EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32011L0090
Commission Directive 2011/90/EU of 14 November 2011 amending Part II of Annex I to Directive 2008/48/EC of the European Parliament and of the Council providing additional assumptions for the calculation of the annual percentage rate of charge Text with EEA relevance
Richtlijn 2011/90/EU van de Commissie van 14 november 2011 tot wijziging van deel II van bijlage I bij Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de aanvullende hypothesen voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage Voor de EER relevante tekst
Richtlijn 2011/90/EU van de Commissie van 14 november 2011 tot wijziging van deel II van bijlage I bij Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de aanvullende hypothesen voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage Voor de EER relevante tekst
PB L 296 van 15.11.2011, p. 35–37
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
15.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 296/35 |
RICHTLIJN 2011/90/EU VAN DE COMMISSIE
van 14 november 2011
tot wijziging van deel II van bijlage I bij Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de aanvullende hypothesen voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad (1) (de richtlijn consumentenkrediet), en met name artikel 19, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uit de ervaring van de lidstaten met de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2008/48/EG is gebleken dat de hypothesen in deel II van bijlage I bij die richtlijn niet voldoende zijn om het jaarlijkse kostenpercentage op uniforme wijze te berekenen en bovendien niet meer aan de commerciële marktsituatie zijn aangepast. |
(2) |
Deze hypothesen moeten worden aangevuld met nieuwe hypothesen betreffende normen voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage voor doorlopende kredieten of kredieten die herhaaldelijk volledig moeten worden terugbetaald. Ook moeten normen worden vastgesteld voor het tijdstip van de eerste kredietopneming en de betalingen die de consument moet verrichten. |
(3) |
Deel II van bijlage I bij Richtlijn 2008/48/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is opgericht bij artikel 25, lid 1, van Richtlijn 2008/48/EG en het Europees Parlement noch de Raad hebben zich daartegen verzet, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Deel II van bijlage I bij Richtlijn 2008/48/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
1. De lidstaten dienen uiterlijk op 31 december 2012 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 januari 2013.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 14 november 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 133 van 22.5.2008, blz. 66.
BIJLAGE
Deel II van bijlage I bij Richtlijn 2008/48/EG komt als volgt te luiden:
„II. |
De aanvullende hypothesen voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage luiden als volgt:
|