EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016AE0076

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de „Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de regels inzake overheidsopdrachten in verband met de huidige asielcrisis” (COM(2015) 454 final)

PB C 264 van 20.7.2016, p. 73–76 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 264/73


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de „Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de regels inzake overheidsopdrachten in verband met de huidige asielcrisis”

(COM(2015) 454 final)

(2016/C 264/08)

Rapporteur:

Erik SVENSSON

De Commissie heeft op 14 oktober 2015 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) te raadplegen over de

„Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de regels inzake overheidsopdrachten in verband met de huidige asielcrisis”

(COM(2015) 454 final)

De afdeling Interne markt, Productie en Consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 13 april 2016 goedgekeurd.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 27 en 28 april 2016 gehouden 516e zitting (vergadering van 27 april) het volgende advies uitgebracht, dat met 220 stemmen vóór en 1 stem tegen, bij 9 onthoudingen, goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Het EESC neemt met belangstelling kennis van deze mededeling van de Commissie, waarin geen wijzigingen worden voorgesteld maar opheldering wordt verschaft en die op een moment komt dat aanbestedende diensten onder zeer grote druk staan omdat zij het hoofd moeten bieden aan de noodsituaties die zijn ontstaan als gevolg van de vluchtelingen- en asielcrisis.

1.2

Het EESC is ervan overtuigd dat zowel de huidige als de nieuwe richtlijnen voldoende ruimte kunnen bieden voor een snellere procedure doordat de termijnen voor het indienen van een offerte aanzienlijk worden verkort en gebruik kan worden gemaakt van onderhandse gunningen.

1.3

Het EESC wil er echter op hameren dat:

de procedure zeer transparant moet zijn en uiterst zorgvuldig moet worden vastgelegd;

er geen oneigenlijk gebruik mag worden gemaakt van de flexibiliteit van de wetgeving;

moet worden gestreefd naar oplossingen die latere integratie en aanvullende ondersteuning vereenvoudigen;

de contracten die in het geval van noodsituaties worden gesloten slechts een korte looptijd mogen hebben.

1.4

Naast de overheid zijn er ook vrijwilligersorganisaties actief, die van onschatbare waarde zijn. Dankzij de inzet van deze organisaties hebben veel landen beduidend meer mensen kunnen helpen en ondersteunen dan anders mogelijk zou zijn geweest.

1.5

Hoewel de regelgeving het pad effent voor een snellere procedure, is het EESC van mening dat de bureaucratische rompslomp die tot langdurige aanbestedingsprocedures leidt, moet worden verminderd.

1.6

Gezien de aanwezigheid van nieuwe en toenemende risico’s moeten de aanbestedende diensten overwegen om veiligheidsvoorzieningen en verzekeringsoplossingen afzonderlijk aan te besteden.

1.7

Het EESC wil erop wijzen dat zich soortgelijke problemen voordoen in het geval van inkomende vluchtelingen die ervoor hebben gekozen om geen asiel aan te vragen, aangezien ook zij acuut behoefte hebben aan zorg, ondersteuning en bescherming.

1.8

Het EESC wenst te benadrukken dat er bij overheidsopdrachten in verband met de asiel- en de vluchtelingencrisis ook moet worden gedacht aan andere diensten die mensen voorbereiden op en helpen bij hun toekomstige integratie.

1.9

Het EESC verzoekt de Commissie en beveelt haar aan om in deze mededeling ook opheldering te verschaffen ten aanzien van overheidsopdrachten in verband met de ontstane vluchtelingencrisis of anders een aanvullende mededeling op te stellen voor dergelijke overheidsopdrachten.

2.   Samenvatting van het Commissiedocument

2.1

De Europese Unie wordt momenteel door een plotselinge, sterk gestegen toestroom van asielzoekers met talrijke uitdagingen geconfronteerd. De lidstaten moeten vooral snel en op afdoende wijze in de meest dringende behoeften van de asielzoekers (huisvesting, hulpgoederen en diensten) voorzien. Op grond van de huidige Richtlijn 2004/18/EG (1) (hierna „de richtlijn” genoemd) en de meest recente richtlijn inzake overheidsopdrachten, Richtlijn 2014/24/EU (2), voorzien de Europese regels inzake overheidsopdrachten in alle nodige hulpmiddelen om aan die behoeften te voldoen.

2.2

De mededeling voert geen nieuwe wet- of regelgeving in, maar bevat de interpretatie die de Commissie geeft aan de regels die het volgende omvatten: i) opdrachten voor infrastructuur (d.w.z. huisvesting) die kan worden verschaft door bestaande gebouwen te huren waarvoor geen omvangrijke aanpassingen (d.w.z. werken) nodig zijn of door nieuwe gebouwen te bouwen of bestaande gebouwen te renoveren, met een drempelwaarde van 5 186 000 EUR, ii) opdrachten voor leveringen, zoals tenten, containers, kleding, dekens, bedden, levensmiddelen, met een drempelwaarde van 135 000 EUR (voorheen 134 000 EUR) of 209 000 EUR (voorheen 207 000 EUR), afhankelijk van de aard van de aanbestedende dienst, iii) opdrachten voor diensten, zoals op het gebied van reiniging, gezondheid, catering, beveiliging, met dezelfde drempelwaarden als voor opdrachten voor levering. De richtlijn is volledig van toepassing op alle diensten, maar bepaalde regels voor overheidsopdrachten zijn echter van toepassing op de „lichte regeling” (een bijzondere regeling voor sociale diensten en andere specifieke diensten). Voor deze diensten is de drempelwaarde vastgesteld op 750 000 EUR.

2.3

Voor opdrachten die onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen, kan de aanbestedende dienst kiezen om een opdracht volgens een openbare of een niet-openbare procedure te plaatsen. Voor een openbare procedure bedraagt de minimale termijn voor het indienen van een inschrijving 52 dagen, maar die termijn kan door het gebruik van elektronische middelen worden verkort tot 40 dagen. Voor een niet-openbare procedure bedraagt de algemene termijn 37 dagen voor het indienen van een verzoek tot deelneming en nog eens 40 dagen voor het indienen van een inschrijving na de selectie door de aanbestedende dienst van de deelnemers die een inschrijving mogen indienen.

Indien er spoed vereist is, voorziet de richtlijn in een aanzienlijke verkorting van de algemene termijnen, door het gebruik van a) een „versnelde niet-openbare procedure” waarbij de termijn voor het indienen van een verzoek tot deelneming 15 dagen bedraagt en de termijn voor het indienen van een inschrijving tien dagen, of b) een „procedure van gunning door onderhandelingen zonder bekendmaking”, die het mogelijk maakt opdrachten te plaatsen om ook in de meest dringende gevallen aan de behoeften van de asielzoekers te voldoen.

2.4

Aanbestedende diensten moeten geval per geval beoordelen welke procedure zij kiezen voor het plaatsen van opdrachten die bedoeld zijn om in de onmiddellijke behoeften van asielzoekers (huisvesting, hulpgoederen of diensten) te voorzien.

3.   Algemene opmerkingen

3.1

Het EESC neemt met belangstelling kennis van de mededeling van de Commissie en onderschrijft het daarin verwoorde uitgangspunt dat de lidstaten snel moeten kunnen voorzien in de meest dringende behoeften van asielzoekers.

3.1.1

Het EESC constateert dat de mededeling geen wijzigingen bevat, maar slechts constructieve verduidelijkingen en toelichtingen.

3.2

Het EESC acht het zeer gepast en doelmatig dat de Commissie nu opheldering verschaft over de toepasselijkheid van de huidige regels aangezien veel landen, zij het in verschillende mate, grotere aantallen asielzoekers hebben opgevangen dan ooit tevoren en de aanbestedende diensten, zowel op nationaal als regionaal niveau, onder grote druk staan.

3.3

Het EESC deelt de opvatting die de Commissie in haar mededeling uiteenzet, nl. dat de bepalingen in de huidige Richtlijn 2004/18/EG evenals de meest recente Richtlijn 2014/24/EU, die uiterlijk 18 april van dit jaar moet zijn omgezet in nationale wetgeving, in beginsel toereikend zijn om de toegenomen aantallen en groeiende tijdsdruk waarmee de ontstane asielsituatie gepaard gaat aan te kunnen.

3.3.1

Het is van groot belang dat de regels betreffende overheidsopdrachten geen belemmering vormen voor het aanpakken van de ontstane situatie en het bieden van de in de asielwetgeving voorgeschreven bescherming. Het risico hierop is het grootst op het gebied van huisvesting, gezondheidszorg, veiligheid en catering.

3.3.2

Het EESC is ervan overtuigd dat de nieuwe richtlijnen, en daarmee ook de nieuwe nationale regels, voldoende ruimte kunnen bieden voor een snellere procedure doordat de termijnen voor het indienen van een offerte aanzienlijk worden verkort.

3.3.3

Daarnaast is het mogelijk om in gevallen van bijzondere urgentie gebruik te maken van onderhandse gunning, zelfs indien daarbij de drempelwaarde wordt overschreden.

3.4

Het EESC wil er echter op wijzen dat het van bijzonder belang is om een hoge mate van transparantie te betrachten en om de procedure uiterst zorgvuldig vast te leggen wanneer gebruik wordt gemaakt van een versnelde procedure of onderhandse gunning.

3.4.1

Om ervoor te zorgen dat de regelgeving betreffende overheidsopdrachten zowel bij bedrijven en vakorganisaties als bij het maatschappelijk middenveld op voldoende steun kan blijven rekenen, is het van belang dat geen enkele partij, ongeacht of dat de aanbestedende diensten of leveranciers zijn, oneigenlijk gebruikmaakt van de flexibiliteit van de wetgeving. Daarom moet het makkelijker worden om al tijdens de procedure eventuele inspecties uit te voeren. Om er zeker van te zijn dat de regels correct zijn toegepast, kan een beoordeling achteraf (ex post) worden overwogen.

3.4.2

Er zij op gewezen dat ook in dringende situaties moet worden gezocht naar oplossingen die latere integratie en aanvullende ondersteuning vereenvoudigen. Dit geldt des te meer voor kwetsbare groepen, zoals alleenreizende kinderen, zwangere vrouwen en personen met een handicap.

3.5

Feit is dat in noodsituaties, zoals die waarvan in verschillende EU-landen sprake is als gevolg van de asielcrisis, altijd een zeker risico bestaat dat de aanbestedende dienst of de leverancier de gebruikelijke procedure wil omzeilen.

3.6

Contracten die in het geval van noodsituaties worden gesloten („versnelde niet-openbare procedure” of „procedure van gunning door onderhandelingen zonder bekendmaking”) moeten een korte looptijd hebben, zodat de normale werkwijze weer zo snel mogelijk kan worden hervat.

4.   Specifieke opmerkingen

4.1

Benadrukt dient te worden dat de vrijwilligerssector het door de overheid uitbestede werk in belangrijke mate heeft aangevuld. In de landen die de meeste asielzoekers hebben opgenomen, bv. Duitsland en Zweden, was dit essentieel. Zonder de inzet van vrijwilligers hadden nooit zoveel asielzoekers kunnen worden opgevangen.

4.1.1

Dankzij onderhandse gunning krijgen actoren die anders niet zo gauw in aanmerking komen voor een overheidsopdracht (bv. organisaties zonder winstoogmerk) nu ook een kans.

4.2

Hoewel de regels ruimte bieden voor een versnelde procedure, nemen overheden vaak (te) veel tijd. Door bureaucratische rompslomp kunnen de aanbestedingsprocedures lang aanslepen.

4.3

Ter illustratie een concreet voorbeeld uit een EU-lidstaat die (samen met Duitsland) in verhouding tot zijn omvang de meeste asielzoekers heeft opgenomen, voornamelijk uit Syrië.

4.3.1

De Zweedse regering onderzocht in november 2015 of het mogelijk was om een wetswijziging door te voeren om het hoofd te kunnen bieden aan de uitzonderlijke asielsituatie die was ontstaan.

4.3.2

Volgens de aanbestedende diensten in Zweden was het op grond van de aanbestedingsregels in de EU-richtlijn mogelijk om in het geval van bijzondere urgentie zowel snel te handelen als het algemeen belang in acht te nemen en de belangen goed tegen elkaar af te wegen.

4.4

Om gegarandeerd goede kwaliteit te kunnen leveren en met de nodige snelheid te kunnen handelen moeten de aanbestedende diensten de markt in kaart brengen, zodat zij een overzicht hebben van de mogelijke en beschikbare leveranciers en de verwachte kosten voordat er een noodsituatie ontstaat.

4.5

Het is belangrijk dat de aanbestedende diensten geen tijd verliezen en met de door de omstandigheden vereiste spoed contracten sluiten.

4.6

Uit ervaring is gebleken dat de beveiligings- en verzekeringskosten aanzienlijk zijn gestegen (en soms zelfs zijn verdriedubbeld) als gevolg van potentiële risico’s en recente gebeurtenissen.

4.7

Om de onduidelijkheid omtrent aanbestedingen weg te nemen en over meer oplossingen te beschikken, moeten de aanbestedende diensten overwegen om veiligheidsvoorzieningen en verzekeringsoplossingen afzonderlijk aan te besteden.

5.   Opmerkingen ten aanzien van onderwerpen die in de mededeling van de Commissie niet aan bod komen

5.1

Het EESC wil erop wijzen dat er een soortgelijke problematiek bestaat voor inkomende vluchtelingen die geen asiel willen aanvragen. Ook in dit geval is sprake van een acute behoefte aan zorg, verzorging en bescherming en moeten de meest dringende menselijke noden worden gelenigd.

5.2

Het EESC is van mening dat overheden bij het sluiten van contracten voor huisvesting, zorg en diensten voor zowel asielzoekers als andere vluchtelingen ook moeten denken aan diensten die mensen helpen bij het oppakken van hun dagelijks leven en hen voorbereiden op eventuele toekomstige integratie. Daarbij valt te denken aan taalcursussen en, als het even kan, ook beroepsopleidingen.

5.2.1

Er bestaan al concrete voorbeelden van overheidsopdrachten die tevens taalcursussen, rijvaardigheidslessen en soortgelijke belangrijke activiteiten omvatten die door vrijwilligers, de kerk en verenigingen worden opgezet.

5.3

In landen met beperkte financiële middelen, waar het risico bestaat dat de autoriteiten niet betalen voor de aanbestede diensten, is het van groot belang dat er ook echt wordt betaald.

5.4

Tot slot acht het EESC het van groot belang dat de Commissie deze mededeling in een breder perspectief plaatst, hetzij door te verklaren dat haar opmerkingen over openbare aanbestedingen met betrekking tot de asielcrisis ook van toepassing zijn op de vluchtelingencrisis, hetzij door een aparte mededeling op te stellen voor overheidsopdrachten in verband met de vluchtelingencrisis.

Brussel, 27 april 2016.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Georges DASSIS


(1)  Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114); EESC-advies: PB C 193 van 10.7.2001, blz. 7.

(2)  Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 inzake het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65); EESC-advies: PB C 191 van 29.6.2012, blz. 84.


Top