EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004D0548

2004/548/EG: Beschikking van de Raad van 11 mei 2004 met betrekking tot het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen ten aanzien van een overeenkomst over de monetaire betrekkingen met het Vorstendom Andorra

PB L 142M van 30.5.2006, p. 123–125 (MT)
PB L 244 van 16.7.2004, p. 47–49 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/548/oj

Related international agreement

16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/47


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 11 mei 2004

met betrekking tot het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen ten aanzien van een overeenkomst over de monetaire betrekkingen met het Vorstendom Andorra

(2004/548/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 111, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro (1) is de munteenheid van elke deelnemende lidstaat met ingang van 1 januari 1999 vervangen door de euro.

(2)

Met ingang van dezelfde datum is de Gemeenschap bevoegd voor aangelegenheden betreffende het monetaire of wisselkoersregime in lidstaten waar de euro is ingevoerd.

(3)

Het is aan de Raad om besluiten te nemen over de regelingen voor de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten inzake aangelegenheden betreffende het monetaire of wisselkoersregime.

(4)

De Gemeenschap heeft monetaire overeenkomsten gesloten met Monaco (2), Vaticaanstad (3) en San Marino (4). Deze landen hadden eerder al monetaire verdragen gesloten met Frankrijk of Italië voordat de euro werd ingevoerd.

(5)

Het Vorstendom Andorra (hierna „Andorra” genoemd) heeft geen officiële munteenheid en heeft evenmin enigerlei monetaire overeenkomst met een lidstaat of een derde land gesloten. Oorspronkelijk waren in Andorra de facto de Spaanse en Franse bankbiljetten en -munten in gebruik; met ingang van 1 januari 2002 zijn deze vervangen door eurobankbiljetten en munten.

(6)

Op 15 juli 2003 heeft Andorra formeel om de sluiting van een monetaire overeenkomst met de Gemeenschap verzocht.

(7)

Gezien de nauwe economische betrekkingen tussen Andorra en de Gemeenschap is het aangewezen dat in een overeenkomst tussen de Gemeenschap en Andorra bepalingen zijn opgenomen betreffende eurobankbiljetten en -munten, de wettige status van de euro in Andorra en de toegang tot de betalingssystemen van de eurozone. Aangezien de euro reeds in Andorra in gebruik is, dient ermee te worden ingestemd dat Andorra de euro als officiële munteenheid gebruikt en dat het land de status van wettig betaalmiddel toekent aan de eurobankbiljetten en -munten die zijn uitgegeven door het Europees Stelsel van centrale banken en de lidstaten waar de euro is ingevoerd.

(8)

Het feit dat de euro de officiële munteenheid van Andorra wordt, geeft Andorra daarom nog niet het recht om bankbiljetten en munten, hetzij in euro, hetzij in een andere denominatie, in omloop te brengen en evenmin om monetaire surrogaten uit te geven, tenzij de monetaire overeenkomst daarin uitdrukkelijk voorziet. Andorra geeft momenteel dinermunten voor verzamelaars uit; de mogelijkheid om dit te blijven doen, zal worden onderzocht.

(9)

Het is van belang dat Andorra erop toeziet dat de regels van de Gemeenschap betreffende de eurobankbiljetten en -munten in Andorra van toepassing zijn. Eurobankbiljetten en -munten dienen op een afdoende wijze te worden beschermd tegen fraude en vervalsing. Het is eveneens van belang dat Andorra alle noodzakelijke maatregelen neemt op dit gebied en terzake met de Gemeenschap samenwerkt.

(10)

Andorra dient zich ertoe te verbinden alle relevante maatregelen ten uitvoer te leggen die deel uitmaken van het communautaire bancaire en financiële regelgevingskader, met inbegrip van de voorkoming van witwassen van geld, de preventie van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen en de statistische rapportageverplichtingen. De tenuitvoerlegging van deze maatregelen zal onder meer bijdragen tot de totstandbrenging van vergelijkbare en billijke verhoudingen tussen financiële instellingen uit de eurozone en financiële instellingen gevestigd in Andorra.

(11)

De Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken kunnen alle soorten banktransacties verrichten met betrekking tot in derde landen gevestigde financiële instellingen. Op passende voorwaarden kunnen de ECB en de nationale centrale banken financiële instellingen uit derde landen toegang tot hun betalingssystemen bieden. De overeenkomst tussen de Gemeenschap en Andorra mag de ECB of de nationale centrale banken geen enkele verplichting opleggen.

(12)

De Commissie dient te worden gemachtigd tot het voeren van de onderhandelingen met Andorra. De buurlanden van Andorra, Spanje en Frankrijk, dienen volledig bij de onderhandelingen te worden betrokken. Ook de ECB dient volledig te worden betrokken voor de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen.

(13)

Deze beschikking heeft alleen betrekking op de tussen Andorra en de Gemeenschap te sluiten overeenkomst over monetaire aangelegenheden, met uitsluiting van andere aangelegenheden die in het kader van aparte overeenkomsten dienen te worden geregeld. Andorra werd immers verzocht in te stemmen met gelijkwaardige maatregelen op bepaalde gebieden, zoals met name de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden. De Raad zal zich bij zijn oordeel of aan de nodige voorwaarden voor de opening van de onderhandelingen over de monetaire overeenkomst is voldaan, laten leiden door de vorderingen die bij de onderhandelingen over en de parafering van de overeenkomst over de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden zijn gemaakt, alsook door een aanbeveling van de Commissie.

(14)

De Commissie dient de ontwerp-overeenkomst ter advies voor te leggen aan het Economisch en Financieel Comité. De ontwerp-overeenkomst zou ook aan de Raad moeten worden voorgelegd indien ofwel Spanje of Frankrijk, ofwel de ECB, ofwel het Economisch en Financieel Comité van oordeel is dat dit noodzakelijk is,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Commissie stelt Andorra ervan in kennis dat de Gemeenschap bereid is zo spoedig mogelijk met Andorra een overeenkomst over monetaire aangelegenheden te sluiten en biedt onderhandelingen over een dergelijke overeenkomst aan.

Artikel 2

Het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen bij de onderhandelingen met Andorra over een overeenkomst betreffende de in het navolgende genoemde aangelegenheden, is gebaseerd op de in de artikelen 3 tot en met 6 vervatte beginselen.

Artikel 3

1.   Andorra heeft het recht om de euro als zijn officiële munteenheid te gebruiken.

2.   Andorra heeft het recht om de status van wettig betaalmiddel toe te kennen aan eurobankbiljetten en -munten.

Artikel 4

1.   Andorra verbindt zich ertoe geen bankbiljetten, munten of monetaire surrogaten van welke aard dan ook uit te geven, tenzij de voorwaarden voor de uitgifte daarvan met de Gemeenschap zijn overeengekomen.

2.   Het bieden van de mogelijkheid aan Andorra om gouden en zilveren dinermunten voor verzamelaars te blijven uitgeven, zal worden onderzocht.

Artikel 5

1.   Andorra verbindt zich ertoe zich te voegen naar de regels van de Gemeenschap betreffende eurobankbiljetten en -munten.

2.   Andorra verbindt zich ertoe nauw met de Gemeenschap samen te werken op het gebied van de bescherming van eurobankbiljetten en -munten tegen fraude en vervalsing en de regels van de Gemeenschap op dat gebied aan te nemen.

Artikel 6

1.   Andorra verbindt zich ertoe door middel van gelijkwaardige instrumenten of directe omzettingen alle passende maatregelen te nemen zowel voor de toepassing van alle relevante communautaire bancaire en financiële wetgeving — met name die welke betrekking heeft op de werkzaamheden van en het toezicht op de betrokken instellingen —, als voor de toepassing van alle relevante Gemeenschapswetgeving betreffende de voorkoming van witwassen van geld, de preventie van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen en de statistische rapportageverplichtingen.

2.   Aan financiële instellingen die op het grondgebied van Andorra zijn gevestigd, wordt toegang verleend tot de betalings- en afwikkelingssystemen in de eurozone op passende voorwaarden die in de overeenkomst over monetaire aangelegenheden worden vastgelegd. Deze voorwaarden worden vastgesteld in overleg met de ECB.

Artikel 7

De Commissie voert namens de Gemeenschap de onderhandelingen met Andorra over de in de artikelen 3 tot en met 6 bedoelde aangelegenheden. Spanje en Frankrijk worden volledig bij de onderhandelingen betrokken. De ECB wordt volledig betrokken bij de onderhandelingen die binnen haar bevoegdheidssfeer vallen.

Artikel 8

De onderhandelingen over een overeenkomst over monetaire aangelegenheden worden geopend zodra de Raad, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op aanbeveling van de Commissie, overeenstemming heeft bereikt over het feit dat de voor de opening van deze onderhandelingen noodzakelijke voorwaarden zijn vervuld.

Zowel de voorafgaandelijke parafering door beide partijen van de overeenkomst over de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, als de verbintenis van Andorra om deze overeenkomst vóór een met de Gemeenschap overeen te komen datum te sluiten, maken deel uit van deze voorwaarden.

Indien Andorra de overeenkomst over de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden niet vóór de overeengekomen datum heeft gesloten, worden de onderhandelingen over de monetaire overeenkomst opgeschort totdat deze sluiting plaatsvindt.

Artikel 9

De Commissie legt de ontwerp-overeenkomst ter advies voor aan het Economisch en Financieel Comité.

De Commissie is bevoegd de overeenkomst namens de Gemeenschap te sluiten, tenzij ofwel Spanje of Frankrijk, ofwel de ECB, ofwel het Economisch en Financieel Comité van oordeel is dat de overeenkomst aan de Raad dient te worden voorgelegd.

Artikel 10

Deze beschikking is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel, 11 mei 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

C. McCREEVY


(1)  PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2596/2000 (PB L 300 van 29.11.2000, blz. 2).

(2)  PB L 142 van 31.5.2002, blz. 59.

(3)  PB C 299 van 25.10.2001, blz. 1. Overeenkomst laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2003/738/EG van de Raad (PB L 267 van 17.10.2003, blz. 27).

(4)  PB C 209 van 27.7.2001, blz. 1.


Top