bij Gemeenschappelijk Optreden 2004/789/GBVB van de Raad 2004 (2) is EUPOL Proxima met een periode van 12 maanden verlengd (15 december 2004 tot en met 14 december 2005).

(8)

Tijdens overleg met de EU heeft de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) te kennen gegeven dat zij, onder bepaalde voorwaarden, de komst van een EU-adviesteam voor de politie op prijs zou stellen om de overgang van EUPOL Proxima naar een gepland, door CARDS gefinancierd, project voor technische bijstand op het terrein te overbruggen.

(9)

Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van Nice van 7 en 9 december 2000, moet in dit gemeenschappelijk optreden worden vastgesteld welke rol de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger („SG/HV”) overeenkomstig de artikelen 18 en 26 van het Verdrag speelt bij de uitvoering van maatregelen die binnen de politieke controle en strategische aansturing vallen welke door het PVC worden uitgeoefend.

(10)

Volgens artikel 14, lid 1, van het Verdrag moet voor de gehele duur van de uitvoering van het gemeenschappelijk optreden een financieel referentiebedrag worden aangegeven. De indicatie van uit de Gemeenschapsbegroting te financieren bedragen illustreert de bereidheid van de wetgevende autoriteit, en is onderworpen aan de beschikbaarheid van vastleggingskredieten tijdens het betrokken begrotingsjaar.

(11)

In de mate van het mogelijke moet worden getracht materieel in te zetten dat overblijft van andere operationele EU-activiteiten, met name EUPOL Proxima, rekening houdend met de operationele behoeften en met de beginselen van gezond financieel beheer.

(12)

Het mandaat van EUPAT zal worden uitgeoefend in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid als uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag kan schaden,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Doel

1.   De Europese Unie richt voor de periode van 15 december 2005 tot en met 14 juni 2006 een EU-adviesteam voor de politie (EUPAT) op in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM).

2.   EUPAT heeft ten doel verdere steun te verlenen aan de ontwikkeling van een efficiënte en professionele politiedienst, gebaseerd op Europese politienormen.

Artikel 2

Mandaat

Overeenkomstig de doelstellingen van de kaderovereenkomst van Ohrid, in samenwerking met de betrokken autoriteiten en binnen een breder rechtsstaatperspectief verleent EUPAT, verdere steun aan de ontwikkeling van een efficiënte en professionele politiedienst, gebaseerd op Europese politienormen, met name met het oog op de uitvoering van de relevante communautaire programma's voor het opzetten van instellingen, een en ander in aanvulling op OVSE en bilaterale programma's. Onder leiding van de SVEU en tezamen met de autoriteiten van het gastland, zorgen de politiedeskundigen van de EU voor toezicht op en begeleiding van de nationale politie inzake prioritaire kwesties op het gebied van grenspolitie, openbare orde en verantwoordingsplicht, alsmede de bestrijding van corruptie en georganiseerde criminaliteit. De activiteiten van EUPAT zijn toegespitst op het midden- en topkader.

Daartoe besteedt EUPAT bijzondere aandacht aan:

de algemene uitvoering van de politiehervorming op het terrein;

de samenwerking tussen politie en justitie;

de professionele normen/interne controle.

Artikel 3

Planningsfase

1.   Ter voorbereiding van de oprichting van EUPAT stelt het hoofd van de missie de directeur van politie van EUPOL Proxima, op basis van het door EUPOL Proxima verrichte werk en van de richtsnoeren van het Politiek- en Veiligheidscomité (PVC), een algemeen plan op en ontwikkelt hij alle technische instrumenten die nodig zijn voor de oprichting van EUPAT.

2.   Daartoe gaat het huidige hoofd van de missie te werk in overleg en in coördinatie met de Commissie en de OVSE in Skopje, alsook met de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, naar gelang van het geval.

Artikel 4

Structuur

1.   EUPAT bestaat uit de volgende onderdelen:

a)

een hoofdkwartier in Skopje, bestaande uit het hoofd van EUPAT en personeel, als omschreven in het algemeen plan;

b)

een centrale eenheid op het niveau van het ministerie van Binnenlandse Zaken;

c)

in de FYROM op passende niveaus gestationeerde mobiele eenheden.

2.   Deze onderdelen worden in het algemeen plan nader uitgewerkt.

Artikel 5

Hoofd van EUPAT en personeel

1.   Het hoofd van EUPAT is verantwoordelijk voor het beheer en de coördinatie van de activiteiten van EUPAT.

2.   Het hoofd van EUPAT draagt zorg voor het dagelijks beheer van EUPAT en is verantwoordelijk voor personeels- en tuchtzaken. Voor gedetacheerd personeel worden tuchtrechtelijke maatregelen uitgevoerd door de betrokken nationale of EU-autoriteit.

3.   Het hoofd van EUPAT wordt aangeworven op contractbasis bij de Commissie.

4.   De politiefunctionarissen worden door de lidstaten gedetacheerd. De periode van detachering duurt 6 maanden en begint op 15 december 2005. Elke lidstaat draagt de kosten in verband met de door hem gedetacheerde politiefunctionarissen, met inbegrip van salarissen, ziektekosten, kosten voor vervoer van en naar de FYROM, en vergoedingen met uitzondering van dagvergoedingen.

5.   Internationaal civiel personeel en lokaal personeel wordt naar gelang van de behoeften op contractbasis aangeworven.

6.   De lidstaten of communautaire instellingen kunnen ook, indien nodig, internationaal civiel personeel detacheren voor een periode van 6 maanden die begint op 15 december 2005. Elke lidstaat of EU-instelling draagt de kosten in verband met elk door hem of haar gedetacheerd personeelslid, met inbegrip van salarissen, ziektekosten, kosten voor vervoer van en naar de FYROM, en vergoedingen met uitzondering van dagvergoedingen.

7.   Alle deskundigen van EUPAT blijven onder het gezag staan van hun respectieve lidstaat of communautaire instelling, maar vervullen hun taken en handelen uitsluitend in het belang van het ondersteunend optreden van de EU. Alle personeelsleden eerbiedigen de beginselen en minimumnormen voor de beveiliging die zijn vastgesteld bij Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (3).

8.   De leden van EUPAT zorgen door middel van passende maatregelen voor de zichtbaarheid van het EU-optreden.

Artikel 6

Commandostructuur

1.   EUPAT als onderdeel van de bredere EU-benadering van de rechtsstaat in de FYROM heeft een gemeenschappelijke commandostructuur:

2.   Het VC oefent politieke controle uit en geeft strategische aansturing.

3.   De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HV) geeft het hoofd van EUPAT aansturing via de SVEU.

4.   Het hoofd van EUPAT leidt EUPAT en draagt zorg voor het dagelijks beheer van EUPAT.

5.   Het hoofd van EUPAT rapporteert via de SVEU aan de SG/HV.

6.   De SVEU rapporteert aan de Raad via de SG/HV.

Artikel 7

Politieke controle en strategische aansturing

1.   Het Politiek- en Veiligheidscomité belast zich onder de verantwoordelijkheid van de Raad met de politieke controle en de strategische aansturing van EUPAT.

2.   In dat verband machtigt de Raad het PVC de relevante besluiten te nemen overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag. Deze machtiging omvat de bevoegdheid om, op voordracht van de SG/HV, een hoofd van EUPAT te benoemen en het algemeen plan en de commandostructuur goed te keuren en te wijzigen. De Raad, bijgestaan door de SG/HV, neemt besluiten met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van EUPAT.

3.   De SVEU geeft het hoofd van EUPAT politieke aansturing op lokaal niveau. De SVEU staat in voor de coördinatie met andere EU-actoren en voor de betrekkingen met de autoriteiten en de media van het gastland.

4.   Het PVC ontvangt op geregelde tijdstippen verslagen van het hoofd van EUPAT over het verloop van het ondersteunend optreden. Het PVC mag het hoofd van EUPAT in voorkomend geval op zijn vergaderingen uitnodigen.

5.   Het Politiek- en Veiligheidscomité rapporteert op geregelde tijdstippen aan de Raad.

Artikel 8

Financiële regelingen

1.   Het financiële referentiebedrag dat de uitgaven in verband met EUPAT moet dekken bedraagt EUR 1,5 miljoen.

2.   De uitgaven die met het in lid 1 genoemde bedrag worden gefinancierd, worden beheerd overeenkomstig de voorschriften en procedures die van toepassing zijn op de algemene begroting van de EU, met als uitzondering dat eventuele prefinancieringen niet het eigendom van de Gemeenschap blijven.

3.   Het hoofd van EUPAT brengt over de in het kader van zijn contract ondernomen activiteiten volledig verslag uit aan de Commissie, onder wier toezicht hij staat.

4.   De financiële regelingen moeten voldoen aan de operationele vereisten van EUPAT, met inbegrip van de verenigbaarheid van uitrusting en de interoperabiliteit van zijn teams.

5.   Uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf de datum waarop dit gemeenschappelijk optreden in werking treedt.

Artikel 9

Samenhang met het optreden van de Gemeenschap

De Raad en de Commissie zorgen, overeenkomstig hun onderscheiden bevoegdheden, voor de samenhang tussen de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en het externe optreden van de Gemeenschap, overeenkomstig artikel 3, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De Raad en de Commissie werken daartoe samen.

Artikel 10

Vrijgave van gerubriceerde gegevens

1.   De SG/HV is gemachtigd om gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau „CONFIDENTIEL UE” die ten behoeve van het ondersteunend optreden zijn opgesteld overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad vrij te geven aan de NAVO/KFOR en aan derden die bij dit gemeenschappelijk optreden betrokken zijn.

2.   Voorts is de SG/HV gemachtigd om, naar gelang van de operationele behoeften van de missie, gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau „RESTREINT UE” die ten behoeve van het ondersteunend optreden zijn opgesteld overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad vrij te geven aan de OVSE. Te dien einde zullen plaatselijke regelingen worden vastgesteld.

3.   Indien er sprake is van een concrete en onmiddellijke operationele behoefte, is de SG/HV voorts gemachtigd om gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau „CONFIDENTIEL UE” die ten behoeve van het ondersteunend optreden zijn opgesteld, vrij te geven aan het gastland, conform de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de FYROM inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling van gerubriceerde gegevens (4).

4.   De SG/HV is gemachtigd om door de EU niet-gerubriceerde documenten betreffende de beraadslagingen van de Raad over het ondersteunend optreden die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van Besluit 2004/338/EG, Euratom van 22 maart 2004, houdende vaststelling van zijn reglement van orde (5) vallen, vrij te geven aan derden die bij dit gemeenschappelijk optreden zijn betrokken.

Artikel 11

Status van het EUPAT-personeel

1.   De nodige regelingen worden getroffen met betrekking tot de uitbreiding tot EUPAT van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de FYROM betreffende de status en de activiteiten van de politiemissie van de Europese Unie (EUPOL Proxima) in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (6).

2.   De lidstaat of communautaire instelling die een personeelslid heeft gedetacheerd, is verantwoordelijk voor de afhandeling van met de detachering verband houdende schade-eisen van of betreffende het personeelslid. De betrokken staat of communautaire instelling stelt in voorkomend geval vorderingen tegen het gedetacheerd personeelslid in.

Artikel 12

Inwerkingtreding en duur

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing tot en met 14 juni 2006.

Artikel 13

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

I. LEWIS


(1)  PB L 249 van 1.10.2003, blz. 66. Gemeenschappelijk optreden gewijzigd bij Gemeenschappelijk Optreden 2004/87/GBVB (PB L 21 van 28.1.2004, blz. 31).

(2)  PB L 348 van 24.11.2004, blz. 40.

(3)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2005/571/EG van de Raad (PB L 193 van 23.7.2005, blz. 31).

(4)  PB L 94 van 13.4.2005, blz. 39.

(5)  PB L 106 van 15.4.2004, blz. 22. Besluit gewijzigd bij Besluit 2004/701/EG, Euratom van de Raad (PB L 319 van 20.10.2004, blz. 15).

(6)  Besluit 2004/75/GBVB van de Raad (PB L 16 van 23.1.2004, blz. 65).


Top