Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2011_163_R_0001_01

    Besluit 2011/361/GBVB van de Raad van 20 december 2010 betreffende de ondertekening en sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Servië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie
    Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië waarbij een kader wordt vastgesteld voor de deelname van de Republiek Servië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie

    PB L 163 van 23.6.2011, p. 1–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    23.6.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 163/1


    BESLUIT 2011/361/GBVB VAN DE RAAD

    van 20 december 2010

    betreffende de ondertekening en sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Servië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 37,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 5 en 6,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid („de HV”),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De voorwaarden voor de deelname van derde staten aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie dienen te worden vastgelegd in een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor de mogelijke deelname in de toekomst, in plaats van per geval voor elke desbetreffende operatie te worden bepaald.

    (2)

    Ingevolge de vaststelling door de Raad op 26 april 2010, van een besluit houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen, heeft de hoge vertegenwoordiger onderhandeld over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Servië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie („de overeenkomst”).

    (3)

    De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Servië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie wordt namens de Unie goedgekeurd.

    De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Unie te binden.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel, 20 december 2010.

    Voor de Raad

    De voorzitster

    J. SCHAUVLIEGE


    VERTALING

    OVEREENKOMST

    tussen de Europese Unie en de Republiek Servië waarbij een kader wordt vastgesteld voor de deelname van de Republiek Servië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie

    DE EUROPESE UNIE,

    enerzijds, en

    DE REPUBLIEK SERVIË,

    anderzijds,

    hierna te noemen „de partijen”,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Europese Unie (EU) kan besluiten over te gaan tot actie op het gebied van crisisbeheersing.

    (2)

    De Europese Unie zal besluiten of derde landen worden uitgenodigd deel te nemen aan een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie. De Republiek Servië kan deze uitnodiging van de Europese Unie aannemen en haar bijdrage aanbieden. De Europese Unie zal dan een besluit nemen over het aanvaarden van de voorgestelde bijdrage van de Republiek Servië.

    (3)

    De voorwaarden voor deelname van de Republiek Servië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie moeten worden vastgelegd in een overeenkomst waarbij een kader voor een dergelijke mogelijke toekomstige deelname wordt vastgesteld, en moeten bij voorkeur niet per operatie afzonderlijk worden bepaald.

    (4)

    Een dergelijke overeenkomst mag geen afbreuk doen aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie en mag niet vooruitlopen op de per geval te nemen besluiten van de Republiek Servië om deel te nemen aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU.

    (5)

    Een dergelijke overeenkomst moet alleen betrekking hebben op toekomstige crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie en mag geen afbreuk doen aan eventuele bestaande overeenkomsten waarbij de deelname van de Republiek Servië aan een reeds ondernomen crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie wordt geregeld,

    ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

    DEEL I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 1

    Besluiten in verband met de deelname

    1.   Wanneer de Europese Unie besluit de Republiek Servië uit te nodigen deel te nemen aan een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en wanneer de Republiek Servië besluit deel te nemen, verstrekt de Republiek Servië informatie over de bijdrage die zij aan de Europese Unie wil voorstellen.

    2.   De evaluatie door de Europese Unie van de bijdrage van de Republiek Servië wordt in overleg met de Republiek Servië verricht.

    3.   De Europese Unie verstrekt de Republiek Servië zo spoedig mogelijk een eerste indicatie van de vermoedelijke bijdrage in de gemeenschappelijke kosten van de operatie teneinde de Republiek Servië bij te staan bij de formulering van haar aanbod.

    4.   De Europese Unie deelt het resultaat van de evaluatie per brief aan de Republiek Servië mee teneinde de deelname van de Republiek Servië te garanderen overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst.

    Artikel 2

    Kader

    1.   De Republiek Servië sluit zich aan bij het besluit van de Raad waarbij de Raad van de Europese Unie besluit dat de Europese Unie de crisisbeheersingsoperatie zal uitvoeren, en bij ieder ander besluit waarbij de Raad van de Europese Unie besluit de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie te verlengen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en eventuele vereiste uitvoeringsregelingen.

    2.   De deelname van de Republiek Servië aan een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie doet geen afbreuk aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie.

    Artikel 3

    Status van het personeel en de troepen

    1.   De status van personeel dat door de Republiek Servië wordt uitgezonden naar een civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en/of van de troepen die door de Republiek Servië worden geleverd voor een militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie wordt geregeld door de overeenkomst over de status van de troepen/missie, indien deze is gesloten door de Europese Unie en het land/de landen waar de operatie wordt uitgevoerd.

    2.   De status van personeel dat is uitgezonden naar het hoofdkwartier of de commando-onderdelen buiten het land/de landen waar de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie wordt uitgevoerd, wordt bepaald middels regelingen tussen het betrokken hoofdkwartier en de betrokken commando-onderdelen en de Republiek Servië.

    3.   Onverminderd de in lid 1 bedoelde overeenkomst over de status van de troepen/missie oefent de Republiek Servië bevoegdheid uit ten aanzien van haar aan de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie deelnemend personeel.

    4.   De Republiek Servië is verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen van of aangaande leden van haar personeel, met betrekking tot de deelname aan een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie. De Republiek Servië stelt overeenkomstig haar wet- en regelgeving in voorkomend geval een, inzonderheid juridische of disciplinaire, vordering in tegen leden van haar personeel.

    5.   De Republiek Servië zegt toe bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring af te zullen leggen inzake het afzien van schadevorderingen tegen een land dat deelneemt aan een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie waaraan de Republiek Servië deelneemt.

    6.   De Europese Unie zegt toe er zorg voor te dragen dat de lidstaten van de Europese Unie bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring zullen afleggen inzake het afzien van schadevorderingen met betrekking tot toekomstige bijdragen van de Republiek Servië aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU.

    Artikel 4

    Gerubriceerde informatie

    1.   De Republiek Servië neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat gerubriceerde EU-informatie wordt beschermd overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad van de Europese Unie, vervat in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (1), en overeenkomstig verdere richtsnoeren van de bevoegde autoriteiten, waaronder de operationele commandant van de Europese Unie in het geval van een militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie, en het hoofd van de missie van de Europese Unie in het geval van een civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU.

    2.   Indien de Europese Unie en de Republiek Servië een overeenkomst over beveiligingsvoorschriften voor de uitwisseling van gerubriceerde informatie zijn aangegaan, gelden de bepalingen daarvan ook voor een crisisbeheersingsoperatie van de EU.

    DEEL II

    BEPALINGEN OVER DE DEELNAME AAN CIVIELE CRISISBEHEERSINGSOPERATIES

    Artikel 5

    Personeel dat gedetacheerd wordt naar een civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU

    1.   De Republiek Servië draagt er zorg voor dat het door haar naar de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie gedetacheerde personeel zijn taak uitoefent overeenkomstig:

    a)

    het besluit van de Raad en latere wijzigingen als bedoeld in artikel 2, lid 1;

    b)

    het operatieplan;

    c)

    de uitvoeringsmaatregelen.

    2.   De Republiek Servië informeert te gelegener tijd het hoofd van de missie van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over elke wijziging in haar bijdrage aan de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU.

    3.   Naar de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie gedetacheerd personeel wordt door een bevoegde autoriteit van de Republiek Servië medisch gekeurd, ingeënt en medisch geschikt verklaard voor het werk. Naar de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie gedetacheerd personeel verstrekt een afschrift van deze verklaring.

    Artikel 6

    Commandostructuur

    1.   Het door de Republiek Servië gedetacheerd personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU.

    2.   Al het personeel blijft volledig onder het bevel van de autoriteiten van zijn land.

    3.   De nationale autoriteiten dragen de operationele controle over aan de Europese Unie.

    4.   Het hoofd van de missie draagt de verantwoordelijkheid voor de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en oefent het commando en de controle erover uit op het terrein.

    5.   Het hoofd van de missie leidt de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en draagt zorg voor de dagelijkse leiding ervan.

    6.   Overeenkomstig de in artikel 2, lid 1, bedoelde rechtsinstrumenten heeft de Republiek Servië bij de dagelijkse leiding van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als de aan de operatie deelnemende EU-lidstaten.

    7.   Het hoofd van de missie van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie. Zo nodig neemt de betrokken nationale autoriteit tuchtrechtelijke maatregelen.

    8.   Een contactpersoon voor het nationaal contingent (NPC) wordt door de Republiek Servië aangesteld om haar nationaal contingent in de operatie te vertegenwoordigen. De NPC rapporteert over nationale aangelegenheden aan het hoofd van de missie van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

    9.   Het besluit om de operatie te beëindigen wordt door de Europese Unie genomen na overleg met de Republiek Servië, als deze nog deelneemt aan de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie op het ogenblik dat de operatie wordt beëindigd.

    Artikel 7

    Financiële aspecten

    1.   De Republiek Servië draagt alle kosten in verband met haar deelname aan de operatie, afgezien van de lopende uitgaven als omschreven in de operationele begroting van de operatie. Dit geldt onverminderd artikel 8.

    2.   In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke of rechtspersonen van het land/de landen waar de operatie plaatsvindt, betaalt de Republiek Servië, zodra haar aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden van de in artikel 3, lid 1, bedoelde overeenkomst over de status van de missie.

    Artikel 8

    Bijdragen in de operationele begroting

    1.   De Republiek Servië draagt bij aan de financiering van de begroting van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU.

    2.   De financiële bijdrage van de Republiek Servië aan de operationele begroting wordt berekend volgens de onderstaande formule die het laagste bedrag oplevert:

    a)

    het gedeelte van het referentiebedrag dat proportioneel overeenkomt met de verhouding tussen het bni van de Republiek Servië en het totale bni van alle landen die bijdragen aan de operationele begroting van de operatie; of

    b)

    het gedeelte van het referentiebedrag voor de operationele begroting dat proportioneel overeenkomt met de verhouding tussen het aantal personeelsleden van de Republiek Servië dat aan de operatie deelneemt en het totale aantal personeelsleden van alle landen die aan de operatie deelnemen.

    3.   Niettegenstaande het bepaalde in de leden 1 en 2 levert de Republiek Servië geen bijdrage aan de financiering van de dagvergoedingen die worden uitbetaald aan het personeel uit de lidstaten van de Europese Unie.

    4.   Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 stelt de Europese Unie in beginsel de Republiek Servië vrij van financiële bijdragen aan een bepaalde civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie wanneer:

    a)

    de Europese Unie besluit dat het aan de Republiek Servië een aanzienlijke bijdrage levert die essentieel is voor de operatie; of

    b)

    de Republiek Servië een bni per hoofd van de bevolking heeft dat niet groter is dan dat van welke lidstaat van de Europese Unie ook.

    5.   Het hoofd van de missie van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en de bevoegde bestuurlijke diensten van de Republiek Servië sluiten een overeenkomst over de betaling van de bijdragen van de Republiek Servië aan de operationele begroting van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie. De overeenkomst bevat onder meer de volgende bepalingen:

    a)

    het betrokken bedrag;

    b)

    de regelingen voor de betaling van de financiële bijdrage;

    c)

    de auditprocedure.

    DEEL III

    BEPALINGEN INZAKE DEELNAME AAN MILITAIRE CRISISBEHEERSINGSOPERATIES

    Artikel 9

    Deelname aan een militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU

    1.   De Republiek Servië zorgt ervoor dat haar troepen en personeel die deelnemen aan een militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie hun taak uitoefenen overeenkomstig:

    a)

    het besluit van de Raad en latere wijzigingen bedoeld in artikel 2, lid 1;

    b)

    het operatieplan;

    c)

    de uitvoeringsmaatregelen.

    2.   Het door de Republiek Servië gedetacheerd personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU.

    3.   De Republiek Servië informeert de operationeel commandant van de Europese Unie te gelegener tijd over elke wijziging in haar bijdrage aan de operatie.

    Artikel 10

    Commandostructuur

    1.   Alle aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie deelnemende troepen en personeelsleden blijven volledig onder bevel van hun nationale autoriteiten.

    2.   De nationale autoriteiten dragen het operationeel en tactisch bevel, dan wel het operationeel en tactische toezicht over hun troepen en personeelsleden over aan de operationeel commandant van de Europese Unie, die het recht heeft zijn gezag te delegeren.

    3.   De Republiek Servië heeft bij de dagelijkse leiding van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als de deelnemende lidstaten van de Europese Unie.

    4.   De operationeel commandant van de Europese Unie kan te allen tijde, na overleg met de Republiek Servië, om de terugtrekking van de bijdrage van de Republiek Servië verzoeken.

    5.   Een hoge militaire vertegenwoordiger (HMV) wordt door de Republiek Servië benoemd om het Servische contingent in de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie te vertegenwoordigen. De HMV overlegt met de commandant van de EU-strijdkrachten over alle aangelegenheden die van invloed zijn op de operatie, en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het Servische contingent.

    Artikel 11

    Financiële aspecten

    1.   Onverminderd artikel 12 draagt de Republiek Servië alle kosten in verband met haar deelname aan de operatie, tenzij de kosten vallen onder de gemeenschappelijke financiering omschreven in de in artikel 2, lid 1, bedoelde rechtsinstrumenten en in Besluit 2008/975/GBVB van de Raad van 18 december 2008 tot instelling van een mechanisme voor het beheer van de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de operaties van de Europese Unie die gevolgen hebben op militair of defensiegebied (Athena) (2).

    2.   In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke of rechtspersonen van het land/de landen waar de operatie plaatsvindt, betaalt de Republiek Servië, zodra haar aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden van de in artikel 3, lid 1, bedoelde overeenkomst over de status van de troepen.

    Artikel 12

    Bijdragen aan de gemeenschappelijke kosten

    1.   De Republiek Servië draagt bij aan de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie.

    2.   De financiële bijdrage van de Republiek Servië in de gemeenschappelijke kosten wordt berekend volgens de onderstaande formule die het laagste bedrag oplevert:

    a)

    het gedeelte van de gemeenschappelijke kosten dat proportioneel overeenkomt met de verhouding tussen het bni van de Republiek Servië en het totale bni van alle landen die bijdragen in de gemeenschappelijke kosten van de operatie; of

    b)

    het gedeelte van de gemeenschappelijke kosten dat proportioneel overeenkomt met de verhouding tussen het aantal personeelsleden van de Republiek Servië dat aan de operatie deelneemt en het totale aantal personeelsleden van alle landen die aan de operatie deelnemen.

    Bij de berekening volgens lid 2, onder b), wordt, wanneer de Republiek Servië alleen personeel bijdraagt aan het operationeel hoofdkwartier of alleen aan het hoofdkwartier van de troepenmacht, uitgegaan van de verhouding tussen haar personeel en het totale personeel van het hoofdkwartier. In de andere gevallen is de verhouding die tussen het totale door de Republiek Servië bijgedragen personeel en het totale personeel van de operatie.

    3.   Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 stelt de Europese Unie in beginsel de Republiek Servië vrij van financiële bijdragen in de gemeenschappelijke kosten van een bepaalde militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie wanneer:

    a)

    de Europese Unie besluit dat de Republiek Servië een beduidende bijdrage levert in middelen en/of vermogens die essentieel is voor de operatie; of

    b)

    de Republiek Servië een bni per hoofd van de bevolking heeft dat niet groter is dan dat van welke lidstaat van de Europese Unie ook.

    4.   De beheerder genoemd in Besluit 2008/975/GBVB en de bevoegde bestuurlijke diensten van de Republiek Servië sluiten een overeenkomst. De overeenkomst bevat onder meer bepalingen over:

    a)

    het betrokken bedrag;

    b)

    de regelingen voor de betaling van de financiële bijdrage;

    c)

    de auditprocedure.

    DEEL IV

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 13

    Uitvoeringsregelingen

    Onverminderd het bepaalde in artikel 8, lid 5, en artikel 12, lid 4, worden de voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke technische en administratieve regelingen getroffen door de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de bevoegde autoriteiten van de Republiek Servië.

    Artikel 14

    Niet-naleving

    Indien een van de partijen de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst niet nakomt, heeft de andere partij het recht om deze overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand.

    Artikel 15

    Geschillenbeslechting

    Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden langs diplomatieke weg tussen de partijen opgelost.

    Artikel 16

    Inwerkingtreding

    1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de wederzijdse kennisgeving van de partijen dat de voor dit doel noodzakelijke procedures zijn afgerond.

    2.   Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van de ondertekening.

    3.   Deze overeenkomst wordt op gezette tijden geëvalueerd.

    4.   Deze overeenkomst kan worden gewijzigd op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de partijen.

    5.   Deze overeenkomst kan door één partij worden opgezegd door schriftelijke kennisgeving van opzegging aan de andere partij. De opzegging treedt in werking zes maanden na de ontvangst van de kennisgeving door de andere partij.

    Gedaan te Belgrado, acht juni 2011, in twee exemplaren, beide in de Engelse taal.

    Voor de Europese Unie

    Voor de Republiek Servië


    (1)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1.

    (2)  PB L 345 van 23.12.2008, blz. 96.

    VERKLARINGEN

    Tekst van de lidstaten van de Europese Unie:

    „De lidstaten van de Europese Unie die een EU-besluit van de Raad uitvoeren betreffende een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie waaraan de Republiek Servië deelneemt, zullen ernaar streven, voor zover hun nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen de Republiek Servië wegens lichamelijk letsel aan of dood van hun personeel, c.q. schade aan of verlies van de middelen die hun eigendom zijn en die door de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

    door uit de Republiek Servië afkomstig personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

    voortvloeide uit het gebruik van middelen van de Republiek Servië, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de operatie en er bij het gebruik van die middelen geen sprake was van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van uit de Republiek Servië afkomstig personeel van de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie.”.

    Tekst van de Republiek Servië:

    „De Republiek Servië zal er bij het uitvoeren van een EU-besluit van de Raad betreffende een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie naar streven, voor zover haar nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen een andere aan de door de Europese Unie geleide crisisbeheersingsoperatie deelnemende staat wegens lichamelijk letsel aan of dood van zijn personeel, c.q. schade aan of verlies van de middelen die zijn eigendom zijn en die door de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

    door personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

    voortvloeide uit het gebruik van middelen van aan de door de Europese Unie geleide crisisbeheersingsoperatie deelnemende staten, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de operatie en er bij het gebruik van die middelen geen sprake was van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van personeel van de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie.”.


    Top