Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R1358

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1358 van de Commissie van 2 juni 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 748/2012 met betrekking tot de toepassing van meer evenredige eisen voor luchtvaartuigen die in de sportieve en recreatieve luchtvaart worden gebruikt

C/2022/3234

PB L 205 van 5.8.2022, p. 7–98 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2022/1358/oj

5.8.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 205/7


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/1358 VAN DE COMMISSIE

van 2 juni 2022

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 748/2012 met betrekking tot de toepassing van meer evenredige eisen voor luchtvaartuigen die in de sportieve en recreatieve luchtvaart worden gebruikt

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), en met name artikel 19, lid 1, en artikel 62, lid 13,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie (2) zijn de eisen vastgesteld voor de luchtwaardigheid en milieucertificering van producten, onderdelen en uitrustingsstukken van burgerluchtvaartuigen, zoals motoren, propellers en daarin te installeren onderdelen.

(2)

Overeenkomstig artikel 140, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1139 moeten voor de sportieve en recreatieve luchtvaart eenvoudige en evenredige regels gelden, teneinde onnodige administratieve en financiële lasten te vermijden voor de organisaties die betrokken zijn bij het ontwerp en de productie van dergelijke luchtvaartuigen. Die regels moeten evenredig, kosteneffectief en flexibel zijn en tegelijkertijd het noodzakelijke veiligheidsniveau waarborgen.

(3)

Organisaties die betrokken zijn bij het ontwerp en de productie van bepaalde categorieën producten die in de sportieve en recreatieve luchtvaart worden gebruikt, moeten, als alternatief voor ontwerpcertificering, de mogelijkheid krijgen om te verklaren dat het ontwerp van een luchtvaartuig en, in voorkomend geval, van de motor en de propeller, beantwoorden aan de relevante sectorale normen, voor zover dit geacht wordt een aanvaardbaar veiligheidsniveau te waarborgen.

(4)

Organisaties die betrokken zijn bij het ontwerp en de productie van producten die in de sportieve en recreatieve luchtvaart worden gebruikt, moeten ook de mogelijkheid krijgen om gebruik te maken van een evenrediger proces voor de certificering van dergelijke producten.

(5)

Organisaties die betrokken zijn bij het ontwerp en de productie van producten die in de sportieve en recreatieve luchtvaart worden gebruikt, moeten de mogelijkheid krijgen om, als alternatief voor een erkenning als ontwerporganisatie, te verklaren dat zij bekwaam zijn producten en onderdelen te ontwerpen en te produceren. Die organisaties moeten gebruik kunnen maken van bestaande erkenningen om aan te tonen dat zij bekwaam zijn ontwerp- en productieactiviteiten uit te voeren.

(6)

Er moeten milieubeschermingseisen worden vastgelegd voor de producten waarvan het ontwerp onderworpen is aan een verklaring van overeenstemming met het ontwerp. Dergelijke milieubeschermingseisen moeten gebaseerd zijn op de eisen in volumes I, II en III van bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (3), teneinde hetzelfde uniforme niveau van milieubescherming te garanderen, ongeacht of een product is onderworpen aan typecertificering of aan een verklaring van overeenstemming met het ontwerp.

(7)

Verordening (EU) nr. 748/2012 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Organisaties die betrokken zijn bij het ontwerp en de productie van luchtvaartuigen die voornamelijk in de sportieve en recreatieve luchtvaart worden gebruikt, moeten een voldoende lange overgangsperiode krijgen om te voldoen aan de nieuwe regels en procedures die bij deze verordening zijn vastgesteld.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met Advies nr. 05/2021 (4) van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA), overeenkomstig artikel 76, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1139,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 748/2012 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel wordt vervangen door:

VERORDENING (EU) nr. 748/2012 VAN DE COMMISSIE

van 3 augustus 2012

tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering of verklaring van overeenstemming van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede inzake de bekwaamheidsvereisten van ontwerp- en productieorganisaties

(herschikking) ”.

2)

Artikel 1 wordt vervangen door:

“Artikel 1

Toepassingsgebied en definities

1.   In overeenstemming met de artikelen 19 en 62 van Verordening (EU) 2018/1139 worden in de onderhavige verordening gemeenschappelijke technische eisen en administratieve procedures vastgesteld voor de luchtwaardigheid en milieucertificering van producten, onderdelen en uitrustingsstukken en wordt het volgende gespecificeerd:

a)

de afgifte van typecertificaten, beperkte typecertificaten, aanvullende typecertificaten en wijzigingen van die certificaten;

b)

de afgifte van bewijzen van luchtwaardigheid en beperkte bewijzen van luchtwaardigheid, vliegvergunningen en certificaten van vrijgave;

c)

de afgifte van goedkeuringen voor reparatieontwerpen;

d)

het aantonen van de naleving van eisen op het gebied van milieubescherming;

e)

de afgifte van geluidscertificaten en beperkte geluidscertificaten;

f)

de identificatie van producten, onderdelen en uitrustingsstukken;

g)

de certificering van bepaalde onderdelen en uitrustingsstukken;

h)

de certificering van ontwerp- en productieorganisaties;

i)

de afgifte van luchtwaardigheidsaanwijzingen;

j)

het afleggen van verklaringen van overeenstemming met het ontwerp en wijzigingen van die verklaringen;

k)

het afleggen van verklaringen van ontwerp- en productiebekwaamheid.

2.   Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

“JAA”: gezamenlijke luchtvaartautoriteiten (Joint Aviation Authorities);

b)

“JAR”: gezamenlijke luchtvaartvoorschriften (Joint Aviation Requirements);

c)

“deel 21”: de eisen en procedures voor de certificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken alsmede van ontwerp- en productieorganisaties, vastgesteld in bijlage I (deel 21) bij deze verordening;

d)

“deel 21 Light”: de eisen en procedures voor de certificering of verklaring van overeenstemming met het ontwerp van luchtvaartuigen die voornamelijk voor sportief en recreatief gebruik zijn bestemd en aanverwante producten en onderdelen, en de in bijlage Ib (deel 21 Light) bij deze verordening vastgestelde verklaring van ontwerp- en productiebekwaamheid van organisaties;

e)

“hoofdvestiging van de organisatie”: het hoofdkantoor of geregistreerde kantoor van de onderneming waar de belangrijkste financiële taken en de operationele controle van de in deze verordening bedoelde activiteiten worden uitgevoerd;

f)

“artikel”: elk onderdeel en uitrustingsstuk dat wordt gebruikt in burgerluchtvaartuigen;

g)

“ETSO”: European Technical Standard Order. De European Technical Standard Order is een gedetailleerde luchtwaardigheidsspecificatie die door het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (“het Agentschap”) is uitgevaardigd om te garanderen dat wordt voldaan aan de voorschriften van deze verordening als een minimale prestatienorm voor gespecificeerde artikelen;

h)

“EPA”: European Part Approval. De European Part Approval van een artikel betekent dat het artikel geproduceerd is in overeenstemming met goedgekeurde ontwerpgegevens die niet toebehoren aan de houder van het typecertificaat van het betreffende product, behalve voor ETSO-artikelen;

i)

“ELA1-luchtvaartuig”: de volgende bemande European Light Aircraft:

i)

een vliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 1 200 kg dat niet is geclassificeerd als complex motoraangedreven luchtvaartuig;

ii)

een zweefvliegtuig of gemotoriseerd zweefvliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 1 200 kg;

iii)

een ballon ontworpen voor een gas- of heteluchtvolume van ten hoogste 3 400 m3 voor heteluchtballonnen, 1 050 m3 voor vrije gasballonnen, 300 m3 voor vastgemaakte gasballonnen;

iv)

een luchtschip ontworpen voor maximaal vier inzittenden en een gas- of heteluchtvolume van ten hoogste 3 400 m3 voor heteluchtluchtschepen en 1 000 m3 voor gasluchtschepen;

j)

“ELA2-luchtvaartuig”: de volgende bemande European Light Aircraft:

i)

een vliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 2 000 kg dat niet is geclassificeerd als complex motoraangedreven luchtvaartuig;

ii)

een zweefvliegtuig of gemotoriseerd zweefvliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 2 000 kg;

iii)

een ballon;

iv)

een heteluchtluchtschip;

v)

een gasluchtschip dat aan elk van de volgende kenmerken beantwoordt:

maximum 3 % statisch gewicht,

niet-gerichte stuwkracht (met uitzondering van straalomkering),

conventioneel en eenvoudig ontwerp van structuur, controlesysteem en ballonetsysteem,

onbekrachtigde besturing;

vi)

een eenvoudig ontworpen hefschroefvliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 600 kg, bestemd om hoogstens twee inzittenden te vervoeren en niet aangedreven door turbine- en/of raketmotoren; beperkt tot VFR-vluchtuitvoeringen overdag;

k)

“gegevens betreffende de operationele geschiktheid”: gegevens die deel uitmaken van een typecertificaat, een beperkt typecertificaat of een aanvullend typecertificaat van een luchtvaartuig, en die bestaan uit:

i)

de minimumsyllabus inzake typebevoegdverklaringsopleidingen voor piloten, inclusief de vaststelling van typebevoegdverklaring;

ii)

de definitie van het toepassingsgebied van de brongegevens voor de validering van het luchtvaartuig, ter ondersteuning van de objectieve kwalificatie van simulatoren, of de voorlopige gegevens, ter ondersteuning van de tussentijdse kwalificatie;

iii)

de minimumsyllabus inzake opleidingen voor typebevoegdverklaringen voor onderhoudscertificeringspersoneel, inclusief de vaststelling van de typebevoegdverklaringen;

iv)

de vaststelling van het type of de variant voor cabinepersoneel en typespecifieke gegevens voor cabinepersoneel;

v)

de basisminimumuitrustingslijst.”.

3)

Artikel 2 wordt vervangen door:

“Artikel 2

Certificering van producten, onderdelen en uitrustingsstukken

1.   Voor producten, onderdelen en uitrustingsstukken worden certificaten afgegeven, als omschreven in bijlage I (deel 21).

2.   In afwijking van lid 1 van dit artikel mogen certificaten bij wijze van alternatief worden afgegeven zoals gespecificeerd in bijlage Ib (deel 21 Light), voor de volgende producten:

a)

een vliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 2 000 kg en een operationele zitplaatsconfiguratie van hoogstens vier personen;

b)

een zweefvliegtuig of gemotoriseerd zweefvliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 2 000 kg;

c)

een ballon;

d)

een heteluchtluchtschip;

e)

een passagiersgasluchtschip dat ontworpen is voor hoogstens vier personen;

f)

een hefschroefvliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 1 200 kg en een maximale operationele zitplaatsconfiguratie van vier personen;

g)

een zuigermotor of vaste-spoedpropeller die bestemd is om te worden geïnstalleerd in een in de punten a) tot en met f) vermeld luchtvaartuig, of

h)

een autogyro.

3.   Voor de volgende producten mag, in afwijking van leden 1 en 2 van dit artikel, bij wijze van alternatief een verklaring van overeenstemming met het ontwerp worden afgelegd, zoals gespecificeerd in bijlage Ib (deel 21 Light):

a)

een vleugelvliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 1 200 kg en een maximale operationele zitplaatsconfiguratie van twee personen, dat niet door een straalmotor wordt aangedreven;

b)

een zweefvliegtuig of gemotoriseerd zweefvliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 1 200 kg;

c)

een ballon die ontworpen is voor hoogstens vier personen;

d)

een heteluchtluchtschip dat ontworpen is voor hoogstens vier personen.

4.   In afwijking van leden 1, 2 en 3 van dit artikel zijn luchtvaartuigen, met inbegrip van daarin geïnstalleerde producten, onderdelen en uitrustingsstukken, die niet zijn geregistreerd in een lidstaat, vrijgesteld van de bepalingen van de subdelen H en I van sectie A van bijlage I (deel 21) en subdelen H en I van sectie A van bijlage Ib (deel 21 Light). Zij zijn eveneens vrijgesteld van de bepalingen van subdeel P van sectie A van bijlage I (deel 21) en subdeel P van sectie A van bijlage Ib (deel 21 Light), tenzij een lidstaat bepaalde identificatieaanduidingen oplegt.”.

4)

Het volgende artikel 2 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 2 bis

Overgangsregeling voor eerder overeenkomstig bijlage I (deel 21) afgegeven certificaten

1.   Een houder van een geldig typecertificaat of aanvullend typecertificaat dat overeenkomstig bijlage I (deel 21) door het Agentschap is afgegeven of geacht wordt te zijn afgegeven, kan tot 25 augustus 2025 het Agentschap verzoeken om, vanaf een bepaalde datum, het typeontwerp dat bij dat certificaat overeenkomstig bijlage Ib (deel 21 Light) is afgegeven, in stand te houden, voor zover het onder dat certificaat vallende product binnen het toepassingsgebied van artikel 2, lid 2, valt.

2.   Wanneer een verzoek wordt ingediend overeenkomstig lid 1, valt dat typecertificaat of aanvullend typecertificaat vanaf de in lid 1 vermelde datum onder de bepalingen van bijlage Ib (deel 21 Light) betreffende de typecertificaten of aanvullende typecertificaten, al naargelang het geval. Het Agentschap past het gegevensblad van het typecertificaat of het aanvullende typecertificaat dienovereenkomstig aan.”.

5)

In artikel 3 worden de leden 3 en 4 vervangen door:

“3.   Ten aanzien van producten waarvoor het typecertificeringsproces op 28 september 2003, hetzij via de JAA, hetzij via een lidstaat, lopende was, geldt het volgende:

a)

indien een goedkeuringsproces door meerdere lidstaten wordt uitgevoerd, geldt het verst gevorderde project als referentie;

b)

punt 21.A.15, a), b) en c), van bijlage I (deel 21) is niet van toepassing;

c)

in afwijking van punt 21.B.80 van bijlage I (deel 21) zal de typecertificeringsbasis van toepassing zijn die door de JAA of, indien van toepassing, de lidstaat, op de aanvraagdatum voor de erkenning is vastgesteld;

d)

de bevindingen die tijdens procedures van de JAA of lidstaten zijn gedaan, worden beschouwd als zijnde bevindingen die zijn gedaan door het Agentschap, ter naleving van het bepaalde in punt 21.A.20, a) en d), van bijlage I (deel 21).

4.   Ten aanzien van producten met een nationaal typecertificaat of een equivalent daarvan, waarvoor de goedkeuringsprocedure voor een door een lidstaat uitgevoerde wijziging ten tijde van de vaststelling van het typecertificaat in overeenstemming met de onderhavige verordening nog niet was afgerond, gelden de volgende voorwaarden:

a)

indien een goedkeuringsproces wordt uitgevoerd door meerdere lidstaten, geldt het verst gevorderde project als referentie;

b)

punt 21.A.93 van bijlage I (deel 21) is niet van toepassing;

c)

de typecertificeringsbasis die door de JAA of, indien van toepassing, de lidstaat op de aanvraagdatum voor de goedkeuring van de wijziging is vastgesteld, is van toepassing;

d)

de bevindingen die tijdens procedures van de JAA of lidstaten zijn gedaan, worden beschouwd als bevindingen die door het Agentschap zijn gedaan, met het oog op de naleving van het bepaalde in punt 21.B.107 van bijlage I (deel 21).”.

6)

In artikel 8 worden leden 2 en 3 vervangen door:

“2.   In afwijking van lid 1 van dit artikel kan een voor het ontwerp van producten verantwoordelijke natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn hoofdvestiging in een lidstaat heeft en die een certificaat voor het ontwerp van producten of wijzigingen of reparaties daarvan aanvraagt of bezit, overeenkomstig artikel 2, lid 2, bij wijze van alternatief zijn bekwaamheid aantonen overeenkomstig bijlage Ib (deel 21 Light).

3.   Natuurlijke personen of rechtspersonen die betrokken zijn bij het ontwerp van luchtvaartuigen waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd, als bedoeld in artikel 2, lid 3, hoeven hun bekwaamheid niet aan te tonen.”.

7)

Aan artikel 8 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

“5.   In afwijking van lid 1 van dit artikel kan een organisatie waarvan de hoofdvestiging in een niet-lidstaat is gelegen, haar bekwaamheid aantonen op basis van een certificaat dat door dat land aan de organisatie is afgegeven voor het product, onderdeel en uitrustingsstuk waarvoor de aanvraag is ingediend overeenkomstig bijlage I (deel 21), voor zover:

a)

het betreffende land het land van ontwerp is;

b)

het Agentschap heeft vastgesteld dat het systeem van dat land hetzelfde onafhankelijke niveau van controle op de naleving omvat als de onderhavige verordening, via een gelijkwaardig systeem van goedkeuringen van organisaties of via directe betrokkenheid van de bevoegde instantie in het betreffende land.”.

8)

In artikel 9 worden leden 2 en 3 vervangen door:

“2.   In afwijking van lid 1 van dit artikel kan een voor het ontwerp van producten en hun onderdelen en uitrustingsstukken verantwoordelijke natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn hoofdvestiging in een lidstaat heeft, overeenkomstig artikel 2, lid 2, bij wijze van alternatief zijn bekwaamheid aantonen overeenkomstig bijlage Ib (deel 21 Light).

3.   Het aantonen van de bekwaamheid overeenkomstig lid 1 of lid 2 is niet vereist wanneer de productieorganisatie of de natuurlijke persoon of rechtspersoon betrokken is bij de volgende productieactiviteiten:

a)

de productie van onderdelen of uitrustingsstukken die, overeenkomstig bijlage I (deel 21), in aanmerking komen voor installatie in een product waarvoor een typecertificaat is afgegeven, zonder dat ze vergezeld hoeven te gaan van een certificaat van vrijgave (EASA-formulier 1);

b)

de productie van onderdelen die overeenkomstig bijlage Ib (deel 21 Light) in aanmerking komen voor installatie in een luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd, zonder dat ze vergezeld hoeven te gaan van een certificaat van vrijgave (EASA-formulier 1);

c)

de productie van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd, zoals bedoeld in artikel 2, lid 3, en onderdelen die in aanmerking komen om in dergelijke luchtvaartuigen te worden geïnstalleerd. In dat geval worden de productieactiviteiten uitgevoerd overeenkomstig subdeel R van sectie A van bijlage Ib (deel 21 Light).”.

9)

Artikel 10 wordt vervangen door:

“Artikel 10

Maatregelen van het Agentschap

1.   Het Agentschap zal aanvaardbare middelen van naleving opstellen waarvan bevoegde autoriteiten, organisaties en personeel gebruik kunnen maken om aan te tonen dat zij voldoen aan de voorschriften van bijlage I (deel 21) en bijlage Ib (deel 21 Light).

2.   De aanvaardbare middelen van naleving die door het Agentschap worden opgesteld, mogen niet leiden tot de invoering van nieuwe eisen, noch tot afzwakking van de eisen van bijlage I (deel 21) en bijlage Ib (deel 21 Light).”.

10)

Bijlage I (deel 21) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

11)

Bijlage Ib (deel 21 Light) wordt toegevoegd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 25 augustus 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 juni 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie van 3 augustus 2012 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (PB L 224 van 21.8.2012, blz. 1).

(3)  Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, ondertekend te Chicago op 7 december 1944 (het “Verdrag van Chicago”).

(4)  Advies 05/2021 van 22 oktober 2021 van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, deel 21 Light — Certificering en verklaring van overeenstemming met het ontwerp van luchtvaartuigen die in de sportieve en recreatieve luchtvaart worden gebruikt en aanverwante producten en onderdelen, en verklaring van ontwerp- en productiebekwaamheid van organisaties, https://www.easa.europa.eu/document-library/opinions/opinion-052021


BIJLAGE I

Bijlage I (deel 21) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Sectie A, subdeel G, wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 21.A.133 wordt vervangen door:

“21.A.133   Aanvaardbaarheid

Elke natuurlijke of rechtspersoon (“organisatie”) komt in aanmerking voor een erkenning overeenkomstig dit subdeel. De aanvrager moet:

a)

verantwoorden dat, voor een welbepaald werkgebied, een erkenning overeenkomstig dit subdeel gepast is om aan te tonen dat zijn product voldoet aan een specifiek ontwerp, en

b)

houder zijn van of een aanvraag hebben ingediend voor een goedkeuring van dat specifieke ontwerp, of

c)

verklaard hebben of voornemens zijn te verklaren dat een specifiek ontwerp in overeenstemming is met subdeel C van sectie A van bijlage Ib (deel 21 Light), of

d)

gezorgd hebben voor een toereikende coördinatie tussen productie en ontwerp, via een passende overeenkomst met:

1)

de aanvrager of houder van een overeenkomstig deze verordening afgegeven goedkeuring van dat specifieke ontwerp, of

2)

de natuurlijke persoon of rechtspersoon die verklaard heeft dat dat specifieke ontwerp in overeenstemming is met bijlage Ib, sectie A, subdeel C (deel 21 Light).”;

b)

in punt 21.A.139 wordt punt d) vervangen door:

“d)

Als onderdeel van het aspect kwaliteitsbeheer van het productiebeheersysteem moet de productieorganisatie:

1.

garanderen dat elk product, onderdeel of uitrustingsstuk dat wordt geproduceerd door de organisatie of door haar partners, of wordt geleverd door of uitbesteed aan derden, in overeenstemming is met de toepasselijke ontwerpgegevens en veilig kan worden gebruikt, zodat de organisatie de in punt 21.A.163 gedefinieerde voorrechten kan uitoefenen;

2.

in voorkomend geval binnen het toepassingsgebied van de erkenning controleprocedures vaststellen, toepassen en in stand houden voor:

i)

de uitgifte, goedkeuring of wijziging van documenten;

ii)

de evaluatieaudit en beheersing van leveranciers en onderaannemers;

iii)

de verificatie dat binnenkomende producten, onderdelen, materialen en uitrustingen, met inbegrip van door de kopers van producten geleverde nieuwe of gebruikte delen, beantwoorden aan de toepasselijke ontwerpgegevens;

iv)

identificatie en traceerbaarheid;

v)

fabricageprocessen;

vi)

inspectie en proeven, met inbegrip van testvluchten;

vii)

kalibratie van gereedschappen, mallen en testapparatuur;

viii)

beheersing van niet-conforme artikelen;

ix)

coördinatie inzake luchtwaardigheid met:

A)

de aanvrager of houder van een ontwerpgoedkeuring;

B)

de natuurlijke persoon of rechtspersoon die verklaard heeft dat een ontwerp in overeenstemming is met bijlage Ib, sectie A, subdeel C (deel 21 Light);

x)

het bijhouden en bewaren van gegevens;

xi)

de bekwaamheid en kwalificaties van personeel;

xii)

de afgifte van vrijgavedocumenten betreffende luchtwaardigheid;

xiii)

behandeling, opslag en verpakking;

xiv)

interne kwaliteitsaudits en daaruit voortvloeiende corrigerende maatregelen;

xv)

werk dat binnen de erkenningsvoorwaarden wordt uitgevoerd op een andere plaats dan de goedgekeurde faciliteiten;

xvi)

werk dat wordt uitgevoerd na de productie maar vóór de levering, om het luchtvaartuig in een gebruiksveilige toestand te houden;

xvii)

afgifte van een vliegvergunning en goedkeuring van de daaraan gekoppelde vluchtvoorwaarden;

3.

specifieke bepalingen opnemen in de controleprocedures voor kritieke onderdelen.”;

c)

in punt 21.A.145 wordt punt b) vervangen door:

“b)

met betrekking tot alle noodzakelijke luchtwaardigheids- en milieubeschermingsgegevens:

1.

dat de productieorganisatie dergelijke gegevens heeft ontvangen van het Agentschap en van de houder of aanvrager van het typecertificaat, het beperkt typecertificaat of de ontwerpgoedkeuring die overeenkomstig deze verordening is afgegeven of van een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een verklaring van overeenstemming van het ontwerp heeft afgelegd overeenkomstig bijlage Ib, sectie A, subdeel C (deel 21 Light), met inbegrip van alle vrijstellingen van de milieubeschermingseisen, teneinde te bepalen of voldaan is aan de toepasselijke ontwerpgegevens;

2.

dat de productieorganisatie een procedure heeft opgesteld om ervoor te zorgen dat de luchtwaardigheids- en milieubeschermingsgegevens correct worden opgenomen in de productiegegevens;

3.

dat deze gegevens up-to-date worden gehouden en ter beschikking worden gesteld van alle personeel dat toegang tot die gegevens moet hebben om zijn taken te kunnen vervullen.”;

d)

punt 21.A.163 wordt vervangen door:

21.A.163   Bevoegdheden

Overeenkomstig de in 21.A.135 vermelde erkenningsvoorwaarden kan de houder van een erkenning als productieorganisatie:

a)

productieactiviteiten uitvoeren overeenkomstig deze bijlage of bijlage Ib (deel 21 Light);

b)

in het geval van een compleet typegecertificeerd luchtvaartuig en na overlegging van een conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52) overeenkomstig 21.A.174 en 21.A.204 van deze bijlage of overeenkomstig 21L.A.143, punt c), en 21L.A.163 van bijlage Ib (deel 21 Light), een bewijs van luchtwaardigheid en een geluidscertificaat verkrijgen zonder verdere bewijsvoering;

c)

in het geval van andere producten, onderdelen of uitrustingsstukken, certificaten van vrijgave (EASA-formulier 1) afgeven overeenkomstig deze bijlage (deel 21) of bijlage Ib (deel 21 Light) zonder verdere bewijsvoering;

d)

in het geval van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgegeven overeenkomstig 21L.A.43 van bijlage Ib (deel 21 Light) en op vertoon van een overeenkomstig 21L.A.143, punt d), en 21L.A.163 van bijlage Ib (deel 21 Light) afgegeven conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52B), een beperkt bewijs van luchtwaardigheid en een beperkt geluidscertificaat verkrijgen zonder verdere bewijsvoering;

e)

in het geval van producten of onderdelen die moet worden geïnstalleerd in een luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd overeenkomstig 21L.A.43 van bijlage Ib (deel 21 Light), certificaten van vrijgave (EASA-formulier 1) afgeven overeenkomstig bijlage Ib (deel 21 Light) zonder verdere bewijsvoering;

f)

een nieuw, door hem geproduceerd luchtvaartuig onderhouden en een certificaat van vrijgave (EASA-formulier 53) met betrekking tot dat onderhoud afgeven;

g)

met inachtneming van de procedures zoals overeengekomen met zijn bevoegde autoriteit voor productie, wanneer het gaat om een luchtvaartuig dat de houder zelf heeft gebouwd en in het geval de productieorganisatie krachtens haar erkenning als productieorganisatie zelf controle uitoefent op de configuratie van het luchtvaartuig en verklaart zich te zullen conformeren aan de voor de vlucht goedgekeurde ontwerpvoorwaarden, een vliegvergunning afgeven overeenkomstig 21.A.711, punt c), tevens houdende goedkeuring van de vluchtvoorwaarden overeenkomstig 21.A.710, punt b).”;

e)

punt 21.A.165 wordt vervangen door:

21.A.165   Verplichtingen van de houder

Overeenkomstig de in 21.A.135 vermelde erkenningsvoorwaarden moet de houder van een erkenning als productieorganisatie:

a)

ervoor zorgen dat het in overeenstemming met 21.A.143 ter beschikking gestelde handboek en de documenten waarnaar het verwijst, in de organisatie gebruikt worden als basiswerkdocumenten;

b)

de productieorganisatie instandhouden conform de voor de erkenning als productieorganisatie goedgekeurde gegevens en procedures;

c)

1.

vaststellen dat elk geproduceerd luchtvaartuig beantwoordt aan het typeontwerp en veilig kan worden gebruikt, alvorens conformiteitsverklaringen voor te leggen aan de bevoegde autoriteit, of

2.

vaststellen dat andere producten, onderdelen of uitrustingsstukken compleet zijn, beantwoorden aan de goedgekeurde of verklaarde ontwerpgegevens en dat ze veilig kunnen worden gebruikt, alvorens EASA-formulier 1 af te geven om te bewijzen dat ze beantwoorden aan de goedgekeurde of verklaarde ontwerpgegevens en veilig kunnen worden gebruikt;

3.

en, in het geval van milieueisen, vaststellen dat:

i)

de geproduceerde motor voldoet aan de motoremissievereisten die van toepassing zijn op de datum waarop de motor is gebouwd, en

ii)

het afgewerkte vliegtuig voldoet aan de CO2-emissievereisten die van toepassing zijn op de datum waarop het eerste bewijs van luchtwaardigheid voor het vliegtuig is afgegeven;

4.

vaststellen dat andere producten, onderdelen of uitrustingsstukken beantwoorden aan de toepasselijke gegevens, alvorens EASA-formulier 1 af te geven als bewijs van conformiteit;

d)

bijstand verlenen aan de houder van het typecertificaat of andere ontwerpgoedkeuring of aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een verklaring van overeenstemming met het ontwerp heeft afgelegd overeenkomstig bijlage Ib, sectie A, subdeel C (deel 21 Light), met betrekking tot alle acties op het gebied van blijvende luchtwaardigheid die verband houden met de geproduceerde producten, onderdelen of uitrustingsstukken;

e)

indien de houder, overeenkomstig zijn erkenningsvoorwaarden, voornemens is een certificaat van vrijgave af te geven, vaststellen dat elk afgewerkt luchtvaartuig onderworpen is aan het noodzakelijke onderhoud en veilig kan worden gebruikt, alvorens het certificaat af te geven;

f)

voor zover van toepassing, de voorwaarden vaststellen waaronder een vliegvergunning kan worden afgegeven op grond van de bevoegdheid in 21.A.163, punt e);

g)

voor zover van toepassing, overeenstemming bereiken met 21.A.711, punten c) en e), alvorens een vliegvergunning voor een luchtvaartuig af te geven, op grond van de bevoegdheid in 21.A.163, punt e);

h)

voldoen aan subdeel A van deze sectie.”.

2)

Sectie A, subdeel H, wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 21.A.171 wordt vervangen door:

21.A.171   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt de procedure vastgelegd voor de afgifte van bewijzen van luchtwaardigheid aan luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een overeenkomstig deze bijlage afgegeven typecertificaat.”;

b)

in punt 21.A.174 wordt punt b) vervangen door:

“b)

Elke aanvraag voor een bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid moet het volgende omvatten:

1.

de klasse van het bewijs van luchtwaardigheid waarvoor een aanvraag wordt ingediend;

2.

voor nieuwe luchtvaartuigen:

i)

een conformiteitsverklaring:

afgegeven overeenkomstig 21.A.163, punt b), of

afgegeven overeenkomstig 21.A.130 en gevalideerd door de bevoegde autoriteit, of

voor een geïmporteerd luchtvaartuig, een overeenkomstig 21.A.163, punt b), afgegeven conformiteitsverklaring of, in geval van een overeenkomstig artikel 9, lid 4, van deze verordening geïmporteerd luchtvaartuig, een door de exporterende autoriteit ondertekende verklaring dat het luchtvaartuig voldoet aan een door het Agentschap goedgekeurd ontwerp;

ii)

een gewichts- en zwaartepuntsrapport met een beladingschema;

iii)

het vlieghandboek, indien vereist door de toepasselijke certificeringsspecificaties voor het betreffende luchtvaartuig;

3.

voor gebruikte luchtvaartuigen afkomstig uit:

i)

een lidstaat, een overeenkomstig bijlage I (deel-M) of bijlage V ter (deel-ML) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie (1) afgegeven certificaat van herbeoordeling van de luchtwaardigheid;

ii)

een niet-lidstaat:

een verklaring door de bevoegde autoriteit van het land waar het luchtvaartuig geregistreerd is, of was, waarin de luchtwaardigheidstoestand van het betreffende luchtvaartuig op het moment van de overdracht wordt beschreven;

een gewichts- en zwaartepuntsrapport met een beladingschema;

het vlieghandboek indien dit wordt vereist in de luchtwaardigheidsvoorschriften voor dat luchtvaartuig;

historische gegevens om de productie-, wijzigings- en onderhoudsstatus van het luchtvaartuig vast te stellen, met inbegrip van alle beperkingen die verbonden zijn aan een beperkt bewijs van luchtwaardigheid dat is afgegeven overeenkomstig 21.B.327;

een aanbeveling voor de afgifte van een bewijs van luchtwaardigheid of een beperkt bewijs van luchtwaardigheid en voor een certificaat van herbeoordeling van de luchtwaardigheid op grond van een beoordeling van de luchtwaardigheid overeenkomstig bijlage I (deel-M) of bijlage V ter (deel-ML) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014;

de datum waarop het eerste bewijs van luchtwaardigheid is afgegeven en, indien de normen van bijlage 16, volume III, bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart van toepassing zijn, de gegevens inzake CO2-emissies in metrische waarden.”.

3)

Sectie A, subdeel I, wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 21.A.201 wordt vervangen door:

21.A.201   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt de procedure vastgelegd voor de afgifte van geluidscertificaten aan luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een overeenkomstig deze bijlage afgegeven typecertificaat.”;

b)

in punt 21.A.204 wordt punt b) vervangen door:

“b)

Elke aanvraag moet bevatten:

1.

voor nieuwe luchtvaartuigen:

i)

een conformiteitsverklaring:

afgegeven overeenkomstig 21.A.163, punt b), of

afgegeven overeenkomstig 21.A.130 en gevalideerd door de bevoegde autoriteit, of

voor een geïmporteerd luchtvaartuig, een overeenkomstig 21.A.163, punt b), afgegeven conformiteitsverklaring of, in geval van een overeenkomstig artikel 9, lid 4, van deze verordening geïmporteerd luchtvaartuig, een door de exporterende autoriteit ondertekende verklaring dat het luchtvaartuig voldoet aan een door het Agentschap goedgekeurd ontwerp, en

ii)

de in overeenstemming met de toepasselijke geluidseisen vastgestelde informatie;

2.

voor gebruikte luchtvaartuigen:

i)

de in overeenstemming met de toepasselijke geluidseisen vastgestelde informatie, en

ii)

historische gegevens om de productie-, wijzigings- en onderhoudsstatus van het luchtvaartuig vast te leggen/stellen.”.

4)

Sectie A, subdeel J, wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 21.A.233 wordt vervangen door:

21.A.233   Aanvaardbaarheid

Elke natuurlijke of rechtspersoon (“organisatie”) komt in aanmerking voor een erkenning overeenkomstig dit subdeel:

a)

om de overeenstemming met 21.A.14, 21.A.112B, 21.A.432B of 21.A.602B aan te tonen, of

b)

om de overeenstemming met 21L.A.23, 21L.A.83 of 21L.A.204 van bijlage Ib (deel 21 Light) aan te tonen, of

c)

om bevoegdheden krachtens 21.A.263 te verkrijgen voor de goedkeuring van geringe wijzigingen of ontwerpen van geringe reparaties, of voor de afgifte van verklaringen van overeenstemming met betrekking tot geringe wijzigingen of ontwerpen van geringe reparaties van luchtvaartuigen waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard overeenkomstig bijlage Ib, sectie A, subdeel C (deel 21 Light).”;

b)

in punt 21.A.239 wordt punt d) vervangen door:

“d)

Als onderdeel van het aspect ontwerpborging van het ontwerpbeheersysteem moet de ontwerporganisatie:

1.

een systeem vaststellen, toepassen en in stand houden voor de controle van en het toezicht op het ontwerp en de wijzigingen en reparaties van het ontwerp van producten, onderdelen en uitrustingsstukken die onder de erkenningsvoorwaarden vallen; dit systeem moet:

i)

een luchtwaardigheidsfunctie omvatten, die er moet op toezien dat het ontwerp van producten, onderdelen en uitrustingsstukken of de wijzigingen en reparaties van het ontwerp in overeenstemming zijn met de toepasselijke typecertificeringsbasis, de technische specificaties met betrekking tot het afleggen van verklaringen, de toepasselijke certificeringsbasis voor de gegevens betreffende de operationele geschiktheid en de milieubeschermingseisen;

ii)

ervoor zorgen dat het zich op passende wijze kwijt van zijn verantwoordelijkheden overeenkomstig deze bijlage en de overeenkomstig 21.A.251 uitgegeven erkenningsvoorwaarden;

2.

een onafhankelijke verificatiefunctie voor het aantonen van de naleving vaststellen, toepassen en in stand houden op basis waarvan de ontwerporganisatie verklaart dat zij in overeenstemming is met de toepasselijke eisen inzake luchtwaardigheid, gegevens betreffende de operationele geschiktheid en milieubescherming, en

3.

specificeren op welke manier het ontwerpborgingssysteem garandeert dat de ontworpen onderdelen of uitrustingsstukken aanvaardbaar zijn of dat de partners of onderaannemers hun taken uitvoeren overeenkomstig methoden die zijn vastgelegd in schriftelijke procedures.”;

c)

punt 21.A.263 wordt vervangen door:

21.A.263   Bevoegdheden

a)

(Gereserveerd)

b)

(Gereserveerd)

c)

De houder van een erkenning als ontwerporganisatie heeft het recht om, binnen de reikwijdte van de erkenningsvoorwaarden krachtens 21.A.251 en overeenkomstig de relevante procedures van het ontwerpbeheersysteem:

1.

wijzigingen van een typecertificaat of een aanvullend typecertificaat en reparatieontwerpen te classificeren als “ingrijpend” of “gering”;

2.

geringe wijzigingen van een typecertificaat of een aanvullend typecertificaat en ontwerpen van geringe reparaties overeenkomstig deze bijlage (deel 21) of bijlage Ib (deel 21 Light) goed te keuren;

3.

de conformiteit te verklaren van een geringe wijziging of een ontwerp van een geringe reparatie van een luchtvaartuig waarvoor de declarant een verklaring van overeenstemming met het ontwerp heeft afgelegd overeenkomstig 21L.A.43 van bijlage Ib, sectie A, subdeel C (deel 21 Light);

4.

overeenkomstig 21L.A.43 van bijlage Ib (deel 21 Light) te verklaren dat een gewijzigd luchtvaartuigontwerp in overeenstemming is met het ontwerp, in het geval de natuurlijke persoon of rechtspersoon die oorspronkelijk overeenkomstig 21L.A.43 van bijlage Ib (deel 21 Light) een verklaring van overeenstemming met het ontwerp heeft afgelegd voor dat luchtvaartuig, niet meer actief is of niet antwoordt op verzoeken om een verklaring van overeenstemming van ontwerpwijzigingen af te leggen;

5.

bepaalde ontwerpen van ingrijpende reparaties van producten of hulpaggregaten (APU’s) goed te keuren onder subdeel M van deze bijlage;

6.

voor bepaalde luchtvaartuigen de voorwaarden goed te keuren waaronder een vliegvergunning kan worden afgegeven overeenkomstig 21.A.710, punt a), 2, behoudens vliegvergunningen afgegeven krachtens 21.A.701, punt a), 15;

7.

een vliegvergunning af te geven in overeenstemming met 21.A.711, punt b), voor een luchtvaartuig dat hij heeft ontworpen of gewijzigd, of waarvoor hij onder 21.A.263, punt c), 6, de voorwaarden waaronder de vliegvergunning kan worden afgegeven, heeft goedgekeurd, en wanneer de houder van een erkenning als ontwerporganisatie zelf:

i)

de configuratie van het luchtvaartuig controleert, en

ii)

de conformiteit met de voor de vlucht goedgekeurde ontwerpvoorwaarden bevestigt;

8.

bepaalde ingrijpende wijzigingen van een typecertificaat onder subdeel D van deze bijlage of onder subdeel D van bijlage Ib, sectie A (deel 21 Light), goed te keuren, en

9.

bepaalde aanvullende typecertificaten af te geven onder subdeel E van deze bijlage of onder subdeel E van bijlage Ib, sectie A (deel 21 Light) en bepaalde ingrijpende wijzigingen van die certificaten goed te keuren.”;

d)

in punt 21.A.265 wordt punt c) vervangen door:

“c)

vaststellen dat het ontwerp van de producten of van de wijzigingen of reparaties ervan voldoet aan de toepasselijke typecertificeringsbasis, de technische specificaties inzake het afleggen van verklaringen, de certificeringsbasis voor de gegevens betreffende de operationele geschiktheid en de milieubeschermingseisen, en geen onveilige kenmerken vertoont;”.

5)

In sectie A, subdeel K, 21.A.307, wordt het volgende punt b), 7, ingevoegd:

“7.

een onderdeel of uitrustingsstuk dat vervaardigd is door een in artikel 9, lid 4, van deze verordening bedoelde persoon of organisatie;”.

6)

In aanhangsel I wordt de titel “Instructies voor het gebruik van EASA-formulier 1” vervangen door:

“Deze instructies gelden alleen voor het gebruik van EASA-formulier 1 voor productiedoeleinden. De aandacht wordt gevestigd op aanhangsel II van bijlage I (deel-M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014, dat het gebruik beschrijft van EASA-formulier 1 voor onderhoudsdoeleinden.

1.   DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED

1.1.

Een primaire doelstelling van het certificaat is het luchtwaardig verklaren van nieuwe luchtvaartproducten, onderdelen en uitrustingsstukken (hierna “artikel(en)” genoemd).

1.2.

Tussen het certificaat en het artikel of de artikelen moet een correlatie zijn vastgesteld. De opdrachtgever moet een certificaat bijhouden in een vorm die controle van de originele gegevens toelaat.

1.3.

Het certificaat wordt aanvaard door veel luchtwaardigheidsautoriteiten, maar dit kan afhangen van bilaterale overeenkomsten en/of het beleid van de luchtwaardigheidsautoriteit.

1.4.

Het certificaat is geen leveringsbon of verschepingsdocument.

1.5.

Luchtvaartuigen mogen niet worden vrijgegeven door middel van dit certificaat.

1.6.

Het certificaat is geen goedkeuring om het artikel te installeren in een welbepaald luchtvaartuig, een welbepaalde motor of propeller, maar helpt de eindgebruiker zich een oordeel te vormen over de stand van zaken bij de goedkeuring van de luchtwaardigheid ervan.

1.7.

Een mengeling van door fabricage en door onderhoud vrijgegeven artikelen is niet geoorloofd op hetzelfde certificaat.

1.8.

Een mengeling van artikelen die conform “goedgekeurde gegevens” en “niet-goedgekeurde gegevens” gecertificeerd zijn, is niet toegestaan op hetzelfde certificaat.

2.   ALGEMEEN

2.1.

Het certificaat moet overeenstemmen met het bijgevoegde formaat inclusief de nummers van de vakken en de plaats van elk vak. De opmaak van ieder vak mag evenwel worden aangepast aan de individuele aanvraag, maar niet in zodanige mate dat het certificaat er onherkenbaar door wordt.

2.2.

Het certificaat moet opgemaakt zijn in “liggende” indeling, maar het totale formaat van het certificaat mag in aanzienlijke mate worden vergroot of verkleind zolang het certificaat herkenbaar en leesbaar blijft. In geval van twijfel dient u de bevoegde autoriteit te raadplegen.

2.3.

De verklaring in verband met de verantwoordelijkheden van de gebruiker/installateur mag op de voor- of de achterzijde van het formulier worden geplaatst.

2.4.

Tekst moet duidelijk en leesbaar worden aangebracht om het leesgemak te vergroten.

2.5.

Het certificaat kan ofwel voorgedrukt ofwel per computer gegenereerd worden; in beide gevallen moeten de regels en tekens duidelijk en goed leesbaar en in overeenstemming met de vastgestelde opmaak worden afgedrukt.

2.6.

Het certificaat moet worden opgesteld in het Engels en, voor zover van toepassing, in een of meer andere talen.

2.7.

De gegevens die op het certificaat moeten worden ingevuld, kunnen machinaal of per computer worden afgedrukt of kunnen met de hand worden ingevuld in blokletters en de tekst moet gemakkelijk leesbaar zijn.

2.8.

Het gebruik van afkortingen moet, voor de duidelijkheid, tot een minimum worden beperkt.

2.9.

De open ruimte op de achterkant van het certificaat mag door de opsteller worden gebruikt om aanvullende informatie te geven maar mag geen certificeringsverklaring bevatten. Als het certificaat op de achterkant wordt ingevuld, moet hiernaar worden verwezen in het betreffende vak op de voorkant van het certificaat.

3.   AFSCHRIFTEN

3.1.

Het aantal afschriften van het certificaat dat naar de klant gestuurd wordt of door de opsteller bewaard wordt, is onbeperkt.

4.   FOUT(EN) OP EEN CERTIFICAAT

4.1.

Als een eindgebruiker een fout of fouten aantreft op een certificaat, moet hij deze schriftelijk melden aan de opsteller. De opsteller mag een nieuw certificaat opmaken als deze de fout(en) kan verifiëren en verbeteren.

4.2.

Het nieuwe certificaat moet een nieuw volgnummer krijgen en het moet opnieuw ondertekend en gedateerd worden.

4.3.

De aanvraag van een nieuw certificaat kan worden gehonoreerd zonder een hernieuwde verificatie van de toestand van het artikel of de artikelen. Het nieuwe certificaat is geen verklaring over de huidige toestand en dient in vak 12 naar het vorige certificaat te verwijzen door middel van de volgende verklaring: “Dit certificaat corrigeert de fout(en) in vak(ken) [gecorrigeerd(e) vak(ken) invullen] van certificaat [oorspronkelijk volgnummer invullen] op datum van [oorspronkelijke afgiftedatum invullen] en houdt geen verklaring van overeenstemming/toestand/vrijgave voor gebruik in”. Beide certificaten moeten worden bewaard gedurende de bewaringsperiode die geldt voor het eerste certificaat.

5.   INVULLEN VAN HET CERTIFICAAT DOOR DE OPSTELLER

Vak 1

Bevoegde autoriteit/land van afgifte erkenning

Vermeld de naam en het land van de bevoegde autoriteit onder wiens bevoegdheid dit certificaat wordt afgegeven. Indien de bevoegde autoriteit het Agentschap is, moet alleen “EASA” worden vermeld.

Vak 2

Koptekst EASA-formulier 1

“CERTIFICAAT VAN GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK EASA-FORMULIER 1”

Vak 3

Volgnummer formulier

In dit vak moet een uniek nummer staan dat wordt vastgesteld door het nummeringsysteem of de nummeringsprocedure van de in vak 4 vermelde organisatie; dit nummer mag alfanumerieke en numerieke tekens bevatten.

Vak 4

Naam en adres organisatie

Vul de volledige naam en het adres in van de productieorganisatie (raadpleeg EASA-formulier 55 blad A) of de natuurlijke personen of rechtspersonen die het artikel of de artikelen waarover het certificaat handelt, vrijgeven. Logo’s e.d. van de organisatie zijn toegestaan als ze in het vak passen.

Vak 5

Werkopdracht/contract/factuur

Vul het werkopdrachtnummer, contractnummer, factuurnummer of een soortgelijk referentienummer in om de traceerbaarheid van het artikel of de artikelen te vergemakkelijken voor de klant.

Vak 6

Artikel

Vul regelartikelnummers in wanneer er meer dan een regelartikel is. Dit vak maakt het mogelijk om kruisverwijzingen aan te brengen met de opmerkingen in vak 12.

Vak 7

Omschrijving

Hier moet de naam of een omschrijving van het artikel worden ingevuld. Het verdient de voorkeur de benaming te gebruiken uit de instructies voor blijvende luchtwaardigheid of onderhoudsgegevens (bv. geïllustreerde onderdelencatalogus, handleiding voor luchtvaartuigonderhoud, onderhoudsrapport, handleiding voor onderdelenonderhoud).

Vak 8

Onderdeelnummer

Vul het onderdeelnummer in zoals dit wordt vermeld op het artikel of het label/de verpakking. Voor een motor of propeller mag de benaming van het type worden gebruikt.

Vak 9

Aantal

Vermeld het aantal artikelen.

Vak 10

Serienummer

Als het artikel volgens de regelgeving moet worden geïdentificeerd met een serienummer, moet dit hier worden vermeld. Bovendien mogen alle andere serienummers worden vermeld die niet door de regelgeving worden vereist. Vul “n.v.t.” in als het artikel geen serienummer draagt.

Vak 11

Status/werk

Vermeld hier “PROTOTYPE” of “NIEUW”.

Vermeld “PROTOTYPE” voor:

i)

de productie van een nieuw artikel in overeenstemming met niet-goedgekeurde ontwerpgegevens;

ii)

de productie van een nieuw artikel in overeenstemming met ontwerpgegevens waarvoor een declarant nog geen verklaring is afgelegd overeenkomstig subdeel C, F of N van sectie A van bijlage Ib (deel 21 Light);

iii)

hercertificering door de organisatie vermeld in vak 4 van het vorige certificaat na veranderings- of rectificatiewerkzaamheden aan een artikel voorafgaand aan de ingebruikneming (bv. na verwerking van een wijziging aan het ontwerp, verbetering van een defect, een inspectie of test, of hernieuwing van de levensduur). Gegevens over de oorspronkelijke vrijgave en de veranderings- of rectificatiewerkzaamheden moeten in vak 12 worden vermeld;

Vermeld “NIEUW” voor:

i)

de productie van een nieuw artikel in overeenstemming met de goedgekeurde ontwerpgegevens;

ii)

de productie van een nieuw artikel in overeenstemming met ontwerpgegevens waarvoor een declarant een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig subdeel C, F of N van sectie A van bijlage Ib (deel 21 Light);

iii)

hercertificering door de organisatie vermeld in vak 4 van het vorige certificaat na veranderings- of rectificatiewerkzaamheden aan een artikel voorafgaand aan de ingebruikneming (bv. na verwerking van een wijziging aan het ontwerp, verbetering van een defect, een inspectie of test, of hernieuwing van de levensduur). Gegevens over de oorspronkelijke vrijgave en de veranderings- of rectificatiewerkzaamheden moeten in vak 12 worden vermeld;

iv)

hercertificering door de productfabrikant of de organisatie vermeld in vak 4 van het vorige certificaat van artikelen van “prototype” (uitsluitend conform niet-goedgekeurde gegevens) tot “nieuw” (conform goedgekeurde gegevens en geschikt voor veilig gebruik), na goedkeuring van de toepasselijke ontwerpgegevens, op voorwaarde dat de ontwerpgegevens niet gewijzigd zijn.

Voor gecertificeerde producten moet in vak 12 de volgende verklaring worden ingevuld:

“HERCERTIFICERING VAN ARTIKELEN VAN “PROTOTYPE” TOT “NIEUW”: DIT DOCUMENT CERTIFICEERT DAT DE ONTWERPGEGEVENS [TC/STC-NUMMER, REVISIENIVEAU VERMELDEN] OP BASIS WAARVAN DIT ARTIKEL (DEZE ARTIKELEN) WERD(EN) VERVAARDIGD, WERDEN GOEDGEKEURD OP [ZO NODIG DATUM INVULLEN TER IDENTIFICATIE VAN REVISIESTATUS].”

Het vak “goedgekeurde ontwerpgegevens en kunnen veilig worden gebruikt” in vak 13a moet worden aangekruist;

Voor luchtvaartuigen waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp moet worden afgelegd overeenkomstig bijlage Ib (deel 21 Light), sectie A, subdeel C, wordt de volgende verklaring ingevuld in vak 12:

“HERCERTIFICERING VAN ARTIKELEN VAN “PROTOTYPE” TOT “NIEUW”: DIT DOCUMENT CERTIFICEERT DAT DE VERKLARING VAN DE ONTWERPGEGEVENS [REFERENTIE VAN DE VERKLARING, REVISIENIVEAU VERMELDEN] OP BASIS WAARVAN DIT ARTIKEL (DEZE ARTIKELEN) WERD(EN) VERVAARDIGD, WERDEN GOEDGEKEURD OP [ZO NODIG DATUM INVULLEN TER IDENTIFICATIE VAN REVISIESTATUS].”;

v)

het onderzoek van een eerder vrijgegeven nieuw artikel voordat dit in gebruik genomen wordt in overeenstemming met een klantspecifieke norm of specificatie (bijzonderheden en de oorspronkelijke vrijgave moeten worden ingevuld in vak 12) of om de luchtwaardigheid vast te stellen (een uitleg van de basis voor vrijgave en gedetailleerde gegevens over de oorspronkelijke vrijgave moeten worden opgenomen in vak 12).

Vak 12

Opmerkingen

Beschrijf het werk vermeld in vak 11, ofwel direct, ofwel met verwijzing naar ondersteunende documentatie, dat voor de gebruiker of installateur nodig is bij de bepaling van de luchtwaardigheid van het artikel of de artikelen met betrekking tot het werk dat gecertificeerd wordt. Indien nodig mag er een afzonderlijk blad worden gebruikt met verwijzing vanuit EASA-formulier 1. Van iedere verklaring moet duidelijk zijn naar welk(e) artikel(en) in vak 6 zij verwijst. Indien geen verklaring wordt gegeven, moet “Geen” worden ingevuld.

Vermeld de verantwoording voor vrijgave voor niet-goedgekeurde ontwerpgegevens in vak 12 (bv. in afwachting van een typecertificaat, bestemd voor testdoeleinden, in afwachting van goedgekeurde gegevens).

Als het artikel geproduceerd is overeenkomstig ontwerpgegevens waarvoor een declarant nog geen verklaring heeft afgelegd overeenkomstig bijlage Ib (deel 21 Light), sectie A, subdeel C, F of N, wordt de volgende verklaring opgenomen in vak 12:

“IN AFWACHTING VAN EEN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP OVEREENKOMSTIG SUBDEEL C, F OF N van sectie A van bijlage Ib (deel 21 Light)”.

Als het artikel geproduceerd is overeenkomstig ontwerpgegevens waarvoor een declarant een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig bijlage Ib (deel 21 Light), sectie A, subdeel C, F of N, wordt de volgende verklaring opgenomen in vak 12:

“GEPRODUCEERD IN OVEREENSTEMMING MET DE ONTWERPGEGEVENS VAN EEN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP OVEREENKOMSTIG SUBDEEL C, F OF N van sectie A van bijlage Ib (deel 21 Light)”.

Als de gegevens van een elektronisch EASA-formulier 1 worden afgedrukt, moeten alle gegevens die niet in andere vakken passen in dit vak worden ingevuld.

Vak 13a

Kruis slechts een van de twee vakjes aan.

1.

Kruis het vakje “goedgekeurde ontwerpgegevens en kunnen veilig worden gebruikt” aan als het artikel of de artikelen werden vervaardigd met behulp van goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt bevonden zijn voor veilig gebruik.

2.

Kruis het vakje “niet-goedgekeurde ontwerpgegevens zoals gespecificeerd in vak 12” aan als het artikel of de artikelen werden vervaardigd met behulp van toepasselijke niet-goedgekeurde ontwerpgegevens.

Dit vakje moet ook worden aangekruist als het artikel geproduceerd is in overeenstemming met ontwerpgegevens waarover een verklaring is afgelegd overeenkomstig bijlage Ib (deel 21 Light), sectie A, subdeel C, F of N.

Identificeer de gegevens in vak 12 (bv. in afwachting van een typecertificaat, bestemd voor testdoeleinden, in afwachting van goedgekeurde gegevens, in overeenstemming met ontwerpgegevens van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp overeenkomstig bijlage Ib (deel 21 Light), sectie A, subdeel C, F of N).

Een mengeling van artikelen die worden vrijgegeven op grond van goedgekeurde en niet-goedgekeurde ontwerpgegevens, is niet toegestaan op hetzelfde certificaat.

Vak 13b

Bevoegde handtekening

In deze ruimte moet de handtekening van de bevoegde persoon worden gezet. Alleen personen die specifiek gemachtigd zijn volgens de regels en het beleid van de bevoegde autoriteit, mogen dit vak ondertekenen. Ter vergroting van de herkenbaarheid mag een uniek nummer worden toegevoegd dat de bevoegde persoon identificeert.

Vak 13c

Nummer erkenning/autorisatie

Vermeld het nummer/de referentie van de erkenning/autorisatie. Dit nummer of deze referentie wordt afgegeven door de bevoegde autoriteit voor erkende of verklaarde productieorganisaties (voor onderdelen die geproduceerd zijn onder bijlage Ib (deel 21 Light). Als de organisatie een onderdeel heeft geproduceerd dat overeenstemt met ontwerpgegevens waarvoor een declarant een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig bijlage Ib (deel 21 Light), sectie A, subdeel C, F of N, en de organisatie geen erkende of verklaarde productieorganisatie is, dan moet zij de volgende verklaring vermelden:

“GEPRODUCEERD ONDER SUBDEEL R van sectie A van bijlage Ib (deel 21 Light)”.

Vak 13d

Naam

Vermeld de naam van de persoon wiens handtekening in vak 13b wordt gezet in een leesbare vorm.

Vak 13e

Datum

Hier moet de datum waarop vak 13b wordt ondertekend, worden ingevuld in de volgende vorm: dd = twee cijfers voor de dag, mmm = de drie eerste letters van de maand, jjjj = vier cijfers voor het jaartal.

Vakken 14a-14e

Algemene eisen voor de vakken 14a-14e:

worden niet gebruikt voor productievrijgave. Breng schaduw of een donkere kleur aan of markeer deze vakken zodanig dat er geen onopzettelijk of onbevoegd gebruik van kan worden gemaakt.

Verantwoordelijkheden van de gebruiker/installateur

Zet de volgende verklaring op het certificaat om de eindgebruikers erop te wijzen dat zij niet van hun verantwoordelijkheden ontheven worden betreffende installatie en gebruik van een artikel dat door dit formulier wordt vergezeld:

“DIT CERTIFICAAT HOUDT NIET AUTOMATISCH TOESTEMMING TOT INSTALLATIE IN.

INDIEN DE GEBRUIKER/INSTALLATEUR TE WERK GAAT VOLGENS DE VOORSCHRIFTEN VAN EEN ANDERE LUCHTWAARDIGHEIDSAUTORITEIT DAN DIE WELKE IN VAK 1 IS VERMELD, IS HET VAN ESSENTIEEL BELANG DAT DE GEBRUIKER/INSTALLATEUR ZICH ERVAN VERGEWIST DAT ZIJN/HAAR LUCHTWAARDIGHEIDSAUTORITEIT DE ARTIKELEN VAN DE IN VAK 1 VERMELDE LUCHTWAARDIGHEIDSAUTORITEIT ACCEPTEERT.

DE VERKLARINGEN IN DE VAKKEN 13A EN 14A VORMEN GEEN INSTALLATIECERTIFICERING. HET ONDERHOUDSRAPPORT VOOR LUCHTVAARTUIGEN MOET IN ALLE GEVALLEN EEN INSTALLATIECERTIFICERING BEVATTEN DIE OVEREENKOMSTIG DE NATIONALE VOORSCHRIFTEN AAN DE GEBRUIKER/INSTALLATEUR IS AFGEGEVEN ALVORENS MET HET LUCHTVAARTUIG MAG WORDEN GEVLOGEN.”.”.


(1)  Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de blijvende luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).


BIJLAGE II

De volgende bijlage Ib (deel 21 Light) wordt ingevoegd:

“Inhoudsopgave

21L.1

Toepassingsgebied

21L.2

Bevoegde autoriteit

SECTIE A —

TECHNISCHE EISEN

SUBDEEL A —

ALGEMENE BEPALINGEN

21L.A.1

Toepassingsgebied

21L.A.2

Verplichtingen en acties van andere personen dan de aanvrager of houder van een certificaat of de declarant die een verklaring van overeenstemming met het ontwerp aflegt

21L.A.3

Meldingssysteem

21L.A.4

Luchtwaardigheidsaanwijzingen

21L.A.5

Samenwerking tussen ontwerp en productie

21L.A.6

Markering

21L.A.7

Registratie van gegevens

21L.A.8

Handboeken

21L.A.9

Instructies voor blijvende luchtwaardigheid

21L.A.10

Toegang en onderzoek

21L.A.11

Bevindingen en opmerkingen

21L.A.12

Wijzen van naleving

SUBDEEL B —

TYPECERTIFICATEN

21L.A.21

Toepassingsgebied

21L.A.22

Aanvaardbaarheid

21L.A.23

Bewijs van ontwerpbekwaamheid

21L.A.24

Aanvraag van een typecertificaat

21L.A.25

Bewijs van naleving

21L.A.26

Typeontwerp

21L.A.27

Eisen voor de afgifte van een typecertificaat

21L.A.28

Verplichtingen van een houder van een typecertificaat

21L.A.29

Overdraagbaarheid van een typecertificaat

21L.A.30

Blijvende geldigheid van een typecertificaat

SUBDEEL C —

VERKLARINGEN VAN OVEREENSTEMMING VAN EEN LUCHTVAARTUIG MET HET ONTWERP

21L.A.41

Toepassingsgebied

21L.A.42

Aanvaardbaarheid

21L.A.43

Verklaring van overeenstemming met het ontwerp

21L.A.44

Nalevingsactiviteiten voor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp

21L.A.45

Gedetailleerde technische specificaties en milieubeschermingseisen die van toepassing zijn op luchtvaartuigen waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd

21L.A.46

Ontwerpgegevens van het luchtvaartuig

21L.A.47

Verplichtingen van de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp

21L.A.48

Niet-overdraagbaarheid van een verklaring van overeenstemming van een luchtvaartuigontwerp

SUBDEEL D —

WIJZIGINGEN VAN TYPECERTIFICATEN

21L.A.61

Toepassingsgebied

21L.A.62

Standaardwijzigingen

21L.A.63

Classificatie van wijzigingen van een typecertificaat

21L.A.64

Aanvaardbaarheid

21L.A.65

Aanvraag voor een wijziging van een typecertificaat

21L.A.66

Bewijs van naleving

21L.A.67

Eisen voor de goedkeuring van een geringe wijziging van een typecertificaat

21L.A.68

Eisen voor de goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat

21L.A.69

Goedkeuring van een wijziging van een typecertificaat op grond van een bevoegdheid

21L.A.70

Verplichtingen met betrekking tot geringe wijzigingen van een typecertificaat

SUBDEEL E —

AANVULLENDE TYPECERTIFICATEN

21L.A.81

Toepassingsgebied

21L.A.82

Aanvaardbaarheid

21L.A.83

Bewijs van ontwerpbekwaamheid

21L.A.84

Aanvraag van een aanvullend typecertificaat

21L.A.85

Bewijs van naleving

21L.A.86

Eisen voor de goedkeuring van een aanvullend typecertificaat

21L.A.87

Goedkeuring van een aanvullend typecertificaat op grond van een bevoegdheid

21L.A.88

Verplichtingen van een houder van een aanvullend typecertificaat

21L.A.89

Overdraagbaarheid van een aanvullend typecertificaat

21L.A.90

Blijvende geldigheid van een aanvullend typecertificaat

21L.A.91

Wijzigingen van een deel van een product waarop een aanvullend typecertificaat betrekking heeft

SUBDEEL F —

WIJZIGINGEN VAN LUCHTVAARTUIGEN WAARVOOR EEN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP IS AFGELEGD

21L.A.101

Toepassingsgebied

21L.A.102

Standaardwijzigingen

21L.A.103

Classificatie van wijzigingen van het ontwerp van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd

21L.A.104

Aanvaardbaarheid

21L.A.105

Verklaring van overeenstemming met het ontwerp voor geringe wijzigingen

21L.A.106

Verplichtingen van de persoon die een verklaring van overeenstemming met het ontwerp voor een geringe wijziging aflegt

21L.A.107

Verklaring van overeenstemming met het ontwerp voor een ingrijpende wijziging

21L.A.108

Nalevingsactiviteiten voor verklaringen van overeenstemming voor een ingrijpende wijziging

SUBDEEL G —

VERKLAARDE PRODUCTIEORGANISATIES

21L.A.121

Toepassingsgebied

21L.A.122

Aanvaardbaarheid

21L.A.123

Verklaring van productiebekwaamheid

21L.A.124

Beheersysteem voor productie

21L.A.125

Middelen van de verklaarde productieorganisatie

21L.A.126

Toepassingsgebied van de werkzaamheden

21L.A.127

Verplichtingen van de verklaarde productieorganisatie

21L.A.128

Kennisgeving van wijzigingen en stopzetting van de activiteiten

SUBDEEL H —

BEWIJZEN VAN LUCHTWAARDIGHEID EN BEPERKTE BEWIJZEN VAN LUCHTWAARDIGHEID

21L.A.141

Toepassingsgebied

21L.A.142

Aanvaardbaarheid

21L.A.143

Aanvraag voor een bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid

21L.A.144

Verplichtingen van de aanvrager van een bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid

21L.A.145

Overdraagbaarheid en heruitgifte van een bewijs van luchtwaardigheid en een beperkt bewijs van luchtwaardigheid in lidstaten

21L.A.146

Blijvende geldigheid van een bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid

SUBDEEL I —

GELUIDSCERTIFICATEN EN BEPERKTE GELUIDSCERTIFICATEN

21L.A.161

Toepassingsgebied

21L.A.162

Aanvaardbaarheid

21L.A.163

Toepassing

21L.A.164

Overdraagbaarheid en heruitgifte van geluidscertificaten en beperkte geluidscertificaten in lidstaten

21L.A.165

Blijvende geldigheid van een geluidscertificaat of beperkt geluidscertificaat

SUBDEEL J —

VERKLAARDE ONTWERPORGANISATIES

21L.A.171

Toepassingsgebied

21L.A.172

Aanvaardbaarheid

21L.A.173

Verklaring van ontwerpbekwaamheid

21L.A.174

Beheersysteem voor ontwerp

21L.A.175

Middelen van de verklaarde ontwerporganisatie

21L.A.176

Toepassingsgebied van de werkzaamheden

21L.A.177

Verplichtingen van de verklaarde ontwerporganisatie

21L.A.178

Kennisgeving van wijzigingen en stopzetting van de activiteiten

SUBDEEL K —

ONDERDELEN

21L.A.191

Toepassingsgebied

21L.A.192

Bewijzen van overeenstemming

21L.A.193

Vrijgave van onderdelen voor installatie

SUBDEEL M —

ONTWERP VAN REPARATIES VAN TYPEGECERTIFICEERDE PRODUCTEN

21L.A.201

Toepassingsgebied

21L.A.202

Standaardreparaties

21L.A.203

Classificatie van ontwerpen van reparaties van een typegecertificeerd product

21L.A.204

Aanvaardbaarheid

21L.A.205

Aanvraag voor de goedkeuring van een ontwerp van een reparatie van een typegecertificeerd product

21L.A.206

Bewijs van naleving

21L.A.207

Eisen voor de goedkeuring van een ontwerp van een geringe reparatie

21L.A.208

Eisen voor de goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie

21L.A.209

Goedkeuring van een reparatieontwerp op grond van een bevoegdheid

21L.A.210

Verplichtingen van een houder van een goedkeuring van een reparatieontwerp

21L.A.211

Niet-gerepareerde schade

SUBDEEL N —

ONTWERPEN VAN REPARATIES VAN LUCHTVAARTUIGEN WAARVOOR EEN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP IS AFGELEGD

21L.A.221

Toepassingsgebied

21L.A.222

Standaardreparaties

21L.A.223

Classificatie van ontwerpen van reparaties van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd

21L.A.224

Aanvaardbaarheid

21L.A.225

Verklaring van overeenstemming met ontwerpen van geringe reparaties

21L.A.226

Verklaring van overeenstemming met ontwerpen van ingrijpende reparaties

21L.A.227

Nalevingsactiviteiten voor verklaringen van overeenstemming voor een ontwerp van een ingrijpende reparatie

21L.A.228

Verplichtingen van de declarant van een verklaring van overeenstemming met een reparatieontwerp

21L.A.229

Niet-gerepareerde schade

SUBDEEL O —

ETSO-AUTORISATIES

SUBDEEL P —

VLIEGVERGUNNING

21L.A.241

Vliegvergunning en vluchtvoorwaarden

SUBDEEL Q —

IDENTIFICATIE VAN PRODUCTEN EN ONDERDELEN

21L.A.251

Toepassingsgebied

21L.A.252

Ontwerp van markeringen

21L.A.253

Identificatie van producten

21L.A.254

Behandeling van de identificatiegegevens

21L.A.255

Identificatie van onderdelen

SUBDEEL R —

CONFORMITEITSVERKLARING VOOR LUCHTVAARTUIGEN EN CERTIFICAAT VAN GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK (EASA-FORMULIER 1) VOOR MOTOREN EN PROPELLERS, OF ONDERDELEN DAARVAN, DIE BEANTWOORDEN AAN EEN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP

21L.A.271

Toepassingsgebied

21L.A.272

Aanvaardbaarheid

21L.A.273

Productiecontrolesysteem

21L.A.274

Afgifte van een conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52B) of een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1)

21L.A.275

Verplichtingen van een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52B) of een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) afgeeft

SECTIE B —

PROCEDURES VOOR BEVOEGDE AUTORITEITEN

SUBDEEL A —

ALGEMENE BEPALINGEN

21L.B.11

Toezichtsdocumentatie

21L.B.12

Uitwisseling van informatie

21L.B.13

Informatieverstrekking aan het Agentschap

21L.B.14

Van niet-lidstaten ontvangen luchtwaardigheidsaanwijzingen

21L.B.15

Onmiddellijke reactie op een veiligheidsprobleem

21L.B.16

Beheersysteem

21L.B.17

Toewijzing van taken aan gekwalificeerde entiteiten

21L.B.18

Wijzigingen in het beheersysteem

21L.B.19

Oplossing van geschillen

21L.B.20

Registratie van gegevens

21L.B.21

Bevindingen en opmerkingen

21L.B.22

Handhavingsmaatregelen

21L.B.23

Luchtwaardigheidsaanwijzingen

21L.B.24

Wijzen van naleving

SUBDEEL B —

TYPECERTIFICATEN

21L.B.41

Certificeringsspecificaties

21L.B.42

Eerste onderzoek

21L.B.43

Typecertificeringsbasis voor een typecertificaat

21L.B.44

Bijzondere voorwaarden

21L.B.45

Aanwijzing van de toepasselijke milieubeschermingseisen voor een typecertificaat

21L.B.46

Onderzoek

21L.B.47

Afgifte van een typecertificaat

21L.B.48

Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van producten waarvoor een typecertificaat is afgegeven

21L.B.49

Overdracht van een typecertificaat

SUBDEEL C —

VERKLARINGEN VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP

21L.B.61

Gedetailleerde technische specificaties en toepasselijke milieubeschermingseisen voor verklaringen van overeenstemming met het ontwerp van een product

21L.B.62

Eerste toezichtsonderzoek

21L.B.63

Registratie van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp

21L.B.64

Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van luchtvaartuigen waarvoor verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd

SUBDEEL D —

WIJZIGINGEN VAN TYPECERTIFICATEN

21L.B.81

Typecertificeringsbasis en toepasselijke milieubeschermingseisen voor een ingrijpende wijziging van een typecertificaat

21L.B.82

Onderzoek en afgifte van een goedkeuring van een geringe wijziging van een typecertificaat

21L.B.83

Onderzoek van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat

21L.B.84

Afgifte van een goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat

21L.B.85

Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van gewijzigde producten waarvoor een typecertificaat is afgegeven

SUBDEEL E —

AANVULLENDE TYPECERTIFICATEN

21L.B.101

Typecertificeringsbasis en toepasselijke milieubeschermingseisen voor een aanvullend typecertificaat

21L.B.102

Onderzoek

21L.B.103

Afgifte van een aanvullend typecertificaat

21L.B.104

Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van producten waarvoor een aanvullend typecertificaat is afgegeven

SUBDEEL F —

WIJZIGINGEN VAN LUCHTVAARTUIGEN WAARVOOR EEN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP IS AFGELEGD

21L.B.121

Eerste toezichtsonderzoek van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp van een ingrijpende wijziging van het ontwerp van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd

21L.B.122

Registratie van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp voor een ingrijpende wijziging van een luchtvaartuigontwerp

21L.B.123

Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van een gewijzigd luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd

SUBDEEL G —

VERKLAARDE PRODUCTIEORGANISATIES

21L.B.141

Eerste toezichtsonderzoek

21L.B.142

Registratie van een verklaring van productiebekwaamheid

21L.B.143

Toezicht

21L.B.144

Toezichtsprogramma

21L.B.145

Toezichtsactiviteiten

21L.B.146

Wijzigingen van een verklaring

SUBDEEL H —

BEWIJZEN VAN LUCHTWAARDIGHEID EN BEPERKTE BEWIJZEN VAN LUCHTWAARDIGHEID

21L.B.161

Onderzoek

21L.B.162

Afgifte of wijziging van een bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid

21L.B.163

Toezicht

SUBDEEL I —

GELUIDSCERTIFICATEN

21L.B.171

Onderzoek

21L.B.172

Afgifte of wijziging van geluidscertificaten

21L.B.173

Toezicht

SUBDEEL J —

VERKLAARDE ONTWERPORGANISATIES

21L.B.181

Eerste toezichtsonderzoek

21L.B.182

Registratie van een verklaring van ontwerpbekwaamheid

21L.B.183

Toezicht

21L.B.184

Toezichtsprogramma

21L.B.185

Toezichtsactiviteiten

21L.B.186

Wijzigingen van een verklaring

SUBDEEL K —

ONDERDELEN

SUBDEEL M —

ONTWERPEN VAN REPARATIES VAN TYPEGECERTIFICEERDE PRODUCTEN

21L.B.201

Typecertificeringsbasis en toepasselijke milieubeschermingseisen voor een goedkeuring van een reparatieontwerp

21L.B.202

Onderzoek en afgifte van een goedkeuring van een ontwerp van een geringe reparatie

21L.B.203

Onderzoek van een aanvraag tot goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie

21L.B.204

Afgifte van een goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie

21L.B.205

Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van producten waarvoor een reparatieontwerp is goedgekeurd

21L.B.206

Niet-gerepareerde schade

SUBDEEL N —

ONTWERPEN VAN REPARATIES VAN LUCHTVAARTUIGEN WAARVOOR EEN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP IS AFGELEGD

21L.B.221

Eerste toezichtsonderzoek van een verklaring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie van een luchtvaartuig waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard

21L.B.222

Registratie van een verklaring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie van een luchtvaartuig waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard

21L.B.223

Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van een reparatieontwerp waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard

SUBDEEL O —

ETSO-AUTORISATIES

SUBDEEL P —

VLIEGVERGUNNING

21L.B.241

Onderzoek voorafgaand aan de afgifte van een vliegvergunning

21L.B.242

Onderzoek voorafgaand aan de afgifte van de vluchtvoorwaarden

SUBDEEL Q —

IDENTIFICATIE VAN PRODUCTEN EN ONDERDELEN

SUBDEEL R —

CONFORMITEITSVERKLARING VOOR LUCHTVAARTUIGEN EN CERTIFICATEN VAN GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK (EASA-FORMULIER 1) VOOR MOTOREN EN PROPELLERS, EN ONDERDELEN DAARVAN, DIE BEANTWOORDEN AAN EEN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP

21L.B.251

Toezicht

21L.B.252

Toezichtsprogramma

21L.B.253

Toezichtsactiviteiten

Aanhangsels van bijlage Ib

21L.1   Toepassingsgebied

(gereserveerd)

21L.2   Bevoegde autoriteit

(gereserveerd)

SECTIE A

TECHNISCHE EISEN

SUBDEEL A –   ALGEMENE BEPALINGEN

21L.A.1   Toepassingsgebied

In deze sectie zijn de algemene rechten en verplichtingen vastgesteld die van toepassing zijn op:

a)

de aanvrager en houder van een certificaat dat overeenkomstig deze bijlage is of zal worden afgegeven;

b)

een declarant van ontwerp- of productiebekwaamheid of van overeenstemming met het ontwerp, en

c)

een natuurlijke of rechtspersoon die een conformiteitsverklaring afgeeft voor een luchtvaartuig of een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) voor geproduceerde motoren, propellers of onderdelen.

21L.A.2   Verplichtingen en acties van andere personen dan de aanvrager of houder van een certificaat of de declarant die een verklaring van overeenstemming met het ontwerp aflegt

De acties en verplichtingen die overeenkomstig deze sectie moeten worden uitgevoerd door de houder of aanvrager van een certificaat voor een product of onderdeel of door de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp, mogen in zijn naam worden uitgevoerd door een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon, op voorwaarde dat de verplichtingen van de aanvrager, houder of declarant naar behoren worden en zullen worden vervuld.

21L.A.3   Meldingssysteem

a)

Onverminderd Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1) en de bijbehorende gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, moet elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van of een aanvraag heeft gedaan voor een typecertificaat, aanvullend typecertificaat, goedkeuring van een ontwerp voor een ingrijpende reparatie of elk ander certificaat dat krachtens deze bijlage wordt geacht te zijn afgegeven, of die een verklaring van overeenstemming met een luchtvaartuigontwerp, ontwerpwijziging of reparatieontwerp heeft afgelegd krachtens deze bijlage:

1.

een systeem voor het verzamelen, onderzoeken en analyseren van voorvalmeldingen opzetten en onderhouden om ongunstige trends vast te stellen of tekortkomingen aan te pakken en om voorvallen waarvan de melding overeenkomstig punt 3 verplicht is en voorvallen die vrijwillig worden gemeld, te extraheren. Het meldingssysteem omvat:

i)

meldingen van en informatie over gebreken, storingen, defecten of andere voorvallen die een nadelig effect hebben of kunnen hebben op de blijvende luchtwaardigheid van het product of het onderdeel waarvoor het typecertificaat, het aanvullend typecertificaat, de goedkeuring van een ontwerp voor een ingrijpende reparatie of om het even welk ander relevant certificaat krachtens deze bijlage wordt geacht te zijn afgegeven, of waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd krachtens deze bijlage;

ii)

meldingen van fouten, bijna-ongevallen en gevaren die niet onder punt i) vallen;

2.

aan bekende exploitanten van het product of onderdeel en, op verzoek, aan elke persoon die op grond van andere uitvoeringshandelingen of gedelegeerde handelingen is gemachtigd, informatie verstrekken over het overeenkomstig punt a), 1, opgezette systeem en over de wijze waarop meldingen van en informatie over gebreken, storingen, defecten of andere in punt a), 1, i), vermelde voorvallen moeten worden verstrekt;

3.

aan het Agentschap melding doen van alle hem bekende gebreken, storingen, defecten of andere voorvallen met betrekking tot een product of onderdeel waarvoor een typecertificaat, aanvullend typecertificaat, goedkeuring van een ontwerp voor een ingrijpende reparatie of om het even welk ander relevant certificaat wordt geacht te zijn afgegeven krachtens deze bijlage, of waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd krachtens deze bijlage, en die hebben geleid of zouden kunnen leiden tot een onveilige toestand.

b)

Onverminderd Verordening (EU) nr. 376/2014 en de bijbehorende gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, moet elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een verklaring van productiebekwaamheid heeft afgelegd in het kader van subdeel G van deze bijlage of die een product of onderdeel produceert in het kader van subdeel R van deze bijlage:

1.

een systeem opzetten en onderhouden voor het verzamelen en beoordelen van interne voorvalmeldingen, met inbegrip van meldingen van interne fouten, bijna-ongevallen en gevaren, om ongunstige trends vast te stellen of tekortkomingen aan te pakken en om voorvallen waarvan de melding overeenkomstig de punten 2 en 3 verplicht is en voorvallen die vrijwillig worden gemeld, te extraheren;

2.

aan de bevoegde houder van de ontwerpgoedkeuring of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp alle gevallen melden van producten of onderdelen die door hem zijn vrijgegeven en nadien mogelijke afwijkingen van de toepasselijke ontwerpgegevens blijken te vertonen, en samen met de houder van de ontwerpgoedkeuring of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp onderzoeken welke afwijkingen kunnen leiden tot een onveilige toestand;

3.

aan het Agentschap en, in voorkomend geval, de overeenkomstig 21L.2 bevoegde autoriteit van de lidstaat de overeenkomstig punt 2 van 21L.A.3, punt b), geïdentificeerde afwijkingen melden die kunnen leiden tot een onveilige toestand;

4.

als hij optreedt als leverancier voor een andere productieorganisatie, aan die andere organisatie alle gevallen melden waarin hij producten of onderdelen aan die organisatie heeft vrijgegeven en nadien heeft vastgesteld dat ze mogelijke afwijkingen van de toepasselijke ontwerpgegevens vertonen.

De in 21.A.3A, punt b), van bijlage I vastgestelde rapportageverplichtingen van natuurlijke en rechtspersonen die houder zijn van of een aanvraag hebben ingediend voor een goedkeuring als productieorganisatie hebben ook betrekking op voorvallen in verband met producten en onderdelen die geproduceerd zijn volgens ontwerpgegevens die overeenkomstig deze bijlage zijn goedgekeurd of verklaard, en als een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd, moet verslag worden uitgebracht aan de declarant van de overeenstemming met het ontwerp.

c)

Onverminderd Verordening (EU) nr. 376/2014 en de bijbehorende gedelegeerde en uitvoeringshandelingen moeten alle in de punten a) en b) vermelde natuurlijke of rechtspersonen die verslag uitbrengen overeenkomstig punt a), 3, en punt b), 2, 3 en 4, op passende wijze de vertrouwelijkheid van de rapporteur en de in het verslag vermelde personen waarborgen.

d)

Onverminderd Verordening (EU) nr. 376/2014 en de bijbehorende gedelegeerde en uitvoeringshandelingen moeten alle in de punten a) en b) bedoelde natuurlijke of rechtspersonen de in punt a), 3, en punt b), 3, vermelde verslagen zo snel mogelijk, en uiterlijk 72 uur nadat de in de punten a) en b) vermelde natuurlijke of rechtspersoon de mogelijk onveilige toestand heeft vastgesteld, verzenden in een vorm en op een wijze die door de bevoegde autoriteit zijn vastgesteld, tenzij uitzonderlijke omstandigheden dit verhinderen.

e)

Als een krachtens punt a), 3, of punt b), 3, gerapporteerd voorval het gevolg is van een tekortkoming in het ontwerp of de productie, moet de houder van het typecertificaat, aanvullend typecertificaat, ontwerp voor een ingrijpende reparatie of om het even welk ander relevant certificaat dat geacht wordt te zijn afgegeven krachtens deze bijlage, de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp of de in punt b) bedoelde productieorganisatie, al naargelang van toepassing, de reden voor de tekortkoming onderzoeken en aan het Agentschap en, in voorkomend geval, de bevoegde autoriteit van de overeenkomstig 21L.2 verantwoordelijke lidstaat, verslag uitbrengen over de resultaten van dit onderzoek en over de maatregelen die hij neemt of voornemens is te nemen om die tekortkoming te verhelpen, onverminderd Verordening (EU) nr. 376/2014 en de bijbehorende gedelegeerde en uitvoeringshandelingen.

f)

Als de bevoegde autoriteit tot de bevinding komt dat maatregelen vereist zijn om de tekortkoming te verhelpen, moet de houder van het typecertificaat, aanvullend typecertificaat, ontwerp voor een ingrijpende reparatie of om het even welk ander relevant certificaat dat geacht wordt te zijn afgegeven krachtens deze bijlage, de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp of de in punt b) bedoelde productieorganisatie, al naargelang van toepassing, de relevante gegevens op verzoek van de bevoegde autoriteit bij haar indienen.

21L.A.4   Luchtwaardigheidsaanwijzingen

Als een luchtwaardigheidsaanwijzing door het Agentschap moet worden uitgevaardigd overeenkomstig 21L.B.23 om een onveilige toestand te verhelpen of om een inspectie te laten uitvoeren, moet de houder van het typecertificaat, het aanvullend typecertificaat, de goedkeuring van het ontwerp voor een ingrijpende reparatie of om het even welk ander relevant certificaat dat geacht wordt te zijn afgegeven krachtens deze bijlage, evenals de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp:

a)

de passende corrigerende maatregel en/of de nodige inspecties voorstellen en de details van deze voorstellen ter goedkeuring voorleggen aan het Agentschap;

b)

nadat de in punt a) bedoelde voorstellen zijn goedgekeurd door het Agentschap, aan alle bekende gebruikers of eigenaars van het product of onderdeel, en op verzoek aan eenieder die moet voldoen aan de luchtwaardigheidsaanwijzing, de passende beschrijvende gegevens en uitvoeringsinstructies ter beschikking stellen.

21L.A.5   Samenwerking tussen ontwerp en productie

De houder van een typecertificaat, aanvullend typecertificaat, goedkeuring van een wijziging van een typecertificaat of goedkeuring van het ontwerp voor een ingrijpende reparatie, de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp en de organisatie of de natuurlijke of rechtspersoon die producten of onderdelen van dat specifieke ontwerp produceert, moeten samenwerken teneinde te garanderen dat het product of onderdeel in overeenstemming is met dat ontwerp en om de blijvende luchtwaardigheid van het product of onderdeel te garanderen.

21L.A.6   Markering

a)

De houder van een typecertificaat, aanvullend typecertificaat, goedkeuring van een wijziging van een typecertificaat of goedkeuring van het ontwerp voor een ingrijpende reparatie, of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp specificeren de markering voor producten of onderdelen overeenkomstig subdeel Q van deze bijlage.

b)

De organisatie of de natuurlijke or rechtspersoon die producten of onderdelen produceert, markeert deze producten en onderdelen overeenkomstig subdeel Q van deze bijlage.

21L.A.7   Gegevensregistratie

Alle natuurlijke of rechtspersonen die houder zijn van of een aanvraag hebben gedaan voor een typecertificaat, aanvullend typecertificaat, goedkeuring van een reparatieontwerp, of vliegvergunning, die een verklaring van overeenstemming met het ontwerp of van ontwerp- of productiebekwaamheid hebben afgelegd of die producten of onderdelen produceren in het kader van deze verordening, moeten:

a)

wanneer zij een product of onderdeel of wijzigingen of reparaties daarvan ontwerpen, een gegevensregistratiesysteem opzetten dat de aan hun partners en subcontractanten opgelegde eisen omvat en de relevante ontwerpinformatie/-gegevens bijhouden en ter beschikking stellen van het Agentschap, teneinde de nodige informatie te verstrekken om hun blijvende luchtwaardigheid en naleving van de toepasselijke milieubeschermingseisen te garanderen;

b)

wanneer zij een product of onderdeel produceren, een gegevensregistratiesysteem opzetten en de bijzonderheden registreren van de werkzaamheden die relevant zijn voor de conformiteit van de producten of onderdelen, alsook de aan hun partners en subcontractanten opgelegde eisen, en deze ter beschikking stellen van de bevoegde autoriteit, teneinde de nodige informatie te verstrekken om de blijvende luchtwaardigheid van hun producten en onderdelen te garanderen;

c)

met betrekking tot vliegvergunningen, naast de in bijlage I, 21.A.5, punt c), vastgestelde eisen inzake gegevensregistratie, alle documenten registreren die zijn opgesteld om de naleving van de in 21L.A.241, punt b), vastgestelde aanvullende eisen aan te tonen, en deze ter beschikking stellen van het Agentschap en de bevoegde autoriteit;

d)

gegevens bijhouden over de bekwaamheid en kwalificaties van het personeel dat betrokken is bij het ontwerp of de productie en bij de onafhankelijke functie van toezicht op de naleving, indien vereist uit hoofde van 21L.A.125, punt c), 21L.A.175, punt b), of 21L.A.175, punt e).

21L.A.8   Handboeken

De houder van een typecertificaat of aanvullend typecertificaat of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp moet originele exemplaren samenstellen, bijhouden en actueel houden van alle handboeken of varianten van handboeken die voor het product of onderdeel vereist worden door de toepasselijke typecertificeringsbasis, de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen, en moet, op verzoek, kopieën bezorgen aan het Agentschap.

21L.A.9   Instructies voor blijvende luchtwaardigheid

a)

De houder van een typecertificaat, aanvullend typecertificaat, goedkeuring van een ontwerpwijziging of reparatieontwerp of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp stelt de informatie op die nodig is om te garanderen dat de luchtwaardigheid van het luchtvaartuigtype en alle bijbehorende onderdelen, in overeenstemming met dat ontwerp, in stand wordt gehouden gedurende de volledige operationele levensduur.

b)

De houder van een typecertificaat, aanvullend typecertificaat, goedkeuring van een ontwerpwijziging of reparatieontwerp of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp verstrekt de in punt a) bedoelde informatie alvorens het ontwerp wordt vrijgegeven voor gebruik.

c)

De instructies inzake de blijvende luchtwaardigheid worden verstrekt door:

1.

de houder van een typecertificaat of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp aan elke bekende eigenaar van een of meer producten, bij de levering of, als dat later plaatsvindt, bij de afgifte van het eerste bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid, al naargelang van toepassing, van het desbetreffende luchtvaartuig;

2.

met betrekking tot een ontwerpwijziging, de houder van een typecertificaat, aanvullend typecertificaat of goedkeuring van een geringe wijziging of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp, aan alle bekende exploitanten van het product waarop de wijziging betrekking heeft, bij de vrijgave voor gebruik van het gewijzigde product;

3.

met betrekking tot een reparatieontwerp, de houder van een goedkeuring van een reparatieontwerp of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp, aan alle bekende exploitanten van het product waarop de reparatie betrekking heeft, bij de vrijgave voor gebruik van het product waarin het reparatieontwerp is opgenomen. Het gerepareerde product of onderdeel mag voor gebruik worden vrijgegeven voordat de desbetreffende instructies voor blijvende luchtwaardigheid zijn voltooid, maar dit slechts voor een beperkte gebruiksperiode en na akkoord van het Agentschap.

Daarna stellen de certificaathouders of declaranten deze informatie op verzoek ter beschikking van alle andere personen die moeten voldoen aan deze instructies voor blijvende luchtwaardigheid.

d)

In afwijking van punt b) mag de houder van het typecertificaat of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp de terbeschikkingstelling van een deel van de instructies voor blijvende luchtwaardigheid, dat betrekking heeft op geplande instructies met een lange doorlooptijd, uitstellen tot na de ingebruikname van het product of gewijzigde product, maar hij moet die instructies ter beschikking stellen vóór het gebruik van deze gegevens vereist is voor het product of gewijzigde product.

e)

De houder van een ontwerpgoedkeuring of declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp die instructies voor blijvende luchtwaardigheid moet verstrekken overeenkomstig punt b), stelt ook alle wijzigingen van die instructies ter beschikking van alle bekende exploitanten van het product die gevolgen ondervinden van de wijziging en, op verzoek, van alle andere personen die aan die wijzigingen moeten voldoen.

21L.A.10   Toegang en onderzoek

Alle natuurlijke of rechtspersonen die houder zijn van of een aanvraag hebben ingediend voor een typecertificaat, aanvullend typecertificaat, goedkeuring van het ontwerp voor een ingrijpende reparatie, vliegvergunning, bewijs van luchtwaardigheid, beperkt bewijs van luchtwaardigheid, geluidscertificaat of beperkt geluidscertificaat, die een verklaring van overeenstemming met het ontwerp hebben afgelegd, die een verklaring van hun ontwerp- of productiebekwaamheid hebben afgelegd of die luchtvaartuigen, motoren, propellers of onderdelen produceren overeenkomstig subdeel R van deze bijlage, moeten:

a)

de bevoegde autoriteit toegang verlenen tot alle faciliteiten, producten, onderdelen, documenten, archieven, gegevens, processen, procedures of alle ander materiaal, en toestemming geven voor de beoordeling van alle verslagen, en alle inspecties uitvoeren en alle tests uitvoeren of bijwonen die nodig zijn om de (blijvende) naleving van de toepasselijke eisen van deze sectie te controleren;

b)

als de natuurlijke of rechtspersoon een beroep doet op partners, leveranciers of subcontractanten, regelingen met hen treffen om te garanderen dat de bevoegde autoriteit toegang heeft en onderzoeken kan uitvoeren als beschreven in punt a).

21L.A.11   Bevindingen en opmerkingen

a)

Na ontvangst van de melding van bevindingen, nemen alle natuurlijke of rechtspersonen die houder zijn van of een aanvraag hebben ingediend voor een typecertificaat, aanvullend typecertificaat, goedkeuring van het ontwerp voor een ingrijpende reparatie, vliegvergunning, bewijs van luchtwaardigheid, beperkt bewijs van luchtwaardigheid, geluidscertificaat of beperkt geluidscertificaat, die een verklaring van overeenstemming met het ontwerp hebben afgelegd, die een verklaring van hun ontwerp- of productiebekwaamheid hebben afgelegd of die luchtvaartuigen, motoren, propellers of onderdelen produceren overeenkomstig subdeel R van deze bijlage, de volgende maatregelen binnen de door de bevoegde autoriteit overeenkomstig 21L.B.21, punt d) of e), vastgestelde termijn:

1.

de fundamentele oorzaak of oorzaken van het geval van niet-naleving identificeren, alsook de factor of factoren die ertoe heeft of hebben bijgedragen;

2.

een corrigerend actieplan opstellen en voorstellen aan de bevoegde autoriteit;

3.

aantonen dat de corrigerende maatregel(en) tot tevredenheid van de bevoegde autoriteit zijn uitgevoerd.

b)

Er wordt terdege rekening gehouden met opmerkingen die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig 21L.B.21, punt f), zijn aangemeld. De natuurlijke of rechtspersoon registreert het besluit dat met betrekking tot die opmerkingen is genomen.

21L.A.12   Wijzen van naleving

a)

Een natuurlijke of rechtspersoon mag een alternatief voor de aanvaardbare wijzen van naleving gebruiken om de naleving van deze verordening vast te stellen.

b)

Als een natuurlijke of rechtspersoon een alternatieve wijze van naleving wenst te gebruiken, moet zij de bevoegde autoriteit voorafgaand aan het gebruik daarvan een volledige beschrijving verstrekken. De beschrijving omvat alle mogelijk relevante herzieningen van handboeken of procedures, alsmede een toelichting op de wijze waarop naleving van deze verordening wordt bereikt.

c)

De natuurlijke of rechtspersoon mag die alternatieve wijzen van naleving gebruiken na voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit.

SUBDEEL B –   TYPECERTIFICATEN

21L.A.21   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt de procedure vastgesteld om typecertificaten aan te vragen en worden de rechten en plichten van aanvragers en houders van die certificaten voor producten vastgesteld, als het product een van de volgende is:

a)

een vliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 2 000 kg en een zitplaatsconfiguratie van hoogstens vier personen;

b)

een zweefvliegtuig of gemotoriseerd zweefvliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 2 000 kg;

c)

een ballon;

d)

een heteluchtluchtschip;

e)

een passagiersgasluchtschip dat ontworpen is voor hoogstens vier personen;

f)

een hefschroefvliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 1 200 kg en een zitplaatsconfiguratie van hoogstens vier personen;

g)

een zuigermotor en vaste-spoedpropeller die bestemd zijn om te worden geïnstalleerd op een in de punten a) tot en met f) vermeld luchtvaartuig. In dergelijke gevallen moet op het gegevensblad van het typecertificaat een passende vermelding worden aangebracht dat de motor of propeller alleen in dergelijke luchtvaartuigen mag worden geïnstalleerd;

h)

een autogyro.

21L.A.22   Aanvaardbaarheid

Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn ontwerpbekwaamheid overeenkomstig 21L.A.23 heeft aangetoond of aan het aantonen is, mag een typecertificaat aanvragen overeenkomstig de voorwaarden van dit subdeel.

21L.A.23   Bewijs van ontwerpbekwaamheid

Een aanvrager van een typecertificaat moet zijn ontwerpbekwaamheid aantonen door:

a)

houder te zijn van een door het Agentschap overeenkomstig bijlage I (deel 21), sectie A, subdeel J, afgegeven erkenning als ontwerporganisatie, waarbij de erkenningsvoorwaarden betrekking moeten hebben op de respectieve categorie van het product, of

b)

een verklaring van ontwerpbekwaamheid af te leggen voor het type ontwerpwerkzaamheden en de categorie van het product overeenkomstig subdeel J van deze bijlage.

21L.A.24   Aanvraag van een typecertificaat

a)

Een aanvraag van een typecertificaat moet worden ingediend in de vorm en op de wijze zoals vastgelegd door het Agentschap.

b)

Een aanvraag van een typecertificaat moet minstens het volgende bevatten:

1.

een rechtvaardiging waaruit blijkt dat de aanvraag onder het in 21L.A.21 vastgestelde toepassingsgebied valt;

2.

voorlopige beschrijvende gegevens van het product, het beoogde gebruik van het product en het soort activiteiten waarvoor certificering wordt gevraagd;

3.

een voorstel voor de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, opgesteld overeenkomstig de eisen en opties in de punten 21L.B.43 en 21L.B.45;

4.

een plan voor het aantonen van de overeenstemming, waarin de nalevingsmiddelen en -methoden zijn uiteengezet die door de aanvrager zullen worden geactualiseerd in geval van wijzigingen van het certificeringsproject die gevolgen hebben voor de punten 1, 2 en 3, of in geval van wijzigingen van de nalevingsmiddelen en -methoden.

c)

Een aanvraag voor een typecertificaat blijft drie jaar geldig. Als het typecertificaat niet binnen deze termijn is afgegeven, moet een nieuwe aanvraag worden gedaan overeenkomstig punten a) en b).

21L.A.25   Bewijs van naleving

a)

Na aanvaarding van het plan voor het aantonen van de overeenstemming door het Agentschap en overeenkomstig de inhoud ervan moet de aanvrager vervolgens:

1.

de naleving van de toepasselijke typecertificeringsbasis aantonen, zoals vastgesteld en door het Agentschap aan de aanvrager meegedeeld overeenkomstig 21L.B.43;

2.

de naleving van de toepasselijke milieubeschermingseisen aantonen, zoals vastgesteld en door het Agentschap aan de aanvrager meegedeeld overeenkomstig 21L.B.45, en

3.

de middelen waarmee de naleving is aangetoond, aan het Agentschap verstrekken.

b)

De aanvrager van een typecertificaat moet het Agentschap overeenstemmingsdocumenten verstrekken, met een rechtvaardiging van de nalevingsmiddelen volgens het plan voor het aantonen van de overeenstemming.

c)

Bij het uitvoeren van tests en inspecties om de overeenstemming aan te tonen overeenkomstig punt a), moet de aanvrager, alvorens een test uit te voeren, het volgende hebben geverifieerd en deze verificatie hebben gedocumenteerd:

1.

voor elk testexemplaar:

i)

dat de materialen en procedés in toereikende mate beantwoorden aan de specificaties voor het voorgestelde typeontwerp;

ii)

dat de samenstellende delen van de producten in toereikende mate beantwoorden aan de tekeningen van het voorgestelde typeontwerp;

iii)

dat de fabricageprocessen, de constructie en de assemblage in toereikende mate beantwoorden aan die van het voorgestelde typeontwerp, en

2.

dat de voor de test gebruikte test- en meetapparatuur geschikt is voor de test en juist gekalibreerd is.

d)

Testvluchten met het oog op het verkrijgen van een typecertificaat moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de methoden die door het Agentschap zijn vastgelegd voor dergelijke testvluchten. De aanvrager van een typecertificaat voert alle testvluchten uit die nodig zijn om te bepalen of de toepasselijke typecertificeringbasis is nageleefd. De testvluchten omvatten een voldoende lange vliegtijd in definitieve configuratie, teneinde te garanderen dat er geen veiligheidsproblemen zullen zijn wanneer het luchtvaartuig voor het eerst in gebruik wordt genomen.

e)

Een aanvrager van een typecertificaat moet toestemming verlenen aan het Agentschap om:

1.

alle gegevens en informatie met betrekking tot het aantonen van de overeenstemming te controleren;

2.

tests of inspecties uit te voeren of bij te wonen met het oog op het aantonen van de overeenstemming;

3.

een fysieke inspectie uit te voeren van het eerste artikel van dat product in de definitieve configuratie, teneinde na te gaan of het ontwerp in overeenstemming is met de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen en om alle andere overeenkomstig 21L.B.46 vastgestelde onderzoeken uit te voeren.

f)

Als het aantonen van de overeenstemming voltooid is, verklaart de aanvrager aan het Agentschap dat:

1.

hij de naleving van de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, zoals vastgesteld en door het Agentschap aan de aanvrager meegedeeld overeenkomstig 21L.B.43 en 21L.B.45, heeft aangetoond overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming, en

2.

geen kenmerken of eigenschappen zijn vastgesteld die het product onveilig of onverenigbaar met de milieuvoorschriften maken, voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd.

21L.A.26   Typeontwerp

Om de unieke en ondubbelzinnige identificatie van het product mogelijk te maken, stelt de aanvrager van een typecertificaat het typeontwerp van het product vast, bestaande uit:

a)

tekeningen en specificaties en een lijst van die tekeningen en specificaties die nodig zijn om de configuratie en ontwerpkenmerken van het product vast te stellen;

b)

informatie over de gebruikte materialen en processen;

c)

informatie over de productie- en assemblagemethoden;

d)

eventuele luchtwaardigheidsbeperkingen;

e)

de eisen inzake verenigbaarheid met de milieuvoorschriften, en

f)

alle andere gegevens die het mogelijk maken om, door vergelijking, de luchtwaardigheid en, indien relevant, de verenigbaarheid met de milieuvoorschriften van latere producten van hetzelfde type te bepalen.

21L.A.27   Eisen voor de afgifte van een typecertificaat

Om een typecertificaat te krijgen, moet de aanvrager:

a)

zijn ontwerpbekwaamheid overeenkomstig 21L.A.23 aantonen;

b)

de overeenstemming met het ontwerp overeenkomstig 21L.A.25 aantonen;

c)

met betrekking tot typecertificaten van luchtvaartuigen, aantonen dat de motor en/of propeller, indien geïnstalleerd in het luchtvaartuig:

1.

beschikt over een typecertificaat dat is afgegeven of vastgesteld overeenkomstig bijlage I (deel 21) of afgegeven overeenkomstig deze bijlage, of

2.

is opgenomen in de aanvraag voor het typecertificaat van het luchtvaartuig, en de aanvrager de overeenstemming van de motor en propeller heeft aangetoond overeenkomstig 21L.A.25;

d)

aantonen dat er geen openstaande problemen zijn naar aanleiding van de fysieke inspectie van het eerste artikel van dat product in de definitieve configuratie of een ander overeenkomstig 21L.B.46, punten c) en d), door het Agentschap uitgevoerd onderzoek.

21L.A.28   Verplichtingen van een houder van een typecertificaat

De houder van een typecertificaat vervult de in subdeel A van deze bijlage uiteengezette verplichtingen van een houder van een typecertificaat en moet blijven voldoen aan de aanvaardbaarheidsvereiste van 21L.A.22.

21L.A.29   Overdraagbaarheid van een typecertificaat

Een typecertificaat kan naar een nieuwe houder worden overgedragen op voorwaarde dat het Agentschap overeenkomstig 21L.B.49 heeft gecontroleerd of de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het certificaat wordt overgedragen, overeenkomstig 21L.A.22 in aanmerking komt voor een typecertificaat en in staat is de verplichtingen van een typecertificaathouder krachtens 21L.A.28 na te komen. De houder van het typecertificaat of de natuurlijke of rechtspersoon die het certificaat wil overnemen, dient bij het Agentschap een aanvraag in om na te gaan of deze voorwaarden zijn vervuld, in een vorm en op een wijze die door het Agentschap zijn vastgesteld.

21L.A.30   Blijvende geldigheid van een typecertificaat

a)

Een typecertificaat blijft geldig zolang:

1.

het typecertificaat niet door de houder is teruggegeven;

2.

de houder van het typecertificaat blijft voldoen aan de relevante eisen van Verordening (EU) 2018/1139 en de op basis daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, rekening houdend met de bepalingen met betrekking tot de afhandeling van bevindingen, zoals gespecificeerd in 21L.B.21;

3.

het typecertificaat niet door het Agentschap is ingetrokken overeenkomstig 21L.B.22.

b)

In geval van teruggave of intrekking moet het typecertificaat worden ingeleverd bij het Agentschap.

SUBDEEL C –   VERKLARINGEN VAN OVEREENSTEMMING VAN EEN LUCHTVAARTUIGONTWERP

21L.A.41   Toepassingsgebied

a)

In dit subdeel wordt de procedure vastgelegd voor het afleggen van verklaringen van overeenstemming van het luchtvaartuigontwerp, alsook de rechten en plichten van de personen die deze verklaringen afleggen.

b)

Dit subdeel is van toepassing op de volgende categorieën luchtvaartuigen, op voorwaarde dat het ontwerp van het luchtvaartuig geen nieuwe of ongebruikelijke kenmerken vertoont:

1.

een vliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 1 200 kg en een zitplaatsconfiguratie van hoogstens twee personen, dat niet door een straalmotor wordt aangedreven;

2.

een zweefvliegtuig of gemotoriseerd zweefvliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 1 200 kg;

3.

een ballon die ontworpen is voor hoogstens vier personen;

4.

een heteluchtluchtschip dat ontworpen is voor hoogstens vier personen.

c)

Met het oog op de toepassing van dit subdeel wordt een ontwerpkenmerk als nieuw of ongebruikelijk beschouwd als het, op het ogenblik dat de verklaring van overeenstemming met het ontwerp wordt afgelegd, niet onder de gedetailleerde technische specificaties valt die door het Agentschap overeenkomstig 21L.B.61 zijn opgesteld en ter beschikking gesteld.

21L.A.42   Aanvaardbaarheid

Elke natuurlijke of rechtspersoon kan, onder de in dit subdeel vastgestelde voorwaarden, verklaren dat een luchtvaartuig in overeenstemming is met het ontwerp.

21L.A.43   Verklaring van overeenstemming met het ontwerp

a)

Alvorens een luchtvaartuig te produceren of met een productieorganisatie overeen te komen om een luchtvaartuig te produceren, verklaart een natuurlijke of rechtspersoon die dat luchtvaartuig ontwerpt dat het ontwerp ervan in overeenstemming is met de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen, als vermeld in 21L.A.45.

b)

Deze verklaring wordt afgelegd in een vorm en op een wijze die door het Agentschap zijn vastgesteld en bevat minstens de volgende informatie:

1.

de naam van de persoon die de verklaring indient, en zijn adres/vestiging;

2.

een unieke referentie die het mogelijk maakt het luchtvaartuig te identificeren;

3.

een aanduiding van de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen, als vermeld in 21L.A.45, waarmee de declarant verklaart in overeenstemming te zijn;

4.

een ondertekende verklaring, onder de verantwoordelijkheid van uitsluitend de persoon die de verklaring aflegt, dat het ontwerp van het luchtvaartuig en, in voorkomend geval, de motor of propeller in overeenstemming is met de in punt 3 bedoelde toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen, overeenkomstig het in punt c), 3, bedoelde plan voor het aantonen van de overeenstemming;

5.

een ondertekende verklaring, onder de verantwoordelijkheid van uitsluitend de persoon die de verklaring aflegt, dat die persoon geen kenmerken heeft vastgesteld die het luchtvaartuig onveilig of onverenigbaar met de milieuvoorschriften maken, voor het beoogde gebruik;

6.

een ondertekende verbintenis dat de persoon die de verklaring aflegt de in 21L.A.47 bedoelde verplichtingen zal nakomen;

7.

als het luchtvaartuigontwerp dat onder de verklaring valt een motor of propeller omvat:

i)

een verwijzing naar het typecertificaat van de motor of propeller dat is afgegeven of vastgesteld overeenkomstig bijlage I (deel 21) of afgegeven overeenkomstig deze bijlage, of

ii)

in het geval van zuigermotoren en vaste-spoedpropellers, een vermelding dat de verklaring van overeenstemming van het luchtvaartuigontwerp ook betrekking heeft op de overeenstemming van de motor of propeller met de toepasselijke technische specificaties voor de motor of propeller;

8.

de instructies voor blijvende luchtwaardigheid;

9.

de exploitatiebeperkingen;

10.

het gegevensblad voor luchtwaardigheid en, indien van toepassing, emissies;

11.

het gegevensblad voor geluid, indien van toepassing;

12.

alle andere voorwaarden en beperkingen voor het luchtvaartuig en, indien van toepassing, de motor of propeller, in de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen waarmee de declarant verklaart in overeenstemming te zijn.

c)

De declarant dient de in punt b) bedoelde verklaring van overeenstemming met het ontwerp in bij het Agentschap, samen met:

1.

een tekening van het luchtvaartuig;

2.

een gedetailleerde beschrijving van het ontwerp van het luchtvaartuig, met inbegrip van alle onder de verklaring vallende configuraties, de exploitatiekenmerken, ontwerpkenmerken en eventuele beperkingen;

3.

een plan voor het aantonen van de overeenstemming, waarin in detail de middelen zijn toegelicht waarmee de overeenstemming met de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen is aangetoond tijdens het aantonen van de overeenstemming;

4.

geregistreerde rechtvaardigingen van de overeenstemming, verkregen op basis van nalevingsactiviteiten die overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming zijn uitgevoerd;

5.

in het geval de overeenstemming is aangetoond aan de hand van tests, geregistreerde rechtvaardigingen van de conformiteit van de testartikelen en -apparatuur, waaruit blijkt:

i)

voor het testexemplaar:

A)

dat de materialen en processen in toereikende mate beantwoordden aan de ontwerpspecificaties;

B)

dat de samenstellende delen van de producten in toereikende mate beantwoordden aan de ontwerptekeningen, en

C)

dat de fabricageprocessen, de constructie en de assemblage in toereikende mate beantwoordden aan die van het ontwerp;

ii)

dat de voor de test gebruikte test- en meetapparatuur geschikt was voor de test en juist gekalibreerd was;

6.

verslagen, resultaten van inspecties of tests die volgens de declarant nodig waren om te bepalen dat het luchtvaartuig en, indien van toepassing, de motor of propeller, voldoet aan de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen.

21L.A.44   Nalevingsactiviteiten voor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp

Alvorens een verklaring van overeenstemming met het ontwerp af te leggen overeenkomstig 21L.A.43 moet de voor het ontwerp van dat luchtvaartuig verantwoordelijke declarant, met betrekking tot dat specifieke luchtvaartuigontwerp:

a)

een plan voor het aantonen van de overeenstemming opstellen, waarin de middelen die tijdens het aantonen van de overeenstemming zullen worden gebruikt, in detail worden toegelicht. Dit document wordt zo nodig bijgewerkt;

b)

de rechtvaardiging van de overeenstemming registreren in de overeenstemmingsdocumenten, overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming;

c)

indien nodig tests en inspecties uitvoeren overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming;

d)

de conformiteit van de testartikelen en -apparatuur waarborgen en registreren, en ervoor zorgen dat het testexemplaar overeenstemt met de specificaties, tekeningen, fabricageprocessen, constructie en assemblagemiddelen in het ontwerp;

e)

ervoor zorgen dat de voor de tests gebruikte test- en meetapparatuur geschikt is voor de test en juist gekalibreerd is;

f)

het Agentschap toestemming verlenen voor de uitvoering van of deelname aan inspecties of tests van luchtvaartuigen in definitieve of voldoende vergevorderde ontwerp- en productieconfiguratie die nodig zijn om te bepalen of het product geen kenmerken vertoont die het luchtvaartuig onveilig of onverenigbaar met de milieuvoorschriften maken, voor het beoogde gebruik;

g)

testvluchten uitvoeren, overeenkomstig de daarvoor door het Agentschap gespecificeerde methoden, om te bepalen of het luchtvaartuig overeenstemt met de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen. De testvluchten omvatten een voldoende lange vliegtijd in definitieve configuratie, teneinde te garanderen dat er geen veiligheidsproblemen zullen zijn wanneer het luchtvaartuig voor het eerst in gebruik wordt genomen.

21L.A.45   Gedetailleerde technische specificaties en milieubeschermingseisen die van toepassing zijn op luchtvaartuigen waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd

De declarant toont aan dat het luchtvaartuigontwerp in overeenstemming is met de in 21L.B.61 bedoelde toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen die van toepassing zijn op dat luchtvaartuig en van kracht worden op de datum waarop de verklaring van overeenstemming met het ontwerp is ingediend bij het Agentschap.

21L.A.46   Ontwerpgegevens van het luchtvaartuig

a)

De declarant definieert duidelijk het ontwerp van het luchtvaartuig, teneinde de unieke en ondubbelzinnige identificatie ervan mogelijk te maken.

b)

De gegevens over het luchtvaartuigontwerp die door de declarant worden gebruikt voor de unieke identificatie van het luchtvaartuigontwerp, omvatten:

1.

de tekeningen en specificaties en een lijst van die tekeningen en specificaties die nodig zijn om de configuratie en ontwerpkenmerken van het product vast te stellen;

2.

informatie over de gebruikte materialen en processen;

3.

informatie over de productie- en assemblagemethoden;

4.

eventuele luchtwaardigheidsbeperkingen;

5.

eventuele eisen inzake verenigbaarheid met de milieuvoorschriften, en

6.

alle andere gegevens die het mogelijk maken om, door vergelijking, de luchtwaardigheid en, indien relevant, de verenigbaarheid met de milieuvoorschriften van latere producten van hetzelfde type te bepalen.

21L.A.47   Verplichtingen van de aflegger van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp

De declarant die overeenkomstig 21L.A.43 een verklaring van overeenstemming van het luchtvaartuigontwerp heeft ingediend bij het Agentschap, moet:

a)

bij de indiening van de verklaring, regelingen treffen zodat het Agentschap een fysieke inspectie en testvluchten kan uitvoeren van het eerste artikel van dat luchtvaartuig in de definitieve of voldoende vergevorderde configuratie, teneinde te garanderen dat het luchtvaartuig een aanvaardbaar veiligheidsniveau kan bereiken en voldoet aan de milieuvoorschriften;

b)

alle documenten waarop de verklaring van overeenstemming is gebaseerd, bijhouden en op verzoek ter beschikking stellen van het Agentschap;

c)

voldoen aan alle andere verplichtingen die van toepassing zijn op de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp, zoals uiteengezet in subdeel A van deze bijlage.

21L.A.48   Niet-overdraagbaarheid van een verklaring van overeenstemming van een luchtvaartuigontwerp

a)

Een verklaring van overeenstemming van een luchtvaartuigontwerp kan niet worden overgedragen.

b)

Een natuurlijke of rechtspersoon die het ontwerp overneemt van een luchtvaartuig waarvoor eerder een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is ingediend, moet:

1.

een nieuwe verklaring van overeenstemming van het luchtvaartuigontwerp indienen overeenkomstig dit subdeel;

2.

aantonen dat de declarant die eerder een verklaring van overeenstemming van het luchtvaartuigontwerp heeft ingediend, niet meer actief is of heeft ingestemd met de overdracht van de ontwerpgegevens van het luchtvaartuig;

3.

zich verbinden tot de naleving van alle in 21L.A.47 van dit subdeel uiteengezette verplichtingen die van toepassing zijn op personen die een verklaring van overeenstemming van het luchtvaartuigontwerp afleggen.

SUBDEEL D –   WIJZIGINGEN VAN TYPECERTIFICATEN

21L.A.61   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt het volgende vastgelegd:

a)

de procedure voor de aanvraag tot goedkeuring van wijzigingen van typecertificaten voor producten die overeenkomstig deze bijlage zijn gecertificeerd, op voorwaarde dat het gewijzigde product nog steeds onder het toepassingsgebied van 21L.A.21 valt;

b)

de rechten en verplichtingen van de aanvragers en houders van de in punt a) bedoelde goedkeuringen;

c)

bepalingen met betrekking tot de standaardwijzigingen waarvoor geen goedkeuring nodig is.

21L.A.62   Standaardwijzigingen

a)

Standaardwijzigingen zijn wijzigingen van een typecertificaat van een product dat overeenkomstig subdeel B van sectie B van deze bijlage is goedgekeurd:

1.

die de ontwerpgegevens volgen die in de door het Agentschap opgestelde certificeringsgegevens zijn vermeld, welke de aanvaardbare methoden, technieken en praktijken voor het uitvoeren en identificeren van standaardwijzigingen bevatten, inclusief de bijbehorende instructies voor blijvende luchtwaardigheid, en

2.

die niet in strijd zijn met de gegevens van de houder van dat typecertificaat.

b)

21L.A.63 tot en met 21L.A.70 zijn niet van toepassing op standaardwijzigingen.

21L.A.63   Classificatie van wijzigingen van een typecertificaat

a)

Wijzigingen van een typecertificaat moeten worden geclassificeerd als geringe of ingrijpende wijzigingen.

b)

Een “geringe wijziging” heeft geen merkbaar effect op de massa, de balans, de structurele sterkte, de betrouwbaarheid, de gecertificeerde geluids- of emissieniveaus, de operationele kenmerken of andere kenmerken die de luchtwaardigheid van het product of de verenigbaarheid ervan met de milieuvoorschriften beïnvloeden.

c)

Alle andere wijzigingen zijn “ingrijpende wijzigingen”, tenzij de wijziging van ontwerp, vermogen, stuwkracht of massa zo uitgebreid is dat een volledig onderzoek van de overeenstemming met de toepasselijke typecertificeringsbasis, de toepasselijke milieubeschermingseisen of de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties vereist is; in dat geval wordt het ontwerp gecertificeerd overeenkomstig subdeel B van deze bijlage.

d)

De eisen voor de goedkeuring van geringe wijzigingen zijn vastgesteld in 21L.A.67.

e)

De eisen voor de goedkeuring van ingrijpende wijzigingen zijn vastgesteld in 21L.A.68.

21L.A.64   Aanvaardbaarheid

a)

Alleen de houder van het typecertificaat mag een aanvraag tot goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat indienen overeenkomstig dit subdeel; alle andere aanvragers van een goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat moeten een aanvraag indienen overeenkomstig subdeel E van deze bijlage.

b)

Elke natuurlijke of rechtspersoon mag een aanvraag tot goedkeuring van een geringe wijziging van een typecertificaat indienen overeenkomstig dit subdeel.

21L.A.65   Aanvraag voor een wijziging van een typecertificaat

a)

Een aanvraag tot goedkeuring van een wijziging van een typecertificaat moet gebeuren in de vorm en op de wijze zoals vastgelegd door het Agentschap.

b)

Voor een ingrijpende wijziging van een typecertificaat moet de aanvrager een plan voor het aantonen van de overeenstemming overeenkomstig 21L.A.66 in de aanvraag opnemen, samen met een voorstel voor de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, opgesteld overeenkomstig de in 21L.B.81 gespecificeerde eisen en opties.

21L.A.66   Aantonen van de overeenstemming

a)

De aanvrager van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat moet de overeenstemming aantonen met de toepasselijke typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, zoals vastgesteld en door het Agentschap aan de aanvrager meegedeeld overeenkomstig 21L.B.81, en moet de middelen waarmee die overeenstemming is aangetoond aan het Agentschap verstrekken.

b)

De aanvrager van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat moet het Agentschap een geregistreerde rechtvaardiging verstrekken van de nalevingsmiddelen volgens het plan voor het aantonen van de overeenstemming.

c)

Bij het uitvoeren van tests en inspecties om de overeenstemming aan te tonen overeenkomstig punt a), moet de aanvrager, alvorens een test uit te voeren, het volgende hebben geverifieerd en deze verificatie hebben gedocumenteerd:

1.

voor het testexemplaar:

i)

dat de materialen en procedés in toereikende mate beantwoorden aan de specificaties voor het voorgestelde gewijzigde typeontwerp;

ii)

dat de samenstellende delen van de producten in toereikende mate beantwoorden aan de tekeningen van het voorgestelde gewijzigde typeontwerp;

iii)

dat de fabricageprocessen, de constructie en de assemblage in toereikende mate beantwoorden aan die van het voorgestelde gewijzigde typeontwerp, en

2.

dat de voor de test gebruikte test- en meetapparatuur geschikt is voor de test en juist gekalibreerd is.

d)

Testvluchten met het oog op het verkrijgen van een goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de methoden die door het Agentschap zijn vastgelegd voor dergelijke testvluchten. De aanvrager van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat voert alle testvluchten uit die nodig zijn om te bepalen of de toepasselijke typecertificeringbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen zijn nageleefd.

e)

Een aanvrager van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat moet toestemming verlenen aan het Agentschap om:

1.

alle gegevens en informatie met betrekking tot het aantonen van de overeenstemming te controleren;

2.

tests of inspecties uit te voeren of bij te wonen met het oog op het aantonen van de overeenstemming, en

3.

indien nodig een fysieke inspectie uit te voeren van het eerste artikel van dat product in de definitieve gewijzigde configuratie, teneinde na te gaan of het ontwerp in overeenstemming is met de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen.

f)

Als het aantonen van de overeenstemming voltooid is, verklaart de aanvrager aan het Agentschap dat:

1.

hij de naleving van de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, zoals vastgesteld en door het Agentschap aan de aanvrager meegedeeld overeenkomstig 21L.B.81, heeft aangetoond overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming, en

2.

geen kenmerken of eigenschappen zijn vastgesteld die het gewijzigde product onveilig of onverenigbaar met de milieuvoorschriften kunnen maken, voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd.

21L.A.67   Eisen voor de goedkeuring van een geringe wijziging van een typecertificaat

Om een goedkeuring van een geringe wijziging van een typecertificaat te krijgen, moet de aanvrager:

a)

aantonen dat de wijziging en de domeinen die daar gevolgen van ondervinden, in overeenstemming zijn met:

1.

de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen die onder verwijzing zijn opgenomen in het typecertificaat, of

2.

als de aanvrager dat verkiest, de certificeringsspecificaties die van toepassing zijn op het product op de toepassingsdatum van de wijziging;

b)

verklaren in overeenstemming te zijn met de typecertificeringsbasis en de milieubeschermingseisen die van toepassing zijn overeenkomstig punt a), 1, of met de certificeringsspecificaties die gekozen zijn overeenkomstig punt a), 2, de rechtvaardigingen van de overeenstemming registreren in de overeenstemmingsdocumenten en registreren dat geen enkel kenmerk is vastgesteld dat het gewijzigde product onveilig kan maken voor het gebruik waarvoor certificering wordt gevraagd;

c)

de rechtvaardiging van de overeenstemming voor de wijziging en de verklaring van overeenstemming bij het Agentschap indienen.

21L.A.68   Eisen voor de goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat

Om een goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat te krijgen, moet de aanvrager:

a)

aantonen dat de wijziging en de domeinen die daar gevolgen van ondervinden, voldoen aan de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen die door het Agentschap zijn vastgesteld en aan de aanvrager zijn meegedeeld overeenkomstig 21L.B.81;

b)

de overeenstemming aantonen overeenkomstig 21L.A.66;

c)

aantonen dat er geen openstaande problemen zijn naar aanleiding van de door het Agentschap overeenkomstig 21L.A.66, punt e), 3, uitgevoerde fysieke inspectie van het eerste artikel van dat product in de definitieve gewijzigde configuratie.

21L.A.69   Goedkeuring van een wijziging van een typecertificaat op grond van een bevoegdheid

a)

Een erkende ontwerporganisatie mag, in plaats van het Agentschap, de goedkeuring van een door haar ontworpen wijziging van een typecertificaat afgeven zonder een in 21L.A.65 bedoelde aanvraag te doen, overeenkomstig het toepassingsgebied van de bevoegdheden die haar zijn verleend krachtens bijlage I (deel 21), 21.A.263, punt c), 2 en 8, zoals geregistreerd in de erkenningsvoorwaarden.

b)

Als de ontwerporganisatie een goedkeuring van een wijziging van een typecertificaat afgeeft overeenkomstig punt a), moet zij:

1.

erop toezien dat alle stavingsgegevens en rechtvaardigingen beschikbaar zijn;

2.

erop toezien dat de overeenstemming van de wijziging met de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen overeenkomstig 21L.A.67, punt a), 1, of 21L.A.68, punt a), is aangetoond en verklaard overeenkomstig 21L.A.66;

3.

bevestigen dat geen van de volgende is vastgesteld:

i)

gevallen van niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of, indien van toepassing, de toepasselijke milieubeschermingseisen, of met de gekozen certificeringsspecificaties;

ii)

kenmerken of eigenschappen die het gewijzigde product onveilig of onverenigbaar met de milieuvoorschriften kunnen maken, voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd;

4.

de goedkeuring van een wijziging van een typecertificaat beperken tot de specifieke configuratie(s) in het typecertificaat waarop de wijziging betrekking heeft.

21L.A.70   Verplichtingen met betrekking tot geringe wijzigingen van een typecertificaat

De houder van een goedkeuring van een geringe wijziging van een typecertificaat moet ervoor zorgen dat de in subdeel A van deze bijlage vermelde verplichtingen van houders van goedkeuringen van geringe wijzigingen worden nageleefd.

SUBDEEL E –   AANVULLENDE TYPECERTIFICATEN

21L.A.81   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt de procedure vastgesteld die andere natuurlijke of rechtspersonen dan de houder van een typecertificaat moeten volgen om de goedkeuring aan te vragen van ingrijpende wijzigingen van dat typecertificaat, afgegeven overeenkomstig bijlage I (deel 21) of deze bijlage, of van producten die onder het toepassingsgebied van 21L.A.21 vallen, voor zover het gewijzigde product nog steeds onder het toepassingsgebied van dat punt valt, en worden de rechten en verplichtingen van de aanvragers en houders van die certificaten vastgesteld.

21L.A.82   Aanvaardbaarheid

Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn ontwerpbekwaamheid overeenkomstig 21L.A.83 heeft aangetoond, aan het aantonen is of heeft verklaard, mag een aanvullend typecertificaat aanvragen overeenkomstig de voorwaarden van dit subdeel.

21L.A.83   Bewijs van ontwerpbekwaamheid

Een aanvrager van een aanvullend typecertificaat moet zijn ontwerpbekwaamheid aantonen door:

a)

houder te zijn van een door het Agentschap overeenkomstig bijlage I (deel 21), sectie A, subdeel J, afgegeven erkenning als ontwerporganisatie, waarbij de erkenningsvoorwaarden betrekking moeten hebben op de respectieve productcategorie, of

b)

een verklaring van ontwerpbekwaamheid af te leggen voor het toepassingsgebied van het product overeenkomstig subdeel J van deze bijlage.

21L.A.84   Aanvraag van een aanvullend typecertificaat

a)

Een aanvraag van een aanvullend typecertificaat moet worden ingediend in de vorm en op de wijze zoals vastgelegd door het Agentschap.

b)

Wanneer een aanvrager een aanvullend typecertificaat aanvraagt, dient hij:

1.

de overeenkomstig 21L.A.65, punt b), vereiste informatie op te nemen in de aanvraag;

2.

te specificeren of de certificeringsgegevens volledig zijn of zullen worden voorbereid door de aanvrager of op basis van een regeling met de eigenaar van de typecertificeringsgegevens.

21L.A.85   Aantonen van de overeenstemming

a)

De aanvrager van een aanvullend typecertificaat moet de overeenstemming aantonen met de toepasselijke typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, zoals vastgesteld en door het Agentschap aan de aanvrager meegedeeld overeenkomstig 21L.B.101, en moet de middelen waarmee die overeenstemming is aangetoond aan het Agentschap verstrekken.

b)

De aanvrager van een aanvullend typecertificaat moet het Agentschap overeenstemmingsdocumenten verstrekken, met een rechtvaardiging van de nalevingsmiddelen volgens het plan voor het aantonen van de overeenstemming.

c)

Bij het uitvoeren van tests en inspecties om de overeenstemming aan te tonen overeenkomstig punt a), moet de aanvrager, alvorens een test uit te voeren, het volgende hebben geverifieerd en deze verificatie hebben gedocumenteerd:

1.

voor het testexemplaar:

i)

dat de materialen en processen in toereikende mate beantwoorden aan de specificaties voor het voorgestelde gewijzigde typeontwerp;

ii)

dat de samenstellende delen van de producten in toereikende mate beantwoorden aan de tekeningen van het voorgestelde gewijzigde typeontwerp;

iii)

dat de fabricageprocessen, de constructie en de assemblage in toereikende mate beantwoorden aan die van het voorgestelde gewijzigde typeontwerp, en

2.

dat de voor de test gebruikte test- en meetapparatuur geschikt is voor de test en juist gekalibreerd is.

d)

Testvluchten met het oog op het verkrijgen van een aanvullend typecertificaat moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de methoden die door het Agentschap zijn vastgelegd voor dergelijke testvluchten. De aanvrager van een aanvullend typecertificaat voert alle testvluchten uit die nodig zijn om te bepalen of de toepasselijke typecertificeringbasis is nageleefd.

e)

Een aanvrager van een aanvullend typecertificaat moet toestemming verlenen aan het Agentschap om:

1.

alle gegevens en informatie met betrekking tot het aantonen van de overeenstemming te controleren;

2.

tests of inspecties uit te voeren of bij te wonen met het oog op het aantonen van de overeenstemming, en

3.

een fysieke inspectie uit te voeren van het eerste artikel van dat product in de definitieve gewijzigde configuratie, teneinde na te gaan of het ontwerp in overeenstemming is met de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen.

f)

Als het aantonen van de overeenstemming voltooid is, verklaart de aanvrager van een aanvullend typecertificaat aan het Agentschap dat:

1.

hij de overeenstemming met de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, zoals vastgesteld en door het Agentschap aan de aanvrager meegedeeld overeenkomstig 21L.B.101, heeft aangetoond overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming, en

2.

geen kenmerken of eigenschappen zijn vastgesteld die het gewijzigde product onveilig of onverenigbaar met de milieuvoorschriften kunnen maken, voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd.

21L.A.86   Eisen voor de goedkeuring van een aanvullend typecertificaat

a)

Om een aanvullend typecertificaat te krijgen, moet de aanvrager:

1.

zijn ontwerpbekwaamheid overeenkomstig 21L.A.83 aantonen;

2.

aantonen dat de wijziging van een typecertificaat en de domeinen die daar gevolgen van ondervinden, voldoen aan de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen die door het Agentschap zijn vastgesteld overeenkomstig 21L.B.101;

3.

de overeenstemming aantonen overeenkomstig 21L.A.85;

4.

wanneer hij heeft aangegeven dat hij certificeringsgegevens heeft verstrekt op basis van een regeling met de eigenaar van de typecertificeringsgegevens, overeenkomstig 21L.A.84, punt b), aantonen dat de houder van het typecertificaat:

i)

geen technisch bezwaar heeft tegen de overeenkomstig 21L.A.65 ingediende informatie, en

ii)

ermee heeft ingestemd om met aanvrager samen te werken om ervoor te zorgen dat alle verplichtingen inzake de blijvende luchtwaardigheid van het gewijzigde product worden nagekomen in overeenstemming met de punten 21L.A.28 en 21L.A.88;

5.

aantonen dat er geen openstaande problemen zijn naar aanleiding van de door het Agentschap overeenkomstig 21L.A.85, punt e), 3, uitgevoerde fysieke inspectie van het eerste artikel van dat product in de definitieve gewijzigde configuratie.

b)

Een aanvullend typecertificaat blijft beperkt tot de specifieke configuratie(s) in het typecertificaat waarop de desbetreffende ingrijpende wijziging betrekking heeft.

21L.A.87   Goedkeuring van een aanvullend typecertificaat op grond van een bevoegdheid

a)

Een erkende ontwerporganisatie mag, in plaats van het Agentschap, de goedkeuring van een aanvullend typecertificaat van een door haar ontworpen ingrijpende wijziging afgeven zonder een in 21L.A.84 bedoelde aanvraag te doen, overeenkomstig het toepassingsgebied van de bevoegdheden die haar zijn verleend krachtens bijlage I (deel 21), 21.A.263, punt c), 9, zoals geregistreerd in de erkenningsvoorwaarden.

b)

Als de ontwerporganisatie een aanvullend typecertificaat afgeeft overeenkomstig punt a), moet zij:

1.

erop toezien dat alle stavingsgegevens en rechtvaardigingen beschikbaar zijn;

2.

ervoor zorgen dat de overeenstemming van de wijziging met de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen is aangetoond en verklaard;

3.

bevestigen dat geen van de volgende is vastgesteld:

i)

gevallen van niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of, indien van toepassing, de toepasselijke milieubeschermingseisen, of met de gekozen certificeringsspecificaties;

ii)

kenmerken of eigenschappen die het gewijzigde product onveilig of milieuonverenigbaar maken, voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd;

4.

de goedkeuring van het aanvullend typecertificaat beperken tot de specifieke configuratie(s) in het typecertificaat waarop de wijziging betrekking heeft.

21L.A.88   Verplichtingen van een houder van een aanvullend typecertificaat

Elke houder van een aanvullend typecertificaat vervult de in subdeel A van deze bijlage uiteengezette verplichtingen van een houder van een aanvullend typecertificaat en moet blijven voldoen aan de aanvaardbaarheidsvereiste van 21L.A.82.

21L.A.89   Overdraagbaarheid van een aanvullend typecertificaat

Een aanvullend typecertificaat kan naar een nieuwe houder worden overgedragen op voorwaarde dat het Agentschap heeft gecontroleerd of de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het certificaat wordt overgedragen, overeenkomstig 21L.A.83 in aanmerking komt voor een aanvullend typecertificaat en in staat is de verplichtingen van houder van een aanvullend typecertificaat krachtens 21L.A.88 na te komen.

21L.A.90   Blijvende geldigheid van een aanvullend typecertificaat

a)

Een aanvullend typecertificaat blijft geldig zolang:

1.

het aanvullend typecertificaat niet door de houder is teruggegeven;

2.

de houder van het aanvullend typecertificaat blijft voldoen aan de relevante eisen van Verordening (EU) 2018/1139 en de op basis daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, rekening houdend met de bepalingen met betrekking tot de afhandeling van bevindingen, zoals gespecificeerd in 21L.B.21;

3.

het aanvullend typecertificaat niet door het Agentschap is ingetrokken overeenkomstig 21L.B.22.

b)

In geval van teruggave of intrekking moet het typecertificaat worden ingeleverd bij het Agentschap.

21L.A.91   Wijzigingen van een deel van een product waarop een aanvullend typecertificaat betrekking heeft

a)

Een geringe wijziging van een deel van een product waarop een aanvullend typecertificaat van toepassing is, moet worden goedgekeurd overeenkomstig subdeel D van deze bijlage.

b)

Een ingrijpende wijziging van het deel van een product waarop een aanvullend typecertificaat betrekking heeft, moet worden goedgekeurd als een afzonderlijk aanvullend typecertificaat, in overeenstemming met dit subdeel.

c)

In afwijking van punt b) kan een door de houder van een aanvullend typecertificaat ingediende ingrijpende wijziging van het deel van een product waarop het aanvullend typecertificaat betrekking heeft, worden goedgekeurd als een wijziging van het bestaande aanvullende typecertificaat overeenkomstig 21L.A.63 tot en met 21L.A.69.

SUBDEEL F –   WIJZIGINGEN VAN LUCHTVAARTUIGEN WAARVOOR EEN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP IS AFGELEGD

21L.A.101   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt het volgende vastgelegd:

a)

de procedure voor het indienen van een verklaring van overeenstemming van een wijziging van het ontwerp van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring is ingediend overeenkomstig subdeel C van deze bijlage;

b)

de rechten en verplichtingen van de declarant die een in punt a) bedoelde verklaring van overeenstemming van een wijziging indient, en

c)

bepalingen met betrekking tot de standaardwijzigingen waarvoor geen verklaring van overeenstemming met het ontwerp nodig is.

21L.A.102   Standaardwijzigingen

a)

Standaardwijzigingen zijn wijzigingen van het ontwerp van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring is ingediend overeenkomstig subdeel C van deze bijlage, die:

1.

de ontwerpgegevens volgen die in de door het Agentschap opgestelde certificeringsgegevens zijn vermeld, welke de aanvaardbare methoden, technieken en praktijken voor het uitvoeren en identificeren van standaardwijzigingen bevatten, inclusief de bijbehorende instructies voor blijvende luchtwaardigheid, en

2.

niet in strijd zijn met de ontwerpgegevens die onder de verklaring van overeenstemming van het luchtvaartuig met het ontwerp vallen, overeenkomstig subdeel C van deze bijlage.

b)

21L.A.103 tot en met 21L.A.108 zijn niet van toepassing op standaardwijzigingen.

21L.A.103   Classificatie van wijzigingen van het ontwerp van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd

a)

Wijzigingen van het ontwerp van een luchtvaartuig dat onder een overeenkomstig subdeel C van deze bijlage ingediende verklaring valt, worden geclassificeerd als gering of ingrijpend op basis van de in 21L.A.63, punten b) en c), vastgestelde criteria.

b)

De overeenstemming van een geringe wijziging met het ontwerp wordt verklaard overeenkomstig 21L.A.105.

c)

De overeenstemming van een ingrijpende wijziging met het ontwerp wordt verklaard overeenkomstig 21L.A.107.

21L.A.104   Aanvaardbaarheid

a)

Een declarant die een verklaring van overeenstemming van een luchtvaartuig met het ontwerp heeft ingediend overeenkomstig subdeel C van deze bijlage kan de overeenstemming van een geringe wijziging van het ontwerp van dat luchtvaartuig verklaren onder de in dit subdeel vastgestelde voorwaarden. Bovendien kan een dergelijke verklaring van overeenstemming ook worden ingediend, onder de in dit subdeel vastgestelde voorwaarden, door een ontwerporganisatie die erkend is overeenkomstig bijlage I (deel 21), 21.A.263, punt c), 3.

b)

Alleen de declarant die een verklaring van overeenstemming van een luchtvaartuig met het ontwerp heeft ingediend overeenkomstig subdeel C van deze bijlage, kan de overeenstemming van een ingrijpende wijziging van het ontwerp van dat luchtvaartuig verklaren onder de in dit subdeel vastgestelde voorwaarden.

c)

Als de declarant die een verklaring van overeenstemming van een luchtvaartuig met het ontwerp heeft ingediend overeenkomstig subdeel C van deze bijlage niet meer actief is of niet reageert op verzoeken om ontwerpwijzigingen, mag in afwijking van 21L.A.104, punt b), de overeenstemming van een gewijzigd luchtvaartuigontwerp ook overeenkomstig subdeel C van deze bijlage worden verklaard door een overeenkomstig bijlage I (deel 21), 21.A.263, punt c), 4, erkende ontwerporganisatie binnen de reikwijdte van haar erkenningsvoorwaarden, of door elke andere natuurlijke of rechtspersoon die de in 21L.A.47 vastgestelde verplichtingen kan nakomen met betrekking tot dat luchtvaartuig.

21L.A.105   Verklaring van overeenstemming met het ontwerp voor geringe wijzigingen

a)

Alvorens de installatie of integratie van een geringe wijziging van het ontwerp van een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard overeenkomstig subdeel C van deze bijlage uit te voeren of met een productieorganisatie overeen te komen, moet de organisatie die de geringe wijziging heeft ontworpen, verklaren dat het ontwerp van die geringe wijziging in overeenstemming is met:

1.

ofwel de gedetailleerde technische specificaties die onder verwijzing zijn opgenomen in de verklaring van overeenstemming van het luchtvaartuig met het ontwerp, tenzij die gedetailleerde technische specificaties of delen daarvan niet meer van toepassing zijn overeenkomstig 21L.B.61 omdat het Agentschap heeft vastgesteld dat uit ervaring met andere soortgelijke producten die in gebruik zijn genomen of die soortgelijke ontwerpkenmerken vertonen, is gebleken dat zich onveilige omstandigheden kunnen ontwikkelen en dat de gedetailleerde technische specificaties waarnaar wordt verwezen in de verklaring van overeenstemming van het luchtvaartuig met het ontwerp niet voorzien in een oplossing van deze onveilige omstandigheden, of

2.

de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties op de datum waarop de verklaring is afgelegd overeenkomstig 21L.B.61, indien de declarant hiervoor heeft gekozen, en

3.

de in 21L.B.61 bedoelde toepasselijke milieubeschermingseisen die van toepassing zijn op de datum waarop de verklaring wordt afgelegd.

b)

De verklaring van overeenstemming met het ontwerp moet worden ingediend in de vorm en op de wijze zoals vastgelegd door het Agentschap.

c)

De declarant of organisatie die de geringe wijziging heeft ontworpen, moet een register bijhouden van geringe wijzigingen van het ontwerp van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd, en moet alle overeenkomstig punt a) afgelegde verklaringen op verzoek ter beschikking stellen van het Agentschap.

21L.A.106   Verplichtingen van de persoon die een verklaring van overeenstemming van een geringe wijziging met het ontwerp aflegt

Een persoon die overeenkomstig 21L.A.105 een verklaring van overeenstemming van een geringe wijziging met het luchtvaartuigontwerp aflegt, moet:

a)

een register van die verklaringen bijhouden en die verklaringen op verzoek ter beschikking stellen van het Agentschap;

b)

alle documenten waarop een verklaring van overeenstemming is gebaseerd, bijhouden en op verzoek ter beschikking stellen van het Agentschap;

c)

voldoen aan alle andere verplichtingen van een declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp, zoals uiteengezet in subdeel A van deze bijlage.

21L.A.107   Verklaring van overeenstemming met het ontwerp voor ingrijpende wijzigingen

a)

Alvorens de installatie of integratie van een ingrijpende wijziging van het ontwerp van een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard overeenkomstig subdeel C van deze bijlage uit te voeren of met een productieorganisatie overeen te komen, moet de organisatie die de ingrijpende wijziging heeft ontworpen, verklaren dat het ontwerp van die ingrijpende wijziging en de domeinen die daar gevolgen van ondervinden, in overeenstemming zijn met:

1.

ofwel de gedetailleerde technische specificaties die onder verwijzing zijn opgenomen in de verklaring van overeenstemming van het luchtvaartuig met het ontwerp, tenzij die gedetailleerde technische specificaties of delen daarvan niet meer van toepassing zijn overeenkomstig 21L.B.61 omdat het Agentschap heeft vastgesteld dat uit ervaring met andere soortgelijke producten die in gebruik zijn genomen of die soortgelijke ontwerpkenmerken vertonen, is gebleken dat zich onveilige omstandigheden kunnen ontwikkelen en dat de gedetailleerde technische specificaties waarnaar wordt verwezen in de verklaring van overeenstemming van het luchtvaartuig met het ontwerp niet voorzien in een oplossing van deze onveilige omstandigheden, of

2.

de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties op de datum waarop de verklaring is afgelegd overeenkomstig 21L.B.61, indien de declarant hiervoor heeft gekozen, en

3.

de in 21L.B.61 bedoelde toepasselijke milieubeschermingseisen die van toepassing zijn op de datum waarop de verklaring wordt afgelegd.

b)

De verklaring van overeenstemming met het ontwerp moet worden ingediend in de vorm en op de wijze zoals vastgelegd door het Agentschap.

c)

De verklaring bevat ten minste de volgende gegevens:

1.

de naam van de persoon die de verklaring indient, en zijn adres/vestiging;

2.

het referentienummer van de verklaring van het luchtvaartuig waarop de ingrijpende wijziging betrekking heeft;

3.

een unieke referentie die het mogelijk maakt de ingrijpende wijziging te identificeren;

4.

een aanduiding van de gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen waarmee de declarant verklaart in overeenstemming te zijn;

5.

een ondertekende verklaring, onder de verantwoordelijkheid van uitsluitend de persoon die de verklaring aflegt, dat het ontwerp van de ingrijpende wijziging in overeenstemming is met de in punt 4 bedoelde gedetailleerde technische specificaties en toepasselijke milieubeschermingseisen, overeenkomstig het in punt d), 3, bedoelde plan voor het aantonen van de overeenstemming;

6.

een ondertekende verklaring, onder de verantwoordelijkheid van uitsluitend de persoon die de verklaring aflegt, dat die persoon geen kenmerken heeft vastgesteld die het luchtvaartuig onveilig of onverenigbaar met de milieuvoorschriften maken, voor het beoogde gebruik;

7.

een ondertekende verbintenis dat de persoon die de verklaring aflegt de in 21L.A.47 bedoelde verplichtingen zal nakomen met betrekking tot het gewijzigde luchtvaartuigontwerp;

8.

de instructies voor blijvende luchtwaardigheid;

9.

de exploitatiebeperkingen, indien gewijzigd;

10.

het gegevensblad voor luchtwaardigheid en, indien van toepassing, de gegevens omtrent de naleving van de emissievereisten;

11.

het gegevensblad voor geluid, indien van toepassing;

12.

alle andere voorwaarden en beperkingen voor het luchtvaartuig die zijn voorgeschreven in de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen waarmee de declarant verklaart in overeenstemming te zijn.

d)

De declarant die een ingrijpende wijziging ontwerpt, dient de in punt c) bedoelde verklaring in bij het Agentschap, samen met:

1.

een beschrijving van de ingrijpende wijziging;

2.

basisgegevens over de ingrijpende wijziging, met inbegrip van de exploitatiekenmerken, ontwerpkenmerken en eventuele beperkingen;

3.

een plan voor het aantonen van de overeenstemming, waarin de middelen die tijdens het aantonen van de overeenstemming werden gebruikt, in detail worden toegelicht;

4.

geregistreerde rechtvaardigingen van de overeenstemming in de overeenstemmingsgegevens die verkregen zijn op basis van nalevingsactiviteiten die overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming zijn uitgevoerd;

5.

de middelen waarmee de overeenstemming met de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen in 21L.B.61 is aangetoond;

6.

in het geval de overeenstemming is aangetoond aan de hand van tests, geregistreerde rechtvaardigingen van de conformiteit van de testartikelen en -apparatuur, waaruit blijkt:

i)

voor het testexemplaar:

A)

dat de materialen en processen in toereikende mate beantwoordden aan de ontwerpspecificaties;

B)

dat de samenstellende delen van de producten in toereikende mate beantwoordden aan de ontwerptekeningen, en

C)

dat de fabricageprocessen, de constructie en de assemblage in toereikende mate beantwoordden aan die van het ontwerp;

ii)

dat de voor de test gebruikte test- en meetapparatuur geschikt was voor de test en juist gekalibreerd was;

7.

verslagen, resultaten van inspecties of tests die volgens de declarant nodig waren om te bepalen dat het luchtvaartuig voldoet aan de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen.

e)

De verklaring van een ingrijpende wijziging ten opzichte van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp blijft beperkt tot de specifieke configuratie(s) in de verklaring van overeenstemming met het ontwerp waarop de wijziging betrekking heeft.

21L.A.108   Nalevingsactiviteiten voor verklaringen van overeenstemming van een ingrijpende wijziging

Alvorens een verklaring van overeenstemming af te leggen overeenkomstig 21L.A.107 moet de declarant, met betrekking tot dat specifieke ontwerp:

a)

een plan voor het aantonen van de overeenstemming opstellen, waarin de middelen die tijdens het aantonen van de overeenstemming zullen worden gebruikt, in detail worden toegelicht. Dit document wordt zo nodig bijgewerkt;

b)

de rechtvaardiging van de overeenstemming registreren in de overeenstemmingsdocumenten, overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming;

c)

indien nodig tests en inspecties uitvoeren overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming;

d)

de conformiteit van de testartikelen en -apparatuur waarborgen en registreren, en ervoor zorgen dat het testexemplaar overeenstemt met de specificaties, tekeningen, fabricageprocessen, constructie en assemblagemiddelen in het ontwerp;

e)

ervoor zorgen dat de voor de tests gebruikte test- en meetapparatuur geschikt is voor de test en juist gekalibreerd is;

f)

het Agentschap toestemming verlenen voor de uitvoering van of deelname aan inspecties of tests van luchtvaartuigen in definitieve of voldoende vergevorderde ontwerp- en productieconfiguratie die nodig zijn om te bepalen of het gewijzigde product geen kenmerken vertoont die het luchtvaartuig onveilig of onverenigbaar met de milieuvoorschriften maken, voor het beoogde gebruik;

g)

testvluchten uitvoeren, overeenkomstig de daarvoor door het Agentschap gespecificeerde methoden, voor zover nodig om te bepalen dat het luchtvaartuig overeenstemt met de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen.

SUBDEEL G –   VERKLAARDE PRODUCTIEORGANISATIES

21L.A.121   Toepassingsgebied

a)

In dit subdeel wordt het volgende vastgelegd:

1.

de procedures voor verklaringen van de productiebekwaamheid van natuurlijke en rechtspersonen waaruit blijkt dat de producten en onderdelen in overeenstemming zijn met de toepasselijke ontwerpgegevens;

2.

de rechten en verplichtingen van de natuurlijke en rechtspersonen die een in punt 1 bedoelde verklaring van productiebekwaamheid afleggen.

b)

De volgende categorieën producten en onderdelen mogen geproduceerd zijn door organisaties die een verklaring van productiebekwaamheid overeenkomstig dit subdeel hebben afgelegd:

1.

producten en onderdelen waarvan het ontwerp gecertificeerd is overeenkomstig deze bijlage;

2.

luchtvaartuigen waarvan het ontwerp onder een overeenkomstig deze bijlage afgelegde verklaring valt, en hun motoren, propellers en onderdelen.

21L.A.122   Aanvaardbaarheid

Elke natuurlijke of rechtspersoon (“organisatie”) kan een verklaring van zijn productiebekwaamheid afleggen overeenkomstig dit subdeel, voor zover die persoon:

a)

een aanvraag heeft gedaan of voornemens is een aanvraag te doen voor de goedkeuring van het ontwerp van het product of onderdeel overeenkomstig deze bijlage, of

b)

een verklaring van overeenstemming van een luchtvaartuigontwerp heeft afgelegd of voornemens is af te leggen overeenkomstig deze bijlage, of

c)

samenwerkt met de aanvrager of houder van een overeenkomstig deze bijlage afgegeven of af te geven goedkeuring van het ontwerp van het product, of met de organisatie die overeenkomstig deze bijlage een verklaring van overeenstemming van een luchtvaartuigontwerp heeft afgelegd of voornemens is af te leggen, teneinde te garanderen dat het geproduceerde product of onderdeel in overeenstemming is met dat ontwerp, en teneinde de blijvende luchtwaardigheid van het product of onderdeel te waarborgen.

21L.A.123   Verklaring van productiebekwaamheid

a)

Alvorens producten of onderdelen te produceren legt een organisatie die voornemens is de overeenstemming van die producten of onderdelen met de toepasselijke ontwerpgegevens aan te tonen, een verklaring van haar productiebekwaamheid af.

b)

De verklaring en alle daaropvolgende wijzigingen daarvan worden ingediend in de vorm en op de wijze zoals vastgelegd door de bevoegde autoriteit.

c)

De verklaring bevat de informatie die de bevoegde autoriteit nodig heeft om zich vertrouwd te maken met de organisatie en de voorgenomen werkzaamheden, en bevat minstens:

1.

de geregistreerde naam van de organisatie;

2.

de contactgegevens van het geregistreerde adres van de hoofdvestiging en, indien van toepassing, de exploitatievestigingen van de organisatie;

3.

de namen en contactgegevens van de verantwoordelijke managers van de organisatie die zijn aangesteld overeenkomstig 21L.A.125, punt c), 1;

4.

het geplande toepassingsgebied van de werkzaamheden;

5.

de geplande begindatum van de productie;

6.

een verklaring die bevestigt dat de organisatie:

i)

over een productiebeheersysteem beschikt overeenkomstig 21L.A.124, punt a), en

ii)

ervoor zal zorgen dat het productiebeheersysteem in overeenstemming blijft met dit subdeel;

7.

een verklaring die bevestigt dat de organisatie de overeenkomstig 21L.A.124, punt d), vastgestelde processen en procedures zal naleven;

8.

een verklaring dat de organisatie ermee instemt de verplichtingen van een verklaarde productieorganisatie overeenkomstig 21L.A.127 na te komen.

d)

De verklaring van productiebekwaamheid wordt ingediend bij de bevoegde autoriteit.

21L.A.124   Beheersysteem voor productie

a)

De verklaarde productieorganisatie zorgt voor de vaststelling, de toepassing en het onderhoud van een beheersysteem voor productie, met duidelijke aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden in de hele organisatie, dat:

1.

overeenkomt met de aard en complexiteit van haar activiteiten en de omvang van de organisatie, en rekening houdt met de gevaren en aanverwante risico’s die inherent zijn aan deze activiteiten;

2.

is vastgesteld onder de aansprakelijkheid van een overeenkomstig 21L.A.125, punt c), 1, aangestelde verantwoordelijke beheerder.

b)

Het productiebeheersysteem omvat middelen om de kwaliteit te beheren door een kwaliteitssysteem in stand te houden dat:

1.

garandeert dat elk product of onderdeel dat door de verklaarde productieorganisatie of haar partners wordt geproduceerd, of wordt geleverd door of uitbesteed aan derden, in overeenstemming is met de toepasselijke ontwerpgegevens en zich in een staat bevindt die veilig gebruik mogelijk maakt;

2.

in voorkomend geval binnen het toepassingsgebied van hun activiteiten controleprocedures vaststelt, toepast en in stand houdt voor:

i)

uitgifte, goedkeuring of wijziging van documenten;

ii)

evaluatie, audit en controle van leveranciers en onderaannemers;

iii)

verificatie dat binnenkomende producten, onderdelen, materialen en uitrustingen, met inbegrip van door de kopers van producten geleverde nieuwe of gebruikte delen, beantwoorden aan de toepasselijke ontwerpgegevens;

iv)

identificatie en traceerbaarheid;

v)

fabricageprocessen;

vi)

inspectie en proeven, met inbegrip van testvluchten;

vii)

kalibratie van gereedschappen, mallen en testapparatuur;

viii)

beheersing van niet-conforme artikelen;

ix)

samenwerking met de aanvrager of houder van een ontwerpgoedkeuring of declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp;

x)

invullen en bijhouden van gegevens;

xi)

personeelsbekwaamheid en -kwalificaties;

xii)

de afgifte van vrijgavedocumenten betreffende luchtwaardigheid;

xiii)

behandeling, opslag en verpakking;

xiv)

interne kwaliteitsaudits en daaruit voortvloeiende corrigerende maatregelen;

xv)

werkzaamheden die op een andere plaats dan de in de verklaring vermelde exploitatievestiging worden uitgevoerd;

xvi)

werkzaamheden die worden uitgevoerd na de productie maar vóór de levering, om het luchtvaartuig in een staat te houden die veilig gebruik mogelijk maakt;

xvii)

het verzoek tot afgifte van vliegvergunningen en de goedkeuring van de bijbehorende vluchtvoorwaarden;

3.

specifieke bepalingen opneemt in de controleprocedures voor kritieke onderdelen.

c)

In het kader van haar productiebeheersysteem stelt de verklaarde productieorganisatie een onafhankelijke functie vast om toezicht te houden op de overeenstemming van de organisatie met de relevante eisen en op de naleving en toereikendheid van het productiebeheersysteem. Dit toezicht moet een systeem omvatten om feedback te geven aan de in 21L.A.125, punt c), 1 en 2, vermelde persoon of groep van personen zodat, indien nodig, corrigerende maatregelen kunnen worden genomen.

d)

In het kader van haar productiebeheersysteem zorgt de verklaarde productieorganisatie voor het vaststellen, bijhouden en actualiseren van processen en procedures die garanderen dat de geproduceerde producten in overeenstemming zijn met de toepasselijke ontwerpgegevens. Op verzoek stelt de verklaarde productieorganisatie bewijsstukken met betrekking tot deze processen en procedures ter beschikking van de bevoegde autoriteit.

e)

De verklaarde productieorganisatie beschikt over procedures om te garanderen dat nieuw geproduceerde luchtvaartuigen worden onderhouden overeenkomstig de toepasselijke onderhoudsinstructies en in luchtwaardige toestand worden gehouden en, indien van toepassing, dat een certificaat van geschiktheid voor gebruik is afgegeven voor elk uitgevoerd onderhoud.

f)

Als de verklaarde productieorganisatie houder is van (een) ander(e) op basis van Verordening (EU) 2018/1139 en de op basis daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen afgegeven productcertifica(a)t(en), mag de productieorganisatie het productiebeheersysteem integreren in het beheersysteem dat vereist is voor de afgifte van het (de) ander(e) certifica(a)t(en).

21L.A.125   Middelen van de verklaarde productieorganisatie

De verklaarde productieorganisatie moet waarborgen dat:

a)

de faciliteiten, de arbeidsomstandigheden, de uitrusting en het gereedschap, de processen en de bijbehorende materialen, de personeelssterkte en -bekwaamheid en de algemene organisatie toereikend zijn voor het nakomen van haar verplichtingen overeenkomstig 21L.A.127;

b)

met betrekking tot alle noodzakelijke luchtwaardigheids- en milieubeschermingsgegevens:

1.

zij dergelijke gegevens heeft ontvangen van het Agentschap en van de declarant van overeenstemming met het ontwerp of de houder of aanvrager van het typecertificaat of de ontwerpgoedkeuring om de overeenstemming ervan met de toepasselijke ontwerpgegevens te bepalen;

2.

zij een procedure heeft opgesteld om ervoor te zorgen dat de luchtwaardigheids- en milieuverenigbaarheidsgegevens correct worden opgenomen in de productiegegevens;

3.

deze gegevens up-to-date worden gehouden en ter beschikking worden gesteld van alle personeelsleden die toegang tot deze gegevens nodig hebben om hun taken te kunnen vervullen;

c)

met betrekking tot management en personeel:

1.

dat de verklaarde productieorganisatie een verantwoordelijke manager heeft aangesteld met het gezag om te waarborgen dat binnen de organisatie alle productie volgens de vereiste normen wordt uitgevoerd en dat de verklaarde productieorganisatie voortdurend voldoet aan de eisen van het in 21L.A.124, punt a), bedoelde productiebeheersysteem en aan de in 21L.A.124, punt d), bedoelde gegevens en procedures;

2.

dat de verantwoordelijke manager een persoon of een groep personen heeft aangesteld en geïdentificeerd, die moet waarborgen dat de organisatie voldoet aan de eisen van dit subdeel, en dat zijn bevoegdheden zijn omschreven. Die persoon of groep van personen is verantwoording verschuldigd aan de verantwoordelijke manager en heeft rechtstreekse toegang. Zij moeten over de juiste kennis, achtergrond en ervaring beschikken om zich van hun verantwoordelijkheden te kunnen kwijten;

3.

dat het personeel op alle niveaus de passende bevoegdheid heeft om de hen toegewezen verantwoordelijkheden te kunnen uitoefenen, en dat er binnen de verklaarde productieorganisatie sprake is van volledige en effectieve coördinatie met betrekking tot kwesties inzake luchtwaardigheid en milieuverenigbaarheidsgegevens;

4.

dat de structuur van de organisatie, samen met de belangrijkste personeelsleden die ervoor moeten zorgen dat de organisatie in overeenstemming is met dit subdeel, worden gedocumenteerd en geactualiseerd;

d)

met betrekking tot certificeringspersoneel dat door de verklaarde productieorganisatie is gemachtigd om de overeenkomstig 21L.A.126 afgegeven documenten te ondertekenen, binnen het toepassingsgebied van verklaarde productieactiviteiten:

1.

dat de kennis, achtergrond (met inbegrip van andere functies in de organisatie) en de ervaring van het certificeringspersoneel dusdanig zijn dat zij de hun toegewezen verantwoordelijkheden kunnen vervullen;

2.

dat aan het certificeringspersoneel een bewijs van hun bevoegdheden is verstrekt. De verklaarde productieorganisatie houdt een lijst van het certificeringspersoneel bij.

21L.A.126   Toepassingsgebied van de werkzaamheden

a)

Een verklaarde productieorganisatie heeft het recht de overeenstemming van de onder het toepassingsgebied van deze sectie vallende en onder het verklaarde toepassingsgebied geproduceerde producten en onderdelen met de toepasselijke ontwerpgegevens aan te tonen.

b)

Een verklaarde productieorganisatie heeft het recht om, voor een volledig luchtvaartuig, na presentatie van een conformiteitsverklaring van het luchtvaartuig (EASA-formulier 52B), een aanvraag te doen:

1.

met betrekking tot een luchtvaartuig dat in overeenstemming is met een overeenkomstig subdeel B van sectie B van deze bijlage goedgekeurd typeontwerp, voor een bewijs van luchtwaardigheid en een geluidscertificaat;

2.

met betrekking tot een luchtvaartuig dat in overeenstemming is met een overeenkomstig subdeel C deze bijlage verklaard ontwerp, voor een beperkt bewijs van luchtwaardigheids en een beperkt geluidscertificaat.

c)

Een verklaarde productieorganisatie heeft het recht certificaten van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) af te geven voor motoren, propellers en onderdelen die in overeenstemming zijn met:

1.

goedgekeurde ontwerpgegevens die zijn afgegeven overeenkomstig subdeel B, D, E of M van sectie B van deze bijlage;

2.

verklaarde ontwerpgegevens waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd overeenkomstig subdeel C, F of N van deze bijlage;

3.

productiegegevens die gebaseerd zin op alle nodige goedgekeurde ontwerpgegevens, zoals verstrekt door een houder van een goedkeuring van een reparatieontwerp.

d)

Een verklaarde productieorganisatie heeft het recht om, voor een luchtvaartuig dat zij heeft geproduceerd en waarvoor zij de conformiteit met de toepasselijke ontwerpgegevens heeft bevestigd, de voorwaarden aan te bevelen waaronder een vliegvergunning kan worden afgegeven door de bevoegde autoriteit onder subdeel P van bijlage I (deel 21).

e)

Een verklaarde productieorganisatie heeft het recht het nodige onderhoud van een door haar geproduceerd nieuw luchtvaartuig uit te voeren om het in luchtwaardige toestand te houden, tenzij Verordening (EU) nr. 1321/2014 vereist dat het onderhoud volgens de regels van die verordening wordt uitgevoerd, en om een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 53B) af te geven met betrekking tot dat onderhoud.

21L.A.127   Verplichtingen van de verklaarde productieorganisatie

a)

De verklaarde productieorganisatie werkt overeenkomstig duidelijk gedefinieerde procedures, praktijken en processen.

b)

Als de verklaarde productieorganisatie voornemens is testvluchten uit te voeren, moet zij een exploitatiehandboek, met een beschrijving van het beleid en de processen voor testvluchten, opstellen, bijhouden en bijwerken. Op verzoek stelt de verklaarde productieorganisatie dit handboek ter beschikking van de bevoegde autoriteit.

c)

Alvorens een conformiteitsverklaring voor een afgewerkt luchtvaartuig (EASA-formulier 52B) in te dienen bij de bevoegde autoriteit, ziet de verklaarde productieorganisatie erop toe dat het luchtvaartuig zich in een staat bevindt die veilig gebruik mogelijk maakt en beantwoordt aan:

1.

het goedgekeurde typeontwerp van een typegecertificeerd product, afgegeven overeenkomstig subdeel B van sectie B van deze bijlage, of

2.

de ontwerpgegevens van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd overeenkomstig subdeel C van deze bijlage.

d)

Voor producten (andere dan volledige luchtvaartuigen) en onderdelen ziet de verklaarde productieorganisatie er vóór de afgifte van een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) op toe dat het product of onderdeel zich in een staat bevindt die veilig gebruik mogelijk maakt en dat het beantwoordt aan het overeenkomstig subdeel B, D, E of M van sectie B van deze bijlage afgegeven goedgekeurde typeontwerp van een typegecertificeerd product of aan de ontwerpgegevens van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd overeenkomstig subdeel C, F of M van deze bijlage.

e)

De verklaarde productieorganisatie ziet erop toe dat een afgewerkte motor in overeenstemming is met de emissievereisten die van toepassing zijn op de productiedatum van de motor.

f)

De verklaarde productieorganisatie vermeldt in alle door haar afgegeven certificaten van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) het referentienummer dat overeenkomstig 21L.B.142 door de bevoegde autoriteit is afgegeven voor deze verklaarde productieorganisatie.

g)

De verklaarde productieorganisatie ziet erop toe dat de organisatie de bijzonderheden van alle voltooide werkzaamheden registreert.

h)

De verklaarde productieorganisatie verleent de houder van een ontwerpgoedkeuring of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp, steun voor de blijvende luchtwaardigheid van de door hen geproduceerde producten of onderdelen.

i)

De verklaarde productieorganisatie moet beschikken over een archiveringssysteem waarin de eisen worden geregistreerd die aan andere organisaties, zoals leveranciers en subcontractanten, zijn opgelegd. Op verzoek stelt de verklaarde productieorganisatie de gearchiveerde gegevens ter beschikking van de bevoegde autoriteit met het oog op de blijvende luchtwaardigheid.

j)

Voor de productie van nieuwe luchtvaartuigen ziet de verklaarde productieorganisatie er op toe dat het luchtvaartuig in luchtwaardige toestand wordt gehouden en wordt onderhouden, met inbegrip van eventuele noodzakelijke reparaties overeenkomstig de toepasselijke ontwerpgegevens, alvorens een conformiteitsverklaring van het luchtvaartuig (EASA-formulier 52B) af te geven.

k)

Alvorens de verklaarde productieorganisatie een certificaat van geschiktheid voor gebruik afgeeft na een dergelijk onderhoud, gaat zij na of elk afgewerkt luchtvaartuig het nodige onderhoud heeft gekregen en zich in een staat bevindt die veilig gebruik mogelijk maakt.

l)

De verklaarde productieorganisatie moet voldoen aan de in subdeel A van deze bijlage vastgestelde eisen die van toepassing zijn op een verklaarde productieorganisatie.

21L.A.128   Kennisgeving van wijzigingen en stopzetting van de activiteiten

De verklaarde productieorganisatie stelt de bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van het volgende:

a)

alle wijzigingen van de informatie die verklaard is overeenkomstig 21L.A.123, punt c);

b)

alle wijzigingen van het productiebeheersysteem die belangrijk zijn voor het aantonen van de conformiteit of de luchtwaardigheid en milieuverenigbaarheid van het product of onderdeel;

c)

de stopzetting van sommige of alle activiteiten waarop de verklaring betrekking heeft.

SUBDEEL H –   BEWIJZEN VAN LUCHTWAARDIGHEID EN BEPERKTE BEWIJZEN VAN LUCHTWAARDIGHEID

21L.A.141   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt de procedure vastgesteld voor de aanvraag van een bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid voor een luchtvaartuig waarvan het ontwerp is gecertificeerd of verklaard overeenkomstig deze bijlage, en worden de rechten en plichten van de aanvragers en houders van die certificaten vastgesteld.

21L.A.142   Aanvaardbaarheid

Elke natuurlijke of rechtspersoon onder wiens naam een luchtvaartuig is geregistreerd of zal worden geregistreerd in een lidstaat (“lidstaat van registratie”), kan een bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid voor dat luchtvaartuig aanvragen onder de in dit subdeel vastgestelde voorwaarden.

21L.A.143   Aanvraag voor een bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid

a)

Een natuurlijke of rechtspersoon moet een bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid aanvragen in de vorm en op de wijze die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie zijn vastgesteld.

b)

Een natuurlijke of rechtspersoon kan een aanvraag indienen voor:

1.

een bewijs van luchtwaardigheid voor een luchtvaartuig dat beantwoordt aan een typecertificaat dat overeenkomstig sectie B, subdeel B, van deze bijlage door het Agentschap is afgegeven, of

2.

een beperkt bewijs van luchtwaardigheid voor een luchtvaartuig dat beantwoordt aan een overeenkomstig subdeel C van deze bijlage ingediende verklaring van overeenstemming met het ontwerp die ten tijde van de aanvraag door het Agentschap is geregistreerd overeenkomstig 21L.B.63.

c)

Voor nieuwe luchtvaartuigen die beantwoorden aan een door het Agentschap afgegeven typecertificaat, neemt de aanvrager het volgende op in de aanvraag:

1.

een conformiteitsverklaring voor luchtvaartuigen (EASA-formulier 52 of 52B) die is afgegeven of ondertekend door:

i)

een productieorganisatie die een verklaring van haar productiebekwaamheid heeft ingediend overeenkomstig subdeel G van deze bijlage en door de bevoegde autoriteit is geregistreerd overeenkomstig 21L.B.142, of

ii)

een houder van een goedkeuring als productieorganisatie krachtens de bevoegdheden van bijlage I (deel 21), 21.A.163, punt b);

2.

een gewichts- en zwaartepuntsrapport met een beladingschema;

3.

het vlieghandboek, indien vereist krachtens de toepasselijke typecertificeringsbasis.

d)

Voor nieuwe luchtvaartuigen die beantwoorden aan een door het Agentschap geregistreerde verklaring van overeenstemming met het ontwerp, neemt de aanvrager het volgende op in de aanvraag:

1.

een conformiteitsverklaring voor luchtvaartuigen (EASA-formulier 52B) die is afgegeven of ondertekend door:

i)

een natuurlijke of rechtspersoon overeenkomstig subdeel R van deze bijlage;

ii)

een productieorganisatie die een verklaring van haar productiebekwaamheid heeft ingediend overeenkomstig subdeel G van deze bijlage en door de bevoegde autoriteit is geregistreerd overeenkomstig 21L.B.142, of

iii)

een houder van een goedkeuring als productieorganisatie krachtens de bevoegdheden van bijlage I (deel 21), 21.A.163, punt d);

2.

een gewichts- en zwaartepuntsrapport met een beladingschema;

3.

het vlieghandboek, indien vereist door de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties voor de verklaring van overeenstemming met het ontwerp.

e)

Voor een gebruikt luchtvaartuig dat afkomstig is uit een lidstaat neemt de aanvrager een overeenkomstig bijlage I (deel-M) of bijlage V ter (deel-ML) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 afgegeven certificaat van herbeoordeling van de luchtwaardigheid op in de aanvraag.

f)

Voor een gebruikt luchtvaartuig dat afkomstig is uit een niet-lidstaat, neemt de aanvrager het volgende op in de aanvraag:

1.

een verklaring van de bevoegde autoriteit van het land waar het luchtvaartuig is of was geregistreerd, waarin de luchtwaardigheidstoestand van het betreffende luchtvaartuig op het moment van de overdracht wordt beschreven;

2.

de historische gegevens om de productie-, wijzigings- en onderhoudsstatus van het luchtvaartuig vast te leggen;

3.

een gewichts- en zwaartepuntsrapport met een beladingschema;

4.

het vlieghandboek;

5.

een aanbeveling voor de afgifte van een bewijs van luchtwaardigheid of een beperkt bewijs van luchtwaardigheid en voor een certificaat van herbeoordeling van de luchtwaardigheid op grond van een herbeoordeling van de luchtwaardigheid overeenkomstig bijlage I (deel-M) van Verordening (EU) nr. 1321/2014 of een certificaat van herbeoordeling van de luchtwaardigheid overeenkomstig bijlage V ter (deel-ML) van Verordening (EU) nr. 1321/2014.

g)

Tenzij anders overeengekomen, moeten de in punt c), 1, punt d), 1 en punt f), 1, vermelde verklaringen uiterlijk 60 dagen vóór het luchtvaartuig aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie wordt aangeboden, worden afgegeven.

21L.A.144   Verplichtingen van de aanvrager van een bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid

De aanvrager van een bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid moet:

a)

de handboeken, opschriften, lijsten en instrumentmarkeringen, en alle andere noodzakelijke informatie die vereist wordt door de toepasselijke typecertificeringsbasis of de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties voor verklaringen van overeenstemming van het ontwerp voorleggen in een of meer voor de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie aanvaardbare officiële talen van de Europese Unie;

b)

aantonen dat zijn luchtvaartuig is geïdentificeerd overeenkomstig subdeel Q van deze bijlage;

c)

regelingen treffen voor inspecties van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie, om te beoordelen of het luchtvaartuig punten van non-conformiteit vertoont die de veiligheid ervan in gevaar kunnen brengen.

21L.A.145   Overdraagbaarheid en heruitgifte van een bewijs van luchtwaardigheid en een beperkt bewijs van luchtwaardigheid in lidstaten

Als een luchtvaartuig van eigenaar is veranderd:

a)

en als het blijft ingeschreven in hetzelfde register, wordt het bewijs van luchtwaardigheid of het beperkt bewijs van luchtwaardigheid dat is afgegeven overeenkomstig subdeel H van sectie B van deze bijlage, samen met het luchtvaartuig overgedragen;

b)

en als het luchtvaartuig bestemd is om in een andere lidstaat te worden ingeschreven, dient de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens naam het luchtvaartuig zal worden geregistreerd bij de bevoegde autoriteit van de nieuwe lidstaat van registratie een aanvraag in voor een nieuw bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid en neemt hij het vorige bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid dat is afgegeven overeenkomstig subdeel H van sectie B bij deze bijlage en een geldig certificaat van herbeoordeling van de luchtwaardigheid dat is afgegeven overeenkomstig bijlage I (deel-M) of bijlage V ter (deel-ML) van Verordening (EU) nr. 1321/2014 op in zijn aanvraag.

21L.A.146   Blijvende geldigheid van een bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid

a)

Een bewijs van luchtwaardigheid of een beperkt bewijs van luchtwaardigheid blijft geldig zolang:

1.

het luchtvaartuig in hetzelfde register is ingeschreven;

2.

het bewijs niet door de houder is teruggegeven;

3.

het luchtvaartuig blijft voldoen aan de relevante eisen van Verordening (EU) 2018/1139 en de op basis daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, aan het toepasselijke typeontwerp of aan de toepasselijke ontwerpgegevens van een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming van het ontwerp is verklaard, en aan de eisen inzake blijvende luchtwaardigheid, rekening houdend met de in 21L.B.21 gespecificeerde bepalingen inzake de behandeling van bevindingen;

4.

het bewijs niet is ingetrokken door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie krachtens 21L.B.22.

b)

In geval van teruggave of intrekking moet het bewijs worden ingeleverd bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie.

SUBDEEL I –   GELUIDSCERTIFICATEN EN BEPERKTE GELUIDSCERTIFICATEN

21L.A.161   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt de procedure vastgesteld voor de aanvraag van een geluidscertificaat of beperkt geluidscertificaat voor een luchtvaartuig waarvan het ontwerp is gecertificeerd of verklaard overeenkomstig deze bijlage, en worden de rechten en plichten van de aanvragers en houders van die certificaten vastgesteld.

21L.A.162   Aanvaardbaarheid

Elke natuurlijke of rechtspersoon onder wiens naam een luchtvaartuig is geregistreerd of zal worden geregistreerd in een lidstaat, kan een geluidscertificaat of beperkt geluidscertificaat voor dat luchtvaartuig aanvragen onder de in dit subdeel vastgestelde voorwaarden.

21L.A.163   Aanvraag

a)

Een natuurlijke of rechtspersoon moet een geluidscertificaat of beperkt geluidscertificaat aanvragen in de vorm en op de wijze die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie zijn vastgesteld.

b)

Een natuurlijke of rechtspersoon kan een aanvraag indienen voor:

1.

een geluidscertificaat voor een luchtvaartuig dat beantwoordt aan een typecertificaat dat overeenkomstig sectie B, subdeel B, van deze bijlage door het Agentschap is afgegeven, of

2.

een beperkt geluidscertificaat voor een luchtvaartuig dat beantwoordt aan een overeenkomstig subdeel C van deze bijlage ingediende verklaring van overeenstemming met het ontwerp die ten tijde van de aanvraag door het Agentschap is geregistreerd overeenkomstig 21L.B.63.

c)

De aanvrager neemt het volgende op in de aanvraag:

1.

voor nieuwe luchtvaartuigen:

i)

een conformiteitsverklaring voor luchtvaartuigen (EASA-formulier 52 of 52B) die is afgegeven of ondertekend door:

A)

een natuurlijke of rechtspersoon overeenkomstig subdeel R van deze bijlage;

B)

een productieorganisatie die een verklaring van haar productiebekwaamheid heeft ingediend overeenkomstig subdeel G van deze bijlage en door de bevoegde autoriteit is geregistreerd overeenkomstig 21L.B.142, of

C)

een houder van een goedkeuring als productieorganisatie krachtens de bevoegdheden van bijlage I (deel 21), 21.A.163, punt b);

ii)

de referentie van de geluidsgegevens in de geluidsniveaugegevensbank van het Agentschap, dat de geluidsinformatie weergeeft die overeenkomstig de toepasselijke geluidseisen is vastgesteld;

2.

voor gebruikte luchtvaartuigen:

i)

de referentie van de geluidsgegevens in de geluidsniveaugegevensbank van het Agentschap, dat de geluidsinformatie weergeeft die overeenkomstig de toepasselijke geluidseisen is vastgesteld, en

ii)

de historische gegevens om de productie-, wijzigings- en onderhoudsstatus van het luchtvaartuig vast te leggen.

d)

Tenzij anders overeengekomen, moeten de in punt c), 1, i), vermelde verklaringen uiterlijk 60 dagen vóór het luchtvaartuig aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie wordt aangeboden, worden afgegeven.

21L.A.164   Overdraagbaarheid en heruitgifte van geluidscertificaten en beperkte geluidscertificaten in lidstaten

Als een luchtvaartuig van eigenaar is veranderd:

a)

en als het blijft ingeschreven in hetzelfde register, wordt het geluidscertificaat of het beperkt geluidscertificaat dat is afgegeven overeenkomstig subdeel I van sectie B van deze bijlage, samen met het luchtvaartuig overgedragen;

b)

en als het luchtvaartuig bestemd is om in een andere lidstaat te worden ingeschreven, dient de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens naam het luchtvaartuig zal worden geregistreerd bij de bevoegde autoriteit van de nieuwe lidstaat van registratie een aanvraag in voor een nieuw geluidscertificaat of beperkt geluidscertificaat en neemt hij het vorige geluidscertificaat of beperkt geluidscertificaat dat is afgegeven overeenkomstig subdeel I van sectie B van deze bijlage op in zijn aanvraag.

21L.A.165   Blijvende geldigheid van een geluidscertificaat of beperkt geluidscertificaat

a)

Een geluidscertificaat of beperkt geluidscertificaat blijft geldig zolang:

1.

het luchtvaartuig in hetzelfde register is ingeschreven;

2.

het certificaat niet door de houder is teruggegeven;

3.

het luchtvaartuig blijft voldoen aan de toepasselijke milieubeschermingseisen van Verordening (EU) 2018/1139 en de op basis daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen en aan het toepasselijke typeontwerp of aan de toepasselijke ontwerpgegevens van een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming van het ontwerp is verklaard, rekening houdend met de in 21L.B.21 gespecificeerde bepalingen inzake de behandeling van bevindingen;

4.

het bewijs niet is ingetrokken door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie krachtens 21L.B.22.

b)

In geval van teruggave of intrekking moet het bewijs worden ingeleverd bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie.

SUBDEEL J –   VERKLAARDE ONTWERPORGANISATIES

21L.A.171   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt het volgende vastgelegd:

a)

de procedure voor het verklaren van de ontwerpbekwaamheid door natuurlijke en rechtspersonen die producten ontwerpen in het kader van deze sectie, en

b)

de rechten en verplichtingen van de personen die in punt a) bedoelde verklaringen van ontwerpbekwaamheid indienen.

21L.A.172   Aanvaardbaarheid

Elke natuurlijke of rechtspersoon (“organisatie” in dit subdeel) die overeenkomstig 21L.A.22, 21L.A.82 of 21L.A.204 zijn ontwerpbekwaamheid moet aantonen, mag zijn bekwaamheid verklaren onder de in dit subdeel vastgestelde voorwaarden.

21L.A.173   Verklaring van ontwerpbekwaamheid

a)

Voorafgaand aan of tegelijkertijd met de aanvraag voor een ontwerpgoedkeuring overeenkomstig deze sectie of, als dit eerder gebeurt, voorafgaand aan de indiening, overeenkomstig 21.A.710 van bijlage I (deel 21), van de aanvraag tot goedkeuring van de vluchtvoorwaarden voor een door een organisatie ontworpen product, dient de organisatie een verklaring van ontwerpbekwaamheid in bij het Agentschap.

b)

De verklaring en alle daaropvolgende wijzigingen daarvan worden ingediend in de vorm en op de wijze zoals vastgelegd door het Agentschap.

c)

De verklaring bevat de informatie die het Agentschap nodig heeft om zich vertrouwd te maken met de organisatie en de voorgenomen werkzaamheden, en bevat minstens:

1.

de geregistreerde naam van de organisatie;

2.

de contactgegevens van het geregistreerde adres van de hoofdvestiging en, indien van toepassing, de exploitatievestigingen van de organisatie;

3.

de namen en contactgegevens van het hoofd van de ontwerporganisatie;

4.

het geplande toepassingsgebied van de werkzaamheden;

5.

een verklaring die bevestigt dat de organisatie:

i)

over een ontwerpbeheersysteem beschikt overeenkomstig 21L.A.174, punt a), en

ii)

ervoor zal zorgen dat het ontwerpbeheersysteem in overeenstemming blijft met dit subdeel;

6.

een verklaring die bevestigt dat de organisatie de overeenkomstig 21L.A.174, punt d), vastgestelde processen en procedures zal naleven;

7.

een verklaring dat de organisatie ermee instemt de verplichtingen van een verklaarde ontwerporganisatie overeenkomstig 21L.A.177 na te komen.

d)

De verklaring van ontwerpbekwaamheid wordt ingediend bij het Agentschap.

21L.A.174   Ontwerpbeheersysteem

a)

De verklaarde ontwerporganisatie zorgt voor de vaststelling, de toepassing en het onderhoud van een ontwerpbeheersysteem, met duidelijke aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden in de hele organisatie, dat:

1.

overeenkomt met de aard en complexiteit van haar activiteiten en de omvang van de organisatie, en rekening houdt met de gevaren en aanverwante risico’s die inherent zijn aan deze activiteiten;

2.

is vastgesteld onder de aansprakelijkheid van één enkele beheerder die overeenkomstig 21L.A.175, punt a), is aangesteld als hoofd van de ontwerporganisatie.

b)

Als onderdeel van haar ontwerpbeheersysteem beschikt de verklaarde ontwerporganisatie over een middel om voor ontwerpborging te zorgen door een systeem voor de controle van en het toezicht op het ontwerp en de ontwerpwijzigingen en reparaties van producten toe te passen en in stand te houden. Dit systeem moet:

1.

een luchtwaardigheidsfunctie omvatten wiens verantwoordelijkheid het is/met de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat het ontwerp van producten en wijzigingen en reparaties daarvan in overeenstemming is met de toepasselijke typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen;

2.

een onafhankelijke functie vaststellen, toepassen en in stand houden om het aantonen van de overeenstemming, op basis waarvan de organisatie verklaart dat zij in overeenstemming is met de toepasselijke typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, te controleren;

3.

specificeren op welke manier het ontwerpborgingssysteem garandeert dat de ontworpen onderdelen of de taken die door partners of subcontractanten zijn uitgevoerd overeenkomstig in schriftelijke procedures vastgelegde methoden, aanvaardbaar zijn.

c)

In het kader van haar ontwerpbeheersysteem stelt de verklaarde ontwerporganisatie een onafhankelijke functie vast om toezicht te houden op de overeenstemming van de organisatie met de relevante eisen en op de naleving en toereikendheid van het ontwerpbeheersysteem. Dit toezicht moet een systeem omvatten om feedback te geven aan de in 21L.A.175, punt b), bedoelde persoon of groep van personen en aan de in 21L.A.175, punt a), bedoelde verantwoordelijke beheerder zodat, indien nodig, corrigerende maatregelen kunnen worden genomen.

d)

De verklaarde ontwerporganisatie zorgt voor het vaststellen, bijhouden en actualiseren van processen en procedures die garanderen dat het ontwerp van de producten in overeenstemming is met de toepasselijke typecertificeringsbasis, de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen. Op verzoek stelt de verklaarde ontwerporganisatie bewijsstukken met betrekking tot deze processen en procedures ter beschikking van het Agentschap.

e)

Ingeval onderdelen of wijzigingen aan de producten worden ontworpen door partnerorganisaties of subcontractanten, moeten de processen en procedures in punt d) een beschrijving bevatten van de wijze waarop de ontwerporganisatie in staat is om, voor alle onderdelen, de in punt b), 2, voorgeschreven conformiteit te waarborgen en moeten ze tevens, rechtstreeks of door middel van verwijzingen, beschrijvingen en informatie over de ontwerpactiviteiten en de organisatie van deze partners of subcontractanten bevatten.

f)

Als de verklaarde ontwerporganisatie houder is van (een) ander(e) op basis van Verordening (EU) 2018/1139 en de op basis daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen afgegeven productcertifica(a)t(en), mag de verklaarde ontwerporganisatie het ontwerpbeheersysteem integreren in het beheersysteem dat vereist is voor de afgifte van het (de) ander(e) certifica(a)t(en).

21L.A.175   Middelen van de verklaarde ontwerporganisatie

a)

De verklaarde ontwerporganisatie stelt een hoofd van de ontwerporganisatie aan, die de bevoegdheid heeft ervoor te zorgen dat binnen de organisatie alle ontwerpactiviteiten volgens de vereiste normen worden uitgevoerd en dat de verklaarde ontwerporganisatie blijft voldoen aan de eisen van het in 21L.A.174, punten a), b) en c), bedoelde ontwerpbeheersysteem en aan de in 21L.A.174, punt d), bedoelde processen en procedures.

b)

Het hoofd van de ontwerporganisatie benoemt en identificeert belangrijk personeel binnen de organisatie:

1.

dat ervoor moet zorgen dat het ontwerp van producten en wijzigingen en reparaties daarvan in overeenstemming is met de toepasselijke typecertificeringsbasis, de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen;

2.

dat verantwoordelijk is voor het onafhankelijke toezicht op de functie voor overeenstemming en toereikendheid, en

3.

afhankelijk van de grootte van de organisatie, dat verantwoordelijk is voor alle andere personen of groepen van personen die nodig is of zijn om ervoor te zorgen dat de organisatie in overeenstemming is met de eisen van deze sectie.

c)

De in punt b) bedoelde persoon of groep van personen:

1.

is verantwoording verschuldigd aan het hoofd van de ontwerporganisatie en heeft rechtstreeks toegang;

2.

heeft de juiste kennis, achtergrond en ervaring om zich van zijn verantwoordelijkheden te kunnen kwijten.

d)

De verklaarde productieorganisatie moet waarborgen dat:

1.

het personeel in alle technische afdelingen voldoende talrijk en ervaren is en voldoende bevoegdheden heeft gekregen om zich van de hun toegewezen verantwoordelijkheden te kunnen kwijten, en dat deze, samen met de accommodatie, faciliteiten en uitrustingen, toereikend zijn om het personeel in staat te stellen te garanderen dat de ontworpen producten luchtwaardig en milieuverenigbaar zijn;

2.

er binnen de verklaarde ontwerporganisatie volledige en efficiënte coördinatie is met betrekking tot luchtwaardigheids- en milieuverenigbaarheidskwesties.

e)

De verklaarde ontwerporganisatie documenteert de structuur van haar organisatie, samen met het belangrijk personeel dat ervoor moet zorgen dat de organisatie voldoet aan dit subdeel, actualiseert deze documenten en stelt ze op verzoek ter beschikking van het Agentschap.

21L.A.176   Toepassingsgebied van de werkzaamheden

De verklaarde ontwerporganisatie identificeert de types ontwerpwerkzaamheden, de productcategorieën waarvoor ontwerpactiviteiten worden uitgevoerd en de functies en taken die de ontwerporganisatie uitvoert met betrekking tot de luchtwaardigheid en milieuverenigbaarheid van producten.

21L.A.177   Verplichtingen van de verklaarde ontwerporganisatie

Een verklaarde ontwerporganisatie moet:

a)

werken overeenkomstig duidelijk gedefinieerde procedures, praktijken en processen;

b)

als zij voornemens is testvluchten uit te voeren, een exploitatiehandboek bijhouden en actualiseren waarin een beschrijving wordt gegeven van haar beleid en processen voor testvluchten, en dit handboek op verzoek ter beschikking stellen van het Agentschap;

c)

nagaan of het ontwerp van producten, met inbegrip van wijzigingen en reparaties, geen onveilige kenmerken vertoont en voldoet aan de toepasselijke typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, en moet het Agentschap verklaringen/documenten verstrekken die dit bevestigen;

d)

het Agentschap informatie of instructies met betrekking tot acties op het gebied van blijvende luchtwaardigheid verstrekken;

e)

voldoen aan de in subdeel A van deze bijlage vastgestelde eisen die van toepassing zijn op verklaarde ontwerporganisaties.

21L.A.178   Kennisgeving van wijzigingen en stopzetting van de activiteiten

De verklaarde ontwerporganisatie stelt het Agentschap onverwijld in kennis van het volgende:

a)

alle wijzigingen van de informatie die verklaard is overeenkomstig 21L.A.173, punt c);

b)

wijzigingen in het ontwerpbeheersysteem die betekenisvol zijn voor het aantonen van de overeenstemming van de door haar ontworpen producten;

c)

de stopzetting van sommige of alle activiteiten waarop de verklaring betrekking heeft.

SUBDEEL K –   ONDERDELEN

21L.A.191   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt vastgesteld hoe de overeenstemming van onderdelen met de luchtwaardigheidseisen moet worden aangetoond.

21L.A.192   Aantonen van de overeenstemming

a)

Het aantonen van de overeenstemming met de luchtwaardigheidseisen van onderdelen die moeten worden geïnstalleerd in een typegecertificeerd product of in een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard, gebeurt:

1.

in combinatie met de typecertificeringsprocedures van subdeel B, D of E van deze bijlage, voor het product waarin ze worden geïnstalleerd, of

2.

in combinatie met de in subdeel C of F van deze bijlage vastgestelde procedures voor het verklaren van de overeenstemming met het ontwerp, voor het product waarin ze worden geïnstalleerd, of

3.

volgens de in bijlage I (deel 21), sectie A, subdeel O, vastgestelde procedure voor een ETSO-autorisatie, of

4.

in het geval van standaardonderdelen, overeenkomstig officieel erkende normen.

b)

In alle gevallen waarin de goedkeuring van een onderdeel expliciet vereist wordt door wetgeving van de Unie of maatregelen van het Agentschap, moet het onderdeel voldoen aan de toepasselijke ETSO-bepalingen of aan de specificaties die door het Agentschap als gelijkwaardig worden beschouwd voor het concrete geval.

21L.A.193   Vrijgave van onderdelen voor installatie

a)

Een onderdeel of product mag alleen in een product worden geïnstalleerd wanneer het door de houder van een typecertificaat, aanvullend typecertificaat, ontwerpwijziging, goedkeuring van een reparatieontwerp of verklaring van overeenstemming met het ontwerp geïdentificeerd is als geschikt als voor installatie, en wanneer het:

1.

zich in een staat bevindt die veilig gebruik mogelijk maakt;

2.

gemarkeerd is overeenkomstig subdeel Q van deze bijlage, en

3.

vergezeld gaat van een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) waarin wordt gecertificeerd dat het werd vervaardigd overeenkomstig de toepasselijke ontwerpgegevens.

b)

In afwijking van punt a), 3, en voor zover de voorwaarden van punt c) zijn vervuld, is voor de volgende onderdelen geen certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) nodig om te worden geïnstalleerd in een typegecertificeerd product of in een luchtvaartuig waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard:

1.

een standaardonderdeel;

2.

een onderdeel dat:

i)

geen beperkte levensduur heeft en geen deel uitmaakt van de primaire structuur of van de besturingsorganen;

ii)

geïdentificeerd is voor installatie in het specifieke luchtvaartuig door de houder van een typecertificaat, aanvullend typecertificaat, ontwerpwijziging, goedkeuring van een reparatieontwerp of verklaring van overeenstemming met het ontwerp;

iii)

moet worden geïnstalleerd in een luchtvaartuig waarvan de eigenaar is nagegaan of het in overeenstemming is met voorwaarden i) en ii), en de verantwoordelijkheid voor deze overeenstemming heeft aanvaard;

3.

een onderdeel waarvoor niet-overeenstemming met zijn goedgekeurde of verklaarde ontwerpgegevens een verwaarloosbaar effect heeft op de veiligheid van het product en dat als dusdanig is geïdentificeerd door de houder van de ontwerpgoedkeuring of de declarant van de overeenstemming met het ontwerp in de instructies voor blijvende luchtwaardigheid. Om de gevolgen van de niet-overeenstemming van een onderdeel of uitrustingsstuk voor de veiligheid te bepalen, kan de houder van de ontwerpgoedkeuring of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp in de instructies voor blijvende luchtwaardigheid bepalen dat de installateur van het onderdeel specifieke controleactiviteiten moet uitvoeren;

4.

in het geval een standaardwijziging overeenkomstig 21L.A.102 of een standaardreparatie overeenkomstig 21L.A.202 is doorgevoerd, een onderdeel waarvoor de gevolgen van de niet-overeenstemming met zijn ontwerpgegevens een verwaarloosbaar effect hebben op de veiligheid van het product, en dat als dusdanig is geïdentificeerd in de overeenkomstig bijlage I (deel 21), 21.B.70, afgegeven certificeringsspecificaties voor standaardwijzigingen en standaardreparaties. Om het veiligheidseffect te bepalen van een onderdeel dat niet in overeenstemming is, kunnen in die certificeringsspecificaties specifieke controleactiviteiten worden vastgesteld die moeten worden uitgevoerd door de persoon die het onderdeel in het product installeert;

5.

een onderdeel dat is vrijgesteld van een luchtwaardigheidsgoedkeuring overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie (2), en

6.

een onderdeel dat deel uitmaakt van een grotere assemblage, zoals geïdentificeerd in punt b), 1 tot en met 5.

c)

In punt b) vermelde onderdelen komen in aanmerking voor installatie in een typegecertificeerd product of een luchtvaartuig waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard zonder dat zij vergezeld gaan van een EASA-formulier 1, voor zover de installateur houder is van een document dat is afgegeven door de persoon of organisatie die het onderdeel heeft vervaardigd, waarin de naam van het onderdeel, het onderdeelnummer en de datum van afgifte worden vermeld en wordt verklaard dat het onderdeel in overeenstemming is met de ontwerpgegevens.

SUBDEEL M –   ONTWERPEN VAN REPARATIES VAN TYPEGECERTIFICEERDE PRODUCTEN

21L.A.201   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt het volgende vastgelegd:

a)

de procedure om goedkeuringen van ontwerpen van reparaties van typegecertificeerde producten aan te vragen;

b)

de rechten en verplichtingen van de aanvragers en houders van de in punt a) bedoelde goedkeuringen;

c)

bepalingen voor standaardreparaties waarvoor geen goedkeuring nodig is.

21L.A.202   Standaardreparaties

a)

Standaardreparaties zijn reparaties van een typegecertificeerd product die zijn goedgekeurd overeenkomstig subdeel B van sectie B van deze bijlage, en die:

1.

de ontwerpgegevens volgen die in de door het Agentschap opgestelde certificeringsgegevens zijn vermeld, welke de aanvaardbare methoden, technieken en praktijken voor het uitvoeren en identificeren van standaardreparaties bevatten, inclusief de bijbehorende instructies voor blijvende luchtwaardigheid, en

2.

niet in strijd zijn met de gegevens van de houder van dat typecertificaat.

b)

21L.A.203 tot en met 21L.A.211 zijn niet van toepassing op standaardreparaties.

21L.A.203   Classificatie van ontwerpen van reparaties van een typegecertificeerd product

a)

Ontwerpen van reparaties van een typegecertificeerd product worden geclassificeerd als gering of ingrijpend.

b)

Een “geringe reparatie” is een reparatieontwerp dat geen merkbaar effect heeft op de massa, balans, structurele sterkte, betrouwbaarheid, gecertificeerde geluids- of emissieniveaus, operationele kenmerken of andere kenmerken die de luchtwaardigheid van het product of de milieuverenigbaarheid ervan beïnvloeden.

c)

Alle andere reparatieontwerpen zijn “ingrijpende reparaties”.

d)

De eisen voor de goedkeuring van ontwerp van een geringe reparatie zijn vastgesteld in 21L.A.207.

e)

De eisen voor de goedkeuring van ontwerp van een ingrijpende reparatie zijn vastgesteld in 21L.A.208.

21L.A.204   Aanvaardbaarheid

a)

Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn ontwerpbekwaamheid overeenkomstig 21L.A.23 heeft aangetoond of aan het aantonen is, mag de goedkeuring van een ontwerp voor een ingrijpende reparatie van een typegecertificeerd product aanvragen overeenkomstig de voorwaarden van dit subdeel.

b)

Elke natuurlijke of rechtspersoon mag de goedkeuring van een ontwerp voor een geringe reparatie van een typegecertificeerd product aanvragen overeenkomstig de voorwaarden van dit subdeel.

21L.A.205   Aanvraag voor de goedkeuring van een ontwerp van een reparatie van een typegecertificeerd product

a)

Een aanvraag tot goedkeuring van een ontwerp van een reparatie van een typegecertificeerd product moet worden ingediend in de vorm en op de wijze zoals vastgelegd door het Agentschap.

b)

Voor de goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende wijziging moet de aanvrager een plan voor het aantonen van de overeenstemming in zijn aanvraag opnemen of na de oorspronkelijke aanvraag indienen; in dit plan:

1.

wordt een beschrijving gegeven van de schade en het ontwerp, met vermelding van de configuratie van het typeontwerp waarop het reparatieontwerp betrekking heeft;

2.

worden alle aspecten van het typeontwerp en de goedgekeurde handleidingen geïdentificeerd die worden gewijzigd of die gevolgen ondervinden van het reparatieontwerp;

3.

worden nieuwe onderzoeken geïdentificeerd die nodig zijn om aan te tonen dat het reparatieontwerp en de domeinen die daar gevolgen van ondervinden in overeenstemming zijn met de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, die onder verwijzing zijn opgenomen in het typecertificaat of het aanvullend typecertificaat, al naargelang van toepassing;

4.

worden alle voorgestelde wijzigingen van de typecertificeringsbasis die onder verwijzing zijn opgenomen in het typecertificaat of het aanvullend typecertificaat, al naargelang van toepassing, geïdentificeerd;

5.

wordt gespecificeerd of de certificeringsgegevens volledig zijn of zullen worden voorbereid door de aanvrager of op basis van een regeling met de eigenaar van de typecertificeringsgegevens.

21L.A.206   Bewijs van overeenstemming

a)

De aanvrager van een goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie moet de overeenstemming aantonen met de toepasselijke typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, zoals vastgesteld en door het Agentschap aan de aanvrager meegedeeld overeenkomstig 21L.B.201, en moet de middelen waarmee die overeenstemming is aangetoond aan het Agentschap verstrekken.

b)

De aanvrager van een goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie moet het Agentschap overeenstemmingsdocumenten verstrekken, met een rechtvaardiging van de overeenstemmingsmiddelen volgens het plan voor het aantonen van de overeenstemming.

c)

Bij het uitvoeren van tests en inspecties om de overeenstemming aan te tonen overeenkomstig punt a), moet de aanvrager, alvorens een test uit te voeren, het volgende hebben geverifieerd en deze verificatie hebben gedocumenteerd:

1.

voor het testexemplaar:

i)

dat de materialen en processen in toereikende mate beantwoorden aan de specificaties voor het voorgestelde typeontwerp;

ii)

dat de samenstellende delen van de producten in toereikende mate beantwoorden aan de tekeningen van het voorgestelde typeontwerp;

iii)

dat de fabricageprocessen, de constructie en de assemblage in toereikende mate beantwoorden aan die van het voorgestelde typeontwerp, en

2.

dat de voor de test gebruikte test- en meetapparatuur geschikt is voor de test en juist gekalibreerd is.

d)

Testvluchten met het oog op het verkrijgen van een goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met methoden die door het Agentschap zijn vastgelegd voor dergelijke testvluchten. De aanvrager voert alle testvluchten uit die nodig zijn om te bepalen of de toepasselijke typecertificeringbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen zijn nageleefd.

e)

Een aanvrager van een goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie moet toestemming verlenen aan het Agentschap om:

1.

alle gegevens en informatie met betrekking tot het aantonen van de overeenstemming te controleren;

2.

tests of inspecties uit te voeren of bij te wonen met het oog op het aantonen van de overeenstemming, en

3.

indien nodig een fysieke inspectie uit te voeren van het gerepareerde product, teneinde na te gaan of het ontwerp in overeenstemming is met de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen.

f)

Als het aantonen van de overeenstemming voltooid is, verklaart de aanvrager aan het Agentschap dat:

1.

hij de naleving van de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, zoals vastgesteld en door het Agentschap aan de aanvrager meegedeeld overeenkomstig 21L.B.201, heeft aangetoond overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming, en

2.

geen kenmerken of eigenschappen zijn vastgesteld die het product met het reparatieontwerp onveilig of onverenigbaar met de milieuvoorschriften maken, voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd.

21L.A.207   Eisen voor de goedkeuring van een ontwerp van een geringe reparatie

Om een goedkeuring van een ontwerp van een geringe reparatie van een typegecertificeerd product te krijgen, moet de aanvrager:

a)

aantonen dat het reparatieontwerp en de domeinen die daar gevolgen van ondervinden, in overeenstemming zijn met:

1.

de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen die onder verwijzing zijn opgenomen in het typecertificaat, of

2.

als de aanvrager dat verkiest, de certificeringsspecificaties die van toepassing zijn op het product op de toepassingsdatum van de goedkeuring van het reparatieontwerp;

b)

verklaren in overeenstemming te zijn met de typecertificeringsbasis en de milieubeschermingseisen die van toepassing zijn overeenkomstig punt a), 1, of met de certificeringsspecificaties die gekozen zijn overeenkomstig punt a), 2, de rechtvaardigingen van de overeenstemming registreren in de overeenstemmingsdocumenten en registreren dat geen enkel kenmerk is vastgesteld dat het gewijzigde product onveilig of milieuonverenigbaar kan maken voor het gebruik waarvoor certificering wordt gevraagd;

c)

de rechtvaardiging van de overeenstemming voor de reparatie en de verklaring van overeenstemming bij het Agentschap indienen.

21L.A.208   Eisen voor de goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie

Om een goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie van een typegecertificeerd product te krijgen, moet de aanvrager:

a)

aantonen dat het reparatieontwerp en de domeinen die gevolgen daar gevolgen van ondervinden, voldoen aan de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen die door het Agentschap zijn vastgesteld en aan de aanvrager zijn meegedeeld overeenkomstig 21L.B.201;

b)

de overeenstemming aantonen overeenkomstig 21L.A.206;

c)

wanneer hij heeft aangegeven dat hij certificeringsgegevens heeft verstrekt op basis van een regeling met de eigenaar van de typecertificeringsgegevens, overeenkomstig 21L.A.205, punt b), 5, aantonen dat de houder van het typecertificaat:

1.

geen technisch bezwaar heeft tegen de overeenkomstig 21L.A.205 ingediende informatie, en

2.

ermee heeft ingestemd om met aanvrager samen te werken om ervoor te zorgen dat alle verplichtingen inzake de blijvende luchtwaardigheid van het gerepareerde product worden nagekomen in overeenstemming met de punten 21L.A.28 en 21L.A.88;

d)

aantonen dat er geen openstaande problemen zijn naar aanleiding van de door het Agentschap overeenkomstig 21L.A.206, punt e), 3, uitgevoerde fysieke inspectie van het eerste artikel van dat product met de ontwerpwijziging in de definitieve gewijzigde configuratie.

21L.A.209   Goedkeuring van een reparatieontwerp op grond van een bevoegdheid

a)

Een erkende ontwerporganisatie mag, in plaats van het Agentschap, de goedkeuring van een door haar ontworpen reparatieontwerp afgeven zonder een in 21L.A.205 bedoelde aanvraag te doen, overeenkomstig het toepassingsgebied van de bevoegdheden die haar zijn verleend krachtens bijlage I (deel 21), 21.A.263, punt c), 2 en 5, zoals geregistreerd in de erkenningsvoorwaarden.

b)

Als de ontwerporganisatie een goedkeuring van een reparatie afgeeft overeenkomstig punt a), moet zij:

1.

erop toezien dat alle stavingsgegevens en rechtvaardigingen beschikbaar zijn;

2.

erop toezien dat de overeenstemming van de wijziging met de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen overeenkomstig 21L.A.207, punt a), of 21L.A.208, punt a), is aangetoond en verklaard overeenkomstig 21L.A.206;

3.

bevestigen dat geen van de volgende is vastgesteld:

i)

gevallen van niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of, indien van toepassing, de toepasselijke milieubeschermingseisen, of met de gekozen certificeringsspecificaties;

ii)

kenmerken of eigenschappen die de reparatie onveilig of milieuonverenigbaar maken, voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd;

4.

de goedkeuring van een reparatie beperken tot de specifieke configuratie(s) in het typecertificaat waarop de reparatie betrekking heeft.

21L.A.210   Verplichtingen van een houder van een goedkeuring van een reparatieontwerp

Houders van een goedkeuring van een reparatieontwerp moeten:

a)

als zij niet de houder van het typecertificaat of aanvullend typecertificaat zijn, en als de certificeringsgegevens zijn geleverd overeenkomstig 21L.A.205, punt b), 5, een regeling treffen met de relevante houder;

b)

alle nodige instructies om het reparatieontwerp te installeren of te integreren, verstrekken aan de organisatie die de reparatie uitvoert;

c)

steun verlenen aan alle productieorganisaties die onderdelen voor het reparatieontwerp produceren, en erop toezien dat bij de productie van die onderdelen gebruik wordt gemaakt van productiegegevens die gebaseerd zijn op door de houder van de goedkeuring van het reparatieontwerp verstrekte ontwerpgegevens;

d)

ervoor zorgen dat het reparatieontwerp alle nodige instructies en beperkingen omvat, als een reparatieontwerp wordt goedgekeurd met beperkingen. Deze instructies en beperkingen moeten door de houder van de goedkeuring van het reparatieontwerp aan de exploitant worden bezorgd volgens een met het Agentschap overeengekomen procedure;

e)

de in subdeel A van deze bijlage vastgestelde verplichtingen van een houder van een reparatieontwerp nakomen.

21L.A.211   Niet-gerepareerde schade

Voor schade aan een product waarvan het ontwerp is goedgekeurd overeenkomstig sectie B is geen reparatieontwerp nodig als dit gerechtvaardigd is op basis van een beoordeling van de gevolgen voor de luchtwaardigheid. Een dergelijke beoordeling wordt uitgevoerd door het Agentschap of door een ontwerporganisatie die op passende wijze is goedgekeurd overeenkomstig sectie A, subdeel J van bijlage I (deel 21), volgens een door het Agentschap aanvaarde procedure. Als de conclusie van de beoordeling luidt dat de niet-gerepareerde schade beperkingen vereist, worden die verwerkt overeenkomstig 21L.A.210, punt d).

SUBDEEL N –   ONTWERPEN VAN REPARATIES VAN LUCHTVAARTUIGEN WAARVOOR OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP IS VERKLAARD

21L.A.221   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt het volgende vastgelegd:

a)

de procedure voor het verklaren van de overeenstemming van ontwerpen van reparaties van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring is ingediend overeenkomstig subdeel C van deze bijlage;

b)

de rechten en verplichtingen van de declarant die een in punt a) bedoelde verklaring van overeenstemming van een reparatie indient;

c)

bepalingen met betrekking tot de standaardreparaties waarvoor geen verklaring van overeenstemming met het ontwerp nodig is.

21L.A.222   Standaardreparaties

a)

Standaardreparaties zijn ontwerpen van een reparatie van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring is ingediend overeenkomstig subdeel C van deze bijlage, en die:

1.

de ontwerpgegevens volgen die in de door het Agentschap opgestelde certificeringsgegevens zijn vermeld, welke de aanvaardbare methoden, technieken en praktijken voor het uitvoeren en identificeren van standaardreparaties bevatten, inclusief de bijbehorende instructies voor blijvende luchtwaardigheid, en

2.

niet in strijd zijn met de ontwerpgegevens die onder de verklaring van overeenstemming van het luchtvaartuig met het ontwerp vallen, overeenkomstig subdeel C van deze bijlage.

b)

21L.A.223 tot en met 21L.A.229 zijn niet van toepassing op standaardreparaties.

21L.A.223   Classificatie van ontwerpen van reparaties van een luchtvaartuig waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard

a)

Ontwerpen van reparaties van een luchtvaartuig dat onder een overeenkomstig subdeel C van deze bijlage ingediende verklaring valt, worden geclassificeerd als ingrijpend of gering, op basis van de in 21L.A.203, punten b) en c), vastgestelde criteria.

b)

De overeenstemming van het ontwerp van een geringe reparatie met het ontwerp wordt verklaard overeenkomstig 21L.A.225.

c)

De overeenstemming van het ontwerp van een ingrijpende reparatie met het ontwerp wordt verklaard overeenkomstig 21L.A.226.

21L.A.224   Aanvaardbaarheid

a)

Een declarant die een verklaring van overeenstemming van een luchtvaartuig met het ontwerp heeft ingediend overeenkomstig subdeel C van deze bijlage kan de overeenstemming van een ontwerp van een geringe reparatie van dat luchtvaartuig verklaren onder de in dit subdeel vastgestelde voorwaarden. Bovendien kan een dergelijke verklaring van overeenstemming ook worden ingediend, onder de in dit subdeel vastgestelde voorwaarden, door een ontwerporganisatie die erkend is overeenkomstig bijlage I (deel 21), 21.A.263, punt c), 3.

b)

Een declarant die een verklaring van overeenstemming van een luchtvaartuig met het ontwerp heeft ingediend overeenkomstig subdeel C van deze bijlage kan de overeenstemming van een ontwerp van een ingrijpende reparatie van dat luchtvaartuig verklaren onder de in dit subdeel vastgestelde voorwaarden.

c)

Als de declarant die een verklaring van overeenstemming van een luchtvaartuig met het ontwerp heeft ingediend overeenkomstig subdeel C van deze bijlage niet meer actief is of niet reageert op verzoeken om reparatieontwerpen, mag in afwijking van punt b) de overeenstemming van een luchtvaartuig met het ontwerp ook overeenkomstig subdeel C van deze bijlage worden verklaard door een overeenkomstig bijlage I (deel 21), 21.A.263, punt c), 2, erkende ontwerporganisatie of door elke andere natuurlijke of rechtspersoon die de in 21L.A.47 vastgestelde verplichtingen kan nakomen met betrekking tot dat luchtvaartuig.

21L.A.225   Verklaring van overeenstemming van ontwerpen van geringe reparaties

a)

Alvorens eens ontwerp van een geringe reparatie van een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard overeenkomstig subdeel C van deze bijlage te installeren of te integreren of hierover overeenstemming te bereiken met een productieorganisatie, verklaart de declarant of de organisatie die de geringe reparatie heeft ontworpen dat het ontwerp van de geringe reparatie in overeenstemming is met de gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen waarmee overeenstemming was verklaard overeenkomstig 21L.A.43.

b)

De verklaring van overeenstemming met het ontwerp moet worden ingediend in de vorm en op de wijze zoals vastgelegd door het Agentschap.

c)

De declarant of organisatie die de geringe wijziging heeft ontworpen, moet een register bijhouden van ontwerpen van geringe reparaties van een luchtvaartuig waarvoor een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd, en moet alle overeenkomstig punt a) afgelegde verklaringen op verzoek ter beschikking stellen van het Agentschap.

21L.A.226   Verklaring van overeenstemming met ontwerpen van ingrijpende reparaties

a)

Alvorens eens ontwerp van een ingrijpende reparatie van een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard overeenkomstig subdeel C van deze bijlage te installeren of te integreren of hierover overeenstemming te bereiken met een productieorganisatie, verklaart de declarant dat het ontwerp van de ingrijpende reparatie in overeenstemming is met de gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen waarmee overeenstemming was verklaard overeenkomstig 21L.A.43.

b)

De verklaring van overeenstemming met het ontwerp moet worden ingediend in de vorm en op de wijze zoals vastgelegd door het Agentschap.

c)

De verklaring bevat ten minste de volgende gegevens:

1.

de naam van de persoon die de verklaring indient, en zijn adres/vestiging;

2.

het referentienummer van de verklaring van het luchtvaartuig waarop de ingrijpende wijziging betrekking heeft;

3.

een unieke referentie voor het identificeren van het ontwerp van de ingrijpende wijziging;

4.

een indicatie van de gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen waarmee de declarant de overeenstemming van het luchtvaartuig heeft verklaard overeenkomstig 21L.A.43;

5.

een ondertekende verklaring, onder de verantwoordelijkheid van uitsluitend de persoon die de verklaring aflegt, dat het ontwerp van de ingrijpende wijziging in overeenstemming is met de in punt 4 bedoelde gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen, overeenkomstig het in punt d), 3, bedoelde plan voor het aantonen van de overeenstemming;

6.

een ondertekende verklaring, onder de verantwoordelijkheid van uitsluitend de persoon die de verklaring aflegt, dat die persoon geen kenmerken heeft vastgesteld die het luchtvaartuig onveilig of milieuonverenigbaar maken voor het beoogde gebruik;

7.

een beschrijving van de schade en het ontwerp, met vermelding van de configuratie van het typeontwerp waaraan de reparatie wordt aangebracht;

8.

de identificatie van alle aspecten van het typeontwerp en de goedgekeurde handboeken die worden gewijzigd of die gevolgen ondervinden van het reparatieontwerp.

d)

De declarant die een ingrijpende reparatie ontwerpt, dient de in punt c) bedoelde verklaring in bij het Agentschap, samen met:

1.

een beschrijving van de ingrijpende reparatie;

2.

basisgegevens over de ingrijpende reparatie, met inbegrip van de exploitatiekenmerken, ontwerpkenmerken en eventuele beperkingen;

3.

een plan voor het aantonen van de overeenstemming, waarin de middelen die tijdens het aantonen van de overeenstemming werden gebruikt, in detail worden toegelicht;

4.

geregistreerde rechtvaardigingen van de overeenstemming in overeenstemmingsgegevens die verkregen zijn op basis van overeenstemmingsactiviteiten die overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming zijn uitgevoerd;

5.

de middelen waarmee de overeenstemming is aangetoond met de gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen waarmee de declarant de overeenstemming van het luchtvaartuig heeft verklaard overeenkomstig 21L.A.43;

6.

in het geval de overeenstemming is aangetoond aan de hand van tests, een geregistreerde rechtvaardiging van de conformiteit van de testartikelen en -apparatuur, waaruit blijkt:

i)

voor het testexemplaar:

A)

dat de materialen en processen in toereikende mate beantwoordden aan de ontwerpspecificaties;

B)

dat de samenstellende delen van de producten in toereikende mate beantwoordden aan de ontwerptekeningen, en

C)

dat de fabricageprocessen, de constructie en de assemblage in toereikende mate beantwoordden aan die van het ontwerp;

ii)

dat de voor de tests gebruikte test- en meetapparatuur geschikt was voor de tests en juist gekalibreerd was;

7.

verslagen, resultaten van inspecties of tests die volgens de declarant nodig waren om te bepalen dat het luchtvaartuig voldoet aan de gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen.

e)

De verklaring van een ingrijpende reparatie ten opzichte van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp blijft beperkt tot de specifieke configuratie(s) in de verklaring van overeenstemming met het ontwerp waarop de wijziging betrekking heeft.

21L.A.227   Overeenstemmingsactiviteiten voor verklaringen van overeenstemming van een ontwerp van een ingrijpende reparatie

Alvorens een verklaring van overeenstemming af te leggen overeenkomstig 21L.A.226 moet de declarant, met betrekking tot dat specifieke ontwerp:

a)

een plan voor het aantonen van de overeenstemming opstellen, waarin de middelen die tijdens het aantonen van de overeenstemming zullen worden gebruikt, in detail worden toegelicht. Dit document wordt zo nodig bijgewerkt;

b)

de rechtvaardiging van de overeenstemming registreren in de overeenstemmingsdocumenten, overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming;

c)

indien nodig tests en inspecties uitvoeren overeenkomstig het plan voor het aantonen van de overeenstemming;

d)

de conformiteit van de testartikelen en -apparatuur waarborgen en registreren, en ervoor zorgen dat het testexemplaar overeenstemt met de specificaties, tekeningen, fabricageprocessen, constructie en assemblagemiddelen in het ontwerp;

e)

ervoor zorgen dat de voor de tests gebruikte test- en meetapparatuur geschikt is voor de test en juist gekalibreerd is;

f)

het Agentschap toestemming verlenen voor de uitvoering van of deelname aan inspecties of tests van luchtvaartuigen in definitieve of voldoende vergevorderde ontwerp- en productieconfiguratie die nodig zijn om te bepalen of het product met het reparatieontwerp geen kenmerken vertoont die het luchtvaartuig onveilig of onverenigbaar met de milieuvoorschriften maken, voor het beoogde gebruik;

g)

testvluchten uitvoeren, overeenkomstig de daarvoor door het Agentschap gespecificeerde vluchtvoorwaarden, voor zover nodig om te bepalen dat het luchtvaartuig overeenstemt met de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties en de toepasselijke milieubeschermingseisen.

21L.A.228   Verplichtingen van de declarant van een verklaring van overeenstemming met een reparatieontwerp

De declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp moet:

a)

voor ontwerpen van geringe reparaties, een register van die verklaringen bijhouden en die verklaringen op verzoek ter beschikking stellen van het Agentschap;

b)

alle nodige instructies om het reparatieontwerp te installeren of te integreren, verstrekken aan de organisatie die de reparatie uitvoert;

c)

steun verlenen aan alle productieorganisaties die onderdelen voor het reparatieontwerp produceren, en erop toezien dat bij de productie van die onderdelen gebruik wordt gemaakt van productiegegevens die gebaseerd zijn op door de declarant verstrekte ontwerpgegevens;

d)

als verklaard wordt dat beperkingen van toepassing zijn op een reparatieontwerp, verstuurt de declarant deze beperkingen naar de exploitant aan de hand van een gedocumenteerde procedure die op verzoek ter beschikking van het Agentschap wordt gesteld;

e)

de in subdeel A van deze bijlage vastgestelde verplichtingen van een declarant van overeenstemming van een reparatieontwerp nakomen.

21L.A.229   Niet-gerepareerde schade

De declarant van de overeenstemming van een luchtvaartuig met het ontwerp, overeenkomstig subdeel C van deze bijlage, of een erkende ontwerporganisatie met bevoegdheden overeenkomstig bijlage I (deel 21), 21.A.263, punt c), 3, en met een goedkeuring met passend toepassingsgebied, beoordeelt de gevolgen voor de luchtwaardigheid en milieuverenigbaarheid van alle schade aan een dergelijk luchtvaartuig die niet gerepareerd is en niet gedekt wordt door eerder verklaarde gegevens. Alle nodige beperkingen worden verwerkt in overeenstemming met 21L.A.228, punt d).

SUBDEEL O –   ETSO-AUTORISATIES

(Gereserveerd)

SUBDEEL P –   VLIEGVERGUNNING

21L.A.241   Vliegvergunning en vluchtvoorwaarden

a)

De procedures voor het aanvragen van vliegvergunningen en bijbehorende vluchtvoorwaarden voor luchtvaartuigen die onder het toepassingsgebied van deze bijlage vallen, zijn vastgesteld in sectie A, subdeel P van bijlage I (deel 21) en in 21L.A.241, punten b) en c).

b)

De aanvrager van een vliegvergunning overeenkomstig 21.A.707 van bijlage I (deel 21) treft regelingen met de bevoegde autoriteit om een conformiteitsinspectie van het luchtvaartuig uit te voeren wanneer de aanvraag van een betrekking heeft op:

1.

het aantonen van overeenstemmingsactiviteiten in 21L.A.25 voor een luchtvaartuig dat typegecertificeerd is of bestemd is om typegecertificeerd te worden;

2.

het aantonen van overeenstemmingsactiviteiten in 21L.A.44 voor een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard of waarvoor het de bedoeling is de overeenstemming met het ontwerp te verklaren.

c)

Een aanvrager van vluchtvoorwaarden overeenkomstig 21.A.709 van bijlage I (deel 21) treft regelingen met het Agentschap om:

1.

het luchtvaartuig fysiek te inspecteren en te beoordelen, indien de vluchtvoorwaarden verband houden met het aantonen van de overeenstemming ter ondersteuning van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp in punt 21L.A.44 en indien het Agentschap daarom heeft verzocht tijdens de activiteiten voor het aantonen van de overeenstemming als bedoeld in 21L.B.121, punt b), en 21L.B.203, punt c), of

2.

het luchtvaartuig fysiek te inspecteren en te beoordelen en een kritieke ontwerpbeoordeling uit te voeren indien de vluchtvoorwaarden verband houden met het aantonen van de overeenstemming in verband met de ontwerpcertificering in 21L.A.25 en indien het Agentschap daarom heeft verzocht in 21L.B.83, 21L.B.102 en 21L.B.203.

SUBDEEL Q –   IDENTIFICATIE VAN PRODUCTEN EN ONDERDELEN

21L.A.251   Toepassingsgebied

In dit subdeel worden de eisen vastgesteld voor de identificatie van producten en onderdelen die in het kader van deze bijlage worden ontworpen en geproduceerd.

21L.A.252   Ontwerp van markeringen

a)

De houder van een typecertificaat, aanvullend typecertificaat, goedkeuring van een wijziging van een typecertificaat of goedkeuring van een reparatieontwerp, of de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp specificeert in de ontwerpgegevens de markering van overeenkomstig deze bijlage ontworpen producten of onderdelen.

b)

De specificaties van de markering moeten de volgende informatie bevatten:

1.

voor producten:

i)

de naam van de productieorganisatie;

ii)

de benaming van het product;

iii)

het serienummer van het product;

iv)

alle andere informatie die passend is om het product te identificeren;

2.

voor onderdelen:

i)

een naam, handelsmerk of symbool dat de productieorganisatie identificeert;

ii)

het onderdeelnummer;

iii)

het serienummer, in gevallen waarin een onderdeel dat op een product moet worden gemonteerd, als kritiek onderdeel is geïdentificeerd.

c)

De specificatie van onderdelen overeenkomstig punt b), 2, ii), bevat de letter “(R)” aan het einde van het onderdeelnummer als:

1.

het onderdeel een ontwerp volgt waarvoor overeenkomstig subdeel C van deze bijlage een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is ingediend;

2.

het onderdeel moet worden vrijgegeven op een EASA-formulier 1, overeenkomstig 21L.A.193, punt a), en

3.

het onderdeel geproduceerd is overeenkomstig subdeel R van deze bijlage.

21L.A.253   Identificatie van producten

a)

Elke natuurlijke of rechtspersoon die onder sectie A, subdeel G van bijlage I (deel 21) of onder subdeel G of R van deze bijlage producten produceert waarvan het ontwerp is goedgekeurd of verklaard overeenkomstig deze bijlage, identificeert dat product door middel van een vuurvaste markering of een vuurvaste plaat, zoals gespecificeerd in 21L.A.252.

b)

De identificatieplaat wordt zo bevestigd dat ze toegankelijk en leesbaar is, en dat de kans klein is dat ze tijdens normaal gebruik wordt beschadigd of verwijderd of tijdens een ongeluk verloren raakt of wordt vernietigd en wordt, in het geval van een propeller, propellerblad of propellernaaf, aangebracht op een niet-kritiek oppervlak.

c)

Voor bemande ballonnen wordt de identificatieplaat bevestigd aan het ballonomhulsel en, indien mogelijk, zodanig geplaatst dat de gebruiker ze kan lezen wanneer de ballon is opgeblazen. Verder worden de naam van de productieorganisatie, het onderdeelnummer of gelijkwaardig, en het serienummer of gelijkwaardig permanent en leesbaar aangebracht op de mand, het laadframe en de branderassemblage.

21L.A.254   Behandeling van de identificatiegegevens

a)

Elke natuurlijke of rechtspersoon die onderhoudswerkzaamheden uitvoert overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1321/2014 mag, overeenkomstig door het Agentschap vastgestelde methoden, technieken en praktijken:

1.

de in 21L.A.253 vermelde identificatie-informatie verwijderen, wijzigen of aanbrengen, of

2.

een in 21L.A.253 bedoelde identificatieplaat verwijderen of aanbrengen, indien dit nodig is tijdens onderhoudswerkzaamheden.

b)

Tenzij voor de in 21L.A.254, punt a), vermelde doeleinden mag niemand de in 21L.A.253, punt a), vermelde identificatie-informatie verwijderen, wijzigen of aanbrengen.

c)

Tenzij voor de in 21L.A.254, punt a), vermelde doeleinden mag niemand een in 21L.A.253, punt a), vermelde identificatieplaat verwijderen of aanbrengen.

d)

Niemand mag een overeenkomstig punt a), 2, verwijderde identificatieplaat aanbrengen op andere luchtvaartuigen, motoren, propellers, propellerbladen of propellernaven dan die waarvan de identificatieplaat is verwijderd.

21L.A.255   Identificatie van onderdelen

Elke natuurlijke of rechtspersoon die onder sectie A, subdeel G van bijlage I (deel 21) of onder subdeel G of R van deze bijlage onderdelen produceert voor een product waarvan het ontwerp is goedgekeurd of verklaard overeenkomstig deze bijlage, brengt een permanent en leesbaar merkteken aan op dat onderdeel zoals gespecificeerd in 21L.A.252.

SUBDEEL R –   CONFORMITEITSVERKLARING VOOR LUCHTVAARTUIGEN EN CERTIFICAAT VAN GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK (EASA-FORMULIER 1) VOOR MOTOREN EN PROPELLERS, OF ONDERDELEN DAARVAN, DIE BEANTWOORDEN AAN EEN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP

21L.A.271   Toepassingsgebied

In dit subdeel worden de procedures vastgesteld voor de afgifte van conformiteitsverklaringen voor luchtvaartuigen (EASA-formulier 52B) en certificaten van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) voor motoren of propellers, of onderdelen daarvan, die geproduceerd zijn in overeenstemming met de ontwerpgegevens van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp, alsook de rechten en verplichtingen van de declarant.

21L.A.272   Aanvaardbaarheid

Elke natuurlijke of rechtspersoon die toegang heeft gekregen tot de toepasselijke ontwerpgegevens en in staat is de in 21L.A.275 vermelde verplichtingen na te komen, mag een conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52B) afgeven voor een luchtvaartuig of een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) voor een motor of propeller, of een onderdeel daarvan, onder de in dit subdeel vastgestelde voorwaarden.

21L.A.273   Productiecontrolesysteem

Natuurlijke of rechtspersonen die een conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52B) of een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) afgeven met de toepasselijke verklaarde ontwerpgegevens van door hen geproduceerde luchtvaartuigen, motoren of propellers, of een onderdeel daarvan, zorgen voor de vaststelling, de toepassing en het onderhoud van een productiecontrolesysteem dat:

a)

processen en procedures omvat die garanderen dat het luchtvaartuig, de motor of de propeller, en alle onderdelen daarvan, in overeenstemming zijn met de toepasselijke verklaarde ontwerpgegevens;

b)

garandeert dat elke conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52B) of elk certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) alleen door gemachtigde personen wordt ondertekend;

c)

processen omvat die garanderen dat eventuele in het kader van de productie noodzakelijke testvluchten veilig worden uitgevoerd;

d)

garandeert dat de natuurlijke persoon of rechtspersoon alle nodige luchtwaardigheids- en milieuverenigbaarheidsgegevens heeft ontvangen om de conformiteit te bepalen;

e)

over procedures beschikt die garanderen dat de luchtwaardigheids- en milieuverenigbaarheidsgegevens correct worden geïntegreerd in zijn productiegegevens, actueel worden gehouden en ter beschikking worden gesteld van alle personeelsleden die toegang tot die gegevens nodig hebben om hun taken te kunnen uitvoeren;

f)

een inspectiesysteem omvat dat garandeert dat alle door de natuurlijke of rechtspersoon of hun partners geproduceerde of door subcontractanten of externen geleverde luchtvaartuigen, motoren of propellers, en onderdelen daarvan, in overeenstemming zijn met de toepasselijke verklaarde ontwerpgegevens en zich in een staat bevinden die veilig gebruik mogelijk maakt;

g)

een archiveringssysteem omvat waarin de eisen worden geregistreerd die aan andere organisaties, zoals leveranciers en subcontractanten, zijn opgelegd. De gearchiveerde gegevens worden ter beschikking gesteld van de bevoegde autoriteit met het oog op de blijvende luchtwaardigheid;

h)

garandeert dat een nieuw geproduceerd luchtvaartuig wordt onderhouden overeenkomstig de toepasselijke onderhoudsinstructies en in luchtwaardige toestand worden gehouden en, indien van toepassing, dat een certificaat van geschiktheid voor gebruik is afgegeven voor elk uitgevoerd onderhoud;

i)

een intern voorvallenmeldingssysteem omvat om het verzamelen en beoordelen van de overeenkomstig 21L.A.3 verzamelde voorvallenmeldingen in het belang van de veiligheid mogelijk te maken, teneinde negatieve tendensen te identificeren of gebreken te verhelpen, en om meldbare voorvallen te selecteren. Dit systeem omhelst de evaluatie van relevante informatie betreffende voorvallen en de bekendmaking van de daarmee verband houdende informatie.

21L.A.274   Afgifte van een conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52B) of een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1)

a)

De natuurlijke persoon of rechtspersoon die een conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52B) of een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) afgeeft, neemt daar het volgende in op:

1.

een verklaring dat het luchtvaartuig, de motor of propeller of een onderdeel daarvan in overeenstemming is met de verklaarde ontwerpgegevens en zich in een staat bevindt die veilig gebruik mogelijk maakt;

2.

voor elk luchtvaartuig: een verklaring dat het luchtvaartuig op de grond en in de lucht beproefd is;

3.

voor elke motor of propeller met verstelbare spoed: een verklaring dat de motor of propeller met verstelbare spoed is onderworpen aan een functionele eindtest;

4.

indien van toepassing, een verklaring dat de voltooide motor voldoet aan de toepasselijke motoremissievereisten die van kracht zijn op de datum waarop de motor is geproduceerd.

b)

De natuurlijke persoon of rechtspersoon geeft een conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52B) of een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) af bij:

1.

de eerste eigendomsoverdracht van het luchtvaartuig, de motor of propeller of onderdelen daarvan, of

2.

voor luchtvaartuigen, de aanvraag tot afgifte van het beperkt bewijs van luchtwaardigheid voor het luchtvaartuig.

21L.A.275   Verplichtingen van een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52B) of een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) afgeeft

De natuurlijke persoon of rechtspersoon die een conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52B) of een certificaat van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) afgeeft:

a)

stelt de bevoegde autoriteit ervan in kennis dat hij voornemens is een luchtvaartuig, motor of propeller of onderdeel daarvan te produceren overeenkomstig de ontwerpgegevens van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp, en dat hij conformiteitsverklaringen (EASA-formulier 52B) of certificaten van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) zal afgeven overeenkomstig dit subdeel;

b)

zorgt ervoor dat de bijzonderheden van alle voltooide werkzaamheden worden geregistreerd;

c)

bewaart op de plaats van de productie de technische gegevens en tekeningen die nodig zijn om vast te stellen of het luchtvaartuig, de motor of propeller of een onderdeel daarvan in overeenstemming is met de toepasselijke ontwerpgegevens;

d)

verstrekt steun voor blijvende luchtwaardigheid aan de declarant van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp voor door hem geproduceerde luchtvaartuigen, motoren of propellers of onderdelen daarvan;

e)

zorgt er in het geval van door hem geproduceerde nieuwe luchtvaartuigen voor dat het luchtvaartuig in luchtwaardige staat wordt gehouden en wordt onderhouden, tenzij Verordening (EU) nr. 1321/2014 vereist dat het onderhoud volgens de regels van die verordening wordt uitgevoerd, met inbegrip van alle nodige reparaties overeenkomstig de toepasselijke ontwerpgegevens, voorafgaand aan de afgifte van een conformiteitsverklaring voor het luchtvaartuig (EASA-formulier 52B);

f)

gaat na, alvorens een certificaat van geschiktheid voor gebruik na onderhoud af te geven, of elk afgewerkt luchtvaartuig het nodige onderhoud heeft gekregen en zich in een staat bevindt die veilig gebruik mogelijk maakt;

g)

komt de verplichtingen na van een natuurlijke of rechtspersoon die conformiteitsverklaringen (EASA-formulier 52B) of certificaten van geschiktheid voor gebruik (EASA-formulier 1) afgeeft overeenkomstig subdeel A van deze bijlage;

h)

stelt de bevoegde autoriteit in kennis van de stopzetting van zijn activiteiten in het kader van dit subdeel.

SECTIE B

PROCEDURES VOOR BEVOEGDE AUTORITEITEN

SUBDEEL A –   ALGEMENE BEPALINGEN

(gereserveerd)

SUBDEEL B –   TYPECERTIFICATEN

21L.B.41   Certificeringsspecificaties

In overeenstemming met artikel 76, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1139 geeft het Agentschap certificeringsspecificaties en andere gedetailleerde specificaties af, met inbegrip van certificeringsspecificaties voor luchtwaardigheid en milieuverenigbaarheid, die door bevoegde autoriteiten, organisaties en personeel kunnen worden gebruikt om aan te tonen dat producten en onderdelen voldoen aan de relevante essentiële voorschriften die zijn uiteengezet in de bijlagen II, IV en V van die verordening, en met de in artikel 9, lid 2, en bijlage III van die verordening uiteengezette essentiële voorschriften betreffende milieubescherming. Deze specificaties moeten voldoende gedetailleerd en specifiek zijn, zodat de aanvragers weten onder welke voorwaarden certificaten worden afgegeven, gewijzigd of aangevuld.

21L.B.42   Eerste onderzoek

a)

Wanneer het Agentschap een aanvraag voor een typecertificaat in het kader van deze bijlage ontvangt, gaat het na of het product onder het in 21L.A.21 vastgestelde toepassingsgebied valt en of de aanvrager overeenkomstig 21L.A.22 in aanmerking komt om een typecertificaat voor het product aan te vragen.

b)

Als de voorwaarden van punt a) niet zijn vervuld, wijst het Agentschap de aanvraag af.

21L.B.43   Typecertificeringsbasis voor een typecertificaat

a)

Het Agentschap stelt de typecertificeringsbasis vast en deelt deze mee aan de aanvrager. De typecertificeringsbasis bestaat uit:

1.

de certificeringsspecificaties voor luchtwaardigheid die het Agentschap heeft geselecteerd uit die welke op de datum van de aanvraag van het certificaat van toepassing zijn op het product, tenzij:

i)

de aanvrager ervoor kiest te voldoen aan certificeringsspecificaties die na de datum van de aanvraag van toepassing zijn geworden; als een aanvrager ervoor kiest te voldoen aan een certificeringsspecificatie die na de datum van de aanvraag van toepassing is geworden, neemt het Agentschap alle andere direct daarmee verband houdende certificeringsspecificaties op in de typecertificeringsbasis, of

ii)

het Agentschap akkoord gaat met een alternatief voor een aangewezen certificeringsspecificatie die niet kan worden nageleefd, voor zover compenserende factoren zijn gevonden die zorgen voor een gelijkwaardig veiligheidsniveau, of

iii)

het Agentschap andere middelen aanvaardt of voorschrijft die aantonen dat de essentiële eisen van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/1139 zijn nageleefd;

2.

alle door het Agentschap overeenkomstig 21L.B.44, punt a), voorgeschreven bijzondere voorwaarden.

b)

Het Agentschap kan de typecertificeringsbasis op elk ogenblik vóór de afgifte van het typecertificaat wijzigen als uit ervaring met soortgelijke in gebruik zijnde producten of producten met soortgelijke ontwerpkenmerken is gebleken dat onveilige omstandigheden kunnen ontstaan en als de vastgestelde en aan de aanvrager meegedeelde typecertificeringsbasis niet voorziet in een oplossing van deze onveilige omstandigheden.

21L.B.44   Bijzondere voorwaarden

a)

Het Agentschap moet speciale gedetailleerde technische specificaties, bijzondere voorwaarden genoemd, voorschrijven voor een product als de betreffende certificeringsspecificaties geen passende of geschikte veiligheidsnormen voor dat product bevatten, omdat:

1.

het product nieuwe of ongewone ontwerpkenmerken heeft ten opzichte van de ontwerppraktijken waarop de toepasselijke certificeringsspecificaties zijn gebaseerd;

2.

het beoogde gebruik van het product onconventioneel is, of

3.

uit ervaringen met andere, vergelijkbare producten die in de praktijk worden gebruikt of met producten die vergelijkbare ontwerpkenmerken of nieuw vastgestelde risico’s hebben, is gebleken dat onveilige toestanden kunnen ontstaan.

b)

De bijzondere voorwaarden bevatten de veiligheidsnormen die het Agentschap noodzakelijk acht om te komen tot een veiligheidsniveau dat gelijkwaardig is aan het veiligheidsniveau van de toepasselijke certificeringsspecificaties.

21L.B.45   Aanwijzing van de toepasselijke milieubeschermingseisen voor een typecertificaat

Het Agentschap wijst de toepasselijke milieuvoorschriften overeenkomstig 21.B.85 van bijlage I (deel 21) aan en deelt deze mee aan de aanvrager van een typecertificaat voor een luchtvaartuig of een motor.

21L.B.46   Onderzoek

Wanneer het Agentschap een aanvraag voor een typecertificaat overeenkomstig deze bijlage ontvangt, moet het:

a)

een beoordeling uitvoeren van het oorspronkelijke plan voor het aantonen van de overeenstemming en alle latere door de aanvrager verstrekte updates, teneinde na te gaan of het plan volledig is en de voorgestelde middelen en methoden geschikt zijn om de overeenstemming met de overeenkomstig 21L.B.43 vastgestelde typecertificeringsbasis en met de overeenkomstig 21L.B.45 aangewezen toepasselijke milieubeschermingseisen aan te tonen; als het plan voor het aantonen van de overeenstemming onvolledig is of de middelen en methoden niet geschikt zijn om de overeenstemming aan te tonen, stelt het Agentschap de aanvrager daarvan in kennis en vraagt het om een wijziging van het plan;

b)

als het Agentschap ervan overtuigd is dat het plan voor het aantonen van de overeenstemming geschikt is om de overeenstemming van de aanvrager aan te tonen, het plan en alle latere updates ervan goedkeuren;

c)

na ontvangst van de verklaring van overeenstemming overeenkomstig 21L.A.25, punt f), een fysieke inspectie en beoordeling uitvoeren van het eerste artikel van dat product in de definitieve configuratie, rekening houdend met de overeenkomstig 21L.B.242, punt a), uitgevoerde kritieke ontwerpbeoordeling, teneinde na te gaan of het product in overeenstemming is met de toepasselijke typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen; het Agentschap controleert de overeenstemming van het product, rekening houdend met de waarschijnlijkheid van een niet-geïdentificeerde niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of de toepasselijke milieubeschermingseisen, en de potentiële gevolgen van die niet-overeenstemming voor de veiligheid of milieuverenigbaarheid van het product;

d)

als het Agentschap tijdens de vaststelling van de typecertificeringsbasis, de aanwijzing van de toepasselijke milieubeschermingseisen of de beoordeling van het plan voor het aantonen van de overeenstemming bepaalt/vaststelt dat het productontwerp een element bevat waarvoor een niet-geïdentificeerde niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of de toepasselijke milieubeschermingseisen nadelige gevolgen kan hebben voor de veiligheid of milieuverenigbaarheid van het product, bepaalt het Agentschap welke onderzoeken nodig zijn, naast de in punt c) beschreven onderzoeken, om het aantonen van de overeenstemming te controleren; het Agentschap stelt de aanvrager in kennis van alle aanvullende onderzoeken en deelt mee welke ontwerpelementen worden onderzocht.

21L.B.47   Afgifte van een typecertificaat

a)

Het Agentschap geeft onverwijld een typecertificaat voor een luchtvaartuig, motor of propeller af voor zover:

1.

de aanvrager voldoet aan 21L.A.27;

2.

het Agentschap, aan de hand van het krachtens 21L.B.46 uitgevoerd onderzoek, geen enkele niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of de toepasselijke milieubeschermingseisen heeft vastgesteld;

3.

alle uit het overeenkomstig 21L.B.46, punt c), uitgevoerde onderzoek van het product in de eindconfiguratie voortvloeiende openstaande problemen zijn opgelost;

4.

geen kenmerken of eigenschappen zijn vastgesteld die het product onveilig of onverenigbaar met de milieuvoorschriften maken, voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd.

b)

Het typecertificaat omvat:

1.

het typeontwerp;

2.

de exploitatiebeperkingen;

3.

de instructies voor blijvende luchtwaardigheid;

4.

het typecertificaatgegevensblad voor luchtwaardigheid en, indien van toepassing, de gegevens omtrent de naleving van de emissievereisten;

5.

de toepasselijke typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen waarmee het Agentschap overeenstemming registreert;

6.

indien van toepassing, het typecertificaatgegevensblad voor geluid, en

7.

alle andere voorwaarden en beperkingen voor het product in de toepasselijke typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen.

21L.B.48   Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van producten waarvoor een typecertificaat is afgegeven

Als het Agentschap, via zijn toezicht op de blijvende luchtwaardigheid, waaronder overeenkomstig 21L.A.3 ontvangen verslagen, of via welke andere middelen dan ook een niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of de toepasselijke milieubeschermingseisen vaststelt, stelt het Agentschap een bevinding vast overeenkomstig 21L.B.21 of geeft het een luchtwaardigheidsaanwijzing af onder de voorwaarden van 21L.B.23.

21L.B.49   Overdracht van een typecertificaat

a)

Wanneer het Agentschap een aanvraag ontvangt om na te gaan of een typecertificaat door de houder ervan kan worden overgedragen overeenkomstig 21L.A.29 of wanneer het Agentschap een verzoek tot vaststelling van een typecertificaat overeenkomstig 21L.A.29 in overweging neemt, controleert het Agentschap overeenkomstig 21L.B.42 en 21L.B.46 of de overnemer van het certificaat in aanmerking komt als houder van een typecertificaat overeenkomstig 21L.A.22 en de verplichtingen van een typecertificaathouder kan nakomen overeenkomstig 21L.A.28.

b)

Als het Agentschap tot de conclusie komt dat de overnemer voldoet aan de voorwaarden van punt a), stelt het de typecertificaathouder of de natuurlijke of rechtspersoon die een aanvraag doet om een typecertificaat over te nemen ervan in kennis dat de overdracht van het typecertificaat naar die natuurlijke of rechtspersoon door het Agentschap wordt aanvaard.

SUBDEEL C –   VERKLARINGEN VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP

21L.B.61   Gedetailleerde technische specificaties en toepasselijke milieubeschermingseisen voor verklaringen van overeenstemming met het ontwerp van een product

a)

Overeenkomstig artikel 76, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1139 zorgt het Agentschap voor de vaststelling en terbeschikkingstelling van de gedetailleerde technische specificaties die natuurlijke en rechtspersonen kunnen gebruiken om overeenstemming met de in bijlage II bij die verordening uiteengezette relevante essentiële eisen aan te tonen wanneer zij de overeenstemming van het luchtvaartuigontwerp verklaren overeenkomstig subdeel C van sectie A van deze bijlage.

b)

De in punt a) bedoelde gedetailleerde technische specificaties zorgen voor ontwerpnormen die de stand van de techniek en de beste ontwerppraktijken weerspiegelen, en die voortbouwen op de beste beschikbare ervaring en de wetenschappelijke en technische vooruitgang, en op de beste beschikbare bewijzen en analyses inzake luchtvaartuigontwerpen, voor luchtvaartuigen die onder het in 21L.A.41 vastgestelde toepassingsgebied vallen. Die gedetailleerde technische specificaties bevatten of verwijzen naar:

1.

door het Agentschap overeenkomstig bijlage I (deel 21), 21.B.70, vastgestelde certificeringsspecificaties voor de luchtwaardigheid van het luchtvaartuigontwerp;

2.

bijzondere voorwaarden die door het Agentschap zijn voorgeschreven overeenkomstig 21.B.75 van bijlage I (deel 21) of 21L.B.44 voor andere luchtvaartuigen, en die van algemene aard zijn;

3.

gedetailleerde technische normen die door normaliseringsorganen en andere sectorale organen zijn opgesteld.

c)

Met het oog op het garanderen van de milieuverenigbaarheid van het ontwerp zorgt het Agentschap voor de vaststelling en terbeschikkingstelling van de milieubeschermingseisen die als basis moeten worden gebruikt voor de verklaring van overeenstemming met het ontwerp en die het volgende bevatten:

1.

milieubeschermingseisen voor de relevante productcategorieën, zoals vervat in bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, volumes I, II en III, op het in artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1139 bedoelde wijzigingsniveau; met het oog hierop worden de verwijzingen naar:

i)

de toepassingsdatum voor een typecertificaat in die volumes begrepen als verwijzingen naar de datum waarop de verklaring van overeenstemming met het ontwerp is ingediend door de declarant, en

ii)

de certificeringseisen in die volumes begrepen als eisen voor het verklaren van de overeenstemming met het ontwerp.

2.

[gereserveerd]

21L.B.62   Eerste toezichtsonderzoek

a)

Bij ontvangst van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp gaat het Agentschap na of het luchtvaartuig onder het toepassingsgebied van subdeel C van sectie A van deze bijlage valt en of de verklaring alle in 21L.A.43 gespecificeerde informatie bevat. Het Agentschap bevestigt de ontvangst van de verklaring van overeenstemming met het ontwerp en kent de declarant een individueel referentienummer van de verklaring toe voor die luchtvaartuigconfiguratie.

b)

Het Agentschap voert een fysieke inspectie en beoordeling uit van het eerste artikel van dat luchtvaartuig in de definitieve configuratie, rekening houdend met de overeenkomstig 21L.B.242, punt a), 2, uitgevoerde veiligheidsbeoordeling. Als het Agentschap, in de verklaring of via de hierboven bedoelde fysieke inspectie en beoordeling, aanwijzingen vindt dat het luchtvaartuig mogelijk niet in staat is veilige vluchten uit te voeren of onverenigbaar kan zijn met de milieuvoorschriften tijdens het gebruik, stelt het een bevinding op overeenkomstig 21L.B.21.

21L.B.63   Registratie van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp

Het Agentschap registreert een verklaring van overeenstemming met het ontwerp voor een luchtvaartuig op voorwaarde dat:

a)

de declarant de overeenstemming heeft verklaard overeenkomstig 21L.A.43, punt a);

b)

de declarant de overeenkomstig 21L.A.43, punt c), vereiste documenten aan het Agentschap heeft verstrekt;

c)

de declarant zich ertoe heeft verbonden de in 21L.A.47 bedoelde verbintenissen na te komen;

d)

er geen openstaande problemen zijn naar aanleiding van de fysieke inspectie en beoordeling van het eerste artikel van het luchtvaartuig in de definitieve configuratie, uitgevoerd overeenkomstig 21L.B.62, punt b).

21L.B.64   Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van luchtvaartuigen waarvoor verklaring van overeenstemming met het ontwerp is afgelegd

Als het Agentschap, via zijn toezicht op de blijvende luchtwaardigheid, waaronder overeenkomstig 21L.A.3 ontvangen verslagen, of via welke andere middelen dan ook een niet-overeenstemming met de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties of de toepasselijke milieubeschermingseisen vaststelt, stelt het Agentschap een bevinding vast overeenkomstig 21L.B.21 of geeft het een luchtwaardigheidsaanwijzing af onder de voorwaarden van 21L.B.23.

SUBDEEL D –   WIJZIGINGEN VAN TYPECERTIFICATEN

21L.B.81   Typecertificeringsbasis en toepasselijke milieubeschermingseisen voor een ingrijpende wijziging van een typecertificaat

a)

Het Agentschap stelt de typecertificeringsbasis vast voor een ingrijpende wijziging van een typecertificaat en deelt deze mee aan de aanvrager.

b)

Voor een ingrijpende wijziging van een typecertificaat en de domeinen die gevolgen ondervinden van de wijziging bestaat de typecertificeringsbasis uit de typecertificeringsspecificaties die onder verwijzing zijn opgenomen in het typecertificaat, tenzij:

1.

het Agentschap oordeelt dat de certificeringsspecificaties waarnaar wordt verwezen in het typecertificaat geen toereikende normen bevatten voor de voorgestelde wijziging, en derhalve de wijziging en de gebieden die gevolgen ondervinden van de wijziging ook moeten voldoen aan alle bijzondere voorwaarden en wijzigingen daarvan die door het Agentschap worden voorgeschreven overeenkomstig 21L.B.44, om te zorgen voor een veiligheidsniveau dat gelijkwaardig is aan het veiligheidsniveau dat is vastgelegd in de certificeringsspecificaties die van kracht/toepassing waren op de datum van de aanvraag tot wijziging;

2.

een aanvrager ervoor kiest te voldoen aan een certificeringsspecificatie die is uiteengezet in een wijziging die van toepassing is op de datum van de aanvraag van de wijziging.

c)

Het Agentschap wijst de toepasselijke milieubeschermingseisen aan voor de ingrijpende wijziging van een typecertificaat overeenkomstig 21.B.85 van bijlage I (deel 21) en deelt deze mee aan de aanvrager.

21L.B.82   Onderzoek en afgifte van een goedkeuring van een geringe wijziging van een typecertificaat

a)

Bij ontvangst van een aanvraag tot goedkeuring van een geringe wijziging van een typecertificaat in het kader van deze bijlage, keurt het Agentschap de geringe wijziging goed als:

1.

de aanvrager de stavingsgegevens en rechtvaardiging heeft verstrekt en heeft aangetoond en verklaard dat de wijziging in overeenstemming is met de toepasselijke typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, of met de overeenkomstig 21L.A.67 gekozen certificeringsspecificaties;

2.

het Agentschap, via zijn controle op het aantonen van de overeenstemming en rekening houdend met de ontwerpkenmerken, de complexiteit en het algehele kritieke karakter van het ontwerp of de technologie en eerdere ervaring met ontwerpactiviteiten van de aanvrager, geen vaststelling heeft gedaan van:

i)

gevallen van niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of, indien van toepassing, de toepasselijke milieubeschermingseisen, of met de gekozen certificeringsspecificaties;

ii)

kenmerken of eigenschappen die het gewijzigde product onveilig of milieuonverenigbaar maken, voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd.

b)

De goedkeuring van een geringe wijziging van een typecertificaat blijft beperkt tot de specifieke configuratie(s) in het typecertificaat waarop de wijziging betrekking heeft.

21L.B.83   Onderzoek van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat

Wanneer het Agentschap een aanvraag voor een ingrijpende wijziging van een typecertificaat in het kader van deze bijlage ontvangt, moet het:

a)

een beoordeling uitvoeren van het oorspronkelijke plan voor het aantonen van de overeenstemming en alle latere door de aanvrager verstrekte updates, teneinde na te gaan of het plan volledig is en de voorgestelde middelen en methoden geschikt zijn om de overeenstemming met de typecertificeringsbasis en met de overeenkomstig 21L.B.81 vastgestelde en aangewezen toepasselijke milieubeschermingseisen aan te tonen; als het plan voor het aantonen van de overeenstemming onvolledig is of de middelen en methoden niet geschikt zijn om de overeenstemming aan te tonen, stelt het Agentschap de aanvrager daarvan in kennis en vraagt het om een wijziging van het plan;

b)

als het ervan overtuigd is dat het plan voor het aantonen van de overeenstemming geschikt is om de aanvrager de overeenstemming te laten aantonen, het plan en alle latere updates ervan goedkeuren;

c)

de waarschijnlijkheid bepalen van een niet-geïdentificeerde niet-overeenstemming van de ingrijpende wijziging met de typecertificeringsbasis of de toepasselijke milieubeschermingseisen, en de potentiële gevolgen van die niet-overeenstemming voor de veiligheid of milieuverenigbaarheid van het product, en op basis daarvan bepalen of een fysieke inspectie en beoordeling van het eerste artikel van dat product in de definitieve gewijzigde configuratie nodig is om te bepalen of het product in overeenstemming is met de toepasselijke typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, rekening houdend met de kritieke ontwerpbeoordeling, indien deze is uitgevoerd overeenkomstig 21L.B.242, punt a), 3; alvorens deze inspectie en beoordeling uit te voeren, stelt het Agentschap de aanvrager hiervan in kennis;

d)

als het Agentschap tijdens de vaststelling van de typecertificeringsbasis, de aanwijzing van de toepasselijke milieubeschermingseisen of de beoordeling van het plan voor het aantonen van de overeenstemming bepaalt/vaststelt dat het ontwerp van de ingrijpende wijziging een element bevat waarvoor een niet-geïdentificeerde niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of de toepasselijke milieubeschermingseisen nadelige gevolgen kan hebben voor de veiligheid of milieuverenigbaarheid van het gewijzigde product, bepaalt het Agentschap welke onderzoeken nodig zijn, naast die van punt c), om het aantonen van de overeenstemming te controleren; het Agentschap stelt de aanvrager in kennis van de aanvullende onderzoeken en deelt mee welke ontwerpelementen worden onderzocht.

21L.B.84   Afgifte van een goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat

a)

Het Agentschap keurt de ingrijpende wijziging goed als:

1.

de aanvrager heeft aangetoond dat de wijziging en de gebieden die gevolgen ondervinden van de wijziging voldoen aan de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen die door het Agentschap zijn vastgesteld en aangewezen overeenkomstig 21L.B.81;

2.

de aanvrager de overeenstemming heeft aangetoond en verklaard overeenkomstig 21L.A.66, punt f);

3.

het Agentschap, via zijn controle van het aantonen van de overeenstemming, geen vaststelling heeft gedaan van:

i)

gevallen van niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of, indien van toepassing, de toepasselijke milieubeschermingseisen;

ii)

kenmerken of eigenschappen die het gewijzigde product onveilig of milieuonverenigbaar maken, voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd.

b)

Een goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat blijft beperkt tot de specifieke configuratie(s) in het typecertificaat waarop de wijziging betrekking heeft.

21L.B.85   Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van gewijzigde producten waarvoor een typecertificaat is afgegeven

Als het Agentschap, via zijn toezicht op de blijvende luchtwaardigheid, waaronder overeenkomstig 21L.A.3 ontvangen verslagen, of via welke andere middelen dan ook een niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of de toepasselijke milieubeschermingseisen vaststelt voor een product waarvoor een wijziging van een typecertificaat is goedgekeurd, stelt het Agentschap een bevinding vast overeenkomstig 21L.B.21 of geeft het een luchtwaardigheidsaanwijzing af onder de voorwaarden van 21L.B.23.

SUBDEEL E –   AANVULLENDE TYPECERTIFICATEN

21L.B.101   Typecertificeringsbasis en toepasselijke milieubeschermingseisen voor een aanvullend typecertificaat

a)

Het Agentschap stelt de typecertificeringsbasis vast voor een aanvullend typecertificaat en deelt deze mee aan de aanvrager.

b)

Voor ingrijpende wijzigingen van een typecertificaat in de vorm van een aanvullend typecertificaat, vormt de onder verwijzing in het typecertificaat opgenomen typecertificeringsbasis ook de typecertificeringsbasis voor de domeinen die gevolgen ondervinden van de wijziging, tenzij:

1.

het Agentschap oordeelt dat de certificeringsspecificaties waarnaar wordt verwezen in het typecertificaat geen toereikende normen bevatten voor de voorgestelde wijziging, en derhalve de wijziging en de gebieden die gevolgen ondervinden van de wijziging ook moeten voldoen aan alle bijzondere voorwaarden en wijzigingen daarvan die door het Agentschap worden voorgeschreven overeenkomstig 21L.B.44, om te zorgen voor een veiligheidsniveau dat gelijkwaardig is aan het veiligheidsniveau dat is vastgelegd in de certificeringsspecificaties die van kracht/toepassing waren op de datum van de aanvraag tot wijziging;

2.

een aanvrager ervoor kiest te voldoen aan een certificeringsspecificatie die is uiteengezet in een wijziging die van toepassing is op de datum van de aanvraag van de wijziging.

c)

Het Agentschap wijst de toepasselijke milieubeschermingseisen aan voor een ingrijpende wijziging van een typecertificaat overeenkomstig 21.A.85 van bijlage I (deel 21) en deelt deze mee aan de aanvrager.

21L.B.102   Onderzoek

Wanneer het Agentschap een aanvraag voor een aanvullend typecertificaat overeenkomstig deze bijlage ontvangt, moet het:

a)

een beoordeling uitvoeren van het oorspronkelijke plan voor het aantonen van de overeenstemming en alle latere door de aanvrager verstrekte updates, teneinde na te gaan of het plan volledig is en de voorgestelde middelen en methoden geschikt zijn om de overeenstemming met de typecertificeringsbasis en met de overeenkomstig 21L.B.101 vastgestelde en aangewezen toepasselijke milieubeschermingseisen aan te tonen; als het plan voor het aantonen van de overeenstemming onvolledig is of de middelen en methoden niet geschikt zijn om de overeenstemming aan te tonen, stelt het Agentschap de aanvrager daarvan in kennis en vraagt het om een wijziging van het plan;

b)

als het Agentschap ervan overtuigd is dat het plan voor het aantonen van de overeenstemming geschikt is om de aanvrager de overeenstemming te laten aantonen, het plan en alle latere updates ervan goedkeuren;

c)

de waarschijnlijkheid bepalen van een niet-geïdentificeerde niet-overeenstemming van de ingrijpende wijziging met de typecertificeringsbasis of de toepasselijke milieubeschermingseisen, en de potentiële gevolgen van die niet-overeenstemming voor de veiligheid of milieuverenigbaarheid van het product, en op basis daarvan bepalen of een fysieke inspectie en beoordeling van het eerste artikel van dat product in de definitieve gewijzigde configuratie nodig is om te bepalen of het product in overeenstemming is met de toepasselijke typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen, rekening houdend met de kritieke ontwerpbeoordeling, indien deze is uitgevoerd overeenkomstig 21L.B.242, punt a); alvorens deze inspectie en beoordeling uit te voeren, stelt het Agentschap de aanvrager hiervan in kennis;

d)

als het Agentschap tijdens de vaststelling van de typecertificeringsbasis, de aanwijzing van de toepasselijke milieubeschermingseisen of de beoordeling van het plan voor het aantonen van de overeenstemming bepaalt/vaststelt dat de ingrijpende wijziging van het ontwerp een element bevat waarvoor een niet-geïdentificeerde niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of de toepasselijke milieubeschermingseisen nadelige gevolgen kan hebben voor de veiligheid of milieuverenigbaarheid van het gewijzigde product, bepaalt het Agentschap welke onderzoeken nodig zijn, naast die van punt c), om het aantonen van de overeenstemming te controleren; het Agentschap stelt de aanvrager in kennis van de aanvullende onderzoeken en deelt mee welke ontwerpelementen worden onderzocht.

21L.B.103   Afgifte van een aanvullend typecertificaat

a)

Wanneer het Agentschap een aanvraag voor een aanvullend typecertificaat overeenkomstig deze bijlage ontvangt, geeft het een aanvullend typecertificaat af als:

1.

de aanvrager heeft aangetoond dat de wijziging en de gebieden die gevolgen ondervinden van de wijziging voldoen aan de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieubeschermingseisen die door het Agentschap zijn vastgesteld en aangewezen overeenkomstig 21L.B.101;

2.

de aanvrager de overeenstemming heeft aangetoond en verklaard overeenkomstig 21L.A.85, punt f);

3.

de eigenaar van de typecertificaatsgegevens, als de aanvrager overeenkomstig 21L.A.84, punt b), 2, heeft gespecificeerd dat de certificeringsgegevens zijn verstrekt op basis van een regeling met de eigenaar van de typecertificaatsgegevens:

i)

geen technisch bezwaar heeft tegen de overeenkomstig 21L.B.103, punt a), 2, ingediende informatie, en

ii)

ermee heeft ingestemd met de houder van de goedkeuring van het reparatieontwerp samen te werken om zich te kwijten van alle verplichtingen voor de blijvende luchtwaardigheid van het product met het reparatieontwerp via overeenstemming met 21L.A.88;

4.

het Agentschap, via zijn controle van het aantonen van de overeenstemming, geen vaststelling heeft gedaan van:

i)

gevallen van niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of, indien van toepassing, de toepasselijke milieubeschermingseisen;

ii)

kenmerken of eigenschappen die het gewijzigde product onveilig of milieuonverenigbaar maken, voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd.

b)

Een aanvullend typecertificaat blijft beperkt tot de specifieke configuratie(s) in het typecertificaat waarop de desbetreffende ingrijpende wijziging betrekking heeft.

21L.B.104   Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van producten waarvoor een aanvullend typecertificaat is afgegeven

Als het Agentschap, via zijn toezicht op de blijvende luchtwaardigheid, waaronder overeenkomstig 21L.A.3 ontvangen verslagen, of via welke andere middelen dan ook een niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of de toepasselijke milieubeschermingseisen vaststelt voor een product waarvoor een aanvullend typecertificaat is afgegeven, stelt het Agentschap een bevinding vast overeenkomstig 21L.B.21 of geeft het een luchtwaardigheidsaanwijzing af onder de voorwaarden van 21L.B.23.

SUBDEEL F –   WIJZIGINGEN VAN LUCHTVAARTUIGEN WAARVOOR OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP IS VERKLAARD

21L.B.121   Eerste toezichtsonderzoek van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp van een ingrijpende wijziging van het ontwerp van een luchtvaartuig waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard

a)

Wanneer het Agentschap een verklaring van overeenstemming met het ontwerp ontvangt voor een ingrijpende wijziging van het ontwerp van een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard, gaat het na of de wijziging onder het toepassingsgebied van 21L.A.101 valt en of de verklaring alle in 21L.A.107 vermelde informatie bevat. Het Agentschap bevestigt de ontvangst van de verklaring en kent de declarant een individueel referentienummer van verklaring van overeenstemming met het ontwerp toe.

b)

Op basis van het risico dat een niet-overeenstemming zou leiden tot een ontwerp dat niet in staat is veilige vluchten uit te voeren of onverenigbaar is met de milieuvoorschriften, beoordeelt het Agentschap of een fysieke inspectie en beoordeling van het gewijzigde product noodzakelijk is; indien dat het geval is, stelt het de declarant daarvan in kennis. Deze risicobeoordeling houdt rekening met:

1.

de complexiteit van de ingrijpende wijziging en het algemene effect op de structuur, de vliegkenmerken en de systemen van het luchtvaartuig;

2.

eerdere ervaring met fysieke inspecties van door de declarant ontworpen luchtvaartuigen en ingrijpende wijzigingen;

3.

de reactie van de declarant op eerdere bevindingen die zijn opgesteld wegens niet-overeenstemming van het specifieke luchtvaartuig of soortgelijke door de declarant ontworpen luchtvaartuigen waarvoor eveneens een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is ingediend.

c)

Als het Agentschap, in de verklaring of via de hierboven bedoelde fysieke inspectie en beoordeling, indien uitgevoerd overeenkomstig 21L.B.121, punt b), aanwijzingen vindt dat het gewijzigde luchtvaartuig mogelijk niet in staat is veilige vluchten uit te voeren of onverenigbaar kan zijn met de milieuvoorschriften tijdens het gebruik, stelt het een bevinding op overeenkomstig 21L.B.21.

21L.B.122   Registratie van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp voor een ingrijpende wijziging van een luchtvaartuigontwerp

a)

Het Agentschap registreert een verklaring van overeenstemming met het ontwerp voor een ingrijpende wijziging van het ontwerp van een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard, voor zover:

1.

de declarant de overeenstemming heeft verklaard overeenkomstig 21L.A.107, punt a);

2.

de declarant de overeenkomstig 21L.A.107, punt d), vereiste documenten aan het Agentschap heeft verstrekt;

3.

de declarant zich ertoe heeft verbonden de in 21L.A.47 bedoelde verbintenissen ook na te komen met betrekking tot het gewijzigde luchtvaartuigontwerp;

4.

er geen openstaande problemen zijn naar aanleiding van de fysieke inspectie, indien uitgevoerd overeenkomstig 21L.B.121, punt b).

b)

Het Agentschap registreert een verklaring van een ingrijpende wijziging van het ontwerp van een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard alleen als die wijziging beperkt blijft tot de specifieke configuratie(s) in de geregistreerde verklaring van overeenstemming met het ontwerp waarop de wijziging betrekking heeft.

21L.B.123   Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van een gewijzigd luchtvaartuig waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard

Als het Agentschap, via zijn toezicht op de blijvende luchtwaardigheid, waaronder overeenkomstig 21L.A.3 ontvangen verslagen, of via welke andere middelen dan ook vaststelt dat een wijziging waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard, niet overeenstemt met de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties of de toepasselijke milieubeschermingseisen, treedt het Agentschap op overeenkomstig 21L.B.64.

SUBDEEL G –   VERKLAARDE PRODUCTIEORGANISATIES

(gereserveerd)

SUBDEEL H –   BEWIJZEN VAN LUCHTWAARDIGHEID EN BEPERKTE BEWIJZEN VAN LUCHTWAARDIGHEID

(gereserveerd)

SUBDEEL I –   GELUIDSCERTIFICATEN

(gereserveerd)

SUBDEEL J –   VERKLAARDE ONTWERPORGANISATIES

21L.B.181   Eerste toezichtsonderzoek

a)

Wanneer het Agentschap een verklaring van ontwerpbekwaamheid van een organisatie ontvangt, gaat het na of:

1.

de declarant in aanmerking komt om zijn ontwerpbekwaamheid te verklaren overeenkomstig 21L.A.172;

2.

de verklaring alle in 21L.A.173, punt c), gespecificeerde informatie bevat, en

3.

de verklaring geen informatie bevat die wijst op niet-naleving van de eisen van subdeel J van sectie A van deze bijlage.

b)

Het Agentschap bevestigt de ontvangst van de verklaring en kent de declarant een individueel referentienummer van verklaarde ontwerporganisatie toe.

21L.B.182   Registratie van een verklaring van ontwerpbekwaamheid

Het Agentschap registreert de verklaring van ontwerpbekwaamheid, met inbegrip van het verklaarde toepassingsgebied van de werkzaamheden, in een geschikte gegevensbank, voor zover:

a)

de declarant zijn bekwaamheid heeft verklaard in overeenstemming met 21L.A.173;

b)

de declarant zich ertoe heeft verbonden de in 21L.A.177 bedoelde verbintenissen na te komen;

c)

er geen openstaande kwesties zijn overeenkomstig 21L.B.181.

21L.B.183   Toezicht

a)

Het Agentschap houdt toezicht op de verklaarde ontwerporganisatie teneinde na te gaan of de organisatie blijvend de toepasselijke eisen van sectie A naleeft.

b)

Het toezicht omvat een kritieke ontwerpbeoordeling of fysieke inspectie van het product en een inspectie van het eerste artikel van elk nieuw ontwerp van de verklaarde ontwerporganisatie.

21L.B.184   Toezichtsprogramma

a)

Het Agentschap zorgt voor de vaststelling en actualisering van een toezichtsprogramma om de naleving van 21L.B.183 te garanderen. Het toezichtprogramma moet rekening houden met de specifieke aard van de organisatie, de complexiteit van haar activiteiten en de resultaten van vroegere certificerings- en/of toezichtsactiviteiten en wordt gebaseerd op de beoordeling van de bijbehorende risico’s. Dit programma omvat in elke planningscyclus van het toezicht:

1.

beoordelingen, audits en inspecties, met inbegrip van, in voorkomend geval:

i)

beoordelingen van het beheersysteem en procesaudits;

ii)

productaudits van een relevant monster van het ontwerp en certificering van de producten en onderdelen die onder het toepassingsgebied van de organisatie vallen;

iii)

monsters van de uitgevoerde werkzaamheden;

iv)

onaangekondigde inspecties;

2.

vergaderingen tussen het hoofd van de ontwerporganisatie en het Agentschap om te garanderen dat beiden op de hoogte blijven van alle belangrijke kwesties.

b)

Het toezichtsprogramma bevat gegevens over de data waarop beoordelingen, audits, inspecties en vergaderingen moeten plaatsvinden en de data waarop beoordelingen, audits, inspecties en vergaderingen daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.

c)

Er wordt een toezichtsplanningscyclus van hoogstens 24 maanden toegepast.

d)

Onverminderd punt c) mag de planningscyclus van het toezicht worden verlengd tot 36 maanden indien het Agentschap heeft vastgesteld dat tijdens de voorbije 24 maanden:

1.

de organisatie heeft aangetoond dat zij de gevaren voor de veiligheid van de luchtvaart doeltreffend kan identificeren en de daaraan verbonden risico’s kan beheren;

2.

de organisatie voortdurend heeft aangetoond dat zij voldoet aan 21L.A.178 en volledige controle heeft over alle wijzigingen in het ontwerpbeheersysteem;

3.

er geen bevindingen van niveau 1 zijn opgesteld;

4.

alle corrigerende maatregelen zijn toegepast binnen de door het Agentschap aanvaarde of verlengde termijn zoals gedefinieerd in 21L.B.21.

e)

Onverminderd punt c) mag de planningscyclus van het toezicht verder worden verlengd tot ten hoogste 48 maanden indien de organisatie, in aanvulling op de voorwaarden van punt d), een doeltreffend systeem heeft opgezet voor continue rapportering aan het Agentschap over de veiligheidsprestaties en de naleving van de regelgeving door de organisatie zelf, en het Agentschap dit systeem heeft aanvaard.

f)

De toezichtsplanningscyclus mag worden ingekort wanneer er bewijzen zijn dat de veiligheidsprestaties van de organisatie zijn afgenomen.

g)

Na voltooiing van elke toezichtsplanningscyclus geeft het Agentschap een aanbevelingsverslag af over de voortzetting van de activiteiten van de verklaarde ontwerporganisatie op basis van haar verklaring van ontwerpbekwaamheid, dat de resultaten van het toezicht weerspiegelt.

21L.B.185   Toezichtsactiviteiten

a)

Wanneer het Agentschap de overeenstemming van de verklaarde ontwerporganisatie overeenkomstig 21L.B.183 en het overeenkomstig 21L.B.184 vastgestelde toezichtsprogramma controleert, moet het:

1.

het voor toezicht verantwoordelijke personeel ter beschikking stellen en hen richtsnoeren verstrekken om hun taken uit te voeren;

2.

beoordelingen, audits, inspecties en, indien nodig, onaangekondigde inspecties uitvoeren;

3.

de nodige informatie verzamelen indien verdere actie vereist is, met inbegrip van de bij 21L.B.21 en 21L.B.22 voorziene maatregelen;

4.

de verklaarde ontwerporganisatie in kennis stellen van de resultaten van de toezichtsactiviteiten.

b)

Het Agentschap verzamelt en verwerkt alle informatie die nodig wordt geacht voor de uitvoering van toezichtsactiviteiten.

c)

Als het Agentschap vaststelt dat de verklaarde ontwerporganisatie niet in overeenstemming is met de toepasselijke eisen van sectie A, een uit hoofde van sectie A vereiste procedure of handboek of de ingediende verklaring, treedt het Agentschap op overeenkomstig 21L.B.21 en 21L.B.22.

21L.B.186   Wijzigingen van verklaringen

a)

Bij ontvangst van een kennisgeving van wijzigingen overeenkomstig 21L.A.178 controleert het Agentschap de volledigheid van de kennisgeving overeenkomstig 21L.B.181.

b)

Het Agentschap actualiseert zijn overeenkomstig 21L.B.184 vastgestelde toezichtsprogramma en onderzoekt of het nodig is voorwaarden vast te stellen voor de activiteiten van de organisatie tijdens de wijziging.

c)

Wanneer de wijziging gevolgen heeft voor aspecten van de verklaring die zijn geregistreerd overeenkomstig 21L.B.182, actualiseert het Agentschap het register.

d)

Na voltooiing van de krachtens de punten a), b) en c) vereiste activiteiten bevestigt het Agentschap de ontvangst van de kennisgeving aan de verklaarde ontwerporganisatie.

SUBDEEL K –   ONDERDELEN

(Gereserveerd)

SUBDEEL M –   ONTWERPEN VAN REPARATIES VAN TYPEGECERTIFICEERDE PRODUCTEN

21L.B.201   Typecertificeringsbasis en toepasselijke milieubeschermingseisen voor een goedkeuring van een reparatieontwerp

Het Agentschap bepaalt alle wijzigingen van de typecertificeringsbasis en de toepasselijke milieueisen waarnaar wordt verwezen in, al naargelang van toepassing, het typecertificaat of het aanvullend typecertificaat, die het nodig acht om het voorheen tot stand gebracht niveau van veiligheid en milieuverenigbaarheid op peil te houden, en stelt de aanvrager van de goedkeuring van een reparatieontwerp daarvan in kennis.

21L.B.202   Onderzoek en afgifte van een goedkeuring van een ontwerp van een geringe reparatie

a)

Bij ontvangst van een aanvraag tot goedkeuring van een ontwerp van geringe reparatie van een in het kader van deze bijlage typegecertificeerd product, keurt het Agentschap het ontwerp van geringe reparatie goed als:

1.

de aanvrager de stavingsgegevens en rechtvaardiging van de reparatie heeft verstrekt en heeft aangetoond en verklaard dat het reparatieontwerp in overeenstemming is met de overeenkomstig 21L.B.201 vastgestelde toepasselijke typecertificeringsbasis en milieubeschermingseisen;

2.

het Agentschap, via zijn controle op het aantonen van de overeenstemming en rekening houdend met de ontwerpkenmerken van het reparatieontwerp, de complexiteit en het algehele kritieke karakter van het reparatieontwerp en eerdere ervaring met ontwerpactiviteiten van de aanvrager, geen vaststelling heeft gedaan van:

i)

gevallen van niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of, indien van toepassing, de toepasselijke milieubeschermingseisen;

ii)

kenmerken of eigenschappen van het reparatieontwerp die het product met het reparatieontwerp onveilig maken voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd.

b)

De goedkeuring van een ontwerp van een geringe reparatie blijft beperkt tot de specifieke configuratie(s) in het typecertificaat waarop het reparatieontwerp betrekking heeft.

21L.B.203   Onderzoek van een aanvraag tot goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie

Bij ontvangst van een aanvraag tot goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie in het kader van deze bijlage, zal het Agentschap:

a)

een beoordeling uitvoeren van het oorspronkelijke plan voor het aantonen van de overeenstemming en alle latere door de aanvrager verstrekte updates, teneinde na te gaan of het plan volledig is en de voorgestelde middelen en methoden geschikt zijn om de overeenstemming met de typecertificeringsbasis en met de overeenkomstig 21L.B.201 vastgestelde en aangewezen toepasselijke milieubeschermingseisen aan te tonen; als het plan voor het aantonen van de overeenstemming onvolledig is of de middelen en methoden niet geschikt zijn om de overeenstemming aan te tonen, stelt het Agentschap de aanvrager daarvan in kennis en vraagt het om een wijziging van het plan;

b)

als het Agentschap ervan overtuigd is dat het plan voor het aantonen van de overeenstemming geschikt is om de aanvrager de overeenstemming te laten aantonen, het plan en alle latere updates ervan goedkeuren;

c)

de waarschijnlijkheid bepalen van een niet-geïdentificeerde niet-overeenstemming van het ontwerp van de ingrijpende reparatie met de typecertificeringsbasis of de toepasselijke milieubeschermingseisen, en de potentiële gevolgen van die niet-overeenstemming voor de veiligheid of milieuverenigbaarheid van het product, en op basis daarvan bepalen of een fysieke inspectie en beoordeling van het eerste artikel van dat product in de definitieve configuratie, met het reparatieontwerp, nodig is om te bepalen of het product in overeenstemming is met de toepasselijke typecertificeringsbasis; alvorens deze inspectie en beoordeling uit te voeren, stelt het Agentschap de aanvrager hiervan in kennis;

d)

als het Agentschap tijdens de beoordeling van het plan voor het aantonen van de overeenstemming bepaalt/vaststelt dat het ontwerp van ingrijpende reparatie een element bevat waarvoor een niet-geïdentificeerde niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of met de toepasselijke milieubeschermingseisen nadelige gevolgen kan hebben voor de veiligheid of milieuverenigbaarheid van het gewijzigde product, bepaalt het Agentschap welke onderzoeken nodig zijn, naast die van punt c), om het aantonen van de overeenstemming te controleren; het Agentschap stelt de aanvrager in kennis van de aanvullende onderzoeken en deelt mee welke ontwerpelementen worden onderzocht.

21L.B.204   Afgifte van een goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie

a)

Bij ontvangst van een aanvraag tot goedkeuring van een ontwerp van ingrijpende reparatie van een in het kader van deze bijlage typegecertificeerd product, keurt het Agentschap het ontwerp van ingrijpende reparatie goed als:

1.

de aanvrager heeft aangetoond dat het reparatieontwerp en de domeinen die daar gevolgen van ondervinden, in overeenstemming zijn met de typecertificeringsbasis en met de toepasselijke milieubeschermingseisen die door het Agentschap zijn vastgesteld overeenkomstig 21L.B.201, en

2.

de aanvrager de overeenstemming heeft aangetoond en verklaard overeenkomstig 21L.A.208;

3.

de eigenaar van de typecertificaatsgegevens, als de aanvrager overeenkomstig 21L.A.205, punt b), 5, heeft gespecificeerd dat hij de certificeringsgegevens heeft verstrekt op basis van een regeling met de eigenaar van de typecertificaatsgegevens:

i)

geen technisch bezwaar heeft tegen de overeenkomstig 21L.B.204, punt a), 2, ingediende informatie, en

ii)

ermee heeft ingestemd met de houder van de goedkeuring van het reparatieontwerp samen te werken om zich te kwijten van alle verplichtingen voor de blijvende luchtwaardigheid van het product met het reparatieontwerp via overeenstemming met 21L.A.210;

4.

het Agentschap, via zijn controle van het aantonen van de overeenstemming, geen vaststelling heeft gedaan van:

i)

gevallen van niet-overeenstemming met de typecertificeringsbasis of, indien van toepassing, de toepasselijke milieubeschermingseisen;

ii)

kenmerken of eigenschappen van de wijziging die het product met het reparatieontwerp onveilig maken voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd.

b)

Een goedkeuring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie blijft beperkt tot de specifieke configuratie(s) in het typecertificaat waarop het reparatieontwerp betrekking heeft.

21L.B.205   Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van producten waarvoor een reparatieontwerp is goedgekeurd

Als het Agentschap, via zijn toezicht op de blijvende luchtwaardigheid, waaronder overeenkomstig 21L.A.3 ontvangen verslagen, of via welke andere middelen dan ook, vaststelt dat een product waarvoor een reparatieontwerp is goedgekeurd niet in overeenstemming is met de typecertificeringsbasis of de toepasselijke milieubeschermingseisen, stelt het Agentschap een bevinding vast overeenkomstig 21L.B.21 of geeft het een luchtwaardigheidsaanwijzing af onder de voorwaarden van 21L.B.23.

21L.B.206   Niet-gerepareerde schade

Als het Agentschap daarom wordt verzocht overeenkomstig 21L.A.211, voert het een beoordeling van de luchtwaardigheidsgevolgen uit in het geval een beschadigd product niet is gerepareerd en niet onder eerder goedgekeurde gegevens valt. Het Agentschap stelt alle beperkingen vast die nodig zijn om veilige vluchten met het beschadigde product te garanderen.

SUBDEEL N –   ONTWERPEN VAN REPARATIES VAN LUCHTVAARTUIGEN WAARVOOR OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP IS VERKLAARD

21L.B.221   Eerste toezichtsonderzoek van een verklaring van overeenstemming met het ontwerp van een ingrijpende reparatie van een luchtvaartuig waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard

a)

Wanneer het Agentschap een verklaring van overeenstemming met het ontwerp ontvangt voor een ontwerp van een ingrijpende reparatie van een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard, gaat het na of het reparatieontwerp onder het toepassingsgebied van 21L.A.221 valt en of de verklaring alle in 21L.A.226 vermelde informatie bevat. Het Agentschap bevestigt de ontvangst van de verklaring en kent de declarant een individueel referentienummer van verklaring van overeenstemming met het ontwerp toe.

b)

Op basis van het risico dat een niet-overeenstemming zou leiden tot een ontwerp dat niet in staat is veilige vluchten uit te voeren of onverenigbaar is met de milieuvoorschriften, beoordeelt het Agentschap of een fysieke inspectie en beoordeling van het luchtvaartuig met het ontwerp van een ingrijpende reparatie noodzakelijk is; indien dat het geval is, stelt het de declarant daarvan in kennis. Deze risicobeoordeling houdt rekening met:

1.

de complexiteit van het ontwerp van de ingrijpende reparatie en het algemene effect op de structuur, vliegkenmerken en systemen van het luchtvaartuig;

2.

eerdere ervaring met fysieke inspecties van door de declarant ontworpen luchtvaartuigen en ingrijpende reparaties en wijzigingen;

3.

de reactie van de declarant op eerdere bevindingen die zijn opgesteld wegens niet-overeenstemming van het specifieke luchtvaartuig of soortgelijke door de declarant ontworpen luchtvaartuigen waarvoor eveneens een verklaring van overeenstemming met het ontwerp is ingediend.

c)

Als het Agentschap, in de verklaring of via de hierboven bedoelde fysieke inspectie en beoordeling, indien uitgevoerd overeenkomstig 21L.B.221, punt b), aanwijzingen vindt dat het luchtvaartuig met het ontwerp van de ingrijpende reparatie mogelijk niet in staat is veilige vluchten uit te voeren of onverenigbaar kan zijn met de milieuvoorschriften tijdens het gebruik, stelt het een bevinding op overeenkomstig 21L.B.21.

21L.B.222   Registratie van een verklaring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie van een luchtvaartuig waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard

a)

Het Agentschap registreert een verklaring van overeenstemming met het ontwerp voor een ontwerp van een ingrijpende reparatie van een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard, voor zover:

1.

de declarant de overeenstemming heeft verklaard overeenkomstig 21L.A.226, punt a);

2.

de declarant de overeenkomstig 21L.A.226, punt d), vereiste documenten aan het Agentschap heeft verstrekt;

3.

de declarant zich ertoe heeft verbonden de in 21L.A.228 bedoelde verbintenissen na te komen;

4.

er geen openstaande problemen zijn naar aanleiding van de fysieke inspectie, indien uitgevoerd overeenkomstig 21L.B.221, punt b).

b)

Het Agentschap registreert een verklaring van een ontwerp van een ingrijpende reparatie van een luchtvaartuig waarvoor de overeenstemming met het ontwerp is verklaard alleen als die wijziging beperkt blijft tot de specifieke configuratie(s) in de geregistreerde verklaring van overeenstemming met het ontwerp waarop het ontwerp van de ingrijpende reparatie betrekking heeft.

21L.B.223   Toezicht op de blijvende luchtwaardigheid van een reparatieontwerp waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard

Als het Agentschap, via zijn toezicht op de blijvende luchtwaardigheid, waaronder overeenkomstig 21L.A.3 ontvangen verslagen, of via welke andere middelen dan ook, vaststelt dat een reparatieontwerp waarvoor overeenstemming met het ontwerp is verklaard, niet in overeenstemming is met de toepasselijke gedetailleerde technische specificaties of met de toepasselijke milieubeschermingseisen, stelt het Agentschap een bevinding vast overeenkomstig 21L.B.21 of geeft het een luchtwaardigheidsaanwijzing af onder de voorwaarden van 21L.B.23.

SUBDEEL O –   ETSO-AUTORISATIES

(Gereserveerd)

SUBDEEL P –   VLIEGVERGUNNING

(gereserveerd)

SUBDEEL Q –   IDENTIFICATIE VAN PRODUCTEN EN ONDERDELEN

SUBDEEL R –   CONFORMITEITSVERKLARING VOOR LUCHTVAARTUIGEN EN CERTIFICATEN VAN GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK (EASA-FORMULIER 1) VOOR MOTOREN EN PROPELLERS, EN ONDERDELEN DAARVAN, DIE BEANTWOORDEN AAN EEN VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET HET ONTWERP

Aanhangsels van BIJLAGE IB (deel 21 Light)

EASA-FORMULIEREN

Als de formulieren in deze bijlage worden afgegeven in een andere taal dan het Engels, moet een Engelse vertaling worden bijgevoegd.

De in de aanhangsels bij dit deel vermelde formulieren van Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart moeten verplicht de volgende kenmerken hebben. De lidstaten garanderen dat de EASA-formulieren die zij afgeven herkenbaar zijn; zij zijn verantwoordelijk voor het afdrukken van dergelijke formulieren.

Aanhangsel I

EASA-formulier 24B Beperkt bewijs van luchtwaardigheid

Aanhangsel II

EASA-formulier 45B Beperkt geluidscertificaat

Aanhangsel III

EASA-formulier 52B Conformiteitsverklaring voor luchtvaartuigen

Aanhangsel IV

EASA-formulier 53B Certificaat van geschiktheid voor gebruik

Aanhangsel I

Beperkt bewijs van luchtwaardigheid — EASA-formulier 24B

Logo van de bevoegde autoriteit

BEPERKT BEWIJS VAN LUCHTWAARDIGHEID (VERKLAARD)

 (4)

[Lidstaat van registratie]

[BEVOEGDE AUTORITEIT VAN DE LIDSTAAT]

4

1.

Nationaliteit en registratietekens

2.

Fabrikant en aanduiding van het luchtvaartuig door de fabrikant

3.

Serienummer luchtvaartuig

4.

Categorieën

5.

Dit beperkt bewijs van luchtwaardigheid wordt krachtens artikel 18, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2018/1139 afgegeven voor het bovengenoemde luchtvaartuig dat luchtwaardig wordt geacht als het wordt onderhouden en geëxploiteerd in overeenstemming met het voornoemde en met de toepasselijke exploitatiebeperkingen.

Naast het bovenstaande gelden de volgende beperkingen:

Dit beperkt bewijs van luchtwaardigheid wordt afgegeven op basis van een overeenkomstig Verordening (EU) nr. 748/2012 afgelegde verklaring van overeenstemming met het ontwerp en is geldig en wordt erkend in alle EU-lidstaten, zonder verdere eisen of beoordeling. Dit bewijs beantwoordt niet aan alle toepasselijke normen van bijlage 8 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart en is daarom mogelijk niet geldig voor internationale luchtvaart over niet-EU-lidstaten, tenzij het is goedgekeurd door de overvlogen staat of staten.

Datum van afgifte:

Handtekening:

6.

Dit beperkt bewijs van luchtwaardigheid is geldig tenzij het wordt ingetrokken door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie.

Een recent certificaat van herbeoordeling van de luchtwaardigheid moet bij dit bewijs worden gevoegd.

EASA-formulier 24B — Versie 1

Dit bewijs moet aan boord worden meegenomen tijdens alle vluchten.

Aanhangsel II

Beperkt geluidscertificaat — EASA-formulier 45B

Voor gebruik door de lidstaat van registratie

1.

Lidstaat van registratie

3.

Documentnummer:

2.

BEPERKT GELUIDSCERTIFICAAT (VERKLAARD)

4.

Registratietekens:

5.

Fabrikant en aanduiding van het luchtvaartuig:

6.

Serienummer van het luchtvaartuig:

7.

Aanduiding van de motor:

8.

Aanduiding van de propeller:

9.

Maximale startmassa (kg)

 

10.

Aanvullende wijzigingen om te voldoen aan de toepasselijke geluidsnormen:

11.

Geluidsnorm:

12.

Geluidsniveau bij opstijgen:

 

Opmerkingen

13.

Dit beperkt geluidscertificaat wordt krachtens artikel 9 van Verordening (EU) 2018/1139 afgegeven voor het bovengenoemde luchtvaartuig, waarvoor een declarant overeenkomstig bijlage Ib (deel 21 Light) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 overeenstemming met het ontwerp heeft verklaard, teneinde te voldoen aan de vermelde geluidsnorm wanneer het wordt onderhouden en geëxploiteerd overeenkomstig de relevante eisen en exploitatiebeperkingen.

14.

Datum van afgifte …15. Handtekening …

EASA-formulier 45B — Versie 1

Aanhangsel III

Conformiteitsverklaring voor luchtvaartuigen — EASA-formulier 52B

CONFORMITEITSVERKLARING VOOR LUCHTVAARTUIGEN

1.

Land van vervaardiging

2.

[LIDSTAAT] Een lidstaat van de Europese Unie

3.

Referentienr. verklaring:

4.

Organisatie

5.

Type luchtvaartuig

6.

Referenties typecertificaat/verklaring van overeenstemming met het ontwerp:

7.

Registratie of merkteken van het luchtvaartuig

8.

Identificatienr. productieorganisatie

9.

Bijzonderheden motor/propeller (5)

10.

Wijzigingen en/of dienstbulletins 1

11.

Luchtwaardigheidsaanwijzingen

12.

Concessies

13.

Uitzonderingen, ontheffingen of afwijkingen 1

14.

Opmerkingen

15.

Beperkt/bewijs van luchtwaardigheid

16.

Aanvullende voorschriften

17.

Conformiteitsverklaring

Hierbij wordt gecertificeerd dat dit luchtvaartuig volledig in overeenstemming is met:

een typegecertificeerd ontwerp, of

verklaarde ontwerpgegevens

en met de in vakken 9, 10, 11, 12 en 13 vermelde punten.

Het luchtvaartuig kan veilig worden gebruikt.

Het luchtvaartuig is met bevredigend resultaat in vlucht getest.

18.

Handtekening

19.

Naam

20.

Datum (dd/mm/jjjj)

21.

Referentie van de verklaarde of goedgekeurde productieorganisatie (indien van toepassing)

EASA-formulier 52B — Versie 1

Instructies voor het gebruik van de Conformiteitsverklaring voor luchtvaartuigen — EASA-formulier 52B

1.   DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED

1.1.

De overeenkomstig subdeel G of subdeel R van sectie A van bijlage Ib (deel 21 Light) of overeenkomstig subdeel G van sectie A van bijlage I (deel 21) afgegeven conformiteitsverklaring (EASA-formulier 52B) heeft tot doel de productieorganisatie in staat te stellen bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie een bewijs van luchtwaardigheid of een beperkt bewijs van luchtwaardigheid aan te vragen voor een individueel luchtvaartuig.

2.   ALGEMEEN

2.1.

De conformiteitsverklaring moet overeenstemmen met het formaat van het model, inclusief de nummers van de vakken en de plaats van elk vak. De opmaak van ieder vak mag evenwel worden aangepast aan de individuele aanvraag, maar niet in zodanige mate dat de conformiteitsverklaring er onherkenbaar door wordt. In geval van twijfel dient u de bevoegde autoriteit te raadplegen.

2.2.

De conformiteitsverklaring moet ofwel voorgedrukt ofwel per computer worden gegenereerd; in beide gevallen moeten de regels en tekens duidelijk en goed leesbaar worden afgedrukt. Voorgedrukte formuleringen zijn toegestaan overeenkomstig het aangehechte model maar andere certificeringsverklaringen zijn niet toegestaan.

2.3.

De verklaring mag met een typmachine/computer of met de hand worden ingevuld, in blokletters om de tekst gemakkelijk leesbaar te maken. De conformiteitsverklaringen mogen worden opgesteld in het Engels en, voor zover van toepassing, in een of meer officiële talen van de lidstaat die ze afgeeft.

2.4.

Een afschrift van de verklaring en alle referentiestukken moeten door de erkende productieorganisatie worden bewaard.

3.   INVULLEN VAN DE CONFORMITEITSVERKLARING DOOR DE OPSTELLER

3.1.

Om van het document een geldige verklaring te maken, moeten alle vakken worden ingevuld.

3.2.

Een conformiteitsverklaring mag alleen worden afgegeven door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie als het ontwerp van het luchtvaartuig en de daarop gemonteerde producten zijn goedgekeurd of als de verklaring van overeenstemming met het ontwerp bij het Agentschap is geregistreerd.

3.3.

De in de vakken 9, 10, 11, 12, 13 en 14 in te vullen gegevens mogen een verwijzing zijn naar een apart document dat door de productieorganisatie in haar archieven wordt bewaard, tenzij de bevoegde autoriteit anders beslist.

3.4.

Deze conformiteitsverklaring is niet bedoeld voor artikelen van de uitrusting die gemonteerd zouden moeten zijn teneinde aan de toepasselijke operationele voorschriften te voldoen. Evenwel kunnen een aantal individuele artikelen worden opgenomen in vak 10 of in het goedgekeurde typeontwerp of het verklaarde luchtvaartuigontwerp. Exploitanten worden derhalve herinnerd aan hun verantwoordelijkheid om de naleving van de toepasselijke operationele voorschriften voor hun eigen particuliere activiteiten te verzekeren.

Vak 1

Vul de naam van het land van vervaardiging in.

Vak 2

Vermeld de bevoegde autoriteit die de conformiteitsverklaring afgeeft onder haar gezag.

Vak 3

Een uniek serienummer moet worden voorgedrukt in dit vak ten behoeve van controle en traceerbaarheid van de verklaring. Voor een computergegenereerd document geldt een uitzondering: het nummer hoeft niet te worden voorgedrukt als de computer is geprogrammeerd om een uniek nummer te produceren en af te drukken.

Vak 4

Vermeld de volledige naam en het adres van de organisatie die de verklaring afgeeft. Dit vak mag voorgedrukt zijn. Logo’s e.d. zijn toegestaan als ze in het vak passen.

Vak 5

Het luchtvaartuigtype, voluit, zoals gedefinieerd in het typecertificaat en het bijbehorende gegevensblad of het verklaarde luchtvaartuigontwerp zoals geregistreerd door het Agentschap.

Vak 6

De referentienummers van het typecertificaat en datum van afgifte voor het desbetreffende luchtvaartuig of het registratienummer van de verklaring van overeenstemming met het ontwerp.

Vak 7

Als het luchtvaartuig geregistreerd is, moet hier het registratieteken worden ingevuld. Als het luchtvaartuig niet geregistreerd is, moet hier een teken worden ingevuld dat door de bevoegde autoriteit van de lidstaat aanvaard wordt en, indien van toepassing, door de bevoegde autoriteit van een derde land.

Vak 8

Vermeld hier het door de productieorganisatie toegewezen identificatienummer ten behoeve van controle, traceerbaarheid en productondersteuning. Soms wordt hiernaar verwezen als “serienummer van de productieorganisatie” of “nummer van de constructeur”.

Vak 9

Schrijf het type motor en het (de) type(s) propeller voluit zoals gedefinieerd in het typecertificaat en het bijhorende gegevensblad of de geregistreerde verklaring van overeenstemming met het ontwerp. Ook het identificatie-/referentienummer van de productieorganisatie en de bijbehorende locatie moeten worden vermeld.

Vak 10

Vermeld goedgekeurde of verklaarde wijzigingen in het ontwerp van de definitie van het luchtvaartuig.

Vak 11

Geef een opsomming van alle toepasselijke luchtwaardigheidsaanwijzingen (of equivalente voorschriften) en een verklaring van overeenstemming met de luchtwaardigheidsaanwijzingen, samen met een beschrijving van de wijze van naleving voor het desbetreffende individuele luchtvaartuig, inclusief producten en gemonteerde onderdelen, uitrustingsstukken en apparatuur. Eventuele toekomstige vereisten wat betreft uitvoeringstermijn moeten worden vermeld.

Vak 12

Goedgekeurde of verklaarde niet-opzettelijke afwijkingen van het goedgekeurde typeontwerp of het verklaarde ontwerp, soms ook “concessies”, “afwijkingen” of “punten van niet-overeenstemming” genoemd.

Vak 13

Uitsluitend overeengekomen of verklaarde vrijstellingen, afstandsverklaringen of afwijkingen mogen hier worden opgenomen.

Vak 14

Opmerkingen. Eventuele verklaringen, informatie, bijzondere gegevens of beperkingen die van invloed kunnen zijn op de luchtwaardigheid van het luchtvaartuig. Als dergelijke informatie of gegevens ontbreken, vul “GEEN” in.

Vak 15

Vul in “Bewijs van luchtwaardigheid” of “Beperkt bewijs van luchtwaardigheid” als aangevraagd bewijs van luchtwaardigheid.

Vak 16

Aanvullende door een importerend land meegedeelde eisen moeten in dit vak worden vermeld.

Vak 17

De conformiteitsverklaring is geldig als alle vakken van dit formulier zijn ingevuld. Een kopie van het testvluchtrapport dient samen met eventueel geregistreerde defecten en informatie over rectificaties door de productieorganisatie te worden gearchiveerd. Het rapport moet als toereikend worden ondertekend door het geschikte certificeringspersoneel en een lid van de bemanning, bv. de testpiloot of de boordwerktuigkundige tijdens de testvlucht.

De uitgevoerde testvluchten zijn die welke gedefinieerd zijn onder controle van het kwaliteitsbeheerselement van het productiesysteem, zoals vastgesteld bij:

1.

21L.A.124, punt b), of

2.

21L.A.273, punt f),

om te garanderen dat het luchtvaartuig in overeenstemming is met de toepasselijke ontwerpgegevens en zich in een staat bevindt die veilig gebruik mogelijk maakt.

De opsomming van verschafte (of beschikbaar gestelde) artikelen om te voldoen aan de aspecten van deze verklaring die betrekking hebben op de veilige exploitatie van het luchtvaartuig, moeten door de productieorganisatie worden gearchiveerd.

Vak 18

De conformiteitsverklaring mag worden ondertekend door de persoon die hiertoe door de productieorganisatie is gemachtigd overeenkomstig 21L.A.125, punt d), of 21L.A.273, punt b). Gebruik van een handtekeningstempel is niet toegestaan.

Vak 19

Vermeld hier de naam van de ondertekenaar in een leesbare vorm, gedrukt of getypt.

Vak 20

Vermeld hier de datum waarop de conformiteitsverklaring is ondertekend.

Vak 21

Vermeld hier het door de bevoegde autoriteit verstrekte erkenningsnummer.

Aanhangsel IV

Certificaat van geschiktheid voor gebruik — EASA-formulier 53B

CERTIFICAAT VAN GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK

[NAAM ERKENDE PRODUCTIEORGANISATIE]

Erkenningsnummer van de productieorganisatie:

Certificaat van geschiktheid voor gebruik overeenkomstig 21L.A.126, punt e), of 21L.A.273, punt 8, van bijlage Ib (deel 21 Light) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 (schrappen wat niet van toepassing is).

Luchtvaartuig: …Type: … Nr. constructeur/Registratie: …

is onderhouden zoals gespecificeerd in werkorder: …

Korte beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden:

certificeert dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd in overeenstemming met 21L.A.126, punt e), of 21L.A.273, punt 8, van bijlage Ib (deel 21 Light) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 (schrappen wat niet van toepassing is); met betrekking tot die werkzaamheden wordt het luchtvaartuig als geschikt voor vrijgave voor gebruik beschouwd en is het derhalve veilig voor gebruik.

Certificeringspersoneel (naam):

(handtekening):

Plaats:

Datum:. . -. . -. .. . (dag, maand, jaar)

EASA-formulier 53B — Versie 1

INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN

Het vak KORTE BESCHRIJVING VAN DE UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN op EASA-formulier 53B moet een verwijzing bevatten naar de goedgekeurde gegevens die gebruikt zijn om de werkzaamheden uit te voeren.

Het vak LOCATIE op EASA-formulier 53B verwijst naar de plaats waar het onderhoud is uitgevoerd, niet naar de plaats waar de faciliteiten van de organisatie zich bevinden (indien verschillend)..


(1)  Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 18).

(2)  Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 296 van 25.10.2012, blz. 1).

(4)  Voor gebruik door de lidstaat van registratie.

(5)  Schrappen wat niet van toepassing is.


Top